Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Extreme figuren uit het Interbellum: Benito Mussolini

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas aso | 926 woorden
  • 5 mei 2004
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
46 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Op 29 juli 1883 wordt in het Italiaanse plaatsje Predappio, nabij San Marino, Benito Amilcare Andrea Mussolini geboren. Hij is de zoon van een smid, zijn vader Alessandro Mussolini, en een lerares, zijn moeder Rosa. Mussolini werd op 28 april 1945 doodgeschoten en zijn lijk werd publiek tentoongesteld (op z’n kop gehangen [cfr. Bijlage 1] Hij studeerde voor onderwijzer (basisschool) en wordt in 1901 lid van de PSI (Italiaanse Socialistische Partij). In 1902 vlucht hij echter naar Zwitserland om zich van zijn dienstplicht te ontdoen. Na het vervallen van zijn status van deserteur, keert hij in 1905 terug naar Italië en vervult hij in 1906 dan toch zijn militaire dienstplicht. Daarna gaat hij terug aan de slag als leerkracht in het basisonderwijs en zet zich in voor de Socialistische Beweging. In 1909 begint hij met het uitgeven van een socialistische krant. In zijn relatie met Rachele Guidi, in 1910, wordt hun eerste dochter geboren. Bij verschillende acties die hij doet in de volgende jaren, vliegt hij voor 1915 maar liefst 11 keer de gevangenis in. In 1912 komt Benito Mussolini mee in het bestuur te zitten van de PSI en wordt hoofdredacteur van het socialistische dagblad “Avanti”. In 1914 ondertekent Mussolini het anti-oorlogsmanifest van zijn partij maar vordert toch de deelname van Italië in W.O. I en wordt daarom uitgesloten door de PSI. Daarop verlaat Mussolini zijn post bij “Avanti” en sticht zijn eigen krant: de nationalistische “Popolo d’Italia”. In 1915 wordt Mussolini dan soldaat en trouwt hij met Rachele Guidi. Door zijn soldatenfunctie wordt hij in februari 1917 bevorderd en kort daarop zwaar verwond. In augustus van datzelfde jaar keert hij terug naar Mailand, waar hij opnieuw de leiding overneemt van de “Popolo d’Italia”. Hij richt een paar jaar later de “Fasci di combattimento” op, een faschistische politieke partij, waarmee hij in de verkiezingen van 1921 34 zetels in het parlement behaald. Even na deze verkiezingen verandert de naam van de partij in de Nationaal-Fascistische Partij (PNF). Mussolini kwam aan de macht doordat koning Victor-Emmanuel de opdracht gaf aan Mussolini om een regering te vormen. Echter, door de Eerste Wereldoorlog is het Italië van toen in een socio-politieke chaos of onduidelijkheid met eveneens een economische instabiliteit. Mussolini’s fascisten zochten vooral de steun van mensen die ontevreden waren, bijvoorbeeld over andere partijen. De fascisten waren sterk gekant tegen de socialisten. Ook richtte Mussolini zich op soldaten die terugkeerden uit de oorlog. Maar vooral was het fascisme tegen de democratie: er moest één leider komen. Een leider met absolute macht. Een leider die zo nodig met behulp van geweld het volk zou leiden. Ook geweld paste in de fascistische ideeën over de samenleving. Zonder geweld zou het bovendien lastig worden een fascistische staat in stand te houden. Zijn beleid: De man die 21 jaar lang Italië leidde was een vreemde mengeling van kracht en zwakte, van optimisme en onzekerheid, show en bravoure. Hij was grenzeloos opportunist. Hij had geen vastomlijnde plannen: wat hem beviel of nuttig uitkwam, maakte hij zich eigen. SOCIO-CULTUREEL: Hij was afgewisseld anti-godsdienstig, religieus en dan weer anti-, pro- en contra Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. SOCIO-POLITIEK: Hij was gek op uniformen en had een voorliefde voor pompeus militair vertoon. Mussolini waande zich superieur aan Hitler maar liet zich door diens buitenlandse politiek op sleeptouw nemen. Daardoor moest hij aan Hitlers zijde deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog, die weinig populair was in Italië en voor het land fataal afliep. De expansionele drang van het fascisme droeg bij tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. SOCIO-ECONOMISCH: De dictatuur stemde de economie geheel af op de eisen van bankiers, grootgrondbezitters en multinationale bedrijven. De Italiaanse economie kende niet echt een groei. De welvaartsstaat was nooit volledig ingeburgerd geraakt. Op politiek vlak werd ook nog enkel en alleen de fascistische partij toegelaten in Italië. Het regime werd omgebouwd naar een controle op het hele maatschappelijke leven. Er is dus sprake van controle t.o.v. de burgerbevolking. De fascistische partij was zeer gestructureerd en samenhangend, aangezien gewoonweg alle macht in handen was van “El Duce”, die zich hoogstens liet bijstaan door een Fascistische Raad. Je kan zeggen dat er sprake is van nationalisme in de ideologie, vooral omdat het fascisme een ideologie had van “verdrukking” en van gecentraliseerd staatsdenken. Het bestuur was autoritair en militaristisch. Zoals bij het nationalisme doen je kwaliteiten als individueel mens er niet toe, enkel uit welke klei je getrokken bent. De bevolking werd er echt toe gedwongen de doctrine van Mussolini te aanvaarden. De mensen die niet akkoord waren met het beleid werden onherroepelijk in de gevangenis gegooid. Hier tegenover stond dan wel dat de meeste mensen verzekerd waren van werk (in fabrieken opgericht door de staat). De huidige Italiaanse premier Berlusconi vertoont steeds meer trekjes van “Il Duce”. Hij kan, als hij dat wil, censuur opleggen aan de media – aangezien hij toch bijna alle Italiaanse media in handen heeft. Hij laat het nieuws zo brengen dat hij er steeds positief uitkomt en de tegenstanders negatief. Nu mag men vrije vakbonden oprichten, maar toen moest men de corporaties van de overheid aanvaarden. De corporaties zijn lichamen die regelende bevoegdheid kregen ten aanzien van de productie, prijzen, e.d. in hun bedrijfstak, met als poging de klassetegenstellingen te verzoenen. Het fascisme als politieke ideologie was in Europa na de oorlog taboe. Maar in de loop van de jaren ’60 & ’70 bleek echter dat het fascistische ideeëngoed geenszins was verdwenen. Overal waren kleine groepjes aanwezig die niet veel meer lieten zien dan het fascistische wereldbeeld, maar dan een beetje geactualiseerd. Nu is er hier (in België) nog steeds het Vlaams Blok actief, weliswaar gehinderd door het Cordon Sanitaire.

REACTIES

I.

I.

onoverzichtelijk.

6 jaar geleden

A.

A.

plagiaat. hele stukken overgenomen van wikipedia

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.