Deelvraag 1: Hoe en waar is Hannie opgegroeid?
Jannetje Johanna Schaft is op 16 september 1920 in Haarlem geboren. Haar roepnaam is Jo of Jopie. Ze groeit op in een klein, normaal gezin. Jo heeft een zus Annie. Annie is 5 jaar ouder als Jo. Jo gaat net als de meeste andere kinderen naar de kleuterschool. Onwetend wat er met de wereld en met haar zou gaan gebeuren tekende Jo een tekening met een huis. Op de gevel van dat huis stond VREDE.
In december 1927 overlijdt Annie op 12 jarige leeftijd aan difterie, een ernstige keelontsteking. Het gezin stort in. Jo wordt nu nog meer beschermd door haar ouders. Haar ouders zijn als de dood dat haar iets overkomt. Na het overlijden verhuizen ze naar de statige buurt achter Haarlemse Kleverpark, in de Van Dortstraat nummer 60. Jo komt daar op de Tetterodeschool. Ze blijkt een uitstekend leerling te zijn. Ze legt alleen moeilijk contact met anderen, ze is een één-pitter. Ze was na de Tetterodeschool wijs genoeg om het gymnasium te doen, alleen haar ouders vonden te fietstocht te lang, ze waren te angstig. De keus valt daarom op de 2de HBS-B op het Santpoorteplein vlakbij het huis in de Van Dortstraat. (Ze wordt door familie Jo genoemd maar ik noem haar vanaf nu Hannie). Ze komt daar in september 1932 op school, waar ze fanatiek en enthousiast van start gaat. Ze blijft op deze school ook heel geïsoleerd. Hannie werkte te hard en te veel volgens haar moeder, daarom hoefde ze niet meer mee te doen aan bewegingsoefeningen. Thuis praat de familie Schaft veel over de politieke gebeurtenissen, en ook over de macht van Hitler in Duitsland. Ze maakten zich zorgen over Hitler en zijn nationaal- socialisme; ook over Mussert en zijn NSB- bewegingen in Nederland. Op school blijkt Hannie een kei te zijn in de talen, aardrijkskunde, geschiedenis en staatshuiskunde. In 1937 slaagt Hannie en haalt een gemiddelde van een 8. Het was de bedoeling dat ze door ging leren voor lerares, alleen zag ze daar vreselijk tegen op. Er werd gekozen voor rechtenstudie. Om op het rechtenfaculteit te worden toegelaten moet ze staatsexamen Latijn en Grieks halen. Bij een gepensioneerde gymnasiumrector studeert Hannie van ’37 tot ’38 Latijn en Grieks. Aan het eind van het seizoen haalt ze met vlag en wimpel het benodigde papiertje. Hannie laat zich in 1938 aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam inschrijven. Ze wordt ook lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studentenvereniging. Al snel is Hannie niet meer geïsoleerd.
Binnen de vereniging richtte ze met een aantal studentes een nieuw dispuut op. Over de discussies hierin vertelde een studente: 'Jo nam daarbij een vooraanstaande plaats in. Wat haar politieke overtuiging betreft, ze was behoorlijk rood en daar durfde ze wel voor uit te komen. 'n Virulent type. Altijd giftig tekeer tegen alles wat onrecht in de wereld was. In diezelfde periode verkeert de wereld en vooral europa in grote spanning. De macht van Adolf Hitler in het Duitsland van zijn Derde Rijk lijkt niet meer te stuiten. Op 10 mei 1940 breekt de oorlog uit. Hannie gaat net als vele andere door met studeren. In Juli 1940 haalt Hannie haar kandidatenexamen. Om niet steeds heen en weer te hoeven reizen, gaat Jo met twee joodse studenten vriendinnen samen wonen. Op een zolder die ze van een oude dame huren, in Amsterdam-Zuid in de Michelangelostraat 59. Haar vriendinnen heten Sonja en Philine. In oktober 1940 wordt duidelijk dat door het instellen van de ariërverklaring de joden vervolging begonnen is. De bezetters gaan nog een stap verder en verwijdert eind november alle joden uit de overheidsdienst. Intussen groeide Hannie's woede tegen de Duitse bezetters. Sonja en Philine werden in toenemende mate getroffen door de anti-joodse maatregelen. Toen zij een gele ster moesten gaan dragen en zeer beperkt werden in hun bewegingsvrijheid, stal Hannie twee persoonsbewijzen van niet-joodse vrouwen in een zwembad. Bij deze twee bleef het niet. Verder stuurde ze pakjes naar Westerbork en andere kampen.
Haar eigen leven veranderde ingrijpend toen de Duitsers van alle studerenden een loyaliteitsverklaring (1943) eisten. Dit betekende voor Hannie het einde van haar studie. Een vriendin vertelt hierover: 'Ze vond het ondenkbaar, dat je als goede Nederlander zo'n papier zou ondertekenen. Het was een kwestie van solidariteit, niet alleen tussen alle studenten, maar ook met de groepen die in ons land veel erger onderdrukt en weggevoerd werden.'
In het voorjaar van 1943 vertrok Hannie met Sonja en Philine, die ze bij haar ouders wilde laten onderduiken, naar Haarlem.
In Haarlem sloot ze zich aan bij de linkse sabotagegroep de Raad van Verzet, om meer, actiever verzet te bieden. De RVV had er al diverse sabotageacties en aanslagen opzitten. De zusjes Truus en Freddie Oversteegen maakten deel uit van deze groep. Ook de felle Jan Bonekamp die vrouw en kind verliet om zich aan de strijd tegen de Duitsers te wijden. Vooral voor de laatste had Hannie grote bewondering.
Haar ouders bracht ze niet op de hoogte van haar verzetsactiviteiten. Voor hun veiligheid en die van hun onderduikers mochten zij zo weinig mogelijk weten.
Sonja hield het echter niet lang vol in haar 'vrijwillige' gevangenschap. Ze probeerde naar Zwitserland te vluchten maar werd, zo bleek later, in Frankrijk verraden. In Auschwitz kwam ze om het leven.
Jan Bonekamp
Op 16 april 1943 was er een bombardement op de Amsterdamse Buurt in Haarlem. Er werd een groot deel verwoest. De RVV-er Jan Bonekamp werd hierdoor nog fanatieker in het verzetswerk.
Deelvraag 2: Welke acties hielden de verzetsstrijders, Hannie dus ook?
Na instructies over wapens en een schietles was Hannie gereed voor haar eerste actie. Ze kreeg de opdracht een man van de Sicherheits Dienst neer te schieten. Toen ze de trekker overhaalde klonk er in plaats van een schot een klik, er zaten geen kogels in het pistool. Hannie had een 'proef van bekwaamheid en betrouwbaarheid' afgelegd waar ze erg kwaad over werd.
Truus Oversteegen over het verzetswerk: ‘We streden alleen tegen echte fascisten, niet tegen onschuldige mensen. Zo hebben wij bijvoorbeeld het kidnappen van de kinderen van Seyss Inquart geweigerd.’( Seyss Inquart was de Reichskommissar van Nederland, die meewerkte aan de deportatie van joden en aan de Arbeitseinsatz).
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden