Inleiding:
Van telefoon tot fax, televisie tot video, en stereo tot computer, we hebben alles. Maar hoe komt het dat we dit allemaal kunnen betalen. Het is ook wel eens anders geweest. Er zijn tijden geweest dat mensen er niet aan dachten om een telefoon kopen. Ze waren blij als ze hun gezin konden voeden.
In dit verslag wil ik kijken hoe de Nederlandse economie zich deze eeuw heeft ontwikkeld. We zijn nu bijna aan het einde en kunnen dus de balans opmaken.
Er hebben overal over de wereld vele oorlogen gewoed. Hier in Nederland hebben we vooral te maken gehad met de Tweede Wereldoorlog. Mede dankzij meneer Marshall, en natuurlijk vele anderen, hebben we Nederland weer op kunnen bouwen. Het is nu een land waar het goed gaat met de economie.
In de 19e eeuw veranderde West-Europa van een agrarische samenleving in een industriële maatschappij. Wat voor gevolgen had dit voor het milieu en de inrichting van Nederland.
Toen het aantal boeren steeds kleiner werd, werd natuurlijk ook het aantal akkers kleiner. Hoe meer industrie er kwam, hoe meer
fabrieken er gebouwd werden. Later werden er zelfs hele industrieterreinen aangelegd.
Voor 1874 mochten kinderen ook werken in fabrieken. Veel kinderen moesten dit dan ook. De families waren vaak zo arm dat ze voor een deel afhankelijk waren van de inkomsten die ze hadden van hun kinderen. In 1874 kwam er de wet op de kinderarbeid. Hierin stond dat kinderen onder de twaalf jaar niet mochten werken.
De jaren 30 waren de crisisjaren. Er waren veel mensen werkloos, en hun koopkracht was dus erg laag. De arbeidsomstandigheden waren toen erg slecht, want voor jou 10 anderen.
Na de Tweede Wereldoorlog moest Nederland weer opnieuw opgebouwd worden. We hebben hierbij onder andere financiële steun gehad van het Marshallplan. Mede door het geld hiervan en de wilskracht van het volk is Nederland wat het nu is.
De industrie ontwikkelde zich steeds meer. Er kwamen steeds meer fabrieken, en steden groeiden. Want mensen richten de omgeving in naar hun behoeften. We willen wonen en goederen produceren. Aan deze goederen kunnen we dan geld verdienen. Er verdwenen bossen en andere natuurgebieden om er huizen neer te zetten.
De bevolking groeit steeds meer. We hebben dus ook meer huizen, scholen en andere gebouwen nodig.
De jaren ’30 waren crisisjaren. Er waren veel werkelozen.
In welke 3 perioden kunnen we de tijd na de Tweede Wereldoorlog indelen?
1945-1960 wederopbouw en welvaart door industrialisatie
1960-1973 mensen denken dat de welvaart oneindig is
1973-1999 verbetering van de infrastructuur, veel noodleidende
bedrijven worden gesteund door particulieren
1945-1960: De Tweede Wereldoorlog heeft niet alleen veel slachtoffers geëist, maar ook veel schade aangebracht. Nederland moet weer helemaal worden opgebouwd. We krijgen gelukkig veel financiële steun, oa van het Marshallplan. Het Marshallplan heeft in totaal aan Europa ongeveer $ 11,6 miljard uitgegeven.
1960-1973: Het gaat weer goed met Nederland, er komen steeds meer bedrijven, en de werkloosheid daalt. De welvaart van mensen stijgt. Dit is natuurlijk geweldig, maar maakt de mensen ook overmoedig. Men denkt dat de welvaart oneindig is, het alleen nog maar nog beter kan gaan.
1973-1999: De mensen gaan weer reëler denken. Ook wordt de infrastructuur verbeterd. Computers nemen veel werk van arbeiders over. Er wordt veel gebruik gemaakt van de lopende band. Alles moet zo efficiënt mogelijk, want tijd is geld.
Wat voor gevolgen heeft het lid zijn van de Europese Unie voor Nederland?
Nederland is vanaf het begin lid van de Europese Unie. Er wordt nu dus veel internationaal geregeld. Niet alleen economisch, maar ook het strafrecht wil men zoveel mogelijk gelijk trekken.
Nederland moet natuurlijk wel verdragen sluiten met andere landen. Het is alleen veel te klein om te kunnen concurreren met landen als de Verenigde Staten en Japan. Dankzij de samenwerking tussen de verschillende Europese landen is Nederland hier wel toe in staat. Het wordt steeds belangrijker om mee te doen in de grote boze wereld van het geld, de wereldeconomie. Dit is ook te zien aan multinationals als Philips en Shell bijvoorbeeld. Voor hun is het niet alleen belangrijk dat hun product in Nederland verkoopt, maar het moet ook in het buitenland lopen. Vanaf 1 januari van dit jaar rekenen alle banken al in Euro’s. Vanaf 2001 kunnen ook de “gewone” mensen hiermee betalen. Dit is gemakkelijker, en misschien wordt het wel net zo’n “wereldmunt” als de Dollar.
Wat voor verschillen zijn er tussen de manier van werken van 60 jaar geleden en nu? Wat hebben de wetenschap en techniek hiermee te maken?
Nu, in de jaren ’90 moet alles zo efficiënt mogelijk. Er mag geen tijd verloren gaan, want tijd is geld. Er wordt steeds meer voor ons gedaan door computers. De mensen die na de oorlog Nederland op hebben moeten bouwen leefden in veel slechtere omstandigheden en moesten vaak lichamelijk veel zwaarder werk doen.
De techniek staat voor alles wordt wel eens gezegd, maar is dit wel zo. We kunnen steeds meer, we kunnen zelfs naar de maan. Maar zou het niet beter zijn, om daar één jaar geen geld aan uit te geven, maar dat geld te gebruiken om de problemen in bijvoorbeeld Afrika op te lossen. Met geld is niet alles te koop, maar wel veel. Voor het geld dat je uitgeeft aan één raket, kun je heel wat ziekenhuizen bouwen. Met de techniek en wetenschap, hoe ver deze ook is, is niet alles op te lossen, want een computer kan, nu tenminste nog niet, menselijk denken en reageren. Dit zullen we voorlopig nog zelf moeten doen.
Meer dan ooit wordt de lopende band gebruikt. Of hier nu mensen of robots achter zitten, het gaat sneller.
Wat is er gebeurd met de mentaliteit van mensen?
Na de oorlog had iedereen maar één gedachte: Nooit meer oorlog. Nu is deze gedachte niet veranderd, maar wel naar de achtergrond geschoven. Want wij, de jeugd, weten niet wat het is om honger te lijden. Om ’s nachts wakker te worden van bommen die ontploffen. En als oma zegt van: “Eet je bord nu eens leeg, in de oorlog zouden we er blij mee zijn.” Denkt bijna iedereen wel hetzelfde. Het is nu oorlog, dat is voorbij.
De manier van werken is ook veranderd. Alles is, zoals ik al zei, veel efficiënter geworden. Mensen zijn veel meer gestresst dan vroeger. We werken, eten en slapen. Als we ergens nog een gaatje kunnen vinden gaan we misschien ook nog wel wat sporten, maar veel meer vrije tijd zit er niet in. Mensen zijn veel meer op zichzelf geworden. De sociale controle is veel kleiner. De maatschappij is asocialer geworden ten opzichte van de medemens. Je bent vooral voor jezelf verantwoordelijk, en daarna pas voor anderen. Ik denk dat dat ook komt doordat (bijna) alles om geld draait.
Conclusie:
Er is zo veel gebeurd in de geschiedenis dat een invloed heeft gehad op onze economie, maar we zijn er altijd weer bovenop gekomen. Ik heb dus hoop voor de toekomst.
De komst van computers is erg belangrijk geweest voor onze economie. We kunnen hierdoor meer en sneller produceren en dus meer verdienen.
Minister Netelenbos kan wel van alles verzinnen voor haar fileprobleem, maar of het opgelost kan worden blijft de vraag. Nederland telt miljoenen forenzen, en ze kan niemand verbieden de auto te pakken. De infrastructuur blijft men verbeteren, ook de elektronische snelweg. Dit is een goed teken denk ik.
De mentaliteit van mensen is erg veranderd. Ik vind dat je dit vooral in de stad goed kunt merken. In een dorp is er nog wel sociale controle, ook doordat je alles van elkaar weet. Mensen zijn minder asociaal tegenover elkaar, maar of dit goed is. Je hoeft niet egoïstisch te zijn, maar is het verkeerd om aan jezelf te denken.
Ik denk dat het vooral in de toekomst erg belangrijk is een diploma te hebben, hoe meer je gestudeerd hebt, hoe meer je verdient. En daar draait toch alles om in deze wereld, om geld!
REACTIES
1 seconde geleden