Inleiding
Trrrringg hoort Pietje, het is de wekker. Hij denkt ik blijf nog 1 minuutje liggen. Opeens hoort hij zijn moeder schreeuwen:
"PIETJE WAAR BLIJF JE NOU!".
Hij kijkt op zijn wekker en schrikt, een half uur te laat; hij denkt wat heb ik toch een zwaar leven!
Als scholieren 's morgens vroeg opstaan en zeggen dat ze maar een zwaar leven hebben, weten ze niet dat op een ander continent en vroeger kinderen al vele uren aan het werk zijn.
Wat is kinderarbeid?
Volgens het woordenboek betekent kinderarbeid:
"het geregeld in loondienst werken van kinderen". Dit maakt het nog niet echt duidelijk wat kinderarbeid is.
Elk kind werkt op zijn tijd. Afwassen, stofzuigen, de hond uitlaten, iedereen doet het wel eens. Maar van een handje helpen word je zelfstandiger. En een vakantiebaantje kan ook geen kwaad.
Maar het is verkeerd als een kind (jonger dan 16 jaar) zwaar of gevaarlijk werk moet doen. Werk dat normaal door volwassenen wordt gedaan. Met zulke lange werktijden dat er geen tijd meer is om naar school te gaan, te spelen of te sporten. De kinderen kunnen zich dus niet normaal en gezond ontwikkelen. Dat is het geval bij kinderarbeid.
Doordat de weefmachine, spinmachine en de stoommachine werden uitgevonden begon de industriële revolutie. Toen begonnen de ergere vormen van kinderarbeid. Vroeger waren de mensen erg arm. En daarom werden ook de kinderen naar de fabriek gestuurd om geld te verdienen. Kinderen moesten 6 of 7 dagen in de week iedere dag 9 tot 16 uur werken voor soms maar 10 cent per dag. Ze moesten ook fysiek zware dingen doen wat helemaal niet goed voor hun was. In 1860 werkten een half miljoen Nederlandse kinderen in fabrieken. Ze kregen slecht te eten en op hygiëne werd niet gelet. De omstandigheden waren erg slecht. Velen werden ziek of stierven zelfs.
Steeds meer mensen vonden dat fabriekswerk voor kinderen verboden moest worden. Dat vond ook Tweede kamerlid Samuel Van Houten. In 1874 maakte hij een wet, dat het kinderwetje van Van Houten werd genoemd. Die wet verbood werken onder de 12 jaar. Werken in de huishouding of op het platteland mocht wel. Dit was de eerste van allerlei arbeidswetten in Nederland.
Sommige fabrikanten probeerden de wet te onderduiken. Maar met de komst van de Arbeidsinspectie in 1882 werd dat moeilijk. Wie toch jonge kinderen in dienst nam, kreeg een boete.
In 1900 werd de leerplicht ingevoerd. Na een nek-aan-nek race werd de leerplicht ingevoerd met 50 stemmen voor en 49 tegen. De enige reden waarom de stemming niet gelijk was geëindigd was doordat graaf Schimmelpennick van zijn paard was gevallen en daardoor de stemming niet kon bijwonen. De leerplicht hield in dat kinderen van hun 6de tot hun 12de levensjaar verplicht naar school moesten. 9% ging toen echt naar school. Er kwam een controleur, de schoolopziener. Die moest er op toezien dat de kinderen ook echt naar school gingen. Als ze dat niet deden kregen de ouders een waarschuwing. Als dat geen effect had dan werd dat doorgegeven aan de Commissie tot Wering van het Schoolverzuim. Die riepen de ouders op de oorzaak te achterhalen waarom hun kind niet naar school ging. Als de ouders geen geldige reden hadden of niet kwamen opdagen hadden kon hij een proces-verbaal opmaken.
In het begin van de twintigste eeuw was de lagere school voor veel kinderen eindonderwijs. Ze leerden dus niet verder, maar gingen werken. Meisjes leerden wassen, naaien en koken. En jongens leerden het vak van hun vader (boer, timmerman, slager, enz.).
Gelukkig kwamen er ook steeds meer soorten scholen (bijvoorbeeld technische scholen, huishoud- en landbouwscholen). Daardoor kwam kinderarbeid steeds minder voor.
In 1969 werden kinderen verplicht minimaal 9 jaar op de schoolbanken door te brengen, ook nu werd er een toezichthouder aangesteld, de leerplichtambtenaar. De leerplicht maakte dus pas echt een eind aan werken door jonge kinderen.
Wanneer spreken wij van kinderarbeid?
Volgens de wet in Nederland mogen kinderen jonger dan 16, en jongeren( 16- en 17-jarigen ) niet zomaar werken. Eigenlijk is werken voor kinderen zelfs verboden, maar onder strenge voorwaarden mogen kinderen soms toch werken. Zo mogen bijvoorbeeld kinderen wel klusjes doen voor hun ouders.
Vormen van kinderarbeid
Er zijn veel vormen van kinderarbeid. Die worden hieronder behandeld.
Textielsector: Hierin moeten de kinderen vaak naaien, omdat ze kleine handjes hebben en dus meer secuur konden werken. Deze kwam vroeger vaak voor. In Nederland komt het tegenwoordig amper voor.
Prostitutie: Hierin moeten de kinderen seksuele handelingen verrichten. De kinderen krijgen vaak minder betaald als ze het zonder condoom doen, daardoor lopen ze vaak soa's op zoals aids. Hierdoor sterven de kinderen vaak op jonge leeftijd, omdat er ook geen medicijnen zijn. Dit komt nu nog steeds voor in ons land.
Mijnbouw: Dit was fysiek heel zwaar werk, een kind is helemaal niet gewend om dit soort werk te doen. Als ze na een aantal jaar dat werk niet meer doen, zijn ze vaak scheef gegroeid of kunnen ze niet meer werken.
Dienstverlening: Hierin bedenken kinderen vaak zelf hun baantjes, zoals schoenen poetsen, sigaretten langs de weg verkopen of andere spullen verkopen. Dit gebeurt vooral veel in de stad. Ook vroeger gebeurde dit veel in de grote steden.
Huishoudhulp: Dit gebeurt bijna altijd door meisjes. Meisjes van 13 of 14 jaar verzorgen een heel gezin. Ze moeten koken voor die mensen, schoonmaken en vaak de kinderen de hele dag verzorgen. Ze staan op voordat de kinderen opstaan en gaan naar bed nadat de kinderen in bed liggen.
Kindsoldaten: Bij deze vorm moeten kinderen in het leger vechten. De kinderen zijn klein en vallen niet zo snel op. Ook volgen ze heel makkelijk bevelen op, en kunnen ze tot moordmachines gemaakt worden. Als ze maar lang genoeg vertellen dat het goed is om andere mensen te vermoorden of te martelen, geloven ze het vanzelf.
Geschiedenis van de Kinderarbeid
Maar kinderen bleken niet geschikt te zijn als arbeider, en het fysiek zware werk konden ze niet goed aan. De kindersterfte in Nederland werd als maar hoger in Nederland doordat het werk voor de kinderen veel te zwaar was.
Veel mensen vonden dat er wat gedaan moest worden tegen kinderarbeid.
Zo ook Samuel van Houten. Hij zat in de Tweede Kamer en verzocht de regering er wat aan te doen. Alleen de minister die daar verantwoordelijk voor was vond dat het de taak van bedrijven was om iets aan kinderarbeid te doen, en niet de overheid. Daarom kwam hij zelf in actie, hij hield vergaderingen en toespraken tegen kinderarbeid. En met succes, hij kreeg brieven uit het hele land die hem steunden in zijn strijd tegen kinderarbeid. Ook de politiek was onder de indruk, maar er was nog steeds geen wet die kinderarbeid verbood. Daarom schreef hij zelf een wetsvoorstel:"Het is verboden kinderen beneden twaalf in dienst te nemen of in dienst te hebben." De Tweede Kamer ging bepalen of het wetsvoorstel aangenomen zou worden of afgewezen. Met een ruime meerderheid werd het aangenomen. Met 64 stemmen voor en 6 tegen werd het kinderwetje van Van Houten in 1874 aangenomen. Alleen veel fabriekseigenaren hielden zich niet aan de wet, alleen met de komst van de Arbeidsinspectie in 1882 was dat niet meer mogelijk. Wie zich niet aan de wet hield riskeerde een boete of zelfs een gevangenisstraf.
Belangrijke veranderingen sinds de vroegere tijd
Toezicht op naleving van de Leerplichtwet ligt bij de gemeentebesturen.
Commissies tot Wering van schoolverzuim verdwijnen.
Absoluut schoolverzuim (niet ingeschreven staan op een school) wordt strafbaar gesteld.
Huisonderwijs vervalt.
Het ontbreken van een vaste verblijfsplaats (zoals circuskinderen) is geen reden meer tot vrijstelling.
Duur van de leerplicht wordt verlengd tot 9 jaar.
Meer maatschappelijke zorg dan justitieel optreden.
Het opleggen van straffen aan ouders die hun plicht niet nakomen door leerplichtambtenaren is mogelijk.
In 1975 werd de leerplicht nog een jaar verhoogd, tot 10 jaar. Hierdoor werden 15jarigen ook verplicht om naar school te gaan, en 16jarigen verplicht om een 2daagse lesweek te volgen. In 1994 kregen scholen medeverantwoordelijkheid in het voorkomen van schooluitval. Dat gold alleen voor uitval van minder dan 3 dagen. Scholen moesten ook schoolverzuim melden aan het ministerie van onderwijs. En scholen mochten ook verlof geven als daar een goede aanleiding voor was. Alleen als het langer duurde dan 14 dagen moest er toestemming gevraagd worden aan de leerplichtambtenaar. Tegenwoordig moeten kinderen uiterlijk de eerste dag van de nieuwe maand na hun 5de verjaardag naar school. Tot en met hun 15de moeten ze iedere dag naar school, als je 16 bent moet je nu nog 2 dagen per week naar school.
Vergelijking van de wetgeving van de leerplicht tussen België en Nederland
Nederland
1900: 6 tot en met 12jaar
1969: 6 tot 15 jaar
1975: 6 tot en met 15 + 2daagse schoolweek voor 16jarigen 1965: 6 tot 16 jaar
Belgie
1914: 6 tot en met 12 jaar
1953: 6 tot 15 jaar
1965: 6 tot 16 jaar
1983: tot en met 18 jaar Wat doet de overheid tegen kinderarbeid? Vroeger was er een ministerie voor ontwikkelingssamenwerking, maar toentertijd was het een lagere prioriteit, en sindsdien valt ontwikkelingssamenwerking onder Buitenlandse Zaken. Ontwikkelingssamenwerking heeft als doel alle vormen van kinderarbeid uit te bannen in tegenoverstelling tot bijvoorbeeld Canada en de Verenigde Staten (die willen alleen de ernstige vormen aanpakken). Ze proberen de armoede tegen te gaan en zo ook kinderarbeid te bestrijden. Ze proberen het probleem te verhelpen door middel van lange-termijnsoplossingen te zoeken in duurzame economische groei, in combinatie met sociale ontwikkeling, armoedebestrijding en goed, gratis en verplicht onderwijs voor iedereen. Ze proberen door middel van goede functionerende vakbonden te creëren de werkomstandigheden kunnen verbeteren of zelfs kinderarbeid te stoppen. Ook proberen ze de ouders beter werk te geven zodat de kinderen niet hoeven te werken. Waarom is hier geen kinderarbeid meer en in andere landen wel? Dat is een vraag die niemand waarschijnlijk kan beantwoorden, maar ik ga het toch proberen. Kinderarbeid is niet gemakkelijk op te lossen, het is geen kwestie van een wet maken die door een buitenstaander is verzonnen. Het volk moet ervan overtuigd zijn dat kinderarbeid een slechte zaak is. Mensen in ontwikkelingslanden willen vaak niet dat hun kinderen werken, maar ze moeten wel, anders kunnen ze niet overleven. Tijdens de industriële revolutie was Nederland een ontwikkelingsland, net zoals de rest van West-Europa. Er was weinig werk door de industrialisatie en door de kinderarbeid steeg de kindersterfte. Toen Nederland het kinderwetje van Van Houten aannam, kon Nederland nog steeds concurreren met de rest van Europa. Terwijl er geen kinderarbeid meer was. In die tijd werd in Afrika niets geautomatiseerd, ze wisten zelfs niet dat er zoiets bestond, zelfs nu nog word alles met de hand gedaan, omdat arbeidshanden daar goedkoper zijn dan machines. Als men in Afrika nu kinderarbeid streng zou gaan aanpakken zouden ze simpelweg sterven van de honger, omdat ze niks kunnen doen tegen de westerse machines. Ook is er een probleem met de 3 handelsblokken van de wereld, Japan, de Europese unie en de Verenigde Staten. Die 3 handelsblokken hebben namelijk invoerrechten, waardoor de producten uit de ontwikkelingslanden duurder worden voor de mensen uit die handelsblokken. Hiermee willen ze hun eigen markt beschermen tegen de goedkopere (kinder)arbeiders. Als men kinderarbeid in die landen zou afschaffen/uitbannen zouden gezinnen simpelweg niet genoeg te eten hebben. Men wil daar wel dat kinderarbeid afgeschaft wordt en dat hun kinderen naar school gaan. Maar als hun kinderen niet werken dan krijgen ze niet genoeg geld
Boycotten van kinderarbeid is ook geen optie, dan worden er kinderen ontslagen en komen ze in ergere situaties terecht. Gratis onderwijs is het probleem ook niet mee opgelost, want de ouders zullen de kinderen nog steeds laten werken in plaats van naar school sturen.
Het kaste-systeem van de hindoes is officiëel afgeschaft/verboden, maar sommige mensen geloven er nog steeds in. Rijke mensen willen armen niet helpen omdat (volgens het kaste systeem) ze er zelf voor gezorgd hebben dat ze arm zijn en dat hun kinderen moeten werken.
Kortom, het is niet één factor waar het aan ligt, maar tientallen. Er zullen waarschijnlijk ook nog factoren zijn die niet te bewijzen zijn, zoals misschien verschillende houding tegenover kinderarbeid en cultuuroorzaken die al jarenlang bestaan.
Is armoede de oorzaak van kinderarbeid?
De meeste mensen denken dat armoede de oorzaak van kinderarbeid is, maar dat blijkt niet altijd waar te zijn. Zo blijkt uit een onderzoek in Pakistan. Daaruit blijkt dat de kinderen met rijkere ouders minder naar school gaan, en meer arbeid verrichten dan arme ouders met arme kinderen.
Kinderarbeid niet verbonden met armoede.
Dit gaat natuurlijk wel over één bepaald land, namelijk Pakistan. En dit gaat over één sector, namelijk de landbouw.
Maar dat is niet het enige voorbeeld. Want in één van de armste provincies van India (Kerala) gaan bijna alle kinderen naar school. Dat komt doordat daar de lonen niet zo onverdeeld zijn als in andere provincies. De arbeiders zijn daar goed georganiseerd, en kunnen beter voor zichzelf opkomen, dus krijgen ze beter betaald en hun rechten (en van hun kinderen) worden in acht genomen.
In de meeste sectoren zal armoede één van de oorzaken zijn, denk maar aan de dienstsector. Kinderen in de stad gaan dan vaak weg bij hun ouders, en moeten ze voor zichzelf zorgen. Dus moeten ze wel werken, hier speel armoede zeker een rol bij kinderarbeid.
Armoede speelt dus vaak een rol bij kinderarbeid, maar in sommige gevallen niet. Dus voor je je conclusie trekt over de oorzaak, moet je het eerst goed onderzoeken.
1900: 6 tot en met 12jaar
1969: 6 tot 15 jaar
1975: 6 tot en met 15 + 2daagse schoolweek voor 16jarigen 1965: 6 tot 16 jaar
Belgie
1914: 6 tot en met 12 jaar
1953: 6 tot 15 jaar
1965: 6 tot 16 jaar
1983: tot en met 18 jaar Wat doet de overheid tegen kinderarbeid? Vroeger was er een ministerie voor ontwikkelingssamenwerking, maar toentertijd was het een lagere prioriteit, en sindsdien valt ontwikkelingssamenwerking onder Buitenlandse Zaken. Ontwikkelingssamenwerking heeft als doel alle vormen van kinderarbeid uit te bannen in tegenoverstelling tot bijvoorbeeld Canada en de Verenigde Staten (die willen alleen de ernstige vormen aanpakken). Ze proberen de armoede tegen te gaan en zo ook kinderarbeid te bestrijden. Ze proberen het probleem te verhelpen door middel van lange-termijnsoplossingen te zoeken in duurzame economische groei, in combinatie met sociale ontwikkeling, armoedebestrijding en goed, gratis en verplicht onderwijs voor iedereen. Ze proberen door middel van goede functionerende vakbonden te creëren de werkomstandigheden kunnen verbeteren of zelfs kinderarbeid te stoppen. Ook proberen ze de ouders beter werk te geven zodat de kinderen niet hoeven te werken. Waarom is hier geen kinderarbeid meer en in andere landen wel? Dat is een vraag die niemand waarschijnlijk kan beantwoorden, maar ik ga het toch proberen. Kinderarbeid is niet gemakkelijk op te lossen, het is geen kwestie van een wet maken die door een buitenstaander is verzonnen. Het volk moet ervan overtuigd zijn dat kinderarbeid een slechte zaak is. Mensen in ontwikkelingslanden willen vaak niet dat hun kinderen werken, maar ze moeten wel, anders kunnen ze niet overleven. Tijdens de industriële revolutie was Nederland een ontwikkelingsland, net zoals de rest van West-Europa. Er was weinig werk door de industrialisatie en door de kinderarbeid steeg de kindersterfte. Toen Nederland het kinderwetje van Van Houten aannam, kon Nederland nog steeds concurreren met de rest van Europa. Terwijl er geen kinderarbeid meer was. In die tijd werd in Afrika niets geautomatiseerd, ze wisten zelfs niet dat er zoiets bestond, zelfs nu nog word alles met de hand gedaan, omdat arbeidshanden daar goedkoper zijn dan machines. Als men in Afrika nu kinderarbeid streng zou gaan aanpakken zouden ze simpelweg sterven van de honger, omdat ze niks kunnen doen tegen de westerse machines. Ook is er een probleem met de 3 handelsblokken van de wereld, Japan, de Europese unie en de Verenigde Staten. Die 3 handelsblokken hebben namelijk invoerrechten, waardoor de producten uit de ontwikkelingslanden duurder worden voor de mensen uit die handelsblokken. Hiermee willen ze hun eigen markt beschermen tegen de goedkopere (kinder)arbeiders. Als men kinderarbeid in die landen zou afschaffen/uitbannen zouden gezinnen simpelweg niet genoeg te eten hebben. Men wil daar wel dat kinderarbeid afgeschaft wordt en dat hun kinderen naar school gaan. Maar als hun kinderen niet werken dan krijgen ze niet genoeg geld
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
heej!
ik vind het een goed verslag en ik heb er denk ik wel wat aan! super bedankt;)
xXx Kim
19 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
wie ben je nou, ik vind het en prachtig werkstuk!!
14 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
heel leuk werkstuk hier kan ik ook wel wat uit halen voor mijn spreekbeurt.
13 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
super goed!
12 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
kei leuk ik weet iets meer voor mijn spreekbeurt
12 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
mooi
10 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
super goed en super leerzaam
10 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
top!!
9 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
super goed, heb er veel aan gehad!!
8 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Ik heb er denk ik wel wat aan gehad voor mijn werkstuk. Dankje
7 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
ik vind het jammer dat de leraren dit kunnen zien dat je ..........
6 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
door die trrrrrrrrrring krijg je een 10
5 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
TTRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIINGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGG!!!!!!!!!!!! maakt het echt af.
5 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
thx ik doe mij werkstuk over kinderarbeid
5 jaar geleden
Antwoorden