Indonesie

Beoordeling 3.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vmbo | 2444 woorden
  • 15 mei 2013
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 3.1
17 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Inleiding

In de 16de eeuw is de VOC (de verenigde Oost-Indische Compagnie) met Indonesië handel gaan drijven. Echter was de VOC niet altijd even eerlijk. Er werd veel geld in eigen zak gestoken. Hierdoor kon de VOC in 1799 niet verder voortgaan. De VOC werd over genomen door de Nederlandse staat. En het cultuurstelsel werd ingevoerd. Het cultuurstelsel was een plan dat door gouverneur-generaal Van den Bosch bedacht werd en ingevoerd. Dit plan betekende voor de boeren op een vijfde deel van hun land gewassen te verbouwen voor de Nederlandse staat. Hierdoor moesten de boeren veel harder werken voor maar heel weinig geld. Veel boeren stierven hierdoor. Door dit cultuurstelsel kwam er een geldeconomie in Indonesië. Maar de Indonesiërs wilden niet meer onder de plak van de Nederlanders zitten en kwamen in opstand.

Deelvraag1. Slavernij

Er werd veel slavenhandel gedreven in Indonesië. Er werden slaven voor op het land gebruikt. Deze slaven werkten hard en hadden bijna nooit rust. ’s Ochtends vroeg moesten ze hun bed uit en snel naar de plantages. Vaak bestond hun werk uit rijst plantjes planten. Katoen van de katoenplant plukken. En dan alle zaadjes uit het katoen halen. Maar ook de planten water geven en onkruid wieden. Vaak kregen deze slaven heel slecht te eten. De slaven konden nooit uitrusten maar als ze dat wel deden dan werden ze zwaar gestraft. Als plantageslaaf had je het slechtste van allemaal. Want je moest harder werken dan de anderen slaven in de huizen en werkplaatsen. Slaven die in een huis moesten werken hadden het vaak beter. Ze moesten wel hard werken maar het was minder erg dan het werken op de plantages. De klusjes die deze slaven moesten doen liepen ook meer uiteen. Vaak deden de vrouwen het huishouden. Hieronder verstaan we schoonmaken. Maar ook koken. De mannen waren vaak tuinman die de tuin deden onderhouden. Maar sommige mannen waren zelfs chauffeur. Maar de mannen werkte vaak op de plantages. En vrouwen werkten vaak in een huis. Nederlandse en Mestizovrouwen werden vaak op straat gevolgd groot aantal mooi uitgedoste slaven. Deze slaven waren de meer een soort macht uitstraling. In de 18de  eeuw was bijna 60% van de bevolking een slaaf. Dit was natuurlijk een heleboel maar de bevolking kon zich er niet tegen verzetten. Sommige eigenaars waren niet meer zo streng voor de slaven en sommige slaven konden zich vrij kopen. Vaak verdiende ze dit geld met zelf gemaakte spulletjes. De Nederlanders begonnen steeds meer te beseffen dat het niet goed was om slaven te houden. Toen steeds meer landen de slavernij afschafte wilden Nederland ook van de slaven af. In Engeland werd de slavenhandel afgeschaft. Pas 30 jaar na die afschaffing in Engeland werd de slavenhandel ook in Nederland afgeschaft. De Nederlandse staat gaf alle slavenhouders 300 gulden per slaaf voor alle onkosten. Vlak voor de afschaffing gingen veel slavenhouders nog op jacht naar weg gelopen slaven. Die slaven waren vaak weg gelopen door de slechte omstandigheden. De slavenhandelaars wilden zo hun slaven weer terug halen omdat ze dan meer geld van de Nederlandse staat kregen. Op 1 juli 1863 klonken er op Paramaribo 21 kanonschoten en werden alle slaven vrije mensen. Dit was een hele opluchting voor de slaven want ze hoefden niet meer voor de Nederlandse slavenhouders te werken. Maar de slavenhouders waren hier niet zo blij mee want ze moesten nu alles zelf doen. Deze tijd is nu een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis. Veel mensen willen of kunnen hier niet overpraten. In de 2de wereld oorlog zijn er veel Nederlanders maar ook ex-slaven vermoord. Op 15 augustus worden alle slachtoffers herdacht die om zijn gekomen tijdens de 2de wereld oorlog in Indonesië.

Deelvraag2. De economie Indonesië                           

In Indonesië was er heel lang een ruilhandeleconomie. Ze hadden nog nooit van geld gehoord. Dit betekent de Indonesiërs alles deden ruilen. Zoals een kip tegen rijst of andersom. Want de ene boer verbouwde rijst en de andere boer was kippenhouder. Zo was het logisch dat ze gingen ruilen zodat ze een zo afwisselde maaltijd hadden. Maar ook ruilden ze kleding tegen eten. Toen de Nederlanders kwamen wilden ze maar wat graag alles ruilen. De Nederlanders wisten natuurlijk niet hoe ze dit moesten aan pakken. Want ze hadden niet veel om te ruilen. Ze hadden alleen maar geld een daar hadden de Indonesiërs nog nooit van gehoord.

Pas toen gouverneur-generaal Van den Bosch het cultuurstelsel in voerde kwam er een geldeconomie. Deze geldeconomie kwam snel op gang. Maar de Nederlandse Staat had wel een paar eisen voor de boeren. De boeren moest nu tropische gewassen zoals cacao, peper en suiker verbouwen en afstaan aan de Nederlandse Staat. Daar kregen dan een vast plantenloon voor. Een plantloon betekende dat je een klein beetje geld kreeg voor elke plant die geplant werd. Hier konden ze dus onder andere eten voor kopen en kleding voor hun gezin. Maar van dat plantenloon moesten de boeren wel weer belasting over betalen dus hielden de boeren niet heel veel geld over. En de boeren hielden dus niet veel geld meer over om eten te kopen. Al was het cultuurstelsel voor Nederland een groot succes. Voor Indonesische boeren was het een verschrikking. De boeren moesten voor het cultuurstelsel op een vijfde deel van hun land gewassen verbouwen voor de Nederlandse staat.

 Omdat niet alle boeren naar de Nederlanders wilden luisteren nam Nederland maatregelen. Onder andere namen ze het leger mee naar Indonesië. Daar schrokken de Indonesiërs van. Maar dat niet alleen de Nederlanders gingen met de Vorsten van Indonesië samen werken. Ze gaven de Vorsten een percentage van de opbrengst. Dus hoe harder de boeren werkten hoe meer geld de Vorsten kregen. De Vorsten vonden dit een heel erg aantrekkelijk aanbod en gingen er gelijk op in. De Nederlanders vonden dit natuurlijk heel erg fijn want nu hoefden zij niet meer zo veel te doen. De Vorsten gingen dus gelijk heel erg streng regeren zodat de boeren harder gingen werken. De boeren gehoorzaamden natuurlijk aan hun Vorsten want als ze dat niet deden traden de Vorsten heel streng op. Dus de boeren moesten heel hard werken voor de Nederlanders en hun Vorsten. Hierdoor hadden de boeren niet genoeg tijd om op hun eigen land te werken. Er ontstond dan ook een hongersnood onder de boeren. Dit had meerdere oorzaken. De boeren raakten lichamelijk zwaar uitgeput door alle zware gewassen die ze moesten verbouwen. Ze moesten suiker verbouwen waar veel water voor nodig was. Dus was er niet genoeg water over voor de rijstbouw. Er bleef ook steeds minder grond over voor het verbouwen van rijst. Nadat er in 1845 veel oogsten mislukt waren van het rijst brak de hongersnood uit. De Nederlanders merkten dat wel maar grepen niet in. Door deze hongersnood gingen veel boeren dood. Maar ondanks deze hongersnood nam de welvaart toe in Indonesië door de geldeconomie.

Deelvraag3. De strijd van Indonesië voor onafhankelijkheid

Marco Polo is de eerste Europeaan en ontdekkingsreiziger die voet zette op Sumatra. Portugezen en Spanjaarden bezochten Indonesië  tijdens hun zoektocht naar de Specerijen Eilanden, varend met hun grote zeilschepen rond Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika. In 1596 gooiden de eerste Nederlandse schepen hun ankers uit aan de oevers van West-Java . De driehonderd jaar hebben de Nederlanders Indonesië stap voor stap een Nederlandse Kolonie gemaakt. Al snel begonnen de Indonesiërs met een opstand tegen deze Nederlandse vorming van een kolonie. De Japanners wilden Indonesië voor hen zelf hebben vanwege de rijke grondstoffen. Japan was in de 19de eeuw een sterk land geworden. Hun leger hadden ze uitgebreid. De Japanners hadden veel geleerd door de jaren heen. De Japanners hadden de Russen verslagen en de economie in Japan was sterk verbeterd. De Japanners waren sluw en snel. De westerse landen onder andere ook Nederland moest rekening gaan houden met Japan. De Japanners wisten dat de Nederlanders uitgeput waren door de oorlog strijd met Duitsland. En sloegen snel hun slag in Indonesië. De Nederlanders konden niet gelijk een leger naar Indonesië sturen want dit leger was hard nodig op het thuisfront. Na het einde van de Japanse bezetting in 1945 wordt op 17 augustus de Republiek Indonesië onafhankelijk verklaard. Na een heftige oorlog strijd tussen Japan en Nederland en Indonesië vallen er veel oorlogsslachtoffers. Ongeveer 15.000 van de lokale bevolking en 6.000 Nederlanders zijn dood gegaan in deze oorlog periode. De Nederlanders willen Indonesië heel graag terug. De Nederlanders willen Indonesië niet alleen voor de machtstatus. Maar er viel veel te winnen in dit gebied. Van rijst tot rubber tot andere delfstoffen. De Nederlanders waren eerst bang dat ze Indonesië kwijt waren aan Japan. Maar dat was Nederlands minste zorg. Want de Verenigde Staten vond dat de Nederlanders niet heel goed met de bevolking van Indonesië omging. De Verenigde Staten vond dat het onmenselijk was dat de Nederlanders alleen maar op de grondstoffen uit waren. En niet voor het belang van de mensheid. De Verenigde Staten wilde dat Nederland de staat Indonesië onafhankelijk verklaarde. Ze mochten niet meer in Indonesië regeren. Nederland was woest en natuurlijk wilden Nederland dat niet want dan mochten ze niet meer naar Indonesië voor de delfstoffen en de gewassen. Ze zouden hun beste inkomsten verliezen. Al het werk en tijd dat Nederland in Indonesië had gestopt. Toch stond de Verenigde Staten erop dat Nederland Indonesië onafhankelijk verklaarde. De Nederlanders moesten wel. De Verenigde Staten had toen heel veel macht dus je kon maar beter de Verenigde Staten niet tegen spreken. De Nederlanders verklaarde toen op 27 december 1949 Indonesië een onafhankelijke staat. Met pijn in het hart. Tegenwoordig is Indonesië de derde grootste democratie ter wereld.

Toen Nederland Indonesië onafhankelijk verklaarde werd Ahmed Soekarnon de eerste president van Indonesië. Ahmed Soekarnon is een gewone man uit een eenvoudig gezin, met een vader die schoolleraar was.

Indonesië was van een klein land dat overgenomen werd door de Nederlanders. Uitgeput werd door de slavernij. En dit land heeft ook vele oorlogen gekend. Met veel strijd tussen eigen burgers maar ook met de Nederlanders en de Japanners. Van een ruileconomie naar een geldeconomie. Een geweldige staat met mooie landschappen en heel veel cultuur. Ahmed Soekarnon was de eerste stap naar een onafhankelijke staat Indonesië.

Hoofdvraag. De invloed van Nederland op Indonesië

In de 16de eeuw zijn er heel veel zeevaarders naar de Aziatische kusten vertrokken. Deze zeevaarders kwamen vaak uit Engeland, Frankrijk en Nederland. De zeevaarders wilden heel graag de rijke gewassen proeven en verkopen in hun thuisland. Deze gewassen heten specerijen. Vaak leverde kruidnagel, peper, suiker, rijst en nootmuskaat heel veel geld op. Vooral in Indonesië waren veel van deze specerijen. De Nederlanders wilden heel graag handel gaan drijven met Indonesië. Want dan konden ze deze specerijen over kopen en verkopen op de markt in Amsterdam. De Nederlanders stichten toen de VOC op. De Verenigde Oost-Indische Compagnie. Deze compagnie werd heel erg machtig. Ook werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie de rijkste in de 17de eeuw. De verenigde Oost-Indische Compagnie had ook het alleen recht om in Indonesië te handelen. Dit alleenrecht heet een Handelsmonopolie. Deze samenwerking van Indonesië met Nederland en Verenigde Oost-Indische Compagnie veranderde Indonesië sterk. De bevolking van Indonesië moest door deze samenwerking met Nederland en de Verenigde Oost-Indische Compagnie hard werken. Indonesië had eerst een ruilhandel. Ze ruilden alles met elkaar. Nu door de Verenigde Oost-Indische Compagnie kreeg Indonesië opeens een geldeconomie. Er werd geen eten meer geruild onder de bevolking. Maar er werd betaald met echt geld. Dit was niet het enige wat Nederland veranderde aan Indonesië. De Verenigde Oost-Indische Compagnie werd in 1799 opgeheven en overgenomen door de Nederlandse staat. Toen het Cultuurstelsel werd in gevoerd door gouverneur-generaal Van den Bosch moesten de boeren hard werken. Vaak huurden de Nederlanders dan arbeiders in om op het land extra hard te werken. Dit werd een gewoonte en vaak huurden de Nederlanders dan de bevolking in. De bevolking werd toen slaaf van de Nederlanders. Wat door veel van de Indonesiërs niet gewaardeerd werd. Veel van deze slaven liepen weg door de slechte omstandigheden. De Nederlanders gingen dan op zoek naar deze weggelopen slaven en strafte de slaven dan heel erg streng. De slaven moesten vaak hard werken. De Indonesische slaven werden vrij gelaten maar er moest nog steeds hard gewerkt op het land. Toen de Japanners Indonesië over wilde nemen aan het einde van de 2de wereld oorlog, kwamen veel burgers in opstand. Deze opstand werd vooral gevoed door de Japanners. Er werden veel oorlogen gevoerd. Met de Indonesië bevolking maar ook met Japan. De Nederlanders waren zwak in deze tijd door de oorlog met Duitsland. Het duurde heel lang voor dat Nederland een leger naar Indonesië kon sturen. Daarom konden het gezag zo snel niet herstellen.

Indonesië werd dan in 1949 onafhankelijk verklaard nadat de Nederlanders Indonesië terug hadden gewonnen van Japan.

In deze tijd zijn er nog veel Nederlandse invloeden in Indonesië. Veel taalgebruik van Nederland is over genomen. Maleis was de hoofdtaal in het toenmalige Nederlands-Indië en werd gesproken bij handelstransacties. In grote delen van Papua  zijn de bewoners ofwel katholiek of protestants. Ook daar zijn de Nederlandse invloeden dus te vinden. Indonesiërs stellen het erg op prijs dat anderen hun gewoontes respecteren.

Andere Nederlandse invloeden zijn het vieren van Nederlandse feestdagen.

Goede Vrijdag wordt in Indonesië ook wel Heilige vrijdag, Zwarte Friday, of Grote Vrijdag genoemd. De dag wordt waargenomen door de christenen in Indonesië, met name in de Christelijk gedomineerde regio’s zoals, Toba, Manado, Ambon en Flores. Een speciale herdenking van deze religieuze dag kan worden waargenomen bij Larantuka Flores, plaatselijk bekend als Semana Santa. En op 1 mei de dag van de arbeid. Deze wordt in het grootste deel van de Indonesië gevoerd met een vrije dag.

 In Indonesië is Hemelvaartsdag ook net als in Nederland een nationale feestdag. Het herdenkt de hemelvaart van Jezus Christus zoals in de Christelijke leer in het Nieuwe Testament te vinden is, 40 dagen na Pasen.

Hoewel Indonesië een overwegend Islamitisch land is, wordt  er toch Kerstmis gevierd en is kerst een nationale feestdag in Indonesië. Christenen in het hele land zullen het vieren en kerkdiensten bijwonen. Kerst wordt normaal gesproken gevierd in de familiekring

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.