De Industriele Revolutie

Industriële revolutie
Klas 2a3

Inhoud

Oorzaken industriële revolutie       blz.2
Uitvindingen industriële revolutie    blz.3
Gevolgen industriële revolutie        blz.4
Kinderarbeid                                 blz.5

Inleiding

Dit werkstuk gaat over de Industriële revolutie. Ik vind het erg leuk om een werkstuk te maken over zoiets, want ik kom allemaal dingen te weten die ik eerst niet wist. Het leukste maar ook zieligste hoofdstuk vind ik kinderarbeid.
Ook is het erg interessant om te weten hoe de Industriële revolutie is ontstaan.
Ik heb niet iets extras omdat ik al heel veel info heb gegeven over de hoofdstukken die we moesten maken. Ik vind ook dat je er dan genoeg over weet, want de hoofdstukken zijn vrij uitgebreid.

Oorzaken van de Industriële revolutie

Doordat er veel vraag naar producten was, ontstond de Industriële revolutie. Doordat er veel vraag naar producten was, gingen mensen meer uitvinden. Uitvinders en fabrieken kunnen hierop profiteren! Er wordt veel uitgevonden én geproduceerd. De Industriële revolutie begint...(1750)

Waarom is er ineens zoveel vraag naar productie? Waarom kunnen fabrieken en uitvinders hierop enorm profiteren? Dit ga ik in dit hoofdstuk allemaal uitleggen.

De bevolking groeide door beter en intensief gebruik van grond en medische voorzieningen. Mensen werden slimmer, en beter opgeleid, mensen leefden gezonder en dús langer.
In Engeland zijn drie productiefactoren aanwezig die bij productie erg hard nodig zijn; arbeid, kapitaal en grondstoffen. Kapitaal is het geld dat nodig is bij het produceren. Engeland is de eerste die begint met veel, snel, en goedkoop te produceren. Hier en nu begint de Industriële revolutie

Dit was een groot voorbeeld voor andere landen. De Industriële revolutie wordt uitgebreid.
In Engeland groeit de bevolking steeds meer en zet de productie zich voort.
Meer mensen hebben meer producten nodig. Dus zijn er meer fabrieken die meer arbeiders nodig hebben. Zo is er een kringloop en Groeit het voortdurend.

Uitvindingen

In de Industriële revolutie werden veel uitvindingen gedaan. Dit kwam doordat de bevolking groeide. Mensen hadden dus ook meer behoefte aan machines, want  lang niet alles kon nog met de hand gemaakt worden. De volgende machines werden o.a. uitgevonden; Spinning Jenny, Schietspoel, ontkorrel machine(cotton-gin).
Als je in die tijd bijvoorbeeld veel garen ging verkopen verdiende je hartstikke goed. Er was vráág naar jouw product. Elke uitvinding ondervond een ontwikkeling; Veel vraag betekend dat er meer geproduceerd moet worden, dus ook meer tegelijk en met de hand kon dit niet. De Industriële revolutie begon.

Schietspoel
John kay vond dat weven te langzaam ging, waarbij het resultaat maar een dun lapje was. In 1733 vond hij een machine uit waarbij er een hamer sloeg. Hierdoor werd de lap beter en ging het weven stukken sneller. Deze machine werd de schietspoel genoemd.

Spinning Jenny
Spinner was een beroep. Je moest met de hand spinnen en het was enorm veel werk  James Hargreaves vond een machine uit die het veel sneller deed. Maar, nu waren spinners boos op hem, want mensen konden thuis, zelf spinnen. Veel spinners verliesden hun baan.

Cotton-gin
Voor het schoonmaken van katoen waren slaven nodig. Eli Whitney verdiende niks met haar uitvinding, want de cotton-gin was niet precies genoeg. De slaven deden het beter en dus had haar uitvinding niet veel nut.

Gevolgen Industriële revolutie

Door de Industriële revolutie was er veel veranderd. Mensen wilden méér zo was er vraag naar energie, naar arbeid, huizen, en mensen wilden rechten. Er was ineens nog veel meer behoefte aan luxe.
In de kolenmijnen werd er veel (kinder)arbeid verricht. Hierover vertel ik meer in het volgende hoofdstuk. Na de Industriële revolutie was er veel vraag naar woningen. Mensen wilden in de stad wonen, vlak bij hun werk wonen dat in bijna alle gevallen de fabriek was. Dit noemen we Urbanisatie. Daardoor waren de leef omstandigheden slecht want huizen in de stad waren klein, goedkoop en slecht. De riolering bijvoorbeeld was ook ontzettend slecht. Er waren veel bacteriën en nog veel meer van dat soort slechte dagelijkse voorzieningen: waterleiding, verlicht et cetera. Ook was er in die tijd amper politie.

Doordat er ontzettend veel fabrieken was er ineens ook veel vraag naar arbeiders. Fabrieksbazen maakten de lonen zo hoog dat het aantrekkelijk werd er te komen werken. Als de fabrieksbaas dan genoeg werknemers had ging de loon heel snel weer omlaag en werden de arbeiders slecht behandeld.. Ze moesten zich aan heel strenge regels houden, want deden ze dit niet dan werden ze mishandeld. Ook werd er helemaal niet gelet op de lichamelijke staat: Een slechte werkplek, weinig slaap, weinig pauze, hard, heel hard werken.
Doordat de baas van een fabriek wilde dat er hard werd gewerkt voor weinig loon liet hij ook kinderen voor zich werken voor ontzettend weinig geld: Het bestaansminimum. Dit hield in dat je precies genoeg geld kreeg om van te leven. Als artsen kwamen kijken hoe de gezondheid van de mensen was werd er soms gezegd dat de mensen gezond waren en dat hard werken alleen maar goed was. Over kinderarbeid lees je in het volgende hoofdstuk meer. Na 1850 kwam er verbetering in de riolering, verlichting, waterleiding. Ook kwam er tussen de 18e en de 19e eeuw rechtvaardigheden. Mensen werden gestraft als ze een misdaad waren begaan. Er kwam goede politie.

Kinderarbeid

In de Industriële revolutie werd er ontzettend veel aan kinderarbeid gedaan. Kinderen waren namelijk goedkoop, snel en gezond (in goede staat).
Een kind moest het werk vervangen van 10 volwassenen, terwijl ze bij wijze van spreken 10 keer minder zoveel verdienden.

Als moeder ziek was en vader woonde niet thuis of was altijd weg, moest het kind thuis de kost verdienen, Dit was in veel gezinnen het geval. Vaak waren de ouders werk en arbeid ongeschikt, konden ze niet werken.
Als je als kind heel veel moest werken was er grote kans dat je maar van je 6e tot je 19e levensjaar kon werken. Je kreeg kromme benen, slechte longen, slechte ogen.

Je zou denken dat je kunt stoppen met werken in een fabriek, maar dit ging niet zo makkelijk. Frabrieksbazen hadden onderlings veel contact en praatten veel. Als je iets had gedaan dat de baas niet beviel (niet gehoorzamen, ontslag nemen, niet hard genoeg je best doen) had je meteen een slechte reputatie. Het ging heel erg moeilijk,ontslag nemen in een Fabriek. Waar moest je anders werken?