Kinderarbeid in Nederland tijdens de industriële revolutie

*Wat zijn de oorzaken van kinderarbeid*

Van kinderarbeid is sprake als kinderen onder de 15 jaar werken. In Nederland is kinderarbeid al lang afgeschaft maar dat is niet altijd zo geweest.
Voor de industriële revolutie was er ook al sprake van kinderarbeid in Nederland, maar toen werkten de meeste kinderen op het land, dat kwam meestal doordat er niet genoeg geld was om naar school te gaan en dus lieten ouders hun kinderen maar op het land werken.
Armoede is een van de grootste oorzaken van kinderarbeid. De kinderen kunnen dan niet naar school en omdat er niet genoeg geld is moet het kind ook gaan werken om geld te verdienen. Toen de industrialisatie op gang kwam kwamen veel gezinnen naar de stad voor een betere toekomst maar vaak kwam die betere toekomst er niet. Mensen moesten lange dagen maken voor maar heel weinig geld, omdat er dus zo weinig geld was konden de kinderen ook daar niet naar school konden en dan moesten zij dus ook in de fabrieken gaan werken. Het werk in de fabrieken was alleen heel erg gevaarlijk doordat de machines toen nog niet veilig waren en de kinderen moesten dan tussen die machines kruipen om het schoon te maken of iets dergelijks. Kinderen verdienden nog minder dan volwassenen en moesten toch ook hele dagen werken.

*Wat zijn de gevolgen van kinderarbeid*

In de tijd van de industriële revolutie waren veel gezinnen die maar net konden rondkomen, maar dat kon alleen maar als de kinderen ook gingen werken. Voor de kinderen was er dan vaak geen toekomst meer doordat zij achter liepen met allerlei dingen. Niet alleen de kinderen werden er slechter op maar ook voor de volwassen mensen die werk zochten was het niet altijd even voordelig als er kinderen in dienst waren. Want als er dan kinderen werkten die stukken minder geld kosten werken dan is het voor volwassenen moeilijker om een baan te vinden. Maar omdat het voor de gezinnen nodig was dat kinderen werkten lieten ouders hun kinderen ook gewoon werk zoeken omdat er anders niet genoeg eten was.

Voor de kinderen zitten er ook nog eens grote nadelen aan het werken want doordat zij de hele dag moeten werken kunnen zij al helemaal niet naar school. Doordat ze dan altijd ongeschoold blijven zullen ze ook nooit meer gaan verdienen en zo moesten de kinderen van die mensen ook weer gaan werken waardoor er nooit een goed en mooi toekomstbeeld is voor die kinderen.

Doordat het werk wat de kinderen moesten verrichtten ook vaak zwaar en erg vermoeiend was kunnen zij ook lichamelijke maar ook geestelijke problemen krijgen. Ze moeten dat werk ook vaak hun hele leven, hele dagen lang blijven doen wat natuurlijk geen fijn toekomstbeeld geeft.
Doordat arme gezinnen hun kinderen niet naar school konden sturen en hun kinderen moesten laten werken was er voor die kinderen vaak ook geen toekomst doordat zij toch altijd ongeschoold zullen blijven. Zo ging dat dan van generatie op generatie steeds maar door. Het was dus voor zowel ouders als kinderen een uitzichtloze situatie want doordat ze nooit rijk zouden worden moesten alle kinderen dage lang werken.

*Wie waren de voor –en tegenstanders*

Er waren natuurlijk voor –en tegenstanders van kinderarbeid. Nu zijn de meeste mensen in Nederland wel tegen kinderarbeid maar dat is niet altijd zo geweest.

De meeste voorstanders van kinderarbeid waren hele machtige personen die veel invloed hadden. De kerk was voor kinderarbeid want zij vonden dat God het zo wilde omdat hij er anders wel iets tegen had gedaan en de kinderen moesten blij zijn dat ze überhaupt konden werken. De kerk vond dat je alles gewoon moest laten hoe het was en als daar kinderarbeid bij hoorde dan moest dat gewoon zo zijn. God had de taak van het opvoeden van kinderen bij de ouders neergelegd en als die ouders vonden dat de kinderen moesten werken dan vond de kerk dat ze daar niks aan moesten veranderen.
De bezitters van de fabrieken waren rijk en machtig en vonden het helemaal niet erg om kinderen te laten werken in hun fabrieken want kinderen waren tenslotte heel goedkoop en ze werkten hard. Sommige van de fabrieken zouden niet eens kunnen bestaan zonder kinderarbeid want als er een machine kapot was kon een kind daar gemakkelijk in klimmen en repareren wat voor een grote volwassenen onmogelijk was. Dit is dan natuurlijk veel goedkoper als dat ze de machine uit elkaar zouden moeten halen en dan laten repareren.
De arme gezinnen zouden ook niet kunnen leven zonder de inkomsten van hun kinderen omdat ze gewoon weg te arm waren.
De liberalen waren ook voor kinderarbeid. Zij probeerde kinderarbeid weer op hun manier goed te praten, ze zeiden namelijk dat het goed voor de opvoeding van kinderen was, dat ze leerden wat normen en waarden waren. Als de kinderen niet zouden werken zouden ze ook maar rondzwerven op straat omdat er nog geen leerplicht was en er was toen ook geen geld voor school.

Er waren natuurlijk ook tegenstanders van kinderarbeid, maar deze waren samen veel minder machtig dan de voorstanders en konden dus maar moeilijk hun zin krijgen. Toch is dit later wel gelukt. Het kinderwetje van van Houten (1874) is hier een voorbeeld van.

De katholieke geestelijkheid was een voorbeeld van een tegenstander van kinderarbeid. Zij vonden het niet goed als katholieke kinderen die hun communie nog niet gedaan hadden werkten in protestantse fabrieken omdat de duivel daar heerste. Omdat deze kinderen hun communie dan nog niet gedaan hadden waren zij nog niet bestand tegen de duivel.
Rond de jaren '30 vonden steeds meer mensen dat kinderarbeid niet verantwoord was. Een Provinciale Commissie van Onderwijs kwam met het argument dat het lichamelijk en geestelijk niet goed was voor de kinderen, en steeds meer mensen sloten zich hierbij aan. Deze commissie vond het onderwijs ook heel erg belangrijk en zij vonden dat als een kind werkte dat het niet naar school kon gaan en dat daarom de kinderarbeid afgeschaft moest worden.

Er waren aan het begin van de industriële revolutie meer voorstanders van kinderarbeid dan tegenstanders. Het probleem voor de tegenstanders was ook dat zij veel minder macht hadden dan de voorstanders van kinderarbeid waardoor ze onmogelijk hun zin konden doordrijven. Toch is dit wel gelukt doordat de tegenstanders zoveel mensen probeerden te overtuigen van hun standpunt en daardoor vonden steeds meer mensen dat het afgeschaft moest worden en uiteindelijk is dat begonnen met het kinderwetje van van Houten.

*Waarom was er zolang kinderarbeid*

Tijdens de industriële revolutie was er dus veel sprake van armoede waardoor de meeste gezinnen niet tot net aan rond konden komen, hierdoor konden gezinnen niet zonder het inkomen van hun kinderen. Hierdoor lieten ouders hun kinderen ook maar gewoon werken omdat ze anders gewoon niet rond konden komen.

In de fabrieken konden ze eigenlijk ook niet zonder de kinderen. Dit kwam doordat de machines in die tijd nog heel gevaarlijk waren en om ze schoon te maken of soms te repareren moest er tussen de machines gewerkt worden wat voor grote volwassen mensen onmogelijk was. Voor kinderen was het veel gemakkelijker om op die lastige plaatsen te komen en zo hoefden de eigenaren van de fabrieken geen reparateurs te betalen en ook de machines niet veiliger te maken zodat volwassenen ertussen konden komen. Door kinderen hiervoor in te zetten scheelde dat dus veel geld.

Een andere oorzaak van de lange periode dat kinderarbeid gewoon was toegestaan in Nederland is dat er nog geen leerplicht was waardoor kinderen niet naar school hoefden. Ouders konden de school ook niet betalen en lieten dus hun kinderen maar werken om toch rond te kunnen komen.

De belangrijkste mensen in die tijd waren de mensen die toen tegen de afschaf van kinderarbeid waren. Hierdoor konden de tegenstanders van kinderarbeid, welke onbelangrijk waren en geen tot zeer weinig invloed hadden haast onmogelijk hun zin door konden drijven.