Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hitler: Nazi-Duitsland

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 3389 woorden
  • 29 november 2004
  • 71 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
71 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
GS; HITLER & NAZI-DUITSLAND Hoofdvraag: Hoe probeerde Hitler van Duitsland een totalitaire dictatuur te maken? Deelvragen: 1 Wat was de reden om van Duitsland een dictatuur te maken? 2 Hoe deed hij dat op politiek, economisch en cultureel gebied? 3 In hoeverre is hij daarin geslaagd? (Antwoorden op de vragen staan in de tekst) Adolf Hitler werd op 20 april 1889 geboren in een klein plaatsje, Braunau am Inn. Hij groeide op in een midden-klasse gezin. Hij was een gewone jongen. Toen hij 16 jaar was, stierf zijn vader. Het ging toen ook niet meer goed met hem op school. Hitler wilde kunstschilder worden, maar twee keer werd hij op de kunstacademie afgewezen, omdat ze zijn tekeningen niet goed genoeg vonden, terwijl hij er zelf van overtuigd was dat hij wél goed genoeg kon tekenen/schilderen. Een tijd lang zwierf Hitler op straat rond, omdat hij niet durfde te vertellen dat hij niet was aangenomen op de kunstacademie. De rijke mensen hadden negatieve gedachten over hem en haalden hun neus voor hem op. Die rijke mensen waren vaak Joden die vaak een goede baan hadden. Daardoor ging hij hen steeds meer haten. Hij vond dat alleen het Germaanse ras goed was en dat dat in stand moest worden gehouden. Hitler kwam uiteindelijk bij het leger terecht waar hij in de 1e WO vrijwillig meehielp om te vechten. Hij kreeg in die oorlog twee medailles voor zijn dapperheid. De mensen waren tevreden over hem. Ze kwamen er ook achter dat hij mensen kon overtuigen door de manier waarop hij iets naar de mensen overbracht. Hij bleek gebruik te kunnen maken van het “onderbewustzijn” van mensen en leerde zichzelf de kleine dingen die toch ook belangrijk waren voor het propagandavak. Het ging er dus ook niet zozeer om waarover hij sprak, maar het was meer de manier waarop hij het aan de mensen meedeelde. Hitler was er zelf van overtuigd dat hij iets kon wat eigenlijk bijna niemand anders kon. Langzaam maar zeker kwam hij zo op het besluit om de “Führer” (leider) van Duitsland te worden, met als doel dat met de interne vijanden (vijanden in eigen land) van de Duitsers moest worden afgerekend, dat het verraad van de 1e WO in 1918 ongedaan gemaakt moet worden, het land weer op orde brengen (economisch en geestelijk) en dat hij mensen bij zijn partij zou betrekken. Adolf Hitler begon in de politiek bij de partij “DAP”. Dat was een partij die bij een bond hoorde van bescherming en verzet. Ze hadden als doel de bevolking te overtuigen voor het antisemitisme (jodenhaat). Later kreeg de DAP een andere naam: NSDAP. Het was nog maar een kleine partij, maar dat zou snel veranderen. In 1919 hield Hitler zijn eerste grote toespraak voor de partij. De mensen die het hoorden waren meteen onder de indruk. Er werden toen vaker bijeenkomsten gehouden en zo werden er dus ook steeds meer mensen overtuigd van de dingen waar Hitler over sprak. Hij had zoveel succes dat hij in 1921 de leider van de partij werd. Adolf Hitler sprak bijna altijd over dezelfde onderwerpen. Meestal ging het over dat Duitsland altijd zo machtig was geweest, maar dat toen zo vernederd en verzwakt was. Hij gaf de schuld aan de voormalige leiders van Duitsland en ook weer aan de Joden. Door met hen af te rekenen zou dat helpen om Duitsland weer op te bouwen en zo weer een wereldmacht te worden. In 1923 bezetten de Fransen het Ruhrgebied in Duitsland, omdat Duitsland de herstelbelastingen van de 1e WO maar niet betaalde aan Frankrijk. De Duitsers waren verbijsterd. Er heerste ook een grote inflatie waardoor het geld bijna niets meer waard was. Veel mensen werden arm en konden niets meer kopen. In de staat Beieren werd toen de noodtoestand uitgeroepen. Gustav Ritter van Kahr werd toen benoemd tot staatscommissaris. Maar hij was als een soort dictator en dat pikte Hitler niet. Gustav Ritter van Kahr had de bijeenkomsten van de NSDAP ook verboden. Daarop ondernam Hitler actie. Tijdens een toespraak Kahr, ontstond er na enige tijd wat onrust. Het waren Hitler en leden van de Sturmabteilung, kortweg SA (een gewelddadige organisatie onder leiding van Hitler). Ze openden een aanval, in de hoop op een staatsgreep, en ze omsingelden het gebouw waar de toespraak plaatsvond. Omdat het buiten het gebouw niet probleemloos verliep, ging Hitler even kijken wat er aan de hand was. Kahr kon toen de orde weer herstellen en de staatsgreep was mislukt. Later in de nacht probeerde Hitler weer iets anders. Hij riep een paar duizend mensen bijeen om met hem een soort tocht door de stad te lopen om nog meer mensen te overtuigen van zijn ideeën. Dat bleek niet zo slim te zijn, want een stuk verderop stond een grote groep politieagenten hen op te wachten. Er werd daar gevochten en Hitler werd gearresteerd. Hitler kreeg vijf jaar gevangenisstraf, maar werd vervroegd vrijgelaten, omdat het gerechtshof vond dat hij goede motieven had voor wat hij had gedaan. Eind 1924 werd hij dus al weer vrijgelaten uit de gevangenis. In de tijd die hij in de gevangenis zat ging hij schrijven. Hij schreef het boek “Mein Kampf” waarin hij onder meer schreef over zijn ideeën, over propaganda, buitenlandse politiek enz. Er werden twee delen uitgebracht. Er werden er eerst nog niet veel van verkocht, maar later in de jaren ’30 opeens tóch wel. Na zijn gevangenisstraf kreeg hij in veel gebieden van Duitsland een verbod om daar in het openbaar te spreken. Toch was die tijd ook belangrijk geweest voor hem. Hij kon zo namelijk gaan bedenken hoe hij verder moest en wat hij zou gaan doen om weer te proberen aan de macht te komen. Hij ontwikkelde zich weer verder als leider van de extreem-rechtse beweging om zo tussen 1925 en 1929 de absolute heerschappij te krijgen in de NSDAP. Hitler bleef op dezelfde manier zijn toespraken houden en de aandacht trekken van mensen als in de tijd voordat hij in de gevangenis zat. En nog steeds lukte het hem door bijvoorbeeld veel propaganda. Er was geen andere leider die zo goed de mensen tot een eenheid kon maken als Hitler dat deed. Er was in het land een verbod op de NSDAP. Hitler moest ervoor zorgen dat die opgeheven zou worden, omdat hij anders niet meer aan de macht zou kunnen komen. Na een tijd lukte het om het verbod op te heffen, maar hij moest beloven dat hij nooit meer een staatsgreep zou plegen. Hitler moest de NSDAP heroprichten. Er was veel belangstelling voor zijn partij. Voordat Hitler in de gevangenis zat kwamen zijn aanhangers vooral uit Beieren, maar daar moest ook verandering in komen. Hij wilde dat om meer aandacht te kunnen krijgen voor zijn partij en proberen om zijn partij de machtigste in het land te maken. In 1925 schreef hij ook een artikel waarin hij schreef dat verschillende politieke groepen elkaar niet meer moesten beschuldigen, maar dat ze moesten leren van fouten uit het verleden en dat ze zich meer op de toekomst moesten richten. Op 27 februari 1925 hield Hitler zijn eerste toespraak sinds één jaar en vier maanden. Ruim drie uur van tevoren was de zaal alweer propvol. Er zaten ruim 3000 mensen in, en ook nog een paar duizend mensen stonden buiten. Aan het eind van zijn lange toespraak barstte de zaal los en riepen ze allemaal dingen uit (o.a. “Heil-geroep”). De mensen begonnen ook opeens het Duitse volkslied te zingen. Hitler had dus alweer vele aanhangers. Nog een reden voor zijn succes was dat hij een heel goede toneelspeler was. Bijna alles wat hij deed en wat er gebeurde tijdens zijn “optredens”, was vaak van tevoren gepland en werd zo uitgevoerd. Ook gebruikte Hitler veel gebaren wat de toespraken aantrekkelijker maakte. Hij was een echt natuurtalent. Hij maakte ook veel gebruik van spanning in zijn toespraken. Altijd koos Hitler weer de juiste momenten om bepaalde dingen te zeggen, en het zo goed tot de mensen proberen door te laten dringen wat hij zei. Doordat Hitler al een grote invloed had op zijn aanhangers, begon hij bij de bijeenkomsten daarna steeds meer en steeds nadrukkelijker over de Joden te spreken. Dat was natuurlijk niet positief. Ook zei hij: “De jood is en blijft onze vijand van het leven.” Velen van zijn aanhangers geloofden dat ook door de manier die hij gebruikte om het hen duidelijk te maken. De verkiezingen op 20 mei 1928 gingen voor de nazi’s heel slecht. Ze kregen maar 2,6% van de stemmen. De linkse partijen deden het allemaal beter dan het extreem rechtse NSDAP. Dat kwam door de toenemende welvaart. De meeste stemmen kwamen van de boeren van het platteland. Die kregen het juist steeds moeilijker en dus probeerde de partij daar veel stemmen te krijgen door middel van de propaganda en door de organisatie op het platteland af te stemmen. In 1929 was er in Amerika een grote crisis. Ook Duitsland kreeg er na verloop van tijd mee te maken. De industriële productie, de prijzen en lonen daalden allemaal snel. Er kwamen steeds meer protesten van de Duitse inwoners. Dat was dus Hitlers grote kans om toe te slaan. Hitler maakte er dankbaar gebruik van en kon het volk wat rustiger maken en zo weer meer invloed krijgen. Eind 1929 waren er deelstaat-verkiezingen. Het kon ook niet anders of de NSDAP haalde dit keer wél veel stemmen van de bevolking. De partij kreeg maar liefst 107 zetels. De NSDAP was in één keer de tweede grootste partij geworden van Duitsland. Bijna 6,5 miljoen mensen hadden op Hitlers partij gestemd. De mensen ontkwamen dus niet meer aan de propaganda van Hitler. Rijkspresident von Hindenburg was in april 1932 al bijna aan het eind van zijn 7 jarige ambtstermijn. Maar omdat het zo slecht ging in het land werd er verschillende malen geprobeerd om hem als Rijkspresident te behouden, om zo niet voor nog meer onrust te zorgen onder de bevolking. Als von Hindenburg nog een tijd extra Rijkspresident zou zijn zonder dat daarvoor verkiezingen nodig waren, moest er een verandering komen in de grondwet. Tweederde van de mensen in de Rijksdag (soort Duitse regering) moest het dan wel daarmee eens zijn. Maar dat was de NSDAP niet, en die alleen al waren meer dan éénderde van de Rijksdag. Dus het kon niet doorgaan. Hitler stelde zich toen kandidaat voor president. Er moest nog wel wat veranderen, want Adolf Hitler had namelijk nog niet de Duitse nationaliteit. Hij had al die tijd al een Oostenrijks paspoort. Als hij geen Duitse nationaliteit had, zou hij nooit president kunnen worden van Duitsland. Hij kreeg dus de Duitse nationaliteit. Uiteindelijk kreeg Hitler bij de verkiezingen om het presidentschap 37% van de stemmen. Von Hindenburg werd herkozen met 53% van de stemmen. Maar toch was het weer een pluspunt voor Hitler en de NSDAP. Ze hadden ruim 13 miljoen stemmen gekregen en dat betekende dat zijn aanhang nog steeds groeide. Eind 1932 en begin 1933 vonden er veel gesprekken plaats tussen Hitler, Rijkskanselier Schleicher, voormalig Rijkskanselier Franz von Papen en bankier Baron Kurt von Schröder die voorstander was van de nazi’s. Hitler vertelde hen dat hij voorlopig tevreden was met een taak die iets lager lag dan kanselier van Duitsland, terwijl hij dat eerder niet wilde. (Een kanselier heeft in Duitsland meer macht dan de president, net als hier de premier meer te vertellen heeft dan de koningin.) Hitler leek dus bereid om deel te nemen aan een coalitie-regering van de rechtse partijen. Toch had von Hindenburg nog altijd niet het volledige vertrouwen in Hitler en zijn partij. Hij wist dat Hitler eigenlijk als doel had om nog steeds kanselier wilde worden. Via von Papen liet van Hindenburg weten dat hij dat nog steeds niet toe zou laten. Daardoor werd Hitler kwaad en wilde geen verdere besprekingen. Maar Schleicher dacht dat Hitler na de laatste bespreking geen Rijkskanselier meer wilde worden maar gewoon minister. Von Ribbentrop (soort tussenpersoon uit de regering) zorgde ervoor dat er toch nog een bespreking kwam, maar Hitler stelde zich hard op, want hij moest en zou kanselier worden en eiste het kanselierschap op. Huidig Rijkskanselier Schleicher wist toen dat zijn positie als Rijkskanselier in gevaar zou komen en verwachtte een motie van wantrouwen tegen de regering. Hij wist dat dat in zijn nadeel zou zijn. Schleicher en het hele kabinet dienden toen hun ontslag in. Hitler bleef maar doorgaan en nam een aantal mensen uit het vorige kabinet op in zijn eigen regering die de Rijkspresident wel in het kabinet wilde. Von Hindenburg was toen opgelucht dat Hitler zijn plannen en eisen een beetje had veranderd en wilde nu best een kabinet hebben met Hitler aan het hoofd. Alleen wilde Hitler nog wel dat er een wet zou worden ingesteld waardoor hij kon regeren zonder dat de Rijksdag en de president mee hoefden te beslissen. Adolf Hitler moest dus op 30 januari 1933 een ambtseed afleggen, waarna hij door een juichende menigte werd ontvangen. Na die tijd veranderden er veel dingen. Hij deed dat opvallend snel. De politieke tegenstanders van Hitler werden binnen zes maanden gearresteerd. Al snel stelde hij een verbod in op alle tegenpartijen van de NSDAP. Daardoor was zijn partij de enige grote partij die nog overbleef. In zijn eigen aanhang kwam er wat onrust door een aantal personen. Hitler tolereerde dat niet en ze werden vermoord. Bijna alle organisaties hadden zich inmiddels aangepast aan Hitlers beleid. Dingen die nog met democratie te maken hadden en dingen waardoor je een andere mening zou kunnen krijgen dan de nazi’s, werden snel vervangen. Alles moest gelijk zijn. Gelijk zijn aan wat Hitler wilde. Het lukte doordat burgers redelijk/goed meewerkten. Ook het leger kreeg Hitler onder zich. Waarschijnlijk konden ze alleen zo de rust in het land bewaren. Het was opvallend hoe weinig hij ervoor hoefde te doen om zijn macht uit te kunnen breiden. Hitler was nu geen partijleider meer, maar een leider van het land. Doordat het voormalige parlement had gefaald, zorgde ervoor dat de mensen makkelijker te beïnvloeden waren door een andere leider. In dit geval dus Hitler die beweerde dat hij een unieke missie had voor het land. Von Hindenburg en Hitler kwamen na een tijdje overeen met het besluit dat de Rijksdag opgeheven zou worden. Hitler had toen een aantal plannen: - De economie weer op orde zou brengen - De Duitse boeren zouden het makkelijker krijgen - Er zou geen werkeloosheid meer zijn - Hij wilde met hulp van het Duitse volk strijd voeren tegen het Verdrag van Versailles - De dienstplicht moest weer worden ingevoerd - Onder de dienstplichtigen mochten zich bijv. geen joden bevinden - Wederopbouw van het leger
En als één van de belangrijkste dingen: - De status van Duitsland als grootmacht in ere herstellen

Maar hij vertelde er niet bij hoe hij dat zou doen. Enige tijd later ging Hitler tijdens de verkiezingscampagne weer door met het voeren van propaganda. Op plaatsen waar de nazi’s de macht hadden werden mensen onderdrukt die het niet met Hitler eens waren. Er ontstonden af en toe wat gevechten tussen de nazi’s en hun tegenstanders. Hitler hoefde nooit zelf op te treden tegen het geweld, want dat deden de nazi-leiders wel. Vele mensen zagen hem als een goede leider voor het Duitse volk. Hij trad hard op tegen mensen die voor onrust zorgden. Als hij dat vol kon houden zou hij bij de verkiezingen van de Rijksdag op 5 maart 1933 veel vertrouwen krijgen van een groot deel van de bevolking. Maar op 27 februari werd de Rijksdag in brand gestoken door een communist. Hitler en de nazi’s hadden al verwacht dat er zoiets kon gebeuren. Maar het kwam precies op het goede moment. Er werd toen gezegd dat het “een teken van God” zou zijn, waardoor Hitlers populariteit weer toenam. Op 6 maart 1933 was de uitslag van de verkiezingen bekend. De nazi partij kreeg maar liefst 43,9% van de stemmen waardoor ze de meeste macht zouden hebben in de nieuwe Rijksdag. Hitler beloofde dat het land beter zou worden dan ooit tevoren. Aan het eind van 1933 had Hitler zo goed als de totale dictatoriale macht. Het “partijleger” van Hitler, de SA, had hem daar dus heel goed bij geholpen. Maar in 1934 ging het eigenlijk al mis. De economie was slecht en er waren vaak niet genoeg grondstoffen om de spullen te maken die Hitler had beloofd. Veel van zijn aanhangers verloren wel wat vertrouwen in hem, maar toch bleef een groot deel hem ook trouw. De reden daarvan was dat ze anders alleen konden overstappen naar het “Bolsjewisme”, wat voor de meeste mensen een slecht alternatief was. Toch was Hitler nog wel tevreden. In 12 maanden tijd had hij er namelijk voor gezorgd dat er een eind kwam aan de Weimarrepubliek, de democratie had hij vervangen door zijn dictatuur, zo ongeveer alle politieke partijen waren uitgeschakeld, de vakbond afgeschaft, joden uit het openbare leven verdreven, vrije meningsuiting en vrije pers was afgeschaft en voor veel gelijkheid gezorgd. Er ontstond weer een probleem. Ernst Röhm en de SA dreigden populairder te worden dan Hitler. Hitler vond dat natuurlijk niet leuk, en vloog op een nacht naar de plaats waar hij Röhm en zijn vrienden vond. In hun slaap werden ze wakker gemaakt en uiteindelijk allemaal doodgeschoten. In die nacht waren er waarschijnlijk meer dan 1000 mensen vermoord die tegen Hitler waren, waarop hij een dag later zei dat iedereen voorgoed moest weten dat als hij/zij een hand tegen de staat opheft, dat de dood diegene dan zonder twijfel zal komen halen. Intussen lag von Hindenburg op sterven. Hij was 87 jaar en stierf toen. Op die dag werd bekend gemaakt dat de functies van president en Rijkskanselier samengevoegd werden. Hitler zou dus vanaf dat moment echt de totale macht hebben. Hitler stond vanaf dat moment bekend als Führer en Rijkskanselier. Hij liet zijn officieren en alle andere manschappen een eed afleggen waardoor ze hem beloofden gehoorzaam te zijn. In het vervolg was het verboden om, op plaatsen waar vrouwen bij waren, te praten over de politiek. En overal waar Hitler ook maar aanwezig was, moest men op hun woorden passen om ervoor te zorgen dat ze niets zouden zeggen wat Hitler niet wilde horen. Beetje bij beetje lukte het Hitler uiteindelijk om Duitsland weer snel militair sterk te maken. Dat ging soms wel ten koste van de vrijheid die sommige mensen hadden. Ze moesten zich voor 100% inzetten voor de dingen die Hitler van hen eiste. Ook verdween de werkeloosheid bijna totaal. Het toerisme ontwikkelde zich waardoor Duitsland weer een wat betere economie kreeg. In 1936 kwamen de Olympische Spelen naar Berlijn. In andere landen wist men dat er in Duitsland veel discriminatie was en dat de joden ernstig werden bedreigd. Er waren een aantal landen die de Spelen niet door wilde laten gaan. Ook de Nederlandse sporters wilden eerst niet naar Berlijn gaan. In de VS was het het ergst. Ze wilden echt niet gaan als de joden niet mee mochten doen in de Duitse Olympische ploeg. Duitsland stemde daarmee in, maar daar kwam weinig van terecht. Er zat namelijk maar één half joodse vrouw bij de Duitsers. Een ander punt waar de nazi’s op moesten toegeven, was dat ze alle aanplakbiljetten en borden met antisemitische teksten weg moesten halen in Berlijn. Bij de opening van de Olympische Spelen werden naast de normale Olympische symbolen, ook symbolen gebruikt van de nazi’s. De laatste drager van de Olympische fakkel liep tussen 110.000 soldaten die in het gelid stonden. Allemaal stonden ze klaar met de Hitlergroet. Boven het Olympische stadion vloog ook de zeppelin de Hindenburg. Daaronder hing een hele grote nazi-vlag. Hitler had ook alles wat met de Olympische Spelen te maken had, laten voorzien van allerlei tekens van de nazi’s en ook hakenkruisen. Hitler zelf reikte bij de Spelen de medailles uit aan de winnaars. Hij deed dat echter niet bij de joden en negers. Hitler probeerde dus op allerlei manieren van Duitsland een totalitaire dictatuur te maken. O.a. door propaganda, censuur, het verdrijven van alle mensen die hem tegenspraken en zelfs via de Olympische Spelen. Ook kon hij heel goed dingen op mensen overbrengen door toespraken, zodat die zouden gaan geloven wat hij hen allemaal vertelde. Voor het overgrote deel was Hitler erin geslaagd om van Duitsland een dictatuur te maken. Hij kon het alleen niet écht waarmaken dat Duitsland weer een echte wereldmacht zou worden, want de 2e WO werd door de Duitsers toch verloren...

REACTIES

L.

L.

veel tekst das nie gezond!! :)

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.