Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Lodewijk XVI van Frankrijk

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 4349 woorden
  • 14 mei 2015
  • 77 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
77 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Voorwoord

Wij zijn twee tweedejaars atheneum leerlingen van Scholen Gemeenschap Were Di in Valkenswaard. Voor geschiedenis kregen wij van onze docent de opdracht om in tweetallen een werkstuk te schrijven over een bekend/belangrijk persoon in de periode van 1500 tot 1800. We hebben hier van 1 januari 2015 tot 17 april 2015 de tijd voor gehad. We danken onze docent voor zijn steun tijdens de samenwerking. Deze verliep niet vlekkeloos maar hij heeft ons daar goed mee geholpen.

Wat is de reden voor de dood van Lodewijk XVI? Dit vroegen wij ons af voor dat we aan het werkstuk begonnen. In dit werkstuk beantwoorden wij deze vraag en vind je veel informatie over Lodewijk en zijn leven. We kozen Lodewijk XVI omdat hij veel invloed heeft gehad op de geschiedenis van Frankrijk.

Jeugd

Op 23 augustus 1754, in het kasteel van Versailles (Frankrijk), werd Louis Auguste geboren, later ook wel bekend als Lodewijk XVI. Louis Auguste was het derde (levende) kind van Lodewijk Ferdinand, kroonprins van Frankrijk, en Maria Josepha van Saksen.

Lodewijk was een verlegen, maar slimme jongen. Hij was vooral goed in de vakken; Latijn, geschiedenis, geografie en astronomie. Hij kon vloeiend Frans, Italiaans en Engels spreken en had hobby’s als sloten maken en jagen. Ook speelde hij met zijn twee jongere broers; Louis-Stanislas, de graaf van Provence en Charles-Philippe, de graaf van Artois.

In zijn jeugd heeft Lodewijk bijna geen aandacht gekregen van zijn ouders, die te druk bezig waren met zijn oudere broer, Louis Joseph Xavier (hertog van Bourgondië); eerst omdat hij talentvoller en knapper was, en na zijn dood in 1761 omdat zij het niet konden verdragen dat hun meest geliefde zoon was gestorven.             Dat was een van de redenen waarom Lodewijk zo verlegen was, waardoor hij werd gezien als doen beetje dom.

In 1765, toen Lodewijk elf jaar was, stierf zijn vader aan tuberculose. Dat maakte Lodewijk de nieuwe kroonprins van Frankrijk. Twee jaar later stierf ook zijn moeder aan tuberculose. Dit zorgde ervoor dat Lodewijk met zijn broers en zussen; Louis-Stanislas, Charles-Philippe, Marie Clothilde en Elisabeth, weeskinderen werden.

Lodewijk werd opgevoed door Paul François de Quelen de la Vauguyon. Hij was Lodewijks leraar van 1760 tot 1770. Paul François de Quelen gaf lessen en opvoeding over religie en moraal, niet over het regeren van een land of hoe dingen in elkaar zaten in de staat. Dus toen in 1774 Lodewijks grootvader, Lodewijk XV, overleed, was Lodewijk XVI helemaal niet voorbereid op verantwoordelijkheden die hem te wachten stonden bij het worden van de koning van Frankrijk.

Huwelijk

Lodewijk trouwde op 16 mei 1770 met de 14 jarige aartshertogin van Oostenrijk genaamd Maria Antonia van Habsburg-Lotharingen. Zij kregen samen vier kinderen genaamd:

  • Marie Thérèse Charlotte (19 december 1778 > 19 oktober 1851) ook wel Madame Royale.

Huwde met haar neef Louis Antoine de Bourbon. Hij werd later koning van Lodewijk XIX.

  • Lodewijk Jozef Frans Xavier (22 oktober 1781 > 04 juni 1789) Hij was Dauphin van Frankrijk en Hertog van Britagne.
  • Lodewijk Karel (27 maart 1785 > 8 juni 1795) Hij was hertog van Normandie. Later werd hij Dauphin van Frankrijk en troonpretendent Lodewijk XVII.
  • Sophie Beatrix Hélène (9 juli 1786 – 19 juni 1787)

Maria Antonia van Habsburg-Lotharingen werd ook wel Marie-Antoinette genoemd. Ze  stond niet heel erg goed bekend in de Franse samenleving. Ze stond er om bekend dat ze zich het liefst vermaakte met een groepje jongen mensen die vooral knap en amusant moesten zijn. Als koningin werd er van haar verwacht dat ze een voorbeeld was in de mode maar hier maakte ze volgens velen misbruik van. Ze had vaak overdreven hoge kapsel en was helemaal gek van diamanten sieraden, kostbaar Japans lakwerk en meubels met in gelegd versteend hout of parelmoer. Het land was in deze tijd bijna bankroet en haar rekeningen waren torenhoog. Pas na een lange tijd, toen ze als ‘Madame Déficit’ (Mevrouw staatsschuld) werd gezien kwam ze tot inkeer. Maar voor veel Franse was dit veelte laat.

De oudste dochter van Lodewijk en Maria was Marie Thérèse Charlotte. Ze stond bekend onder de naam Madame Royale. Ze werd tijdens de Franse revolutie, evenals haar ouders, gevangen genomen maar werd vrijgelaten als onderdeel van een gevangenis ruil. Haar vader, moeder, tante Elizabeth en haar broertje, de kroonprins, had zij bij vrijlating al verloren. Daarom werd ze opgevangen door haar neef, Keizer Frans II, opgevangen aan het Weense hof. Ze huwde op 10 juli 1799 met haar neef Louis Antoine de Bourbon.

Lodewijk Jozef Frans Xavier was de 1e zoon van Lodewijk en Maria. Hij was Dauphin van Frankrijk en werd als uitermate slim gezien. Hij overleed op 4 juni 1789 na een 3 jaar durende heftige koorts.

Lodewijk Karel was de 2e zoon van Lodewijk en Maria en kroonprins. Toen zijn ouders werden geëxecuteerd op de guillotine werd er na overleg tussen de Royalisten koning van Frankrijk en Navarra besloten hem in leven te laten. Hij overleed uiteindelijk op 9 juni 1975 in de gevangenis. Men zegt dat hij leed aan koningszeer.

Sophie Beatrix Hélène was de 2e dochter van Lodewijk en Maria. Ze was vanaf haar geboorte niet gezond en overleed uiteindelijk op 2 jarige leeftijd aan de stuipen.

Regeren

Toen Lodewijks opa, Lodewijk XV, overleed, had hij Frankrijk in een niet al te goede staat achtergelaten. Frankrijk had financiële problemen, omdat het de zevenjarige oorlog tegen Engeland en Pruisen had verloren, en Lodewijk XV was net bezig geweest om die te herstellen samen met de minister, Joseph Marie Terray, en kanselier, René Nicolas de Maupeou.

Lodewijk was jong en onervaren op het gebied van regeren. Ook hielp het niet dat Frankrijk een enorme staatsschuld had en hij steeds meer vijandigheid kreeg wegens de absolute monarchie. In het begin steunde Lodewijk de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd, maar dat hielp natuurlijk nauwelijks.

Lodewijk wist simpelweg niet hoe hij de schulden aan moest pakken. Hij riep oud-minister Maurepas terug aan het hof. Maurepas was het niet eens met de manieren waarop Lodewijk XV met de staatsschuld was omgegaan (bijvoorbeeld: de belasting verspreiden over alle fransen- ook de adel en geestelijke- en het afschaffen van de fiscale privileges van de kerk en de adel). Terray en Maupeou werden uitgeschakeld en Maurepas kon aan de slag. Maurepas zorgde ervoor dat de adel en geestelijken geen belasting meer hoefden te betalen (alleen het volk) en dat zij ook meer macht kregen. Ook stelde hij de parlementen weer in en oud-magistraten werden uit hun verbanning gehaald, die wouden weer opnieuw het absolutisme afschaffen. Eigenlijk zorgde Maurepas er dus voor dat de vooruitgang, die Lodewijk XV had geboekt, teruggedraaid werd.

In 1774 benoemde Lodewijk XVI, Anne Robert Jacques Turgot tot de algemene controleur van de financiën. Hij wou vooral het belastingsysteem veranderen: dat ook de adel belastingen moest betalen. Turgot schafte de gilden, ambachten en corvee af, en Stichtte de Caissie de L’Escompte, het begin van Banque de France (een centrale bank), op. Ook wou hij niet dat Franrijk zich op financieel gebied mengde met de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd. Dit allemaal zorgde ervoor dat Frankrijk steeds minder schulden kreeg. Turgot liberaliseerde de graanhandel, maar in 1770 was er een missoogst, dit leidde tot gebrek. Twee jaar nadat Turgot was benoemd tot de algemene controleur van de financiën, trok hij zich terug uit de politiek. Dit kwam omdat de adel en ook Marie-Antoinette hem tegenwerkten.

Frankrijk moest perse meedoen aan de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog en om die te financieren werd Jacques Necker de nieuwe minister van financiën. Hij voerde een aantal maatregelen in en slaagde erin om de kredietwaardigheid van Frankrijk te verbeteren. Dit zorgde uiteindelijk voor een groot bedrag aan schulden, aangezien de Amerikaanse afhankelijkheidsoorlog voor het grootste deel door leningen werd gefinancierd. Hierdoor maakte Necker zichzelf niet geliefd bij de mensen die hier de pineut van waren (de fermiers van de belastingen, de staatfinanciers en het hof). Daarom liet Necker resultaten van het staatsbudget en de kosten van het hof afdrukken en uitgeven. De krant liet de mensen zien dat er overschot was in het staatsbudget, maar ze wisten niet dat Necker de oorlogsuitgaven weg had gelaten. Nadat Lodewijk XVI in 1789 Neckers aanzoek afwees, bood Necker zijn ontslag aan. Dat aanzoek bestond uit; de opzegging van Parlementair arrest, het zeggenschap over de financiën van de marine en oorlog en een zetel in de regeringsraad. Toen Necker ontslag nam, moesten d’Ormesson en daarna Charles Alexandre de Calonne alle schulden oplossen. Calonne deed echter alles behalve. Hij gaf geld uit om de illusie te wekken dat Frankrijk nog rijk was, maar dit hielp natuurlijk niets en zorgde er alleen maar voor dat Franrijk nog meer schulden kreeg.

Lodewijk XVI werd steeds onpopulairder bij het volk, omdat die heel veel belasting moest betalen. Lodewijk zelf deed niet veel op het gebied van regeren. Hij kon slecht beslissingen nemen en ging liever jagen en sloten bouwen terwijl zijn vrouw Marie-Antoinette het kapitaal opmaakte door allerlei dure dingen te kopen. Lodewijk liet anderen wel het werk doen en werd als een slappe koning gezien. Dit kwam ook wel door:

  1. Politiek: er heerste absolutisme. Lodewijk was hiermee opgegroeid en wou absoluut geen monarchie waar het volk mee kon beslissen.
  2. Economie: Mercantilisme; mensen die internationale handel als een grote bron van welvaart zagen. Zij wouden meer exporteren dan importeren.
  3. Cultuur: de rooms-katholieke kerk had veel macht, zij bepaalden wat geschreven mocht worden.

 

Revolutie

De bestorming van de Bastille

Op 27 april 1789 werd de Bastille, de gevangenis van Parijs, bestormd. De oorzaak hiervoor was het groeiende verzet tegen het absolutisme, een voorbeeld van de verlichting. Een bekende Franse verlichter was Montesquieu. Hij vond dat de macht in handen moest zijn van verschillende instanties. Hierbij onderscheidde hij drie machten. De wetgevende-, de rechterlijke- en de uitvoerende-macht. Dit wordt ook wel de trias politica genoemd.

Op de dag van de bestorming zaten er volgens de verhalen maar 7 gevangenen in de Bastille. Vier vervalsers, afwachtend voor wat hun straf zou zijn, twee geestelijk gestoorden & een aristocraat. De gevangenis was in bezit van veel verschillende soorten wapens en munitie inclusief 13.600 kilo buskruit. Dit wilde de demonstranten hebben en dit was waarschijnlijk ook de rede voor de bestorming. De gouverneur van de Bastille werd neergestoken en de gevangenen van de gevangenis werden bevrijd.

Na de bestorming breid de opstand zich uit over de omgeving. Hierbij worden veel eigendommen van aristocraten verwoest. Om ‘het gepeupel’ na de opstand weer in bedwang te houden koopt de burgerij alle wapens weer op. Hiermee creëren ze een burgermilitie. De Nationale Garde.

Afschaffen van het feodale systeem

Vanaf augustus 1789 worden ‘de heerlijke rechten’ voor de edelen en geestelijken afgeschaft om de boeren te kalmeren. Drie van de heerlijke rechten waar de boeren aan moesten voldoen waren:

  • De cijns. Ze moesten een belasting betalen in geld. Vaak was die erg hoog. De edelen en geestelijken hoefde dit niet.
  • Corvée. Een verplichting om 3 werkdagen per jaar voor ‘de heerlijkheid’ te werken. Dit werd vaak geweigerd vanwege het zware werk.
  • Champart. Een deel van de oogst moest worden afgestaan.

Het verklaren van de rechten van de mens

Op 26 augustus 1789 ontstaat de `Déclaration des Droits de l’Homme et des Citoyens´ als toestemming van de gelijke rechten van de nieuwe wereld beschouwing bestaand uit 17 artikelen. Hoewel iedereen nu volgens de wet gelijk is worden boeren en burgers nog vaak onderdrukt. Ook de slavernij blijft in de koloniën gewoon doorgaan.

Op 15 oktober 1790 schaft een decreet de ‘Lettres de cachet’ af. Dit was een juridisch instrument waarmee een pleger van een misdaad zonder tussenkomst van de rechtbank voor een tijd opgesloten kon worden. Met dit zelfde decreet wordt ook het ‘Parlement van Parijs’ afgeschaft. Dit was een rechtbank die de decreten van de ‘absolute koning’ aan de fundamentele wetten en vrijheid toetsten. Ongehinderd door de juridische positie kon de wetgevende macht dan nog ‘absoluter’ regeren dan de koning daarvoor. Pas in 1958 zal het Franse Regime weer een rechtsgeleerd tevenwicht duiden. De grondwettelijke raad.

Corruptie

De verkoop van de kerkelijke eigendommen, het nationaal goed en de speculatie maakte de corrupte revolutionaire politici stinkend rijk. Veel mensen kochten spullen voor een prikje in en verkochten het weer voor een erg hoge prijs. Voorbeelden van dit soort mensen waren:

  • Santerre
  • Jean-Baptiste Carrier
  • Bertrand Barère de Vieuzac (Thea Beckman schreef hier een serie boeken over)
  • Pache

De vlucht van Lodewijk

Op 20 juni 1791 probeert Lodewijk samen met zijn gezin te vluchten. Echter wordt de koets op de volgende dag onderschept bij Varennes. Vlakbij de eindbestemming. De familie word vernederd terug gebracht naar Parijs. Maar de meerderheid van het Assemblée blijft Lodewijk trouw. Ze komen samen tot een vergelijk. In ruil voor een degelijke positie, namelijk hoofd van de Uitvoerende macht, en het schrappen van artikels met betrekking tot geestelijkheid, zweert Lodewijk trouw aan de grondwet.

De grondwet van 1791

Op 3 september 1791 wordt de grondwet eindelijk goedgekeurd. De koning krijgt de uitvoerende macht. De wetgevende macht wordt verwezenlijkt door de Assemblée Nationale Légistalive. Deze Assemblée vormt het nieuwe machtscentrum.

De Assemblée/statengeneraal houdt verkiezingen. Maar niet iedereen mag hier aan deelnemen. Er zijn 2 standen. De ‘actieve’ burgers, mannen boven de 25 jaar die een bepaalt minimum aan belasting betalen, en de ‘passieve’ burgers, de vrouwen, kinderen, armen en de meeste boeren. De passieve burgers mogen niet stemmen en niet deelnemen aan de Nationale Garde. Het algemene stemrecht is dus afgeschaft. De 4 miljoen ‘actieve’ burgers staan tegenover 26 miljoen ‘passieve’ burgers. De verkiezingen brengen uiteindelijk een onervaren burger elite aan de macht.

Oorlog

Om de interne problemen te sussen beramen de Girondijnse revolutionairen een oorlog. Er zijn 3 motieven:

  1. Middelen door plundering en verovering. De Girondijnse minister Brissot verklaarde in december 1791 “Oorlog is noodzakelijk voor de toestand van onze financiën en interne rust”. Narbonne, minister van Oorlog zei “Het lot van onze credituren hangt af van de oorlog”
  2. Een oorlog zou het gewapende volk en de boeren in oproer ver weg van Parijs houden. Minister Roland zei daarover “We moeten de duizenden mannen die we onder wapens hebben zo ver laten marcheren als hun benen kunnen dragen, anders komen ze terug om onze keel open te snijden”
  3. Terugkeer van het koninklijk gezag. Lodewijk XVI schreef hierover in december 1791 aan baron de Breteuil “In haar ongeluk zal de natie geen verdere uitweg vinden dan zich in mijn armen te storten”

Op 27 augustus 1791 hadden de Oostenrijkse keizer Leopold II en de Pruisische koning Frederik Willem II de verklaring van Pillnitz getekend. Dit gebruikte de Franse als geklapte oorlogsverklaring en als excuus om op 20 april 1792 de gewenste Oorlog te verklaren aan Oostenrijk en zijn bondgenoten. Daarop antwoorden de Pruisen door een oorlog te verklaren aan Frankrijk. De hel barst los!

Het einde van de revolutie dreigt

Rond juni 1792 stevende de revolutie op haar einde af. Voor de boeren en arme burgers is er niks veranderd. Ze leven nog steeds in de zelfde armoede, in de zelfde hel. Ze werden legaal nog erger onderdrukt dan voorheen door het Assemblée. De volksaanvoerder Morat schreef in L’Ami du Peuple “niet alleen zijn wij tot slaaf gemaakt, maar het is ook nog legaal gebeurd”. De koning en royalisten voelen hun macht groeien.

Veel delen van Frankrijk zijn in macht van royalisten en op veel plaatsen breken er opstanden tegen de Revolutionaire regering uit. Na een aanval op het paleis worden de opstandelingen voor de rechtbank in Parijs gebracht. De koning en de royalisten denken steeds steviger in hun schoenen te staan. Wat ze alleen niet door hebben is dat er 500 gewapende sansculotten van Marseille naar Parijs onderweg zijn (Hiervan komt het Franse volkslied Le Marseillaise). Ook vanuit Brest komen sansculotten opmarcheren. Men heeft door dat het volk zich steeds meer bewapent.

Wanneer de Duits-Oostenrijkse vijand Parijs nadert, slaat de schrik de revolutionaire machthebbers om het hart. De republikeinse Girondijnen proberen de koning aan hun kant te krijgen maar dit wijst hij af. De ontknoping lijkt in zicht. De Jacobijnen wachten af en doen slechts enkele ineffectieve voorstellen. Zoals nieuwe verkiezingen van een Constituerende vergadering.

Einde van de monarchie

Op 10 augustus 1792 vond de bestorming van de Tuilerieën plaats. De Franse garde keert zich tegen de koning. De koning vlucht en wird opgesloten in de Temple. Op verschillende plaatsen vinden, aan de hand van veel paniek over een nieuwe revolutie, de Septembermoorden plaats. Op zondag 2 september beginnen ze bij het vervoer van 24 weerspannige priesters naar de gevangenis. Om zes uur ’s avonds zijn er al 115 mensen met sabels en pieken afgeslacht. Hieronder ook een vriendin van Marie-Antoinette. De vrouw van Lodewijk XVI.

De aanstichter van de moorden heeft het gewenste effect bereikt. Door terreur te wegen op de verkiezingen zijn bepaalde kandidaten uitgeschakeld.

De Girondijnse conventie

 Ongeveer 10 % van de bevolking stemt tijdens de verkiezingen. Hieruit wordt, alweer, het Assemblée gekozen.
Een van de eerste daden van de Nationale Conventie, de naam voor het Assemblée, is het afschaffen van het koningschap op 21 september 1792. Dit wordt het jaar I van de Franse Republiek. De Franse Republikeinse kalender wordt ingevoerd en de maanden krijgen ander namen. Ze zullen voortaan als volgt heten:

Lente maanden:

(21 maart tot 19 april)> Germinal Kiemmaand

(20 april tot 19 mei) > Floreàl Bloemmaand

(20 mei tot 18 juni) > Prairial Weidemaand

Zomer maanden:

(19 juni tot 18 juli) > Messidor Oogstmaand

(19 juli tot 17 augustus) > Thermirdor Hittemaand

(18 augustus tot 16 september) > Fructidor Fruitmaand

Herfstmaanden:

(22 september tot 21 oktober) > Vendémiaire Wijnmaand

(22 oktober tot 20 november) > Brumaire Mistmaand

(21 november tot 20 december) > Frimaire Koudemaand

Wintermaanden:

(21 december tot 19 januari) > Nivôse Sneeuwmaand

(20 januari tot 18 februari) > Pluviôse Regenmaand

(19 februari tot 20 maart) > Ventôse Wintermaand [1]

Van 17 september tot en met 21 september zijn de nationale feestdagen.

Op 14 januari 1793 veroordelen 387 afgevaardigden Lodewijk XVI, op dat moment gewoon burger “Louis Capet”, tot de doodstraf. Op 21 januari wordt hij onthoofd aan de guillotine.

De conventie stelt een nieuwe grondwet samen die, wegens oorlogsomstandigheden niet wordt uitgevoerd. Het regeren wordt steeds moeilijker. Militair gaat het slecht en de Republiek moet 300.000 man onder de wapens roepen. De daarop volgende boeren opstanden worden gewelddadig onderdrukt. In maart 1793 staat de hele Vendée op tegen de republiek. Hierop volgt een bloederige oorlog. De burgeroorlog tegen de Vendéens. Een enorme slachting vindt plaats. In parijs verwijten de Montagnards de Girondijnen voor niet kordaat genoeg optreden. Op 2 juni zet ‘de oorlogsmachine’ zich in beweging. Een betoging van 80.000 man & 150 kanonnen bezet de omgeving van de Conventie en dwingt de arrestatie van de Girondijnen af. De afgevaardigden proberen nog naar buiten te komen maar dit mislukt. Uiteindelijk stemmen ze in met de arrestatie van 29 girondijnse leiders.

Het schrikbewind

 De conventie heeft in praktijk de macht uit handen gegeven aan het Comité de salut public. Veel leden, van het Comité de salut public, worden beschuldigd van verraad en vervangen door Montagnards. Hierna volgt de periode van het schrikbewind. Tegenstanders van de revolutie worden onthoofd aan de Guillotine. Maximilien de Robespierre en Saint-Just spelen in deze periode een erg grote rol. Onder hun leiding wordt de terreur met groots succes een staatsdoctrine.

De afgezette koningin Marie-Antoinette behoort onder de vastgezette gevangenen. Zij wordt op 16 oktober 1793 aan de guillotine onthoofd. Vele bekenden uit het Ancien Régime worden, net zo als veel revolutionaire politici, een voor een onthoofd.

Op 17 september 1793 wordt de wet tegen de verdachten vastgelegd. Volgens Jean Tulard werden 500.000 verdachten opgesloten. Verdacht is: Wie door zijn gedrag, zijn relaties, door gesproken woord of geschriften, partij heeft getrokken voor de tyrannie, voor het federalisme, of de vijanden van de vrijheid [..], aan wie een certificaat van goed burgerschap geweigerd werd, afgezette ambtenaren, wie ooit van adel was, hun echtgenoten, ouders, kinderen, broers en zusters, de geëmigreerden, wie niet constant zijn ijver voor de Revolutie getoond heeft, diegenen die geëmigreerd zijn, zelfs als ze teruggekeerd zijn” [2]

Tijdens het schrikbewind worden eindelijk een aantal beslissingen genomen in he voordeel van het volk. De prijs van brood en andere belangrijke levensmiddelen worden weer overal gelijk. Net zo als tijdens het Ancien Régime. De rijken moeten een gedwongen belasting betalen. De slavernij wordt op 23 augustus 1793 afgeschaft. De krijgswet van 1789, die toeliet om op boeren te schieten, wordt ook afgeschaft.

Het Directoire

De nieuwe grondwet zorgt voor het eerste tweekamerstelsel van Frankrijk. Dit parlement bestaat uit 500 afgevaardigden ‘de raad van vijfhonderd’ en 250 senatoren ‘de Conseil des Anciencs’. Het leger wordt ingezet om rellen en contrarevolutionaire activiteiten te onderdrukken. De macht van generaal Napoleon Bonnaparte groeit.

Op 9 november 1799 neemt Napoleon de macht over met een staatsgreep. Hiermee komt er een einde aan het Directoire en de Revolutie.

Gevangen

De koninklijke familie zat gevangen in de middeleeuwse Tour du Temple. Ze werden uiterst streng bewaakt. Maar ook gepest en vernederd. Ze mochten geen bezoek ontvangen en schrijf materiaal werd afgepakt. Ook messen en scharen werden ingenomen. De familie bestond uit:

  • De koning, Lodewijk XVI
  • De koningin, Marie-Antoinette
  • De schoonzuster van de koningin, Madame Elisabeth
  • De 14 jarige dochter van de Lodewijk, Madam Royale
  • De 7 jarig zoon van Lodewijk, de dauphin van Frankrijk

In december van het jaar 1792 organiseerde de Nationale Conventie een schijnproces tegen de koning, waarbij er compleet geen aandacht werd besteed aan de wetten van Frankrijk. Jean-Christian Petitfils somt in Louis XVI, geschreven in 2005, alle rechtsovertredingen op: “de Convention trad op als onderzoeksrechter, aanklager én rechter; de deliberaties waren niet geheim (jouwend publiek op de tribunes, bedreigingen); het 'vonnis' was niet gemotiveerd; de meerderheid was niet de driekwart meerderheid die wettelijk was vastgelegd voor doodstraffen; er was geen hoger beroep mogelijk; de advocaten van de koning kregen slechts een paar dagen de tijd om hem te verdedigen; er werden geen getuigen gehoord; het was niet mogelijk diegenen die zich reeds vóór het proces voor schuld en veroordeling hadden uitgesproken te wraken. Bovendien kon men deconstitutionele koning niets verwijten: de grondwet bepaalde dat de beslissingen van de koning door de verantwoordelijke ministers gedekt waren. Bovendien bepaalde deVerklaring van de Rechten van de Mens dat wetten niet retroactief konden worden toegepast (voor gebeurtenissen onder het Ancien Régime).
Een paar moedigen durfden de jacobijnen te trotseren. Afgevaardigde Jean-Denis Lanjuinais oreerde in het publiek: "Ik zie hier slechts gezworen vijanden van de koning, tegelijkertijd aanklager, getuige, jurylid en rechter, voor misdaden die jullie zélf begaan hebben". Bij deze gelegenheid werd de Koning door de van gelijkheid bezetenrevolutionairen aangeduid als "burger Louis Capet" (naar zijn afstamming van Hugo Capet). Marat had vlak voor het proces van de koning nog geregeld dat iedere afgevaardigde van de conventie naar voor zou moeten komen en zijn stem publiekelijk moest uitbrengen, wat de hoop van de gematigden in rook deed opgaan omdat twijfelaars nooit publiekelijk durfden te stemmen tégen de Jakobijnen (de aanhangers van de Jakobijnen hadden zich opgesteld op de tribunes en buiten de Conventie). De spelregels werden nóg eens aangepast toen het pleidooi van de advocaat van de Koning, Raymond de Sèze, diepe indruk gemaakt had (men onthield vooral Ik zoek rechters in uw midden, ik zie slechts aanklagers.). Te diepe indruk: de Convention had dus tijd nodig om het pleidooi te vergeten en het vonnis, dat bij decreet van 6 december 1792 onmiddellijk na het pleidooi van de Koning was voorzien, werd uitgesteld.”

Op 16 januari 1793 stemt de conventie voor doodstraf. Wat opviel was dat Philippe van Orléans, een lid van de koninklijke familie, voor stemde. Dit was volgens velen een schande voor de familie.

Lodewijk werd uiteindelijk op maandag 21 januari 1793 vermoord op  Place de la Révolution(nu Place de la Concorde) met behulp van de guillotine. De 39 jarige Lodewijk werd ’s ochtends om negen uur, vergezeld door de burgemeester en twee biechtvaders, in een glazen koets naar de gerechts plaats vervoerd. Er werden 50.000 militairen gebruikt om de stoet te bewaken. Aangekomen bij het schavot werd hij, zonder nog enige toespraak te mogen geven, vermoord. Marie-Antoinette onderging op 16 oktober 1793 het zelfde lot.

Dood

Op 5 oktober 1789 werd het kasteel van Versailles bestormt door de meute. Ze drongen het paleis binnen en vermoordde de Zwitserse Garde (de beveiligers van het paleis) de volgende dag kon Lodewijk XVI ontsnappen samen met zijn vrouw, Marie-Antoinette, en de rest van zijn familie. Ze gingen naar Parijs naar het Tuilerieën Paleis. In Juni 1791 was de situatie niet meer houdbaar in Parijs en vluchtte Lodewijk XVI en zijn familie richting de Ardennen. Zij werden echter onderweg herkend en terug gebracht naar Parijs. In 1792 werden Lodewijk en zijn familie gevangen genomen, ze mochten niets meer en werden gepest en vernederd. Later dat jaar werd er een (schijn) process gevoerd tegen de koning en werd Lodewijk XVI ter dood veroordeelt. Op 21 januari 1793 werd de doodstraf voltrokken op de Place de Revolution met de Guillotine. Hij werd daarna meteen begraven en later werden zijn stoffelijke resten bijgezet in de kathedraal van Saint Denis.

Conclusie

Onderzoeksvraag: Wat is de oorzaak van Lodewijk XVI zijn dood?

Antwoord:

De oorzaak van zijn eigen dood was omdat hij heel slecht regeerde en daarmee zijn land een beetje verwaarloosde. Ook omdat hij de verkeerde mensen vertrouwde om hem te helpen. Daarbij hielp het ook niet dat zijn eigen vrouw, Marie-Antoinette, het geld uit het kapitaal maar bleef spenderen en het volk aan het verhongeren was.

Dit leidde tot een revolutie omdat het volk het zat was dat er maar één iemand alle beslissingen nam en dat die beslissingen verkeerd waren. Mensen verhongerde en hadden bijna geen geld. Daarom bestormden ze Versailles en werd Lodewijk XVI uiteindelijk ter dood veroordeeld.

 

[1]Bron: http://www.amaliavansolms.org/vereniging/genealogie/chronologie/433-frans-republikeinse-jaartelling

[2] Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Franse_Revolutie

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.