Duitsland voor de eerste wereldoorlog
De regeringsvorm Voor de eerste wereldoorlog werd Duitsland geregeerd door en keizer en een bondskanselier. Keizer Wilhelm II gaf na zijn troonbestijging aan, een ‘Persönliches Regiment’ te willen voeren. Hij bracht al snel de publieke opinie en de buitenlandse regeringen in verlegenheid door zijn eigenmachtige optreden. In 1890 zette hij Rijkskanselier Bismarck, die tot dan toe de leiding had gehad in het Rijk en de wieg stond van de Duitse eenheid, aan de kant. Na de Rijkskanselier heeft hij er nog meer aan de kant gezet. Bismarck heeft juist het tegenovergestelde gedaan van wat de keizer deed. Hij probeerde door allerlei verdragen de vrede te bewaren, maar Wilhelm II wilde door zijn ‘Weltmachtpolitik’ de grote imperialistische mogendheden inhalen. Duitsland moest erkenning krijgen, vond hij en een groot deel van de bevolking met hem.
De Weltmachtpolitik Omdat de keizer het verdrag met Rusland, dat in 1890 verliep, niet verlengde en met zijn tactloos optreden regelmatig kansen liet liggen en buitenlandse regeringen bedoeld of onbedoeld schond, kwam Duitsland steeds meer in een politiek isolement te liggen. Vlak voor de eerste wereldoorlog was Duitsland omringd door landen, die met elkaar bondgenootschappen hadden. Wilhelm II en veel mensen van de Duitse bevolking vonden, dat het grote en economisch sterke Duitsland recht had op kolonies. Want men dacht dat je zonder kolonies geen toekomst had omdat je uit kolonies veel inkomsten kon halen door handel te drijven. Daarom ontwikkelde de keizer een omvangrijk vlootprogramma, waarmee Duitsland een aantal kolonies in Afrika kreeg. Door deze actie kwam Duitsland in conflict met Engeland, dat zich door deze gebeurtenis en door de sterke Duitse vloot bedreigd voelde. Door deze tegenstelling gingen beide zijden elkaar wantrouwen en er volgde een wapenwedloop. Ook werden hierdoor verschillende verdragen gesloten. In 1892 sloten Rusland en Frankrijk een verdrag, in 1904 werden Engeland en Frankrijk verenigd in de “Entente Cordiale”. En in 1907 werden Rusland en Engeland het ook eens over een aantal zaken, waardoor de Entente uitgroeide tot de “Triple Entente”. Voor Duitsland bleef alleen Oostenrijk-Hongarije nog over.
De ‘militaire maatschappij’ Hoewel Duitsland zich tot een sterke en moderne industriestaat ontwikkelde, bleef het maatschappelijk gezien een land waarin gehoorzaamhei, plicht en militaire discipline hoog in aanzien stonden. Nationale symbolen en historische gebeurtenissen werden uitbundig gevierd en herdacht met allerlei monumenten. De adel en het leger waren voor veel burgers een voorbeeld in de maatschappij en bezetten bijna alle belangrijke posities in het leger en in de regering. De vraag of je in het leger geweest was, was voor veel mensen beslissend over wat voor iemand je was.
Achteraf gezien kunnen wij stellen dat de basis voor acceptatie van oorlogvoering (als normaal) werd gelegd. In de twee wereldoorlogen zou men hier misbruik van maken.
De binnenlandse politiek Wat de binnenlandse politiek betreft voelde de keizer, evenals Bismarck, vrijwel niets voor democratische vernieuwen en meer invloed van de burgers of de arbeiders. Toch kwam er (onder druk van de arbeidersbeweging) onder zijn regering een voor die tijd vrij moderne sociale wetgeving tot stand, die de rechten van de arbeiders enigszins verbeterde. Ook kwam er een regel die kinder- en vrouwenarbeid beperkte. Toen de arbeiders op de Rijksdag massaal op de democraten stemden, beschouwde hij hen als verraders. Pas toen hij in de eerste wereldoorlog geld nodig had om de oorlog te financieren, stemde hij in met de verandering van het kiesstelsel in Pruisen, dat tot dan toe op een bijna middeleeuwse wijze de elitaire aristocratie in stand hield.
Duitsland tijdens de eerste wereldoorlog
Duitsland in de eerste wereldoorlog Naar aanleiding van de moord op de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger, Franz Ferdinand, stelde Oostenrijk-Hongarije een ultimatum aan Servië. Oostenrijk-Hongarije wilde zitting in de commissie, die een onderzoek zou verrichten naar de moord op Franz Ferdinand. Servië weigerde Oostenrijk-Hongarije zitting te laten nemen in de commissie, omdat dit een aantasting van de zelfstandigheid van de Servische staat was. Toen het ultimatum op 28 juli verliep verklaarde Oostenrijk-Hongarije Servië de oorlog. Enkele dagen later verklaarde Duitsland de oorlog aan Rusland en twee dagen daarna verklaarde Duitsland de oorlog aan Frankrijk. Frankrijk en Rusland waren de bondgenoten van Servië, later kwamen Engeland en Italië daar ook nog bij. De Duitse bevolking verkeerde door de eindeloos herhaalde nationale feesten en herdenkingen grotendeels in een gevoel van grenzeloze nationale overschatting en arrogantie en verheugde zich op een op een korte ‘frisch-fröhlicher Krieg’. Duitsland ging geleidelijk en vrijwel geruisloos over naar een militaire dictatuur onder de leiding van de legerleiding met de bekende generaals Ludendorf en von Hindenburg. De keizer werd, hoewel hij opperbevelhebber was, achter de linies gehouden om de manschappen moed in te spreken en om medailles uit te reiken. De Duitse bevolking werd door propaganda en censuur voorgehouden dat de oorlog een verdedigingsoorlog was; slechte berichten werden niet of bijna niet doorgegeven. Ook omdat de oorlog zich niet op Duits grondgebied afspeelde, waardoor de nederlaag in 1918 hard aankwam en voor veel Duitsers haast niet te begrijpen was. Duitsland vocht samen met Oostenrijk-Hongarije tegen Engeland, Rusland, Frankrijk en Italië. De Duitse militaire plannen voorzagen in een snelle overwinning aan het westelijke front, zodat men daarna de aandacht geheel op het oostelijke front richten. Dit plan heette het ‘von Schlieffenplan’. Ze zouden door Nederland en België naar Frankrijk trekken en Frankrijk in een ‘Blitzkrieg’ vernietigen. Von Moltke wijzigde dit plan een beetje en liet Nederland buiten beschouwing. In België verwachtte hij geen of weinig tegenstand en ook verwachtte men dat de Russen traag zouden mobiliseren. Dit waren een aantal grote misrekeningen. België bood wel tegenstand, de Russen mobiliseerden sneller dan verwacht en de Engelsen met hun vrijwilligersleger, waarvan de Duitsers helemaal weinig dachten, was ook vrij snel gemobiliseerd en het aantal soldaten was niet gering. Ook Frankrijk was niet zo snel te verslaan, wat tot gevolg had dat er een tweefrontenoorog kwam. Op het Frans-Duitse front werd een langdurende loopgravenoorlog uitgevochten. Ze brachten elkaar snel in evenwicht, het was telkens een gevecht om een aantal kilometer. Pas in 1917 kwam er verandering in de oorlog doordat Amerika zich in de oorlog stortte. Amerika ging zich met de oorlog bemoeien omdat Engeland op zee een blokkade had gelegd voor Duitse bevoorradingsschepen. Duitsland reageerde hierop en ging alle schepen torpederen, ook Amerikaanse schepen. In de zomer van 1918 begreep de Duitse legerleiding, dat de oorlog voor Duitsland verloren was en bepaalden dat een aantal politici vredesonderhandelingen moesten gaan voeren. In de herfst kwam men hierop terug en wilde men in een wanhoopsoffensief de overwinning behalen, wat mislukte. Daarna brak een periode van rellen, opstanden, muiterijen, en stakingen aan. In november 1918 werd in het Franse Compiègne de wapenstilstand getekend. De Duitse bevolking begreep niet waarom, uitgerekend door linkse politici, de nederlaag werd erkend. Ze hadden immers alleen maar goede berichten gehoord. Al in de laatste oorlogsjaren waren allerlei politieke partijen bezig om na te denken over de toekomst van het land na de oorlog. Een nieuwe parlementaire monarchie bleek niet haalbaar. Elke partij had andere ideeën voor de nieuwe bestuursvorm van het land, variërend van het herstel van het keizerrijk tot een communistische dictatuur van het proletariaat. Tijdens deze "oktoberrevolutie" bestreden de tegenstanders elkaar in felle bewoordingen, maar ook stakingen, rellen en politieke moorden waren de eerste jaren na de capitulatie aan de orde van de dag. Arbeiders-, soldaten- en matrozenraden werden gevormd. Vrijkorpsen, bonte verzamelingen van bewapende militairen en hun conservatieve aanhangers werden opgericht. De sociaal-democraten onder leiding van Friedrich Ebert slaagden er met veel moeite en met twijfelachtige steun van het leger in, een burgeroorlog te voorkomen. Uiteindelijk gingen de strijdende partijen akkoord met het voorstel voor nieuwe verkiezingen en een nieuwe grondwet voor republiek. Dat het de sociaal-democraten waren die de vredesonderhandelingen afhandelen, kwam de legerleiding goed uit: Zij zette de legende van de "dolkstoot in de rug" in de wereld, volgens welke Duitsland de oorlog nog had kunnen winnen, als het niet "in de rug gevallen was" door linkse politici in het eigen land, want "het leger was immers niet verslagen".
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
heeeeeeeeej Thijs !!!Ik ben haza en ben bijna 15 en zit op 3 atheneum.
Ik vond je werkstuk keigoed!!
Ik moet zelf een werkstuk over Hitler maken en ik heb veel info uit de jouwne gehaald(en in eigen woorden omgezet). Ik wou je ff bedanken :D
doegdoeg :D!!!!!!!!!!!!!!!
-XxXxXxXxXxXxXxXx-
haza
18 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
ik vind het een heel goed en ik heb geen kretiek
17 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
Ik heb wel kritiek op jouw spelling
6 jaar geleden
M.
M.
Goed werkstuk.
Moest een werkstuk maken over Duitsland in de eerste wereldoorlog.
Krijg veel info hieruit
11 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
ik vind dit super goed je hebt vast een 10+ haha van my krijg je die
11 jaar geleden
Antwoorden