Biografie
Mata Hari’s jeugd
Mata Hari is op 7 augustus 1876 geboren in Leeuwarden onder de naam Margaretha Geertruida Zelle. Ze was het oudste kind van Adam Zelle en Antje van der Meulen. Margaretha was het enige meisje van vier kinderen. Adam Zelle dreef een bloeiende handel in hoeden en petten, waardoor hij genoeg geld verdiende om zijn gezin goed te onderhouden. In september 1882 ging Margaretha Zelle naar Gemeenteschool nummer drie, oftewel het Hofschooltje aan het Raadhuisplein. Het was de school van juffrouw Hielkje Buys, die Margaretha heeft leren lezen, schrijven, rekenen en ook leert ze daar een beetje Frans spreken. In 1883 was de familie zo welvarend dat ze verhuisde naar een 16de-eeuwse patriciërswoning aan de grote kerkstraat in het rijke deel van Leeuwarden. Maar in 1889 had Adam Zelle een grote schade geleden, die hij niet aankon, en hij ging failliet. Hij verliet zijn gezin en vertrok naar Amsterdam. Antje Zelle was genoodzaakt haar mooie huis te verkopen, zij en haar vier kinderen verhuisden naar een eenvoudige bovenwoning aan de Willemskade. Toen Magaretha net 14 jaar oud was, en alle klassen van juffrouw Buys had doorlopen, ging ze naar de middelbare meisjesschool in de Grote Kerksstraat. In deze schooltijd, haalde Margaretha redelijke cijfers en voor zingen en gymnastiek zelfs goede cijfers, maar het laatste semester heeft ze niet afgemaakt. In die tijd vonden voor Margaretha namelijk ingrijpende en vervelende gebeurtenissen plaats: in 1890 zocht Adam Zelle zijn gezin weer op, maar het gezin was uit elkaar gevallen, en op 4 september 1890 scheidden Adam en Antje Zelle. In mei 1891, toen Margaretha Zelle 14 jaar was, stierf haar moeder en bleven de 4 kinderen alleen achter. Na de dood van hun moeder werden de kinderen bij verschillende familieleden ondergebracht, waarbij Margaretha naar haar oom Visser in Sneek werd gebracht. Daar ging het niet zo erg goed, dus vertrok Margaretha Zelle op 17 jarige leeftijd naar een andere oom, genaamd de heer Taconis in Den Haag. Eind 1894 vond zij in ‘Het Nieuws van de Dag’ een interessante advertentie, waarin stond: ‘Officier met verlof uit Indië zoekt meisje met lief karakter, met het doel een huwelijk aan te gaan’ Margaretha vond dat wel aantrekkelijk klinken en ze reageerde op de advertentie. Later zou ze in een interview zeggen: `Mannen, die niet tot het leger behoorden, hebben mij nooit geïnteresseerd. De officier is in mijn ogen een hoger wezen, een held, steeds bereid tot het trotseren van alle gevaren, tot het beleven van alle avonturen\'.
Het huwelijk tussen Margaretha Geertruida Zelle en Rudolph Macleod
De van Schotland afkomstige Rudolph Macleod, die een afstammeling was van een geslacht van beroepsmilitairen, was als jongen toegetreden tot het KNIL (het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger), waar hij snel carrière maakte. Toen hij 21 was besloot hij naar Nederlands-Indië te vertrekken. Hij werd onder andere gelegerd op Java, Borneo en Sumatra. Pas in augustus 1894 kwam hij weer terug in Nederland, omdat hij had last van zijn reumatiek en suikerziekte Toen hij herstellende was van deze ziektes, reageerde Rudolph op de brief die Margaretha Zelle naar hem had gestuurd naar aanleiding van de huwelijksadvertentie. Hij vond de foto die Margaretha er bij had gestuurd zo mooi, dat hij een afspraak maakte met haar in Den Haag. Jammer genoeg moest Rudolph de afspraak afzeggen, omdat hij een reumatiek aanval had. Toen kwam Margaretha maar naar Amsterdam. Ze spraken in maart 1895 af in het Rijksmuseum, zes dagen later waren ze verloofd en vier maanden later getrouwd. Toen Margaretha Zelle en Rudolph MacLeod man en vrouw werden, was Margaretha bijna 19 jaar en Rudolph 39. Op 11 juli 1895 vond de plechtigheid plaats in het stadhuis en daarna aten ze in het café van hotel Américain. Ze gingen op huwelijksreis naar Wiesbaden en trokken daarna in bij Rudolph’s zuster Frida aan de Leidse kade in Amsterdam. Broer en zus hadden goed contact, maar Margaretha en Frida konden niet goed met elkaar overweg. Bovendien ging het ook niet zo goed tussen Margaretha en Rudolph vanwege het leeftijds- en karakterverschil. De meningsverschillen kwamen ook doordat Margaretha een plezierig en luxe leven had verwacht, maar Rudolph was niet zo rijk als ze verwacht had. Daarbij kwam ook nog dat hij een volgens verschillende auteurs zeiden dat Rudolph Margaretha verwaarloosde en dat hij ook vreemdging. Rudolph werd onder andere beschreven als ‘een sombere man’ en ‘een onverbeterlijke dronkaard en een halve gek’. Door andere auteurs werd hij beschreven als ‘een hoog ontwikkeld man, en geestig en gezellig causeur, van wien veel bekooring uitging’. Hoe dan ook, Rudolph en Margaretha konden niet echt goed met elkaar opschieten, maar er was wel passie in hun relatie. Margaretha schreef tijdens de verloving bijvoorbeeld aan Rudolph: ’Je vraagt me of ik lust in dwaasheden heb? Nu Rudolph, liever tien dan één. ’t Is zo leuk dat wij beiden hetzelfde vurige temperament hebben.’ Ondanks hun verschillen is er wel iets goeds uit het huwelijk gekomen namelijk hun zoon: Norman John Macleod, geboren op 30 januari 1897. Na de 2 jaar ziekteverlof van Rudolph werd hij weer gelegerd in verschillende plekken, maar vrijwel nergens was echt veel gevaar. Hij nam dan ook zijn vrouw en kinderen mee. Maar net zoals thuis, kregen Margaretha en Rudolph veel ruzies, hoewel ze toch nog een kind kregen, een dochtertje genaamd Louise Jeanne, het kindje werd ook wel Non genoemd. De ruzies die ze hadden hielden even op toen hun zoon Norman John stierf. De oorzaak van de dood is onduidelijk, maar men vermoedde dat Margaretha hem vergiftigd had. Toen in oktober 1900 Rudolph met pensioen was, verhuisden ze naar Sindanglaja, waar Margaretha haar man het leven zuur maakte, omdat ze terug wou naar Nederland. Nadat Margaretha zelfs haar vader had ingeschakeld, gaf Rudolph de strijd op. Hij was genoodzaakt om in Nederland in het huis van zijn zuster te gaan wonen, maar daar hielden de ruzies ook niet op. Rudolph wou van Margaretha scheiden, maar dat wou zij zelf vreemd genoeg niet. Je zou toch denken dat Margaretha na al die ruzies graag de scheidingspapieren zou ondertekenen. Rudolph stuurde zijn advocaat, meneer Heymans naar Parijs om Margaretha over te halen toch een echtscheiding te nemen. Maar Margaretha en de advocaat hadden veel gezellige gesprekken met elkaar en zo kwam de scheiding nooit ter sprake. Omdat de advocaat toch de opdracht van Rudolph had gekregen om de scheiding te regelen, pakte hij tijdens één van hun gesprekken een naakt foto van Margaretha uit zijn aktetas, waarvan hij beweerde dat hij die had gekregen van een vriend van Rudolph. De foto zou Mata Hari een slechte moeder laten lijken, omdat een goede moeder zich niet zou hebben laten fotograferen door een vriend van haar man. Daarom stemde Margaretha maar in met de echtscheiding, die plaats vond op 26 april 1906. Hoewel hun dochtertje Non aan haar moeder werd toegewezen, bleef ze bij haar vader wonen. Margaretha en Rudolph zagen elkaar nauwelijks meer. Rudolph hertrouwde snel, en werd een journalist voor de Arnhemsche Courant. Maar Margaretha Zelle begon toch naar haar dochtertje te verlangen. Ze deed zelfs een poging tot ontvoering, door haar dienstmeisje haar dochtertje te laten opwachten op school en haar mee te nemen, om haar later mee te nemen naar Frankrijk. Deze poging mislukte echter doordat Rudolph persoonlijk zijn dochtertje kwam ophalen. Net zoals het zoontje Norman John, overleed Non, maar deze keer was het een hersenbloeding, die ze kreeg toen ze met haar vader onderweg was naar Nederlands-Indië.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
erg bedankt voor de hulp van je werkstuk heb ik heel veel aan gehad.
THANKSTHANKSTHANKS
groetjes kippie
20 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Ja goed gedaan!
14 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
super gedaan, echt een werkstuk waaraan je iets hebt!
14 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
slecht
7 jaar geleden
Antwoorden