Opdracht
- Bespreking van het ontstaan van Gent
- Lam Gods: situering, het onderwerp, typische kenmerken van schilderkunst
- Sint-Baafskathedraal: Situering, verschillende delen van de kerk, kenmerken van bouwkunst, gotische bouwkunst
Inleveringdatum: 29 april
Bronnen:
- Internet: Site van Gent (www.gent.be) en via zoekrobots
- Encarta encyclopedie
- Boeken: Het Lam Gods, Gent, Van Eyck het Lam Gods, Dossier Lam Gods, boeken over de Sint-Baafskathedraal
De Sint-Baafskathedraal
De Sint-Baafskathedraal te Gent is om meerdere redenen een uitzonderlijk monument en een kerk om lief te hebben. Ze ligt midden in het historische centrum van deze eertijds machtige grafelijke stad en is er met haar krachtige toren het harmoniërende* en culminerende* punt van.
De eerste vermelding van deze oudste parochiekerk van Gent dateert van de 10de eeuw. In 942 werd binnen de nieuwe portus een bidplaats gebouwd, vlakbij de drukke aanlegplaats aan de Nederschelde. De kerk werd in de 11de eeuw herbouwd en verruimd. Van deze bidplaats is niets bewaard.
Omstreeks het midden van de 12de eeuw werd op dezelfde plaats een Romaanse kerk in kruisvorm met een crypte* gebouwd. De Romaanse kerk werd geleidelijk aan afgebroken en vervangen door een gotische kerk, waarvan de bouw in drie grote fasen verliep. In het begin van de 14de eeuw werd het koor vernieuwd. Hier is de invloed van het noorden van Frankrijk en van de Scheldegotiek onmiskenbaar. De kooromgang en de koorkapellen dateren uit het begin van de 15de eeuw. Tijdens de tweede bouwfase (1462-1538) werd de imposante westertoren in Brabantse gotische stijl opgetrokken. In 1533 werd begonnen met de derde fase: de bouw van het schip.
Nadat de kanunniken van de afgeschafte Sint-Baafsabdij in 1540 aan de Sint-Janskerk werden toegevoegd, werd ze een collegiale kerk. Met de oprichting van het bisdom Gent in 1561 werd de collegiale Sint-Baafskerk verheven tot kathedraal. Zowel in 1566 als in 1578 werd de kerk geplunderd door de beeldenstormers. In 1602 verwoestte een blikseminslag de vieringtoren en de zijtorens. In 1640 brandde het dak volledig af. In de daaropvolgende eeuwen onderging de kathedraal belangrijke vernieuwingen en restauraties. De kathedraal is indrukwekkend met zijn driebeukige ruimte met koor, dwarsbeuk, kooromgang en kranskapellen. Het koorgedeelte met triforium en de vrij grote vensters is opgetrokken in Franse hooggotiek. Het schip met zijn kleinere vensters en grotere muurvlakken vertoont de kenmerken van de Brabantse laatgotiek.
Tot de belangrijkste kunstschatten behoren de monumentale rococopreekstoel van Laurent Delvaux (1745), de praalgraven van enkele Gentse bisschoppen in het koor, de Bekering van Sint-Bavo door Pieter Paul Rubens en het wereldberoemde veelluik Het Lam Gods. In de crypte zijn twee beuken van de Romaanse kerk uit de 12de eeuw nog duidelijk te onderscheiden. De huidige gotische zijbeuken, koor-, zij- en kranskapellen dateren van de 14de en de 15de eeuw. De muurschilderingen gaan terug tot de 15de en de 16de eeuw. Pas in de loop van de 16de eeuw werd de Sint Baafskerk tot kathedraal verheven,korte tijd nadat de monastieke gemeenschap van de Sint Baafs abdij tot een college van seculiere kanunniken was omgevormt.
Het Lam Gods
De Vlaamse primitieven en de gebroeders van Eyck
Het ‘Lam Gods werd geschilderd door de gebroeders Van Eyck. Deze meesters worden door de kunstgeschiedenis tot de ‘Vlaamse primitieven’ gerekend. Hierbij horen ook de meesters Rogier van der Weyden, Dieric Bouts, Hans Memling, Hugo van der Goes en Justus van Gent.
Hubert Van Eyck, de oudste, werkt in Gent waar hij begint aan het Lam Gods-veelluik(1420). Na zijn dood voltooid zijn jongere broer Jan dit retabel, en vestigt hij zich in Brugge, waar hij gedurende de volgende jaren werkt in dienst van de Bourgondische hertog Filips de Goede. Jan van Ecyk werkte het schilderij in 1432 helemaal af. Het kunstwerk kreeg een plaats in de Sint-Baafs-Kathedraal.
Zoals algemeen bekend heeft van Eyck de olieverf niet uitgevonden maar zo revolutionair verbeterd, da zij niet alleen aan de basis ligt van zijn onovertroffen glanzend koloriet, maar ook aan dat van de beroemde Vlaamse schilderschool nadien, en van genieën als Bruegel en Rubens.
De aandacht voor de omringende wereld wordt een van de karakteristieken van het werk van de Vlaamse Primitieven waartoe Jan van Eyck behoort. Het zo realistisch mogelijk weergeven van de werkelijkheid, van de natuur of door mensenhanden gemaakte zaken, speelde een grote rol bij de Vlamingen. Het verbluffende vakmanschap waarmee Jan van Eyck dit deed, de manier waarop hij de juwelen uitbeeldde, de talloze bloemen en de planten op het monumentale Lam Gods in Gent, laten een diepe indruk achter bij iedereen die het ziet, zowel eeuwen geleden als vandaag de dag.
1) inleiding
Ieder die voor het eerst geconfronteerd wordt met het retabel* van het Lam Gods in het Gents Sint-Baafskathedraal, wordt meteen diep geraakt door de pracht van dit meesterwerk, dat zonder enige twijfel tot de toppunten van de schilderkunst uit de hele wereld behoort.
Vele mensen komen voor dit schilderij naar Gent. Het schilderij heet ‘De aanbidding van het Lam Gods’. De schilderijen zijn gemaakt op panelen van eikenhout. Het Lam Gods is opgedeeld met de hoofdstructuur van een drieluik, ingedeeld in 24 panelen. Drieluiken hebben veelal het bedoelde religieuze thema uit op het middelluik, en op de zijluiken de schenkers van het retabel.
Het Lam Gods bestaat dus uit 4 panelen: het middenpaneel God waarvan de hoogte 2.12 m en de breedte 0.83 m is.
Het rechterpaneel van Johannes De Doper, hiervan is de hoogte 1.69 m en de breedte 0.75 m.
Het linkerpaneel Maagd Maria bedraagt 1.69 als hoogte en 0.75 m als breedte.
In het totaal is de beschilderde oppervlakte 19.80 m², het gewicht is ongeveer 1300 kg.
Lam Gods, afgewerkt 1432 (Gent, St.-Baafskathedraal)(open met lijst ca. 375 x 530
2) De opdracht
Judocus Vyd, behoorde tot een zeer begoede familie van financiers. Hijzelf was een van de eerste poorters van de stad Gent, en nam een lange tijd deel aan het stadsbestuur. Zijn echtgenote Lysbette stamde uit een van de belangrijkste historische geslachten van de stad, dat van de Borluuts. Tussen 1410 en 1420 nam Vyd persoonlijk de financies op zich voor de restauratie van een de kranskapellen van de Sint-Janskerk. Deze kapel draagt thans zijn naam: Vydkapel. Bij die gelegenheid wilde hij, samen met zijn vrouw, ook een kostbare altaartafel laten vervaardigen.
Judocus Vijdt en zijn vrouw Lysbette Borluut
3) het onderwerp
Elisabeth Dhanens deed een studie Hubert en Jan van Eyck, hier schrijft ze: ‘De iconografie van het retabel moet in de eerst plaats beschouwd worden in de verhouding tot zijn eucharistische functie in het kader van de stichting: de dagelijkse mis ter ere van God, Zijn benedijde Moeder en al Zijne Heiligen, volgens de wisselende liturgie van de kerkelijke kalender… en dit alles in de voorspiegeling van de Eeuwige Liturgie en het Rijk van Christus in de uiteindelijke Euwige Zaligheid’ Opgevat als een liturgisch retabel, bleef het veelluik normaal gesloten. Maar tijden de liturgische plechtigheden op zon-en feestdagen werden de luiken geopend en werd Het Hemelse Jeruzalem zichtbaar. De fundatie van een eucharistie past perfect bij het thema van het Lam Gods. Christus, voorgesteld als een lam, is een frequent motief in de eucharistische symboliek.
4) de schilderkunst en de panelen
Het Lam Gods heeft als indruk door niemand gemaakt te zijn door de bijzondere schilderkunst van Van Eyck. Wat op het eerste gezicht zonder een spoor van een penseel en zo glad lijkt, wordt bij nader toezien zeer transparant en precies vanuit de penseeltoets zeer leesbaar en volgbaar.
Op het gesloten retabel wordt de messias in de bovenste nissen voorspeld door de oudtestamentische profeten Zacharias en Micheas, en door de antieke heidense sibillen van Eritrea en Cumae. Daaronder brengt de engel Gabriël de boodschap aan Maria. Uit de mond van de engel komen de woorden ‘Wees gegroet vol van genaden en de Heer is met U.’ Maria antwoord met de bekende woorden ‘zie de dienstmaagd des Heren’. Merkwaardig genoeg schildert van Eyck deze woorden omgekeerd, zodat zij rechtstreeks gericht zijn tot, en alleen te lezen door, de Heilige Geest die boven Maria’s hoofd zweeft in de vorm van een duif. In de nissen van het benedenregister links en rechts zitten de geknielde schenkers: Judocus Vijdt en Elisabeth Borluut. In het midden staan Johannes de Doper en Johannes de Evangelist.
In tegenstelling tot de soberheid en de stilte van het gesloten retabel, openbaart het geopende retabel “de glorie des heren in de hooglied van schoonheid.”
In het middenpaneel of centrale paneel zien we het lam dat op het altaar staat. Op dit paneel zijn deze dingen ook te zien: er zijn 4 groepen te onderscheiden. De eerste groep linksonder is een groep profeten van het oude testament. Rechtonder staat een groep van 14 personen: de 12 apostelen, Paulus en Barnabas. Achteraan staan 2 groepen vanuit de struiken om oook het Lam Gods te vereren: links een groep heiligen en rechts een groep vrouwen.
De bewuste nacht van 10 op 11 april in 1934 in de kathedraal, de nacht van de diefstal. Vermoedelijk liet de dief zich in de kathedraal insluiten. Binnenbreken in de Vijdkapel was kinderspel. Omstreeks kwart na elf ’s avonds zagen toevallige voorbijgangers een lichtschijnsel in de Vijdkapel. De dieven moeten op de hoogte geweest zijn dat de grisaille van Sint-Jan en de Rechtvaardige Rechters twee losse panelen waren. De diefstal zelf was heel geheimzinnig. De dief stuurde nadien zelfs brieven naar de politie. Daar stonden tips in om het paneel terug te vinden. We zijn nu meer dan 60 jaar laten. Het paneel werd nooit gevonden. Volgens sommigen is het ergens verborgen in de kathedraal zelf.
Synthesevragen:
1. Wanneer, door wie en voor wie (opdrachtgever) is het Lam Gods gemaakt?
2. Wat zijn de onderdelen van de panelen?
3. Kenmerken van de schilderkunst?
Het ontstaan van
De woorden in het vet zijn verwijzingen naar de vooraf geziene leerstof in het geschiedenisboek
1) Economische grootmacht op samenvloeiing van Leie en Schelde
Zijn karakter van middeleeuwse grootstad dankte Gent aan de productie van wollen luxelakens en zijn uitgestrekte ligging aan de samenvloeiing van de twee belangrijkste rivieren in Vlaanderen met hun goede mogelijkheden voor het handelsverkeer.
Op die plek, waar de beide rivieren samenkomen, was het dat de wieg had gestaan van Gent*.Die gunstige ligging heeft hier al sinds de prehistorie mensen samengetrokken. De steden die in de Middeleeuwen belangrijk en groot waren, zijn over het algemeen ontstaan op gunstig gelegen plaatsen.
Het gebied aan de samenvloeiing van de Leie en Schelde was al zeer vroeg bewoond. Het aanzienlijke gebouw dat Blandinium* werd genoemd fungeerde daar allicht als centrum van een grote landbouwuitbating. De grote Germaneninvallen van 406-407 betekenden het einde van de Romeinse bezetting. In de valleien van Leie en Schelde vestigden zich daarna voorgoed Germaanse volkeren die men tot Salische Franken rekent.
Het verblijf van de geloofsverkondiger Amandus in de jaren 629-639 betekende een belangrijk keerpunt. Hij was een voormalige edelman, afkomstig uit de Franse landstreek Aquitanië. Hij kwam met brieven van de Frankische koning Dagobert I, waardoor het hem toegestaan was de bewoners van de Gentse regio desnoods te dwingen zich te laten dopen. Zoals vele van zijn tijdgenoten zal de ondernemende Fransman per schip hebben gereisd lang Leie of Schelde. Maar toen hij aan wal wou gaan bij Ganda*wierp de vijandige bevolking hem terug in het water. Hij trok zich dan wat verderop lang de Schelde enig tijd terug, vermoedelijk op de Blandijnberg, de plaats waar later de Sint-Pietersabdij zou verrijzen. Tot een plaatselijke gezagdrager op zekere dag in Ganda een terdoodveroordeelde liet ophangen. Amandus liet hem overbrengen naar een kloostertje en door gebed wist hij hem weer tot leven te wekken. Dit mirakel was blijkbaar zo overtuigend, dat de inwoners van de streek zich vrijwillig lieten dopen.
Amandus stichtte er ca. 630 een abdij, Sint-Baafs genoemd, terwijl een aantal van zijn leerlingen enkele tientallen jaren later de Sint-Pietersabdij stichtte. Toen de beide Gentse abdijen later mekaars grote rivalen waren, hebben zij zich verbeten ingespannen om hun ‘eerstgeboorterecht’ te bewijzen. Diefstal van relikwieën* en vervalsing van oude oorkonden waren eeuwenlang schering en inslag.
De beide abdijen richtten de eerste kerken op voor de landelijke domeinbewoners, namelijk Sint-Martinus op Ekkergem en Heilig-Kerst vlakbij de Sint-Baafsabdij. Sint-Pieters en Sint-Baafs kenden een tijd van hoge bloei onder de regering van keizer Karel de Grote.
Met hun nieuwe instellingen schiepen de kerkelijke en de wereldlijke overheid orde en een gevoel van veiligheid. Er ontstonden dan ook verschillende bevolkingskernen in de Gentse regio. Zulk een dorp bestond na 650 ook al aan de Reep, in de buurt van de huidige Sint-Baafskathedraal. Hier alleszins moeten ook marktkramers en handelaars regelmatig hun vreemde koopwaar hebben aangevoerd langs het Scheldewater. Althans zolang er voldoende veiligheid heerste in het land.
Donkere tijden braken aan ten gevolge de invallen van de Vinkingen, Scandinavische krijgers die met hun snekken de Schelde kwamen opgevaren.Tijdens hun moordende rooftochten in de jaren 879-883 plunderden en vernielden de geduchte Noormannen de twee Gentse abdijen. Het nog maar pas ontluikende Gent werd alweer van de kaart geveegd.
Einde 9de-begin 10de eeuw was de linkeroever van de Leie een versterking ontstaan, waarvan het huidige Gravensteen het zwaartepunt vormde. In de schaduw van deze versterking is zich de tweede en definitieve koopliedennederzetting gaan vormen. In 1127 verkregen de Gentenaars van de graaf een eigen schepenbank en in 1128 speelden zij voor het eerst een politieke rol in het graafschap Vlaanderen.
De stad groeide uit tot een economische grootmacht. De haven van Gent aan de Graslei werd een centrum van handelsactiviteiten met het hele Europese hinterland. De textielproductie en handel zullen ertoe leiden dan Gent in de daaropvolgende eeuwen na Parijs de grootste stad ten noorden van de Alpen wordt.
2) Patricische families op de schepenbank
Tot op het einde van de 13de eeuw bezette een beperkte groep patricische families de stedelijke schepenbank. Hiertegen ontstond bij de textielarbeiders in het laatste kwart van de 13de eeuw een groeiend verzet. Pas na de Guldensporenslag (1302) kwam een democratisch bestuur tot stand en sindsdien en berustte het stadsbeleid meestal in handen van de volksklasse. Toen de Vlaamse graaf bij het uitbreken van de Honderdjarige oorlog (1337) de zijde van Frankrijk koos, zette Engeland de woltoevoer stop. De crisis in de textielindustrie die daar het gevolg van was, kon worden bedwongen door het optreden van Jacob van Artevelde. De sociale verzoening die Artevelde tijden zijn bedwind nastreefde, mislukte echter. Hij werd vermoord (1345) door de weverspartij, die de macht in handen nam, tot de nieuwe graaf, Lodewijk van Male, haar positie kon breken. In 1379 brak een opstand uit tegen Lodewijk van Male, die pas onder het bewind van Filips de Stoute eindigde. Ondanks hun nederlaag te Westrozebeke (1382), waar Filips van Artevelde sneuvelde, verkregen de Gentenaren bij de Vrede van Doornik (13 december 1385) amnestie* en mochten zij hun privileges behouden. Van 1100 tot 1500 speelde Gent een vooraanstaande rol onder de belangrijkste steden van Noordwest-Europa. Men schat het aantal inwoners van de 13de tot de 15de eeuw op ongeveer 65.000.
3) 1350-NU
Vanaf 1350 nam het verval van de lakennijverheid toe, grotendeels ten gevolge van de concurrentie met Engeland. Onder de Bourgondische hertogen trachtte de stad haar bevoorrechte positie in Vlaanderen te behouden, waardoor het herhaaldelijk tot botsingen kwam.
In de jaren twintig van de 15de eeuw gaf de Gentse voorschepen, Judocus Vijdt aan de gebroeders van Eyck de opdracht om het Lam Gods te schilderen, een hoogtepunt in de Europese schilderkunst.
Door de gemeentelijke herindeling werden in 1977 een aantal randdorpen samengevoegd met Gent, waardoor er een nieuwe stad van zo'n kwart miljoen inwoners ontstond. De stadsvlucht ging nadien onverminderd door.
Synthesevragen:
1. Hoe komt het dat Gent op die plaats is ontstaan?
2. Hoe bloeide Gent op?
3. Hoe waren de omstandigheden op politiek en religieus vlak in de middeleeuwen?
Lesverwijzingen:
-Gent ontstond op de plaats waar twee belangrijke rivieren samenvloeien, dit was gunstig voor de handel
-Het was beveiligd door abdijen en een brucht
Gunstige ligging voor kooplieden-ondernemers
Later stond het patriciaat* ook hier als maatschappelijke bovenlaag.
Judocus Vijdt en Lysbette Borluut, 1410-1420
Liturgisch retabel, Christus als Lam
de indruk door niemand geschildert te zijn
Gesloten rebabel: - profeten Zacharias en Micheas en sibillen Eritrea en Cumae,
- Engel Gabriël , boodschap aan Maria,
- Judocus Vijdt en Lysbette Borluut, Johannes De Doper en Johannes de Evangelist
3 panelen: - middenpaneel God
- rechterpaneel Johannes de Doper
- linkerpaneel Maagd Maria
19.80 m², 1300 kg
geopende retabel: -middenpaneel: 4 groepen
diefstal, 10-11 april
Het Lam Gods: spreekoefening.
Judocus Vyd behoorde tot een zeer begoede familie van financiers. Hijzelf was een van de eerste poorters van de stad Gent, en nam een lange tijd deel aan het stadsbestuur. Tussen 1410 en 1420 nam Vyd persoonlijk de financies op zich voor de restauratie van een van de kranskapellen van de Sint-Janskerk. Deze kapel draagt thans zijn naam: Vydkapel. Bij de gelegenheid wilde hij, samen met zijn vrouw Lysbette Borluut, ook een kostbare altaartafel laten vervaardigen.
Opgevat als een liturgisch retabel, beleef dit veelluik normaal gesloten. Maar tijdens de liturgische plechtigheden op zon-en feestdagen werden de luiken geopend en werd het Hemelse Jeruzalem zichtbaar. De fundatie van een eucharistie past perfect bij het thema van het Lam Gods. Christus, voorgesteld als een lam, is een frequent motief in de eucharistische symboliek.
Het lam Gods heeft als indruk door niemand gemaakt te zijn door de bijzondere schilderkunst van Van Eyck. Wat op het eerste gezicht zonder een spoor van een penseel en zo glad lijkt, wordt bij nader toezien zeer transparant en precies vanuit de penseeltoets zeer leesbaar en volgbaar.
Op het gesloten retabel wordt de Messias in de bovenste nissen voorgespeld door de oudtestamentische profeten Zacharias en Micheas, en door de antieke heidense sibillen van Eritrea en Cumae. Daaronder brengt de engel Gabriël de boodschap aan Maria. Uit de mond van de engel komen de woorden ‘wees gegroet vol van genaden en de Heer is met u’. Maria antwoord met de bekende woorden ‘zie de dienstmaagd des Heren’. Merkwaardig genoeg schildert van Eyck deze woorden omgekeerd, zodat zij rechtstreeks gericht zijn tot, en alleen te lezen door, de Heilige Geest die boven Maria’s hooft zweeft in de vorm van een duif. In de nissen van het benedenregister links en rechts zitten de geknielde schenkers: Judocus Vijdt en Elisabeth Borluut. In het midden staan Johannes de Doper en Johannes de Evangelelist.
Het Lam Gods bestaat dus uit 3 panelen: het middenpaneel God, het rechterpaneel van Johannes De Doper en het linkerpaneel Maagd Maria. In het totaal is de beschilderd oppervlakte 19.80 m², het gewicht is ongeveer 1300 kg.
In tegenstelling tot de soberheid en de stilde van het gesloten retabel, openbaar het geopende retabel “de glorie des heren in de hooglied van schoonheid”.
In het middenpaneel of het centrale paneel zien we het lam dat op het altaar staat. Op dit paneel zijn deze dingen ook te zien: er zijn 4 groepen te onderscheiden. De eerste groep linksonder is een groep profeten van het oude testament. Rechtsonder staat een groep van 14 personen: de 12 apostelen, Paulus en Barnabas. Achteraan staan 2 groepen vanuit de struiken om ook het Lam Gods te vereren: links een groep heiligen en rechts een groep vrouwen.
De nacht van 10 op 11 april in 1934 in de kathedraal, de nacht van de diefstal. Vermoedelijk liet de dief zich in de kathedraal insluiten. Omstreeks kwart na elf ’s avonds zagen toevallige voorbijgangers een lichtschijnsel in de Vijdkapel. De dieven moeten op de hoogte zijn geweest dat het paneel van de Rechtvaardige Rechters een los paneel was. De diefstal zelf was heel geheimzinnig. De dief stuurde nadien zelfs brieven naar de politie. Daar stonden tips in om het paneel terug te vinden. We zijn nu meer dan 60 jaar later. Het paneel werd nooit gevonden. Volgens sommigen is het ergens verborgen in de kathedraal zelf.
De vlaamse primitieven en de gebroeders Van Eyck
Het ‘Lam Gods werd geschilderd door de gebroeders Van Eyck. Deze meesters worden door de kunstgeschiedenis tot de ‘Vlaamse primitieven’ gerekend. Hierbij horen ook de meesters Rogier van der Weyden, Dieric Bouts, Hans Memling, Hugo van der Goes en Justus van Gent.
Hubert Van Eyck, de oudste, werkt in Gent waar hij begint aan het Lam Gods-veelluik(1420). Na zijn dood voltooid zijn jongere broer Jan dit retabel, en vestigt hij zich in Brugge, waar hij gedurende de volgende jaren werkt in dienst van de Bourgondische hertog Filips de Goede. Jan van Ecyk werkte het schilderij in 1432 helemaal af. Het kunstwerk kreeg een plaats in de Sint-Baafs-Kathedraal.
Zoals algemeen bekend heeft van Eyck de olieverf niet uitgevonden maar zo revolutionair verbeterd, da zij niet alleen aan de basis ligt van zijn onovertroffen glanzend koloriet, maar ook aan dat van de beroemde Vlaamse schilderschool nadien, en van genieën als Bruegel en Rubens.
De aandacht voor de omringende wereld wordt een van de karakteristieken van het werk van de Vlaamse Primitieven waartoe Jan van Eyck behoort. Het zo realistisch mogelijk weergeven van de werkelijkheid, van de natuur of door mensenhanden gemaakte zaken, speelde een grote rol bij de Vlamingen. Het verbluffende vakmanschap waarmee Jan van Eyck dit deed, de manier waarop hij de juwelen uitbeeldde, de talloze bloemen en de planten op het monumentale Lam Gods in Gent, laten een diepe indruk achter bij iedereen die het ziet, zowel eeuwen geleden als vandaag de dag.
Ieder die voor het eerst geconfronteerd wordt met het retabel* van het Lam Gods in het Gents Sint-Baafskathedraal, wordt meteen diep geraakt door de pracht van dit meesterwerk, dat zonder enige twijfel tot de toppunten van de schilderkunst uit de hele wereld behoort.
Vele mensen komen voor dit schilderij naar Gent. Het schilderij heet ‘De aanbidding van het Lam Gods’. De schilderijen zijn gemaakt op panelen van eikenhout. Het Lam Gods is opgedeeld met de hoofdstructuur van een drieluik, ingedeeld in 24 panelen. Drieluiken hebben veelal het bedoelde religieuze thema uit op het middelluik, en op de zijluiken de schenkers van het retabel.
Begrippenlijst
Amnestie: kwijtschelding van straf, generaal pardon
Blandinium = Blandijn, genoemd naar een zekere Blandius, één van de bezitters
Collegiale: met collega's, door een rechterscollege
Crypte: onderkerk, grafkelder
Culmineren: in het culminatiepunt staan; het toppunt bereiken
Elan: bezieldheid, vuur
Ganda: de plek waar zich thans de ruïnes van de Sint-Baafsabdij bevinden.
Gent = ‘monding’ of ‘samenvloeiing’
Gotisch: met de kenmerken van de spitsbogenstijl
Harmoniëren: goed samenklinken; overeenstemmen, het goed met elkaar kunnen vinden.
Iconografie: leer van de voorstellingen in schilderijen, prenten enz. uitgedrukt, beeldbeschrijving.
Liturgie: geheel van voorgeschreven gebeden, ceremoniën en handelingen die een eredienst uitmaken,
Lyrisch: van de aard van lyriek: dichtsoort waarin de dichter zijn eigen aandoeningen en gemoedsstemmingen uitspreekt.
Patriciaat: de geldaristocratie in de middeleeuwse stad; de aanzienlijke niet-adellijke geslachten die al vele generaties lang belangrijke functies in het stadsbestuur vervullen
Relikwieën: benaming voor de vereerde overblijfsels van heiligen of van dingen die met Christus of de heiligen in aanraking zijn geweest.
Retabel: achterstuk of achtertafel van een altaar, veelal gebeeldhouwd of beschilderd.
REACTIES
1 seconde geleden
B.
B.
Nep info
8 jaar geleden
Antwoorden