De terreur

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 1601 woorden
  • 22 mei 2005
  • 133 keer beoordeeld
Cijfer 6
133 keer beoordeeld

Inhoudsopgave Inleiding
Hoofdstuk 1 “Wie was Robespierre?” Hoofdstuk 2 “Van koninkrijk tot Republiek.” Hoofdstuk 3 “De Terreur.” Hoofdstuk 4 “Het einde van Robespierre” Conclusie Inleiding Ik heb in hoofdstuk 2 uit het geschiedenisboek “Bronnen” al een stukje gelezen over Robespierre en de Terreur. In die paragraaf wordt nog niet echt verteld wat de Terreur inhield, waarom de Terreur er was, wat Robespierre daarmee te maken had, of waarom Robespierre werd afgezet. Er wordt wel verteld dat Robespierre mede verantwoordelijk was voor de opstand, de bestorming van de Basteille en dat mede dankzij hem de guillotine werd ingevoerd. Er wordt ook verteld dat Robespierre uiteindelijk geëxecuteerd werd, maar er staat nergens waarom. Mijn werkstuk zal daarom gaan over de Terreur en als hoofdvraag gebruik ik: “Waarom werd Robespierre een tiran?” Hoofdstuk 1 “Wie was Robespierre?” Robespierre woonde in Noord Frankrijk. Hij werkte als advocaat bij recht zittingen en verdedigde de verdachte. Hij viel op bij rechtszittingen doordat hij gratie vroeg voor opstandige zeelieden en arme mensen, wat de meeste advocaten niet deden. In deze periode als advocaat kreeg hij de bijnaam “de onomkoopbare”. Dit kwam doordat hij zich niet liet omkopen door de koning of rechter, maar altijd de verdachte bleef verdedigen. In 1789 koos het Franse volk Robespierre als afgevaardigde voor de Staten-Generaal. Op 14 juli dat zelfde jaar bestormde Robespierre samen met boeren en armen uit de bourgeoisie de Basteille in Parijs. Hierdoor was hij mede verantwoordelijk voor de Revolutie die na de bestorming van de Basteille opgang kwam. Na de bestorming van de Basteille hielp hij met het opstellen van de nieuwe grondwet en de rechten van de mens. Hij probeerde om de doodstraf af te schaffen en zorgde voor gelijke rechten voor joden en protestanten. Op 28 juli 1914 werd Robespierre geëxecuteerd.
Hoofdstuk 2 “Van koninkrijk tot Republiek.” Ook al was er in 1791 een nieuwe grondwet opgesteld, toch bleef Frankrijk volgens die grondwet een koninkrijk. Maar doordat koning Lodewijk XVI Frankrijk uit probeerde te vluchten had hij het vertrouwen van de Franse bevolking verspilt. Tijdens zijn vlucht kwam hij in oorlog met Oostenrijk en Pruisen, deze oorlog veroorzaakte veel onrust en ellende in Frankrijk. De bourgeoisie was dat zat. Zij vonden dat er genoeg veranderd was en daardoor kwamen er geen nieuwe hervormingen meer. Zo steeg de ontevredenheid alleen maar. In augustus 1972 brak er een opstand in Parijs uit de boeren en armen uit de bourgeoisie bestormde, onder leiding van Robespierre, de Basteille. De inwoners van Frankrijk gingen elkaar beoordelen op de broeken die ze droegen. Als je een poffende kuitbroek droeg, zoals de adel en de edelen, dan was je een culotte. Wat letterlijk betekent korte broek of slipje. Als je een lange normale broek droeg, zoals de meeste armen, werd je spottend sansculotte wat zoveel betekent als zonder korte broek. Er kwamen nieuwe verkiezingen voor een nieuw parlement waarbij het algemeen kiesrecht werd ingevoerd. De radicalen revolutionairen genaamd ‘de Jacobijnen’ kregen de meerderheid van de stemmen. Uit hun eerste besluit bleek wel hoe radicaal ze waren. De Jacobijnen besloten op 21 september 1792 dat het koninkrijk Frankrijk afgeschaft moest worden. Het besluit werd getekend door president en secretarissen van de Nationale Conventie op 22 september 1792 in Parijs. De Conventie benoemde een paar leden om de normale gang van zaken te regelen. Het uitvoerende comité kreeg de naam: Comité voor het Openbaar Welzijn. Het Comité kreeg de grootste macht en was eigenlijk de regering. Robespierre was ook lid van het Comité. Lodewijk XVI werd door de conventie berecht en ten dood veroordeeld. Robespierre die eerst zelf de doodstraf wilde afschaffen, stemde nu toch ervoor. Hoofdstuk 3 “De Terreur.” Robespierre was erg belangrijk in het Comité van Openbaar Welzijn. Zijn opvattingen over de Revolutie gingen de politiek bepalen. Hij zij dat de Revolutie alles heeft gedaan bijna alle lagen van de bevolking behalve voor de armen. De standenmaatschappij was afgeschaft, maar de armen hadden nog steeds geen onderwijs. Samen met de andere revolutionairen begon hij te werken aan een nieuwe samenleving. Iedereen moest meewerken aan de nieuwe samenleving. Robespierre wilde vooral iets veranderen aan de opvoeding van de kinderen. De jongens moesten tot hun vijfde jaar worden opgevoed door hun ouders, daarna behoren ze aan de Republiek. Zijn ouders moesten streng zijn. De jongetjes mochten niet spelen maar moesten oefeningen doen. De jongens werden van hun vijfde tot hun zestiende door de staat opgevoed. De jongens leerden vanaf hun vijfde tot aan hun tiende lezen, schrijven en zwemmen. De leraren mochten de jongens niet slaan maar ook niet liefkozen. Robespierre vond dat de jongens alleen het goede werd bij gebracht door ze een eenvoudig leven te laten leiden volgens de natuur. De jongens moesten slapen op matten en ze moesten met z’n allen eten. Het voedsel bestond uit groenten, zuivel, brood en water. Als de jongens tien jaar oud waren had de opvoeding zowel een militair als agrarisch karakter. Deze opvoeding duurt tot hun zestiende. Tussen hun zestiende en twintigste jaar leren en kiezen zij voor een beroep. Alle kinderen dragen hetzelfde uniform tot hun zestiende jaar. Tussen hun zestiende en twintigste jaar dragen zij het uniform van de werkende. En van hun éénentwintig tot aan hun vijfentwintigste jaar dragen zij een militair uniform. Dit gelde voor alle jongens in de Republiek, de meisjes in de Republiek moesten worden opgevoed door hun moeder. Deze regel is in 1793 ingevoerd. De Jacobijnen stonden voor een zware taak. Frankrijk was in oorlog met Oostenrijk en Duitsland. In Frankrijk zelf was er ook verzet. Er moest een andere samenleving worden opgebouwd. Er was een ontwerp nodig voor een nieuwe grondwet. De Jacobijnen in deze nieuwe grondwet het algemeen kiesrecht opnemen. Ook moest de staat zorgen voor openbaar onderwijs, werk en armen zorg. Er mocht geen luxe en heb zucht meer bestaan. De Jacobijnen wilden een samenleving waarin alle slechte en wrede driften aan banden werden gelegd. Maar de goede en edel moedige hartstochten moesten juist worden aangewakkerd door wetten. Zij wilden een samenleving waarin de wensen van de natuur vervuld werden. Robespierre zei in zijn toespraak op vijf februari dat de kracht van de regering in vredestijd bepaald werd door deugd. Maar in tijden van revolutie ligt de kracht van de regering zowel in deugd als in terreur. Want zonder deugd is de terreur rampzalig. Hij vond dat als je je deugd niet na kwam dat er dan terreur mocht plaatsvinden. Hij vond dat de middelen worden geheiligd door de reden. Maar een grondwet die hieraan voldeed is er nooit gekomen. Toch werden er allerlei maatregelen genomen om de oude maatschappij af te schaffen. Zo werd het jaar verdeeld in twaalf nieuwe maanden. Iedere maand bestond uit drie weken van tien dagen. De overige dagen werden nationale feestdagen. De maanden werden vernoemt naar hoe de natuur er dan uitzag. Zo had je bijvoorbeeld de Fruitmaand (Fructidor) deze duurde van 18 augustus tot 16 september, maar de volgende maand, de Wijnoogstmaand (Vendémiaire), begon pas op 22 september, daar zaten dus zes feestdagen tussen. Ook moest de godsdienst veranderen. Het Christendom werd afgeschaft en werd vervangen door de godsdienst van de Rede, ook wel de ratio genoemd, of de aanbidding van het menselijk verstand. Er waren nog steeds mensen die de oorspronkelijke koning aanbaden. Veel van deze mensen waren het niet eens met deze nieuwe maatregelen. Vooral mensen uit de vroegere adel behoorden hiertoe. Dat kwam doordat de nieuwe regering al hun voorrechten had afgenomen en zij hadden hun landgoederen verloren. In grote steden zoals Lyon, Nantes en Toulon braken opstanden uit tegen het nieuwe bewind. De Jacobijnen stuurden troepen om de opstanden neer te slaan en de opstandelingen te straffen. Deze straffen waren vreselijk. Honderden opstandelingen werden terechtgesteld. Door dit verzet werden Robespierre en zijn medewerkers steeds achterdochtiger en er volgde maatregelen. Alle land verraders, rebellen, rovers en moordenaars werden met de dood bestraft. De landverraders waren mensen die vijanden waren van het volk zij zouden volgens de wetten van de radicalen van plan zijn om de Republiek omver te werpen. Zo begon de Terreur van Robespierre en de Jacobijnen. Hoofdstuk 4 “Het einde van Robespierre” Ook in het parlement kwam er meer kritiek op de nieuwe godsdienstpolitiek eb de terechtstellingen. Robespierre reageerde hierop met een toespraak. In deze toespraak dreigde hij tegenstanders te straffen en het parlement van zijn tegenstanders te zuiveren. De mensen die hij dus eerst had vertrouwd wilde hij nu gaan straffen omdat ze kritiek op hem hadden. Deze toespraak was tevens ook zijn laatste. De leden van het parlement die hij eerst wilde straffen waren bang en namen maatregelen. De dag na zijn toespraak op 27 juli 1794 (in de datum die toen nog geldig was de negende Thermidor (de Warmtemaand) ), werd Robespierre gearresteerd. Samen met een paar medewerkers werd hij door de Conventie schuldig bevonden. De dag daarna stond Robespierre op het schavot. Er werd hard gejuicht toen het mes van de guillotine neer kwam en een einde maakt aan Robespierre. Conclusie In mijn werkstuk ben ik erachter gekomen dat Robespierre een tiran werd. Hij was bezig met alle mensen te executeren die tegen hem waren, of iets zeiden wat hem niet aan stond en zo dus kritiek op hem hadden. Dit ging op een gegeven moment zover dat hij zelfs leden van het Comité liet arresteren, hoewel zij eerst voor hem waren. Hij deed dit omdat hij zich door deze mensen bedreigd voelde. Zelf heb ik een beetje een gedeelde menig over Robespierre. Ik vind dat hij best wel goede dingen heeft gedaan. Door bijvoorbeeld de voorrechten van de Adel af te nemen en op te komen voor de armen. Maar doordat hij zijn Terreur begon, begon hij ook een tiran te worden en daar ben ik het dan weer niet mee eens.

REACTIES

U.

U.

Er staan uberveel fouten in: Gelde moet gold zijn. En hoe kan hij ongeveer 150 jaar leven? Van 1758 tot 1914??
Eenentwintig moet eenentwintigste zijn. Haiie

13 jaar geleden

D.

D.

zit hij op vmbo KB of zo
hij bakt er niets van

11 jaar geleden

N.

N.

thanx dit helpt ik moet hierover een powerpoint maken en dit helpt er veel, er staan een paat typ fouten in maar dat maakt niet uit als je je alvast in het onderwerp hebt ingelezen en logisch nadenkt lees je er zo overheen

11 jaar geleden

N.

N.

*er=erg
*paat=paar

11 jaar geleden

J.

J.

het jaar dat robbespiere dood ging was 1794 niet 1914

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.