Industriële revolutie

Beoordeling 4.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 976 woorden
  • 13 maart 2007
  • 42 keer beoordeeld
Cijfer 4.1
42 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
De industriële revolutie

De Industrie?le Revolutie begon na de 18e eeuw. Vroeger werd het vooral gezien als een scherpe breuk met het verleden. De moderne historici kijken anders naar de Industrie?le Revolutie. Ze zeggen wel dat er veel veranderde, maar dat er tijdens en na de Industrie?le Revolutie de oude productietechnieken nog heel lang werden toegepast.
Het was een trage revolutie, volgens de historicus Rigthart.

Volgens het woordenboek is een revolutie:
1 Omverwerping van een staatsgezag en/of omwenteling van de politieke, sociale en economische verhoudingen.
2 Radicale verandering, vernieuwing--> ommekeer
Kort gezegd is een revolutie dus een verandering met het verleden.
Deelvragen

Wat waren de gevolgen voor de leefomstandigheden in arbeidersgezinnen?

De leefomstandigheden in de arbeidersgezinnen waren zeer slecht. Sinds er veel fabrieken kwamen, ging iedereen naar de stad verhuizen, want op het platteland, was geen of weinig werk. Omdat er opeens zoveel mensen naar de stad gingen verhuizen, moesten er snel arbeiderswoningen gebouwd worden, dit waren vaak kleine woningen. Sommige arbeiders woonden in kelders van huizen. Er waren wel gezinnen, met twaalf kinderen. Die kinderen sliepen met zijn vijfen in één bed. Ook de kinderen moesten vaak werken. Dit wordt verder uitgelegd onder het kopje kinderarbeid (http://www.freewebs.com/hannalisa/kinderarbeid.htm ).

Door de slechte levensomstandigheden lag het sterftecijfer vaak hoger dan het geboortecijfer. Dit kwam door de smerigheid en verrotte lucht.
De kwetsbaarste groep waren de allerkleinsten. Gemiddeld haalde ??n op de vier of vijf kinderen hun eerste verjaardag niet eens. Ook cholera veroorzaakte een hoog sterftecijfer. Cholera wordt veroorzaakt door een bacterie in besmet water. De mensen met cholera krijgen diarree en moeten oppassen dat ze niet uitdrogen. Als je niet behandeld wordt, kun je er dood aangaan.
Er was nogal veel vervuiling door de uitwerpselen van mensen. De overheid probeerde dit tegen te gaan door het in te voeren van het wisseltonnensysteem. De tonnen werden buiten de stad geleegd.
Pasteur ontdekte dat de bacterie?n en het groeiend aantal zieken kwam door de slechte hygiëne. Terwijl het aantal sterfgevallen afnam, bleef het geboorteaantal hoog. De kinderen waren arbeidskrachten die geld in het laatje brachten. Ook werden de ouders als ze te oud werden, verzorgt door de kinderen.
Hoe probeerde vakbonden de werkomstandigheden te verbeteren?

De arbeidsomstandigheden waren slecht: het was erg onveilig en in een ongezonde omgeving moest lang en hard gewerkt worden, voor een laag loon. Sommige arbeiders moesten al om vier uur in de morgen op, om de kinderen te verzorgen. Om 6 uur moesten ze in de fabriek zijn. Als ze 's avonds in het donker thuiskwamen, moesten ze vaak nog allerlei huishoudelijke klusjes doen, zoals wassen. Zo'n werkdag duurde vaak 12 tot 15 uur.

Ook waren de fabrieken niet hygi?Indisch. De fabrieken waren slecht geventileerd en er waren geen was- of kleedruimten. Ook waren de arbeidsomstandigheden erg onveilig. Veel machines draaide zonder beschermingsmiddelen. Doordat de arbeiders zolang moesten werken, verslapte de concentratie en gebeurden er veel ongelukken. Soms met een dodelijke afloop.
De fabrikanten deden weinig om deze situatie te verbeteren. Met een streng reglement probeerden ze de arbeiders nog harder te laten werken en hen verantwoordelijk te maken voor eventuele ongelukken. Wie bijvoorbeeld een kan met smeerolie niet op de juiste plaats terugzette, kreeg een boete.
In 1861 werd de eerste vakbond in Nederland gesticht, door de Amsterdamse boekdrukkers: de Typografenbond. In 1871 ontstond het liberale Algemeen Nederlands Werklieden Verbond. Elke arbeider kon daarvan lid worden. De ANWV geloofde dat een arbeidsconflict opgelost kon worden als ze met de werkgevers overlegden.
In 1881 ontstond de Sociaal Democratische Bond (SDB). Onder leiding van Domela Nieuwenhuis voerde de SDB fel actie tegen de kerk. De arbeiders moesten juist streiden voor een paradijs op aarde.
In 1905 kwam er een tweede socialistisch partij: het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). Deze verschillende kleinere vakbonden, richtten zich vooral op praktische doelen, zoals beter onderwijs en kiesrecht.
De katholieken en de protestanten hadden liever hun eigen vakbond. De metselaar Klaas Kater stichtte de protestantse bond Patrimonium, waaruit later in 1909 het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) voortkwam. Het CNV was in de eerste plaats gericht op overleg. Zo probeerden zij iets voor de arbeiders te betekenen.
Het was voor de vakbonden moeilijk om leden te krijgen. Ze waren amper bereid om samen te werken. Ze hadden heel verschillende doelen.
Hoofdvraag

Welke gevolgen had de industrialisatie voor de arbeiders? En is er verschil tussen Nederland en Engeland?

De industrialisatie had grote gevolgen voor de arbeiders. Voor de industrialisatie, werkten veel arbeiders op het land. Daar bewerkten ze allemaal gewassen. In de winter gingen gingen ze vaak thuis weven. Na de industrialisatie waren zij hun thuiswerk kwijt, omdat zij nooit konden opboksen tegen die snellere en betere machines. De ontwikkeling van die machines liep vrij snel. Eerst kwam de flying shuttle, ontwikkeld door John Kay. Daarna kwam de spinning Jenny, door James Hargreaves. Door deze ontwikkelingen werd de arbeidsproductiviteit al heel veel verhoogt.
Daarna werd het spinning mule uitgevonden door Samuel Crompton. Dat was de echte verandering met het verleden. De huisnijverheid werd vervangen door het fabriekswerk.
James Watt verbeterde de stoommachine, zodat de stoommachine sneller werkte en minder brandstof gebruikte.
In Nederland liep de ontwikkeling achter. Engeland kreeg in 1778 zijn eerste stoommachine en Nederland pas in 1831.

Veel arbeiders gingen verhuizen naar de stad, omdat daar veel werk was. Daar belandden ze in kleine en slechte arbeiderswoningen. Doordat er weinig hygi?ne was, werden veel mensen ziek. Het geboortecijfer kwam daardoor veel lager te liggen dan het sterftecijfer. Die was behoorlijk groot. Dit kwam met name ook door de cholera. De arbeiders werkten wel 12-15 uur op een dag. Ook de kinderen moesten hard werken. Zij moesten vaak de kleine gevaarlijke klusjes oplossen. De machines waren ook erg onveilig.

De industrialisatie maakte een massaproductie mogelijk. Alle arbeiders zorgden ieder voor een eigen onderdeeltje. Voor de arbeiders was de massaproductie een nadeel. Ze kregen minder plezier in hun werk.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.