1. Een oud rijk verdwijnt De middeleeuwen liep ongeveer van de 5e tot de 15e eeuw na Chr. De middeleeuwen begon door de plundering van Rome en de val van het Romijnse Rijk. De Romeinse manier van leven verdween niet onmiddellijk, maar de manier van samenleven veranderde al snel.
Het Romeinse Rijk breidde zich in het begin van de 1ste eeuw uit van Europa tot aan Noord-Afrika, Palestina, Syrië en klein Azië. De volken van de landen die Romeins Rijk waren geworden namen na een tijdje de Romeinse gebruiken over. De aanleg van wegen, steden, forten,villa’s en van de Romeinse wetgeving, gebruiken, taal en kennis zorgde ervoor dat de verspreiding van de Romeinse levensstijl mogelijk was.
De strooptochten van Germaanse stammen deden het gezag van de Romeinen wankelen. Er begon een nieuwe manier van leven te ontstaan. Voor sommige stammen was oorlog voeren een onderdeel van bestaan. Krijgers leefden in een groep onder leiding van een hoofdman. Elke krijger wilde roem krijgen in de strijd. Door hun rooftochten konden de romeinen de orde niet meer handhaven. De samenleving moest anders worden ingedeeld.
Het leven veranderde. Sterke leiders beschermden mensen. In ruil daarvoor verlangden de leiders hun diensten. Veel mensen zochten bescherming. Er ontstond een samenleving waarin trouw aan je leenheer centraal stond. Zo ontstond de middeleeuwen, wat ook wel feodalisme wordt genoemd.
De mensen in de middeleeuwen leefden in een heel andere maatschappij dan wij nu. Bovenaan stond een hertog, prins, koning of keizer. De mensen dachten dat zij het recht van God hadden gekregen om te heersen. Als edelen beloofden de vorst te steunen en voor hem te vechten, gaf hij ze bijzondere rechten. In ruil voor bescherming en land beloofde, een ridder voor een edelman te vechten.
Een machtige edelman kon de troon opeisen als een koning onrechtvaardig regeerde. Als een edelman zich niet aan zijn woord hield had een ridder geen verplichtingen aan hem meer. Het feodale systeem brokkelde in de loop van de middeleeuwen steeds meer af. Want dat was afgesteld op land maar geld werd steeds belangrijker. Om oorlog te voeren had een koning geld nodig. Daarom leenden ze het van bankiers, die al snel rijker werden dan de koning. Arme mensen hadden weinig rechten. Zij moesten het land bewerken en mochten het dorp niet verlaten. Ze moesten een deel van de oogst afstaan aan hun landheer, die hen in ruil daarvoor beschermde. 2. Het gezin
Als je in middeleeuwen leefde kon je meestal niet zelf uitmaken met wie je trouwde of wat voor opleiding je kreeg. Het lag er aan uit wat voor een stand je kwam en het was moeilijk om te zorgen dat je iets anders kon doen dan het werk van je stand. Het leven van een boerengezin was heel anders dan dat van edelen en ridders.
Als er een baby werd geboren, werd het kindje meteen gedoopt omdat baby’s vaak door ziektes al binnen een paar dagen stierven. Ouders waren streng voor hun kinderen. Vanaf je 10e jaar werd van je verwacht dat je volwassen was. Kinderen uit arme gezinnen moesten helpen bij het verdienen van het brood. Kinderen van edelen werden bij een andere familie gebracht om daar opgeleid te worden.
De achternamen van edele families waren vaak ook de namen van hun landgoed, zoals van Bourgondië.
Arme families hadden hun werk als achternaam zoals Molenaar of Smid, of de naam van hun woonplaats, zoals van Nuenen
Sommige mensen stonden bekend als iemands zoon of dochter, zoals Janszoon of Simonsdochter.
Als vrouw in de middeleeuwen had je weinig over je eigen leven te zeggen. Boerenvrouwen werkten meestal op het land van een heer, die vaak ook besloot wanneer een vrouw mocht trouwen. Vaak mochten zij alleen trouwen met iemand van het zelfde landgoed. Maar heel weinig vrouwen kregen onderwijs, soms leerden de dochters van een ridder lezen.
Rijke ridders hadden veel mensen in huis. Iedereen wilde in dienst komen bij een rijke ridder en als je aangenomen werd was dat een hele eer. Sommige mensen zagen het als een manier om rijk te worden. Trouwe bedienden van rijke edelen kregen als beloning weleens kleren, kostbare oorlogspaarden of andere dingen. Er liepen nog meer mensen in zo’n huishouden rond: narren, kunstenmakers en reizigers die om een dak boven hun hoofd hadden gevraagd. Er waren ook nog bedienden, koks, stalknechten, valkeniers en nog veel meer personeel. Bij de armen ging het leven er heel anders aan toe. Arme mensen moesten vaak maar zien of zij genoeg te eten hadden. Zij konden er niet zoveel mensen bij hebben. Veel arme gezinnen hadden vaak niet genoeg te eten. Als je wilde trouwen moest je eerst weten of je wel je gezin genoeg te eten kon geven. Het hele gezin sliep in 1 kamer. 3. De kleding
In de middeleeuwen kon je aan de kleren zien of iemand arm of rijk was. Boeren droegen eenvoudige kleren, maar rijke stadslui kleedden zich veel mooier. De kleren van edelen werden van de mooiste stoffen gemaakt en versierd met edelstenen.
De arme mensen sponnen en weefden hun kleren zelf. De mannen droegen kleren tot boven hun knie, met daaronder een soort middeleeuwse maillot of beenkappen. Over hun hoofd droegen zij een soort kapuchon. Vrouwen droegen een soort lange jurk. Kinderen zagen er hetzelfde uit als de ouders.
De kleren van de arme mensen hadden niets met de mode te maken maar de kleren van de rijke mensen wel. Mode was in de middeleeuwen voor de rijken heel belangrijk. De rijken kleedden zich modieus en duur om indruk op elkaar te maken. Als er een bijzondere gelegenheid was sierden zij zich met juwelen, gouden kettingen en kleurige kleding.
Elke kleur had een andere betekenis:
Blauw: ik ben verliefd
Geel: ik ben boos
Grijs: ik ben verdrietig
In de vroege middeleeuwen kleedden ook de rijken zich eenvoudig. Maar na 1100 begon de mode een steeds grotere rol te spelen. Hoeden, schoenen, kapsels, kleren en jassen speelden een grote rol in de mode. In de 13e en 14e eeuw werden werd afwijkende kleding verboden, maar de meeste mensen trokken zich daar weinig van aan. 4. Vrije tijd
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
oké dit is echt niets waar ik iets mee kan
10 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
wat deden ze op de feesten
8 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
Erg interessant bedankt lieve schat erg knap voor zon jong iemand dit !
4 jaar geleden
J.
J.
Ik doe mijn werkstuk over de Middeleeuwen en dit vind ik een goed voorbeeld, maar ik vind het jammer dat er geen voorwoord is.
6 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
ik kan hier niet iets mee want het is lol
4 jaar geleden
Antwoorden