De geschiedenis van het Binnenhof
In 1229 kocht Graaf Floris VI een stuk landgoed van Vrouwe Meiland van Wassenaar. De graven van Holland hadden al een huis maar Floris IV wilde een huis op eigen grond dat verdedigd werd. Hij liet een klein kasteel bouwen en voor de verdediging liet hij er wallen omheen bouwen.
De zoon van Floris IV, Willem II moest gekroond worden. Omdat Willem II enkele successen had behaald wilde hij een paleis in Holland laten bouwen, op het landgoed van zijn vader. Dit heeft hij niet meer kunnen meemaken omdat hij bij een slag tegen de Friezen omkwam.
Zoon Floris V heeft de bouw van het kasteel verder gemaakt. Het binnenhof (heette toen nog niet zo) bestond nu uit een woongedeelte en een grote zaal (Ridderzaal).
Vanaf nu was dit van de graven
Stadhouders zorgden vanaf 1300 voor verdere uitbreiding. Toen prins Maurits zich in het Stadhouderlijke Kwartier vestigde is er veel aan het binnenhof veranderd. Er zijn meer gebouwen bijgekomen waardoor er een dorp ontstond.
Er gingen meer mensen wonen en na 1350 woonden er zelfs zoveel mensen dat je het eigenlijk wel een stad kon noemen. Officieel was Den Haag nog steeds geen stad omdat het geen verdedigingswerken had. Den Haag is drie dagen een stad geweest. Dat was toen Napoleon per se in een stad wilde overnachten.
Albrecht van Beieren en zijn opvolger Willem IV hebben veel voor de uitbreiding van het binnenhof gezorgd.
Wij hebben verschillende gebouwen en andere dingen gezien op het binnenhof en in Denhaag en hier beschrijf ik die. Als eerste de Trêveszaal.
In de 16de eeuw heeft Karel V hier tijdelijk gewoond. Sinds 1977 is het de vaste vergaderzaal van de Nederlandse ministerraad. De Trêveszaal en de er naast gelegen Statenzaal worden ook gebruikt voor officiële ontvangsten van de minister-president en de ministerraad.In de galerij boven de Middelste of Binnenpoort op het Binnenhof bevindt zich het portaal dat toegang geeft tot de Trêveszaal en de Statenzaal.
In het Torentje aan het Binnenhof in Den Haag bevindt zich sinds 1982 de werkkamer van de Nederlandse minister-president. Het wordt daarom vaak naar de premier genoemd: Torentje van Balkenende, Torentje van Kok enz. Ook de uitdrukking Torentjesoverleg komt er vandaan.Links van het Torentje is de Maurits- of Grenadierspoort te zien, die toegang geeft tot het Binnenhof. Recht tegenover het Torentje bevinden zich kantoorruimtes van de Tweede Kamer.
Net buiten het Binnenhof kijkt het torentje richting Mauritshuis. Het torentje is gebouwd in het water van de Hofvijver.Het achthoekige gebouw aan de Haagse Hofvijver wordt voor het eerst genoemd in een kroniek uit 1354 en dateert vermoedelijk uit de eerste helft van de veertiende eeuw. Aan de rand van het Binnenhof lag Het Torentje oorspronkelijk als zomerprieel van de graven van Holland. Het was door middel van een ophaalbruggetje verbonden met de grafelijke tuin. Op de plaats van deze tuin, rechts van het Torentje is later rond 1640 het Mauritshuis gebouwd, woning van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen. Het Mauritshuis is tegenwoordig in gebruik als museum.
Het gebouw dateert uit de 13e eeuw. In de Ridderzaal wordt elk jaar op de derde dinsdag van september, Prinsjesdag, de Troonrede uitgesproken door de Koningin. De Ridderzaal ligt in het Binnenhof.De Ridderzaal is een gotisch gebouw, dat in opdracht van Graaf Willem II is gebouwd in de periode 1248-1280, en voltooid is onder graaf Floris V. Waarschijnlijk was de architect Gerard van Leyden.
De buitenmuren van de Ridderzaal hebben een dikte van 1,20 meter. Het dak is op 26 meter hoogte. Het dak is 38 meter lang en 17,80 meter breed. In die tijd was dit een volkomen unieke constructie in Nederland.
Oorspronkelijk was de Ridderzaal een grafelijk paleis, en later de zetel van de stadhouders. Pas in het eerste stadhouderloze tijdperk (na de dood van Stadhouder Willem II in 1650) werd het in gebruik genomen door de Staten van Holland. Daarna werd het oudere gebouw verschillend gebruikt, als stal, als kazerne en om een loterij te houden. In de 19e eeuw is een aantal bijgebouwen afgebroken en is ook het houten dak gereconstrueerd. In 1880 zijn tijdens de restauratie door P.J.H. Cuypers het portaal en de twee torenspitsen toegevoegd. In 1994 en 1995 gebruikte de Eerste Kamer de Ridderzaal als vergaderzaal, tijdens de restauratie van hun eigen vergaderzaal.
Momenteel is de Ridderzaal een rijksmonument
Binnenhof 23
De Eerste Kamer werd geopend in 1653. De Eerste Kamer is medewetgever. Nadat de Tweede Kamer een wetsvoorstel heeft aangenomen, moet ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel nog goedkeuren. In tegenstelling tot de Tweede Kamer kan de Eerste Kamer wetsvoorstellen niet meer wijzigen. De Eerste Kamer heeft een publieke tribune. Daarop kunnen maximaal 35 personen een vergadering volgen. Er wordt alleen op donderdag vergaderd. De eerste rij van de tribune is gereserveerd voor de pers. Het plafond van de Eerste Kamer is beschilderd met de landen waarmee Nederland samenwerkt. Er is ook een grote beschildering van Willem II, zodat hij zogezegd ‘nog steeds meedoet.’ Op de linker kamer ziet u het gebouw van de eerste kamer en op de rechter foto het beschilderde plafond
Het Binnenhof is via een aantal poorten bereikbaar: vanuit het westen, vanaf het Buitenhof, door de Stadhouderspoort,de Buitenhofzijde van deze poort is een kopie van de oorspronkelijke zandstenen poortboog uit 1550 die nu in de tuin van het Amsterdamse Rijksmuseum staat.
Op het binnenhof zelf staat de binnenpoort of middenpoort,die de verbinding vormt tussen de bebouwing aan de noordzijde en de Ridderzaal.
Deze heet Mauritspoort omdat hij bij het Mauritshuis staat.
Dit was het tweede gebouw dat wij zagen. Erg mooi aan dit gebouw vond ik die soort van koepel aan de boven kant.
Paleis kneuterdijk ligt in de bocht van de kneuterdijk bij de straat Lange Voorhout. Het is in 1739 gebouwd voor de Graaf van Wassenaer Obdam. De graaf stopte al zijn geld in het gebouw en was 'platzak' toen het voltooid was. In 1816 werd het door Koning Willem I gekocht voor zijn zoon Willem (Frederik George Lodewijk), de latere koning Willem II. Tot aan zijn inhuldiging, op 28 november 1840, woonde Willem II er met zijn vrouw Anna Pavlovna, grootvorstin van Rusland. Na de Tweede Wereldoorlog vonden in dit paleis de processen plaats tegen (Nederlandse) oorlogsmisdadigers. Enkele van hen hebben de doodstraf gekregen. Het gebouw is in 2000 & 2001 grondig gerestaureerd. Rechts naast het voormalige Paleis Kneuterdijk staan twee bijzondere gebouwen (Kneuterdijk 22-24) waarin sinds 1978 het kantoor van de Raad van State zich bevindt. Na de Franse Overheersing heeft het Ministerie van Financiën er gebruik van gemaakt.
In 1766 liet de zwager van stadhouder Willem V een paleisje voor zichzelf bouwen aan het Korte Voorhout. Door de Franse bezetting moest hij naar Engeland vluchten en de bouw werd stopgezet. Lange tijd stond het onafgemaakt en leeg – het werd nog als infanteriekazerne gebruikt- en er werd al besloten het weer af te breken toen een groep vooraanstaande Haagse burgers in 1802 het paleisje voor 99 jaar huurde om het tot een schouwburg te verbouwen.
Er werd al veel toneel gespeeld in Den Haag, maar altijd ‘op locatie’, waar het maar uitkwam. In 1804 opende de “Nieuwe Haagse Stadsschouwburg” zijn deuren. De schouwburg werd per avond verhuurd aan toneelgezelschappen, er was geen eigen huisgezelschap.
Koning Willem II was van 1841 tot 1853 eigenaar van de Koninklijke Schouwburg. De Franse opera en het Nederlandse toneel kwamen onder zijn leiding tot grote bloei. Er werd toen meer opera dan theater opgevoerd, bijna alleen maar in het Frans.
In 1901 besloot de Haagse gemeenteraad tot sluiting van de schouwburg wegens brandgevaar. In 1911 vond die ook daadwerkelijk plaats. Ondertussen kwam het tot een heftig debat in de stad over het behoud van de Koninklijke Schouwburg, de zogenaamde 'Schouwburg-quaestie', die uiteindelijk ten gunste van de voorstanders van de verbouwing werd beslist.
In 1929 vond een uitgebreide verbouwing van het plaats. De schouwburg kreeg toen een toneeltoren, zodat de decors naar boven uit het zicht van het publiek weggetrokken konden worden. Ook kleedkamers enzo werden gemoderniseerd.
Het Mauritshuis is een museum in Den Haag dat vooral 17e eeuwse schilderkunst (de Gouden Eeuw) in de collectie heeft. Als museum bestaat het sinds 1822. Het is een museum met kleine zalen. Ze hebben het wereldberoemde Rembrandt (De anatomische les van professor Tulp uit 1632) en een Vermeer (Het meisje met de parel, Gezicht op Delft en Diana en haar Nimfen). Het Mauritshuis heeft ook schilderijen van Paulus Potter (De stier uit 1647), Jan Steen en Frans Hals.
Vanaf 1685 was het Mauritshuis een Hotel van staat. Buitenlandse gasten die op bezoek kwamen bij de Staten-Generaal logeerden eerst in het Mauritshuis. In 1704 werd het Mauritshuis door brand zwaar beschadigd. De herbouw werd voltooid in 1720. Op de begane grond is nog de gouden feestzaal te herkennen.
Het Mauritshuis ligt aan de Korte Vijverberg 8 in Den Haag. Naast het Mauritshuis ligt het Torentje, de werkkamer van de minister-president, en erachter de Hofvijver.
Oorspronkelijk was het Maurits het paleis van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen, die gouverneur-generaal was van Nederlands-Brazilië. Het paleis is in 1640 gebouwd door Jacob van Campen en Pieter Post in classicistische bouwstijl, die sterk beïnvloed werd door de Italiaanse architectuur.De gevel van het gebouw heeft een kroonlijst gedragen door Ionische zuilen met de bekende krul in het kapiteel.
Het eerste gebouw dat wij tegen kwamen was deze kerk. We wisten alleen de naam er van niet dus heb ik die op het internet opgezocht en daar vond ik de foto hier boven en wij hadden die hieronder en het bleek toevallig de zelfde te zijn. De Grote of St. Jacobskerk behoort met het Binnenhof tot de oudste gebouwen van Den Haag. Tot de reformatie was de kerk in gebruik voor de katholieke eredienst. De kerk werd een keer herbouwd en toen dat net af was vond er een beeldenstorm in plaats.
De fontein, met het beeld van Willem II, is in 1885 geschonken door Jhr. Victor de Stuers en 86 andere inwoners van Den Haag als dank voor de restauratie van de Ridderzaal.
De tekst op de fontein luidt : Ter nagedachtenis aan den Graaf van Holland, Koning Willem II, den begunstiger der Stedelijke wijsheden, den beschermer der Kunst, den stichter der kastelen van 's Gravenhage en Haarlem.
Dit was ons verslag
REACTIES
1 seconde geleden
T.
T.
Bedankt voor je werkstuk. X
14 jaar geleden
Antwoorden