Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De tweede industriële revolutie

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas aso | 1060 woorden
  • 4 januari 2006
  • 220 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
220 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De Tweede Industriële Revolutie 1. De rol van de wetenschap, de impact van de uitvindingen qua snelheid en toepassingsdomein. - telefoon: de telefoon is een dagelijks gebruikt voorwerp, hoewel het ondertussen al is uitgegroeid tot GSM. - elektriciteit: zowat de belangrijkste uitvinding uit de tweede industriële revolutie, het is op korte tijd in dergelijke mate belangrijker geworden dat we er niet meer zonder kunnen leven bijna. - de auto: het meest gebruikte vervoersmiddel. Nu in dergelijke mate verspreid dat we overal met een teveel aan CO-uitlaat zitten, en dat de wegen overvol zijn. - aluminium: in de tweede IR werd de massaproductie van aluminium door het elektrolytische proces mogelijk, en het product werd hierna veel gebruikt in bijvoorbeeld vliegtuigbouw. - staal: door uitvindingen van Bessemer, Siemens en Thomas kon de productie van staal opgedreven worden. Staal is een onmisbare stof in onze maatschappij, en het wordt gebruikt in zeer veel sectoren, vb bouw, vliegtuigen. 2. De evolutie op het vlak van primaire en secundaire energie en hun aanwending. 1. Elektriciteit, petroleum. 2. Elektriciteit maakte tussen 1870(wanneer er voorlopers van generators waren, en wisselstroommachines werden uitgevonden) en bijvoorbeeld 1912 een enorme opmars mee. In de verenigde staten vervijfdubbelde de productie (van 6 naar 25 miljoen kwh) tussen 1902 en 1912. Vanaf circa 1880 kon men elektriciteit over grote afstanden transporteren, en dit was zeer belangrijk natuurlijk. De uitvinding van de hoogspanningstransformator in 1891 was ook een zeer grote boost voor het gebruik van elektriciteit. Petroleum werd uitgevonden in 1870, en hierna verspreidde het gebruik ook zeer snel. Tegen 1897 had Standard Oil en vestiging in elk gehucht van de Verenigde Staten, er werd in dat jaar dan ook olie geëxporteerd met een totale waarde van 60 miljoen dollar. Petroleum bleek later de grondstof voor de petrochemische bedrijven. 3. Elektriciteit wordt in elke enigszins beschaafde woning gebruikt, het is de belangrijkste vorm van energie op dit moment in de wereld. Tv’s, pc’s, elektrisch fornuis, elektrische verwarming, …
3. Spitsindustrie. 1. De staalindustrie, de autoindustrie, de petroleumindustrie, de elektriciteitindustrie. 2. Staalindustrie: tussen 1830 en 1920 verhoogde de wereldproductie van staal van 0,21 miljoen ton naar +/- 65 miljoen ton. Ook qua tewerkstelling, zo verhoogde de tewerkstelling in het Duitse Krupp-Konzern van 76 in 1847 naar 78000 in 1913. Petroleumindustrie: wereldproductie in 1900: 20 miljoen ton. In 1913 51 miljoen ton, wat in dertien jaar bijna een verdriedubbeling is. Elektriciteitsindustrie: van een totale productie van 6 miljoen in 1902 naar een totale productie van 25 miljoen kwh in 1912. 3. Petroleum werd aangewend in petrochemische bedrijven, een groeiende sector. Het werd ook veel gebruikt als energie bron. Elektriciteit werd in alle industrietakken gebruikt na de uitvinding. Aangezien de industrie een enorme groei kende in deze revolutie is dat bepalend geweest voor het enorme gebruik. Staal werd ook in de industrie enorm veel gebruikt, bijvoorbeeld in de autoindustrie, die een groei kende. 4. Inplantig van de industrie in het industriële landschap 1. De nieuwe energiebron die aangeboord werd, is petroleum. Een belangrijk bedrijf dat toen opgericht werd is Standard Oil Company in 1870. Tegen 1897 had dit bedrijf een vestiging in elk gehucht van de VSA, van de kust van de Atlantische Oceaan tot die van de Stille Oceaan. 2. - 1870: Groot-Brittanië: 50,68 % ( in verhouding met de andere landen) - 1900: VSA : 36,08 % ( in verhouding met de andere landen) - 1913: VSA : 45,81 % ( in verhouding met de andere landen) 3. Het gebruik van elektriciteit creëerde volgens R. Schnerb een nieuw industrieel landschap, vrij van rook en stof, veel meer in harmonie met de natuurlijke omgeving. 4. Deze klimatologische gevolgen zijn vooral vervuilingen. Bijvoorbeeld luchtvervuiling door de uitlaatgassen van de auto’s. (Brandstof van auto’s, petroleum, werd in de tweede industriële revolutie ontdekt.) Alternatieven voor energievoorziening: - wind- en zonne-energie - hydro-elektriciteit 5. Industriële en financiële concentratie 1. Om sterker te staan gingen bedrijven veel meer samenwerken in integreren. Vertikale integratie is het samengaan van bedrijven van het totale productieproces van eenzelfde soort product. (van grondstof tot eindproduct), inclusief toeleverings- en verwerkingsbedrijven. Bij Horizontale integratie werken identieke bedrijven samen die hetzelfde produceren. 2. a) De staalindustrie was erg geïnteresseerd. b) - De Federal Steel C. in Amerika is een voorbeeld van Horizontale integratie. Het is een samenwerking tussen vier staalverwerkende bedrijven. - De United States Steel corporation is een voorbeeld van Verticale integratie, het is een samenwerking tussen bedrijven die metaal maken (hoogovens van groep Carnegie) en bedrijven die het metaal bewerken (groep Morgan en groep Moore) 3. - Holding: Dit is de moedermaatschappij in een vennootschap van verschillende bedrijven. Dit bedrijf heeft het meerderheidsaandeel in de totale aandelen van het hele vennootschap, en heeft de centrale leiding over de economische eenheid van het vennootschap. - Monopolievorming: Door alle bedrijven in éénzelfde industrietak te bundelen in een vennootschap heeft men alleenheerschappij op de markt van dat product, en kan men zelf de prijzen bepalen (geen concurrentie meer). 4. Vrijhandel en monopolievorming komen niet helemaal overeen, doordat in beide gevallen alleenheerschappij bestaat, kan men bij beide soorten de prijs zelf bepalen zonder rekening te moeten houden met concurrentie. Maar vrijhandel is handel zonder de kosten van invoer en uitvoerrechten, terwijl vennootschappen die aan monopolievorming doen deze rechte wel nog moeten betalen. 6. Arbeidorganisatie 1. Ze bestudeerden de werkmethodes en het tempo van de arbeiders, rustpauzes, het tempo van de arbeiders, om zo een efficiënt mogelijke productie voort te brengen. Ze plannen de arbeid alleen rekening houdend met een hogere productiviteit. 2. De nieuwe bedrijven hadden kapitaal nodig, en alle geldschieters, aandeelhouders, trustleiders ect. Vonden het heel belangrijk dat het bedrijf waar ze geld in gestoken hadden zo efficiënt mogelijk werkte, en ze stelden professionele managers aan die ze controleerden. 3. De productiviteit te laten stijgen en de kosten te laten dalen. 4. - Elke wagen werd helemaal op éénzelfde plaats gebouwd, zodat arbeiders alle onderdelen moesten halen als ze die nodig hadden. - Nieuwe principes: we brengen de arbeiders niet naar het werk, maar het werk naar de arbeider; de arbeiders moeten niet meer nadenken, niet meer bewegen en zich vooral niet bukken, zo moeten ze ertoe komen één opdracht met één beweging constant te doen. ? lopende band
5. Nee, het denken wordt hieruit geschrapt. Taylor en Ford vinden arbeiders een onderdeel van hun productie, die zo efficiënt mogelijk moet werken. Ze vinden dat arbeiders niet mogen nadenken en gewoon moeten doen wat er gevraagd wordt in zo min mogelijk bewegingen. Ze zien arbeiders als robots, dus ze beantwoorden totaal niet aan Marx’s stelling. 6. Ze zijn er niet blij mee en gaan meestal staken, omdat ze vinden dat ze kapotgemaakt worden door het Taylorisme. Ze sterven sneller door superslechte werkcondities.

REACTIES

S.

S.

dit gaat over p 15 of zo van het handboek historia 5!!!
oplossing van de vragen...

18 jaar geleden

C.

C.

hej, ik heb je werk goed kunnen gebruiken! ik vermoed dat je ook een leerling bent van het st leocollege, zo niet, dan heb je wss hetzelde handboek. weet of heb je nog links met van die werkjes? want ik vind het zo nutteloos om mijn tijd daarin te steken!
x charlotte x

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.