Kerken en kloosters

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 1716 woorden
  • 3 juli 2008
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
27 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Hoofdstuk 1: de macht van de kerk - wat was de macht van de kerk?

In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa zeer gelovig. Ze lieten hun baby`s dopen en je werd begraven op een kerkhof. Ze richten hun gebeden tot de heiligen, bijvoorbeeld tot de heilige Nicolaas (Sinterklaas) om hun kinderen te beschermen.
De meeste steden hadden een patroonheilige. (b.v. wat hierboven staat). De mensen waren doodsbang om na hun dood naar de hel te gaan en daarom waren ze tijdens hun aardse leven bevreesd om God ontstemd te maken. Edelen en rijke kooplieden lieten priesters geld na om hun dood missen voor ze te lezen. Ze dachten dat ze na hun dood , als ze erin slaagden om niet in de hel terecht te komen, duizenden jaren in het vagevuur zouden moeten blijven om van hun zonden te worden verschoond.

Toen Paus Bonifatius de achtste het jaar 1300 tot jubeljaar verklaarde, trokken 2 miljoen pelgrims naar Rome, in de hoop dat hun tijd in het vagevuur hierdoor zou worden verkort.
De kerk voorzag in allerlei belangrijke voorzieningen. Abten en bisschoppen traden op als adviseurs. Geestelijken werden door bestuurders en adel ingehuurd om brieven te schrijven en van alles boek te stellen. Voor de uitvinding van de boekdrukkunst kopieerden monniken alle boeken met de hand. In de kloosters zorgde een monnik, de zogenaamde infirmarius, voor de invaliden: de armen kregen hulp van aalmoezenier en reizigers werden ontvangen door de hospitarius. Als betaling voor deze diensten gaven de vorsten en edelen geld aan de kerk.
De kerk ontving ook nog een 'tienden': een tiende van de oogst van de boeren en een tiende van de winst van de kooplieden. Hierdoor was de kerk rijk en machtig. Bisschoppen trokken als echte vorsten ten strijde, met grote legers die ze op hun landgoederen ronselden.

Een ieder die ervan werd verdacht dat hij het niet eens was met de leer van de kerk, werd van ketterij beschuldigd en op de brandstapel ter dood gebracht. (Niet meedoen en geloven in het geloof).

In 1302 vaardige Paus Bonifatius de bul (pauselijk wet) Unam Sanctan uit, die bepaalde dat de paus volledige zeggenschap had over de kerk en over alle koningen en heersers. De bul verklaarde ook dat gehoorzaamheid aan de paus noodzakelijk was om te worden verlost - wie niet gehoorzaamde, zou niet naar de hemel gaan. Een jaar later liet koning Filips de 4e van Frankrijk de 86- jarige paus in de gevangenis zetten. De paus overleed aan een shock. De volgende paus, Clemens de 5e was een Fransman. Hij ging, niet zoals alle vorige pausen van Franse afkomst zijn en in Avignon, een stad in de Provence. In de zeventig jaar hierna zouden alle pausen van Franse afkomst zijn en in Avignon wonen. Paus Gregorius de 6e keer in 1378 naar Rome terug, maar na zijn dood ontstond er een schisma (afscheiding) onder de kardinalen (de belangrijkste geestelijken). Sommige steunden Urbanus de 6e de Italiaanse kandidaat, anderen kozen Clemens de 7e en gingen terug naar Avignon. Tot het einde van de 15e eeuw waren er dus 2 pausen.

Conclusie: de kerk had een grote invloed op de inwoners. Ze deden van alles om hun dierbare tegen het kwaad te beschermen. En geloofde in de Rooms - Katholieke Kerk, in de paus en de priesters. Ze voelde zich veilig en thuis in de kerk.

Hoofdstuk 2: de geestelijken - wie en wat deden de geestelijken?

Een klein gedeelte van de middeleeuwse bevolking werkte voor de kerk. Van de 100 mensen in een dorp werkte er ongeveer 8 voor de kerk.Godsdienst en de kerk waren in de Middeleeuwen zeer belangrijk. Veel gelovigen gingen dagelijks naar de kerk. Het woord kerk komt van het Latijns woord `clericus` (geestelijke).

Er werden allerlei onverklaarbare dingen toegeschreven aan god. Bijvoorbeeld als je ziek bent dat het een straf van god was of als er hongersnood was dat het een teken van god was. De priesters werd gezien als een belangrijk persoon. Je moest doen wat de priester zei. Na je dood moest je proberen om in de hemel terecht te komen en dat zou alleen maar lukken als je een goed en vredig leven had geleid.

Het was ook goed om op bedevaart te gaan, dat is een verre reis naar een plaats waar een heilige geleefd had of gezien was. Zo`n verre reis werd ook wel een pelgrimstocht genoemd. Pelgrims zijn dus rondtrekkende gelovigen mensen op weg naar een heilige plaats. Als je dan op die heilige plaats aan kwam werd er gebeden.

Mensen die voor de kerk werkte waren vaak de enigen die konden lezen en schrijven. Men schreef en las in het Latijn de taal van de Romeinen. Rijke kinderen konden ook lezen en schrijven in de kerk. Zij leerden dat van de monniken. Monniken en nonnen hadden ook taken als: ziekenverzorgers, onderwijzers, (over)schrijvers, en boeren.

De geestelijken hadden ook rechten en plichten:
Erediensten en zielenheil.
Geen belasting betalen.
Geen krijgsdienst verrichten
Tienden.

Er waren hoge en lage geestelijken. Hoge geestelijken waren de priesters en de bisschoppen, de lage geestelijken waren de monniken en nonnen.

Conclusie: de geestelijken hadden veel macht en het was belangrijk om die te gehoorzamen zodat je na de dood in het paradijs terecht zou komen. Zonder geestelijken bestond de kerk niet.

Hoofdstuk 3: kloosters - wat zijn kloosters?

Er zijn aparte kloosters voor mannen en vrouwen. Nonnen en monniken zitten ook niet samen in een gebouw. De mannelijke kloosterlingen worden vaak paters, broeders of fraters genoemd. Als je de naam monniken gebruikt gaat het om speciale kloostergemeenschappen. Vrouwelijke kloosterlingen werden vaak kloosterzusters of nonnen genoemd.

De reden dat monniken en nonnen in een klooster zitten is omdat, ze hun leven op een hele bijzondere manier willen dienststellen aan God en hun medemensen. Ze wilde er veel aandacht aan besteden maar dat kon alleen als je niet te veel aan je hoofd had. Daarom zijn kloosterlingen ook niet getrouwd. Ze wilde ook niets te maken hebben met geldproblemen, ze leefde zo zuinig en fijn mogelijk genoeg. Verder hebben zij beloofd te gehoorzamen aan diegene die de leiding heeft in het klooster en aan de wetten en geboden in de kerk.

Door de verminderde belangstelling voor het kloosterleven zijn veel kolossale kloostergebouwen leeg komen te staan. De kloosters die nog bewoond worden zijn verbouwd. Ze wouden het kloosterleven wat gezelliger maken. In de kamer van een kloosterling was een radio, soms een tv, veel boeken en de spullen die een mens dagelijks nodig heeft. Verder ziet de kamer er kaal uit met witte muren en een hoog raam zodat als de kloosterling naar buiten keek alleen de lucht kon zien. Ook zaten er vaak tralies voor het raam. Meestal hebben de kloosters een gezamenlijke eetzaal waar men zich kan ontspannen na het werk. Bij veel kloosters staat ook nog een eigen kapel of kerk.

Conclusie: kloosters zijn huizen voor de lage geestelijken. Ze richtten zich alleen op de godsdienst en doen alles wat er mee te maken heeft. Omdat ze zich er op willen concentreren moeten ze geen huwelijk hebben, en allerlei andere zaken die veel tijd nodig hebben in het dagelijks leven van een mens.

Hoofdstuk 4: corruptie in de kerk - wat was corruptie in de kerk?

De rijkdom en de macht van de kerk waren heel belangrijk voor een kerk. Zoals de grootte, de kostbare decoraties en het gebrandschilderde glas in en van de kerk.

De priesters stonden achter een houten koorhek met kruisbeeld en las de mis in het Latijn voor. De meeste mensen konden dat niet verstaan en vonden de dienst daarom vervelend. De mensen spraken met elkaar en soms ontstonden er zelfs gevechten terwijl de mis in volle gang was. Voor de bevolking leek het of de kerk een en al corruptie was. Wanneer er iemand was overleden werd de rouwende familie belaagd door de priesters en broeders die de begrafenis willen leiden en natuurlijk de verdiensten voor zich zelf willen hebben.

In de 14e eeuw waren de meeste kathedralen in Europa af. De hoge muren die zijn gebouwd door metselaars die alleen maar eenvoudig gereedschap, houten steigers en katrollen tot hun beschikking hadden. Omdat de geestelijken moeten weten wanneer de kerkdiensten beginnen maakte de kerk als eerst gebruik van de klok. De kathedraal is van binnen rijk gedecoreerd. De kerkdienst is een lang ritueel dat moet overkomen als een wonder.

Conclusie: voor het volk leek het of de kerk een en al corruptie was. Ook al voelde ze zich thuis en veilig in de kerk. Ze verstonden het Latijn niet terwijl de geestelijken probeerden de mensen zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de kerkdiensten en het zo mooi mogelijk in te richtten.

Hoofdstuk 5: kerkstijlen - wat voor kerkstijlen bestonden er?

Tussen 800 en 1200 bouwde men kerken in de Romaanse stijl. Die kerken waren vaak laag en hadden dikke muren met kleine ramen en ronde bogen. Het was in deze kerken vaak donker.

Na 1200 kon men veel lichtere en hogere kerken bouwen. Deze manier van bouwen wordt de Gotische stijl genoemd. Aan de buitenkant werden de muren gesteund door steunberen zodat de muren niet omvielen. Boven op de steunberen maakte men extra steun en versiering, luchtbogen. In de muren zaten hoge ramen en spitse bogen. In die grote vensters werden gebrandschilderde ramen gezet met afbeeldingen uit de bijbel. Je kreeg zo, veel gekleurd licht in Gotische kerk.

Conclusie: er werden steeds hogere en lichtere kerken gebouwd. De welvaart nam dus toe en er werden meerdere kostbare decoraties gebruikt. Naarmate de tijd werd de kerk steeds belangrijker.

Antwoord hoofdvraag - onderzoeksvraag:

Het is wel duidelijk dat de kerk een grote invloed had in de Middeleeuwen en dat de geestelijken heel belangrijk waren. Mensen hadden respect voor het geloof en de kerk, maar vonden de dienst vervelend vanwege het Latijn. Ze geloofden echt in de Rooms - Katholieke Kerk want anders zouden ze er niet alles voor doen om hun dierbaren te beschermen tegen het kwade. De kerk bepaalde eigenlijk hun leven en natuurlijk wilde alle inwoners na hun dood in de hemel terecht komen dus moesten ze naar de kerk om te bidden en een goed leven leiden zoals de geestelijken hadden gezegd.

Bronvermelding:

Boeken: Zo was het in de Middeleeuwen en de Middeleeuwen.
Internet: www.geschiedenisvoorkinderen.nl, www.wikipedia.org, www.the-artfile.nl
www.home.wanadoo.nl

REACTIES

M.

M.

Graag de naam van het ( melkachtig gesteente) dat o.a. werd gebruikt in kloosters om ondoorzichtige ramen te maken waardoor dan enkel licht kon binnen vallen.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.