Industriële revolutie

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1401 woorden
  • 27 mei 2010
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 6
28 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Industriële revolutie
De stoommachine

De inhoudsopgave


Inleiding
Antwoorden deelvragen
Conclusie
Bronvermelding

Inleiding

Onder de Industriële revolutie verstaat men de omschakeling tussen handmatig werk en machinaal werk. Aan het eind van 18e eeuw begon de industrialisatie in Engeland en begin 19e starten landen uit Europa met de industrialisatie van hun land. Door de komst van de stoommachine werden de producten in grote hoeveelheden gemaakt waardoor de producten goedkoper werden en voor de arbeidersklasse het ook mogelijk was om deze producten aan te schaffen.

Hoofdvraag:


Wat was het effect van de uitvinding van de stoommachine op de industriële revolutie?

Deelvragen:

Deelvraag 1: Hoe ontstond de industriële revolutie en wat houd het in?
Deelvraag 2: Wanneer is de stoommachine uitgevonden en door wie?
Deelvraag 3: Wat was het gevolg van de stoommachine tijdens de industriële revolutie?

Deelvraag 1: Hoe ontstond de industriële revolutie en wat houd het in?

De periode tussen 1700 en 1850 noemen we de industriële revolutie. Tijdens die periode spreek je van grote veranderingen in de samenleving in West-Europa. De veranderingen kwamen door de industrie. Het begon allemaal in Groot-Brittannië. De economie groeide snel in Groot-Brittannië door een paar belangrijke ontwikkelingen. Het open-field systeem verdween en er kwamen grote velden die waren omheind met hekken en daardoor konden de boeren experimenteren met nieuwe technieken om hun land te kunnen bewerken. Ook gingen ze experimenteren met het anders verbouwen van groente en fruit en kochten nieuwe machines. Door die nieuwe manieren die ze ontdekten om de grond te bewerken stegen de opbrengsten van de gewassen. Er was nu genoeg voedsel en de medicijnen werden telkens beter waardoor het bevolkingsaantal steeg. Daardoor kwam er meer vraag naar textiel en voedsel. Dit was vooral gunstig voor de boeren, handelaren en bedrijven. Kleine dorpen werden snel grote steden door de bevolkingsgr oei. Er werden spoorwegen aangelegd en er kwamen verbindingen tussen steden. Havens, mijnen en de economie groeide snel in Engeland. Met het verdiende geld werden bedrijven groter door investeringen en startte andere bedrijven. Er was sprake van kapitalisme. In de 16e eeuw en 17e eeuw lieten bedrijven mensen werken in een grote hal in ruil voor geld. In 1722 werd de eerste fabriek geopend in Derby. De fabriek werkte nog op waterkracht, later kwamen er meer fabrieken maar die gebruikte de stoommachine.

Deelvraag 2:Wanneer is de stoommachine uitgevonden en door wie?

De eerste stoommachines werden uitgevonden door Heron van Alexandrië, Blasco de Garay en Denis Papin. Thomas Savery had op de eerste stoommachine een patent aangevraagd. Deze machine was erg onbetrouwbaar en onveilig voor arbeiders. De bediening van de stoommachine was handmatig en daardoor zeer traag en duurder. Vervolgens gingen ze pogingen doen om water uit Broadwaters mijn in Wednesbury te halen en probeerde ze het in Staffordshire, maar ook zonder succes.
Savery werkte voor de ‘Gezondheidscommissie voor Zeelieden’ en hierdoor kwam hij in contact met Thomas Newcomen.Thomas Newcomen mocht onder het patent van Thomas Savery een betere versie maken van de eerste stoommachine. De onderhandelingen waren rond 1712. De verbeterde stoommachine die was verbeterd door Newcomen werkte alleen onder atmosferische druk. Daarmee werden de gevaren van de hoge druk vermeden . Newcomen was mijnbouwkundige ingenieur en had op zijn stoommachine een patent aangevraagd. Dit was het begin van het praktische toepassen van stoomkracht.

In 1763 kreeg James Watt de opdracht om een van de stoommachines van Newcomen te repareren. Deze defecte stoommachine stond op de universiteit in Glasgow. Hij moest de blijvende fouten van de stoommachine oplossen en had veelzijdige problemen opgelost. James Watt had een paar veranderingen gemaakt aan de kapotte stoommachine van de universiteit in Glasgow. Een paar veranderingen van James Watt:

• Verleggen van het condensatieproces van de cilinder naar een condensor.
• Het warm houden van de cilinder door het aanbrengen van een stoommantel.
• Onderdruk in de condensor bewerkstelligen door een luchtpomp.
• Afwisselend onder- en bovendruk op de zuiger toepassen, waardoor een meer economische werking ontstond.
• Toerentalregeling met regulator door middel van middelpuntvliedende kracht, de zogenoemde regulator van Watt.
• Gebruiken van een krukas voor roterende beweging.
James Watt had wat moeilijkheden met het nauwkeurig bewerken van de machineonderdelen. Dit kwam doordat hij z’n eigen aandrijfmechanisme nodig had voor roterende bewegingen. Maar hij een tekort aan geld.

Deelvraag 3: Wat was het gevolg van de stoomachine van het werk in die tijd?

In de 17e eeuw werden er nieuwe technieken en veeteelt uitgevonden. De koeien gaven meer melk door de nieuwe technieken en er werd veel graan geoogst. Door al deze verbeteringen kon de boer dubbel zoveel mensen van voedsel voorzien. Er waren hierdoor niet meer zoveel boeren nodig dan hiervoor. Er waren boeren die hierdoor geen werk meer hadden en dus ander werk moesten zoeken. Meestal gingen ze naar andere boeren die nog werk voor had liggen en anders moesten ze als arbeider werken in de fabriek maar dat was niet hun eerste keus vanwege de slechte omstandigheden en het weinige geld wat ze ermee verdiende. Hierdoor konden ze alleen maar in een klein huis, schuur of in de kelder wonen en meestal was het ook nog te weinig om het hele gezin te voorzien van eten en drinken en dus moesten de vrouw en de kinderen ook aan het werk gaan. Later werden er grote wijken met huizen rond de fabrieken gebouwd voor de arbeiders om daar in te gaan wonen. In deze huizen hadden ze geen eigen watervoorziening of hun eigen toilet. Meestal woonden de arbeiders eerst in grote boerderijen of grote huizen omdat ze boer waren. Ze moesten toen naar de stad verhuizen omdat er geen werk meer was op het platteland. Verder waren deze huizen ook veel kleiner dan de huizen die zelf gewend waren. De machines namen dus werk in van de arbeiders omdat deze dus sneller kon werken dan de arbeiders. De stoommachine werd veel gebruikt in fabrieken om veel te produceren in een korte tijd. Voordat de stoommachine werd uitgevonden werd textiel allemaal met de hand gemaakt en dat was vooral erg duur. Ook was het erg duur omdat er dan maar weinig productie per dag was. De stoommachine kon veel meer produceren omdat de machine alles wel een paar keer sneller ging dan een iemand die in z’n eentje aan het spinnen is. De stoommachine werd ook in gebruik genomen om de door natuurlijk aangedreven machines te vervangen zoals: menskracht, paardenkracht, wind en windmolens.
Arbeiders moesten ook betaalt worden maar de fabriekseigenaar wilde natuurlijk zo veel mogelijk winst maken. Er waren geen wetten om arbeiders of kinderen te beschermen tegen de arbeid die ze verrichten. Daarom werden er veel kinderen ingezet om te werken in de fabrieken omdat het goedkoop was en het gezin toch al het geld nodig had wat ze maar konden verdienen. In de fabrieken werkten zelfs al hele kleine kinderen.


Het werk wat de kinderen moesten verrichten in de fabriek was meestal gevaarlijk en soms zwaar werk. Daardoor gebeurde er veel ongelukken in de fabrieken. Soms waren de ongelukken zo erg dat er kinderen aan dood gingen. De fabriekeigenaar keerde hiervoor geen schadevergoeding uit of hij gaf een hele kleine bijdrage aan de familie van het verongelukte kind. Er waren ook meisjes die geluk hadden omdat ze niet in de fabriek hoefde te werken. Ze waren dan dienstmeisje en maakten schoon voor de gezinnen of families waar ze dan bij in woonden. Het waren rijke gezinnen of families waar ze voor moest schoon maken om een beetje geld bij te verdienen voor hun eigen gezin.

Conclusie

Wat was het effect van de uitvinding van de stoommachine op de industriële revolutie?

De stoommachine is een van de uitvindingen die de industriële revolutie op gang hebben geholpen. Door de stoommachine kon er beter, sneller en meer geproduceerd worden. Landarbeid werd minder doordat er genoeg voedsel werd gemaakt door de boeren. De boeren verhuisden naar de stad om arbeider in loondienst te worden en in de fabriek te gaan werken. Dit was niet hun eerste keus vanwege de slechte omstandigheden in de fabriek zoals: slechte hygiëne en je werd er slecht voor betaald. De bevolking groeide doordat er meer voedsel was en betere medicijnen kwamen. Hierdoor werd de vraag naar kleding en voedsel ook weer groter. Grote gezinnen kwamen in kleine arbeiders woningen te wonen. Deze stonden dicht bij de fabriek en ontstonden kleine steden.
Maar de inkomsten van een persoon was niet genoeg om er van te leven. Dit betekent dat vrouw en kinderen ook moesten meewerken, wat erg gevaarlijk was vanwege de vele gevaren in de fabriek.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.