Het geloof van het Oude Egypte

Inhoudsopgave

1. Inleiding
2. Hoe zagen de Egyptenaren de wereld?
3. Leven na de dood
4. Dierengoden en goden

1. Inleiding

Dit werkstuk gaat over de natuurgodsdienst van Egypte. Ik vond het wel interessant om te kiezen als onderwerp.
Ik heb in bepaalde boeken opgezocht welke goden er allemaal zijn en dat zijn er best veel! Daarom heb ik er maar een paar in dit werkstuk vermeld.
Egyptenaren hadden voor alles wat met de natuur te maken had, goden.

Zelf ben ik ook nog naar het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden geweest. Het ging over dierenmummies.
Daar ontdekte ik dat het leven na de dood heel belangrijk was voor de Egyptenaren.
De dieren en mensen werden daarom ook gemummificeerd, omdat de Ka (de geest) van de gestorven persoon een lichaam en huis nodig had om in te kunnen leven.

2. Hoe zagen de Egyptenaren de wereld?
In het Egyptische geloof ging men steeds uit van tegenstellingen, zoals:
goed - slecht
vruchtbaar - dor
orde - chaos
leven - dood

Omdat de Egyptenaren dichter bij de natuur leefden dan wij, ervaarden ze de veranderingen en de terugkerende patronen van de natuur.
De Egyptenaren zagen in de natuur dingen die zich steeds herhaalden, bijvoorbeeld:
Opkomen en ondergaan van de zon.
Jaarlijks overstromen van de Nijl.
 Als de Nijl niet zou overstromen zou er hongersnood komen en er kwam dus chaos in het land in plaats van orde. Ze probeerden de goden tevreden te stellen, want zij moesten er voor zorgen dat alles goed bleef gaan in de natuur.

Via de priesters kon je in contact komen met de goden. De belangrijkste priester was de Farao. Een van zijn namen was “De verdediger van de kosmos”. (Kosmos betekent het heelal of universum).
De kosmische orde noemden ze ook wel 'Maat'. 'Maat' werd afgebeeld als een godin met een veer op haar hoofd. Zij zorgde voor de orde in de kosmos. Op veel Egyptische afbeeldingen zie je dat de Farao een veer of een beeldje aan Maat aanbiedt als offer.
Dit ritueel (het aanbieden van de veer) was het allerbelangrijkste ritueel in de Egyptische godsdienst.

3. Leven na de dood

De Egyptenaren geloofden in leven na de dood.
Het leven na de dood zou zelfs beter zijn dan het leven op aarde.
Als de heerser van het land, de Farao, stierf werd hij zorgvuldig gemummificeerd en daarna in een prachtige kist gelegd. Hoe rijker de Farao was, des te rijker was zijn kist: in de kist zaten dan weer andere kisten die prachtig versierd waren met goud en schilderingen.
Dit heb ik gezien in het Museum voor Oudheden te Leiden, waar een hele mooie collectie Egyptische kunst te zien is.
Ook werden er bij zijn graf allerlei kostbaarheden gelegd, zoals goud, amuletten. Soms konden er ook poppetjes van zijn dienaren bij zijn graf staan, zodat deze weer de Farao konden dienen in zijn leven na de dood!
Het graf was dus eigenlijk een soort kopie van zijn eigen dagelijkse omgeving, waar zijn geest, zijn Ka kon voortbestaan. Naast een woning had de Ka ook een lichaam nodig om in te wonen. Het is daarom dat de lichamen van de overledenen gebalsemd werden.
Minder rijke mensen (zoals boeren) konden zich op een natuurlijke wijze laten mummificeren. Ook zij kregen allerlei spullen mee, maar natuurlijk minder kostbaar dan dat van de Farao.

4. Dierengoden en goden

In de Egyptische godsdienst waren er heel veel goden. Iedere god had zijn eigen betekenis.
Hier een aantal belangrijke goden.

God Hoofd/dier Wat deed de god
Anoebis (of Anpoe) Jakhals/hond God van de dood.
Ra (Re) Valkenkop Zonnegod, beschermer van mens, de overwinnaar van het kwade en de duisternis.
Thot Ibiskop God van de wetenschap, taal, schrift en rekenen.
Osiris - God van de onderwereld. Getrouwd met zijn zus en zijn vrouw, Isis.
Horus Havikskop de beschermer van Egypte
Hapy - de God van het water