2. De gezinnen in de middeleeuwen
3. Kleding 4. Eten 5. Vrije tijd
6. Ridders
7. Kastelen
8. De strijd 9. Bronvermelding 1 De Middeleeuwen De middeleeuwen begint ongeveer bij het jaar 450 en eindigt ongeveer bij het jaar 1500. In de middeleeuwen leefde ridders in kastelen, boeren werkte op het land en de koning regelde alles in het rijk. Het verschil tussen arm en rijk was toen erg groot. Ook hadden vrouwen op weinig dingen recht tenzij ze al geld hebben. 2 De gezinnen in de middeleeuwen In de middeleeuwen kon je meestal niet zelf bepalen wat je wilde worden, met wie je wilde trouwen of wat voor een opleiding je kreeg. Het gezin waar je uit kwam bepaalde hoe je leven eruit zag. Het leven van arme boeren gezinnen zag er heel anders uit dan dat van ridders, edelen of mensen uit de stad. Zo hadden arme gezinnen meestal de achternaam genomen van hun ambacht, bijvoorbeeld Molenaar en Smid, of de naam van de woonplaats waar ze woonden. Baby’s werden meteen gedoopt nadat ze geboren werden. Vaak stierven ze al na een paar dagen door ziektes. Kinderen waren toen al vanaf hun tiende jaar volwassen. Vrouwen hadden meestal niets te zeggen over hun leven. Ze moesten werken voor hun heer. De rijke jongens leerden te paard vechten en zich te gedragen als ridders. De rijke meisjes leerden hoe ze goed moesten huishouden en goede banen moest lijden. De arme mensen wilde maar al te graag bij de rijke in de huishouding werken. Zij dachten dat, dat de manier was om rijk te worden. Bij de arme gezinnen ging het er heel anders aan toe dan bij de rijke gezinnen. Bij de arme gezinnen sliepen ze meestal met het hele gezin in een bed. De kinderen moesten ook meehelpen om de kost te verdienen en gingen niet naar school. Ze konden niet zo heel veel mensen in huis hebben. De arme konden zelf nog maar bijna rondkomen, als er meer mensen bijkwamen konden ze niet genoeg eten verbouwen. Want ze moesten ook nog eten afstaan aan de heer van het landgoed. Als een arme man wilde trouwen moest hij eerst bedenken of hij wel genoeg land had om een gezin te kunnen onderhouden.
schildknaap een echte ridder worden. Na het jaar 1200 (800 jaar geleden) kreeg het woord ridder een andere betekenis. Ridders waren niet alleen vechters te paard, maar ook rijke, belangrijke, edele mensen. Anderen keken tegen hen op. Ridders leefden volgens strenge regels. Ze moesten zich heel netjes gedragen en andere mensen beschermen. Ridders geloofden in God, en ze wilden dat andere mensen dat ook deden. Het was heel belangrijk hoe een ridder eruitzag, hoe hij leefde, hoe hij at, hoe hij feesten organiseerde en wie hij daarvoor uitnodigde.at, hoe hij feesten organiseerde en wie hij daarvoor uitnodigde. 7 Kastelen Duizend jaar geleden werden kastelen nog van hout gebouwd. Maar al snel ging men over op steen. Dat was steviger en kon niet branden. Het ontwerpen van kastelen was niet makkelijk. Het was een heel gedoe. Werktuigen en bouwmaterialen moeten over de zee en via de rivieren vervoerd worden. Soms duurde het wel 10 of 20 jaar voordat een kasteel af was. Omgerekend koste het wel miljoenen euro’s. · Een timmerman maakte gebruik van een bijl, een boor, een zaag en een handzaag. · Een metselaar gebruikte een metselaarsbijl, een bijtel en een hamer. Voor de bouw van een kasteel waren ook nog heel veel arbeiders nodig. Veel middeleeuwse kastelen zijn nu nog steeds te bezichtigen. Het vertelt ons wat meer over het leven toen. In de middeleeuwen werden veel steden beschermd door een kasteel. Soms werd zo’n kasteel gebouwd als de stad allang bestond, in andere gevallen groeide rondom de muren van een kasteel langzaam een stad. De meeste kastelen waren ook gebouwd om in te wonen. Koningen bezaten vaak meerdere kastelen. Gewone ridders woonden vaak in kleinere landhuizen. Kinderen hielpen mee in het huishouden en kregen les. Maar ze speelden ook met hun speelgoed, zoals houten ridders aan touwtjes en deden spelletjes zoals blindemannetje. De wc kwam uit op de gracht of een beerput. Pas in de 15de eeuw kwam er meer luxe. Grotere kastelen hadden eigen visvijvers, boom en wijngaarden en ook groente en kruiden - tuinen. Vee, schapen en varkens werden gehouden op het omliggende boerenland. 8 De Strijd Een ridder moest goed voor zijn wapens en wapenuitrusting zorgen. Zijn heer of de koning zelf kon hem elk ogenblik oproepen voor de strijd. Soms kon hij betalen in plaats van te vechten, maar eens kwam de dag dat hij toch de oorlog in moest. Meestal nam hij dan een gevolg mee dat bestond uit zijn schildknaap, een paar ruiters, soldaten en boogschutters. De eerste middeleeuwse ridders vochten in maliënkolders, die gemaakt waren van een heleboel ijzeren ringetjes. Het stevige, buigzame materiaal bedekte het hoofd en vormde het lichaam. Maar een maliënkolder bood geen volledige bescherming. Een pijl of wapen kon er doorheen gaan. Vanaf het eind van de 13de eeuw bedekten ridders hun knieën met stalen platen en in de volgende honderd jaar werden steeds meer platen toegevoegd. In de 15de eeuw droegen ridders een stevige platharnas, waarvan de verschillende delen met klinknagels en riempjes aan elkaar vastzaten. Het viel niet mee om te vechten in een harnas van 25kilo. Maar het was licht genoeg om snel te bewegen en op te staan als je van het paard viel. 9 Bronvermelding · Ik heb op veel website’s gekeken zoals: 1.
2. www.vinden.nl
3. www.ilse.nl
4. www.zoekmachine.nl
5. www.google.com
6. www.scholieren.com · De plaatjes heb ik van de website’s: 1. www.taptoe.nl
2. www.vinden.nl/afbeeldingen
3. www.google.nl/afbeeldingen
Ik vond het erg interessant om dit werkstuk te maken en ik heb er veel van geleerd zoals het verschil tussen arm en rijk vroeger en ook heb ik veel geleerd over hoe de mensen vroeger leefden en werkten.
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
Vond je et nou egt leukk om hier een werkstuk over te schrijven?
20 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Ha Dit Is Een Leuke Site
groetjes femke
11 jaar geleden
Antwoorden