De Griekse mythologie

Hoofdstuk 1: De belangrijkste Goden. Zeus: Oppergod, belangrijkste God van de Grieken, God van de hemel de donder en de bliksem. Hera: vrouw van Zeus, Godin van het huwelijk, zeer oude en machtige Godin. Hades: God van de onderwereld, broer van Zeus, getrouwd met Persefone. Poseidon: God van de zeeën en de aarde, onderwater paleis met zijn vrouw Amfitrita. Pallas Athene: Godin van wijsheid oorlog en handwerk, geboren uit het voorhoofd van Zeus, zorgde voor de stad Athene. Demeter: Godin van de verbouwing van het land, van het zaad het graan en de oogst, zus van Zeus. Persefone: dochter van Demeter, hielp Demeter, getrouwd met Hades. De Griekse Goden waren onsterfelijk en beslisten over het leven van de mens. De Goden leken ook heel erg op mensen. Hoofdstuk 2: De Griekse mythologie. Heel lang geleden vertelden de Grieken elkaar verhalen over Goden, Godinnen, Halfgoden en helden. De Grieken vertelden het langzamerhand door, en verzonnen er steeds wat bij om het spannender of leuker te maken. Zo’n verhaal noem je een mythe. En alle mythen samen noem je weer mythologie, het woord mythologie bestaat eigenlijk uit twee worden, Mythos en logos, die woorden betekenen in het Grieks allebei het woord ‘woord’. De oudste en de beroemdste Griekse dichter is Homerus, hij heeft de Ilias en de odyssee geschreven. Daarin staan allemaal Griekse mythen. De Ilias gaat over de strijd van Troy, en de Odyssee over zwerftochten van Odyssee.
De goden Zeus en Hera. Zeus was de belangrijkste god van de Grieken, Hij is de oppergod van de Grieken, en de god van de hemel, de donder en de bliksem. De naam Zeus betekent in het Grieks stralen. Zeus woonde op de grootste berg in Griekenland, de Olympus. In olympus vonden de Grieken Zeus heel belangrijk. In de vijfde eeuw voor Christus werd daar een tempel voor hem gemaakt. De beroemde beeldhouder Feidias kreeg de opdracht om een beeld van Zeus voor deze tempel te maken. Dit beeld werd heel beroemd. Het was een heel erg groot beeld wel tien keer zo groot als een mens. Het beeld is van goud en ivoor gemaakt. Zeus zat altijd op zijn troon, de sandalen en kleding van Zeus waren goud. En op zijn staf waren tekens en Lelies getekend. Zeus is getrouwd met zijn zus Hera, Hera is de godin van het huwelijk. Hera is een machtige godin. Nog voordat Zeus in Griekenland bekend werd, werd Hera in sommige plaatsen al heel belangrijk. Hera en Zeus hebben vier kinderen twee zoons en twee dochters: Apollo: zoon van Zeus en Hera en God van muziek, poëzie en geneeskunst hoewel hij soms een pestepidemie veroorzaakte om mensen te doden. Artemis: dochter van Zeus en Hera en Godin van de jacht en de maan. Ze was ook Godin van de dood en ze was betrokken bij geboortes. Pallas Athene: geboren uit het voorhoofd van Zeus. Godin van de wijsheid, oorlog en handwerk. Ze zorgde voor de stad Athene en haar inwoners. Dionysos: zoon van Zeus en Hera en God van wijn en bedwelming
De Godinnen Demeter en Persefone. Demeter is de Godin van de verbouwing van het land, van het zaad, van het graan en van de oogst. Demeter was een belangrijke Godin voor de Grieken. Demeter is een zus van Zeus. Demeter woonde op Sicilië een eiland in de Middellandse Zee samen met haar dochter Persefone. Persefone ziet er eigenlijk net zo uit als Demeter alleen dan iets jonger. De godin Pallas Athene. Pallas Athene die ook wel alleen Athene word genoemd, is de Godin van de wijsheid de oorlog en het handwerk. Athene is op een vreemde manier geboren: op een dag had Zeus zo’n erge hoofdpijn dat hij vroeg of zijn zoon Hephaestus zijn hoofd open te hakken. Toen hij dat had gedaan sprong Pallas Athene uit Zeus zijn hoofd. Ze droeg een gouden helm en in haar hand hield ze een speer. Athene was de lievelingsdochter van Zeus hij noemde haar altijd de ‘lief uilogige’. Vlak na de geboorte van Pallas Athene kwam er een man die Cecrops heette. Hij begon een stad te bouwen en die stad werd zo mooi dat zelfs de goden er versteld van stonden. Toen de stad klaar was wouden Poseidon en Pallas Athene er allebei een naam voor verzinnen. Zeus zei dat ze maar een soort wedstrijd moesten houden om te bepalen wie de stad een naam mocht geven. Poseidon en Pallas Athene moesten iets bedenken wat nuttig was voor de mensen. Poseidon greep zijn drietand en toverde een paard tevoorschijn. Hij vertelde de mensen dat het paard wel belangrijk kon zijn. De Goden besloten dat Pallas Athene nu de stad een naam mocht geven. Ze noemde de stad Athene. De mensen in Athene vereerden haar nu als hun eigen Godin. Tempels en Orakels. De Grieken maakten veel tijd in het blij maken van de goden. Ze bouwden over het hele land tempels voor hen. In heel Griekenland werden die tempels op ongeveer dezelfde manier gebouwd. Ze zagen er ook bijna allemaal hetzelfde uit. In de tempels waren priesters en priesteressen die ervoor moesten zorgen dat de tempel netjes moest blijven en dat er niks in gebeurde. Een belangrijke tempel was de tempel: Parthenon. Die tempel was voor de godin Pallas Athene. De tempel werd gebouwd door Iktinos en Pheidias in 447 voor Christus. De tempel staat in Athene. Sommige Atheners vonden het maar een lelijke tempel. Maar de meeste mensen vonden het heel mooi. Slot. Ik vond het heel leuk om aan dit werkstuk te werken, alleen het was wel lastig, soms staan er bijvoorbeeld moeilijke woorden in en dan moet je daar weer de betekenis van zoeken. Het was een leuk maar ook moeilijk onderwerp.