Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De Golfoorlog

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • vwo | 9322 woorden
  • 11 april 2002
  • 283 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
283 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding We wilden graag wat weten over de Golfoorlog(en) omdat we er zelf bijna niets over wisten. Dus daarom is onze probleemstelling: “Hoe verliep de Golfoorlog?”. Dit hebben we weer onderverdeeld in: Ø De oorzaak *De oorzaak van de eerste Golfoorlog *De oorzaak van de tweede Golfoorlog Ø Het gebied waarin de Golfoorlog werd gehouden + De landen die deelnamen+ Landengegevens Ø De plannen van de deelnemende landen Ø De belangrijke wapens Ø De belangrijke personen Ø De belangrijkste gebeurtenissen *De belangrijkste gebeurtenissen van de Eerste golfoorlog *De belangrijkste gebeurtenissen van de Tweede golfoorlog Ø De gevolgen
We hebben deze onderwerpen dus verder onderzocht en het is uiteindelijk goed gelukt. Deze onderwerpen komen terug in de hoofdstukken. We vonden de Golfoorlog als onderwerp heel erg leuk lijken, omdat oorlog ons alledrie wel aanspreekt. En we kwamen vrij snel op de Golfoorlog. We wisten over de Golfoorlog vrijwel niets, omdat we toen net geboren waren. En toen we klein waren hebben we er wel iets over gehoord maar niet veel. De Golfoorlog speelt nog steeds, dat vonden we ook interessant. Want de Verenigde Staten willen Irak weer aanvallen en Saddam Hoessein afzetten. Maar dan moesten we wel eerst de voorgeschiedenis weten. De geraadpleegde bronnen staan vermeldt in bijlage 1. Een overzichtskaart van het Golfgebied is opgenomen als bijlage 2. We wensen u veel leesplezier.
1. De oorzaak van de eerste Golfoorlog De Eerste Golfoorlog was een oorlog tussen Irak en Iran. Irak begon de oorlog in 1980 onder leiding van de president Saddam Hoessein. Deze president viel Iran aan omdat hij de olie wilde hebben die in Iran gewonnen werd. Maar hij viel ook aan omdat hij de kust van Iran graag wilde hebben om betere export te verkrijgen. Een andere reden was dat hij bang was dat de sjiieten in Irak werden opgestookt door die van Iran. In Iran woonden namelijk veel sjiieten en hij vreesde dat zij de Irakese sjiieten zouden overhalen tot een opstand. Hij wilde ook af van de grensrivier die tussen Irak en Iran ligt. Die rivier vond hij namelijk erg onhandig. Hij kon Iran aanvallen omdat ze militair verzwakt waren. Dat kwam omdat de Verenigde Staten de wapentoevoer hadden gestopt. Irak werd nu gesteund door de Verenigde Staten. Dit kwam omdat de Verenigde Staten moesten kiezen tussen 2 slechte partijen, Iran en Irak. Ze kozen Irak omdat in Iran fundamentalisme heerste en daar waren de Amerikanen tegen. De oorlog duurde tot 1988. 2. De oorzaak van de tweede Golfoorlog Op 2 augustus in het jaar 1990 bezette Irak het buurland Koeweit, omdat Irak dacht dat de oliepolitiek van Koeweit slecht zou zijn voor de Irakese economie. Koeweit had namelijk een erg hoge olieproductie, waardoor de aardolieprijzen onder hoge druk stonden. Ook beschuldigde Irak Koeweit ervan, dat het al jarenlang olie stal uit het Roemajla-olieveld. Dit olieveld ligt aan de grens tussen de beide landen. Deze bezetting resulteerde in de Golfcrisis. Direct nadat Irak Koeweit introk wilde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, dat de Irakese troepen onmiddellijk terugtrokken uit Koeweit. Een paar dagen later, na de Irakese inval maakten de Verenigde Staten en Groot-Brittannië bekend dat ze beiden marineschepen zouden sturen en op 7 augustus deelde de Amerikaanse minister van Defensie mee dat de Amerikaanse lucht- en landstrijdkrachten naar de Golf gestuurd zouden worden. Deze manschappen werden geleverd door in totaal 28 landen. Op 12 augustus kwam de president van Irak, Saddam Hoessein met het voorstel Koeweit te ontruimen in ruil voor de beëindiging van de andere bezettingen in het Midden-Oosten, vooral ook de gebieden die door Israël waren bezet. Dit werd direct afgewezen door de Verenigde Staten en Israël. Intussen werden de regels tegen Irak nog extra verscherpt. En toen dreigde Saddam Hoessein dat als Irak economisch gewurgd zou worden, het niet zou aarzelen de westerse belangen, Israël en de aardolievoorzieningen aan te vallen. Irak sloot in augustus 1990 erg snel een vredesverdrag met Iran, dat de Eerste Golfoorlog ten einde bracht. Dit had Irak tot nu toe altijd geweigerd. Door dit verdrag kon Irak een deel van zijn manschappen van het oostfront vrijmaken voor het westen. Iran bleef vanaf toen de neutrale positie van het land benadrukken. George Bush nam op 9 november een belangrijke beslissing namelijk om de Amerikaanse troepen in de Golf te verdubbelen. De veiligheidsraad van de Verenigde Naties gaf alle lidstaten op 29 november de bevoegdheid "alle noodzakelijke middelen" te gebruiken om de ontruiming van Koeweit te bereiken en de internationale vrede en veiligheid in het gebied te herstellen. Men gaf Irak tot en met 15 januari 1991 de tijd om weg te trekken uit Koeweit. Maar het vredesoverleg mislukte keer op keer. Op 17 januari is de oorlog begonnen tussen Irak en de bondgenoten van Koeweit. 3. De landen die deelnamen De tweede Golfoorlog liep tussen Koeweit en Irak. Koeweit werd beschermd door het bondgenootschap: Bahrein, Bangladesh, Canada, Egypte, Frankrijk, Italië, Koeweit, Marokko, Niger, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië, Syrië, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Gegevens van de landen waarin werd gevochten
Saoedi-Arabië Saoedi-Arabië heeft een oppervlakte van 2.149.690 km². Het telt ongeveer 10 miljoen inwoners. Daarvan wonen er 73% in de steden. Saoedi-Arabië is het vaderland van de bedoeïenen, die in verschillende stammen verdeeld zijn. Er wonen verder nog een paar honderdduizend werknemers uit het buitenland. Alle inwoners van Saoedi-Arabië zijn moslim. Geen enkele andere godsdienst vind je in Saoedi-Arabië dan de islam. De "Muttawa's", de religieuze militie, houdt toezicht over de orde van de Koran. Er zijn een paar grote steden. De eerste is Riaad, de hoofdstad, met 1.500.000 inwoners. Op de tweede plek komt Djeddah met 1.000.000 inwoners. Dan Mekka, de religieuze hoofdstad met 650.000 inwoners; Taif met 450.000 inwoners; Medina met 400.000 inwoners. De welvaart van Saoedi-Arabië wordt grotendeels bepaald door de koolwaterstoffen, 'want God heeft ons onder de grond gegeven wat Hij ons bovengronds onthouden heeft'. Het type van regeren is absolute en erfelijke monarchie. Koning Fahd is in 1922 geboren en sinds 1982 aan de macht. Hij heerst met een ministerraad als uitvoerende macht, zonder parlementaire of adviserende volksvertegenwoordiging. Door de politiek, die dat zo wilde, heeft de landbouw een belangrijke plaats gekregen in de Saoedi-Arabische economie. Sinds 1986 wordt er voldoende graan geproduceerd om in de nationale behoefte te voorzien en in 1984 waren er 6,5 miljoen stuks vee. Koeweit Koeweit is eigenlijk alleen maar woestijn. Het heeft een oppervlakte van 17.818 km². Het heeft ongeveer 1.700.000 inwoners. Hiervan zijn slechts 700.000 Koeweiti's. Van de 1.700.000 inwoners wonen er 93,7% in de stad. De grootste stad is Koeweit Stad, de hoofdstad. Hier wonen 220.000 mensen. Dan komt Awaili met 130.000 en Salimya met 110.000 inwoners. Koeweit is een echt immigratie land. Er wonen mensen met verschillende nationaliteiten, met als hoofdgroep Palestijnen (350.000 inwoners). Daarnaast Egyptenaren, Irakezen, Libanezen en Syriërs, en zelfs Aziaten. Ook de economie van Koeweit rust op koolwaterstoffen. De voorraden zijn zo groot dat het land met zijn 10 miljard ton de tweede plaats bezet op de wereldranglijst. De officiële godsdienst is de Islam, maar het is een godsdienstvrij land. Koeweit is sinds 1963 een onafhankelijk land. Het wordt geregeld door een constitutionele monarchie. Politieke partijen zijn verboden, maar vakbonden en andere verenigingen zijn wel toegestaan. Irak
Irak heeft een oppervlakte van 438.446 km². Het heeft 16.280.000 inwoners. Arabieren in de meerderheid (69% van de bevolking). Daarna komen de Koerden (27%). De rest zijn etnische minderheden. 70,6% van de bevolking woont in de steden. De grootste stad van Irak is Bagdad, de hoofdstad, met 4.000.000 inwoners. Basra volgt daarop met 600.000 inwoners en weer daarop Mosoel met 570.000 inwoners. Er zijn twee officiële talen. De eerste officiële taal is het Arabisch. De tweede officiële taal is het Koerdisch. De staatsreligie is de islam. Van de moslims is 53,5% sjiiet en 42,5% soennitisch. De belangrijkste heiligste plaatsen voor de sjiieten zijn Kerbela, Koefan, Nedjef en Samarra. De twee groten rivieren die door Irak stromen zijn de Eufraat en de Tigris. De Eufraat loopt 1213 km door Irak en de Tigris loopt 1418 km door Irak. Dit zijn de legendarische rivieren van Mesopotamië, het Tweestromenland. De Irakese economie gaat uit van mijnbouw. Er worden o.a. koolwaterstoffen, gas, fosfaaterts, zwavel en gips gewonnen. De verwerkend industrie is voornamelijk gericht op de productie van cement. De veredelde industrie houdt zich bezig met petrochemie en elektriciteit. De landbouw teelt tarwe en gerst. Er zijn ongeveer 12 miljoen schapen, 1,5 miljoen runderen en 55.000 kamelen. Irak heeft een grens van 895 km lengte met Saoedi-Arabië, van 254 km met Koeweit, van 147 km met Jordanië en van 305 km met Turkije. Iran
Iran heet officieel Djoemhoerije Eslamije Iran, Islamitische Republiek Iran. Tot 1935 en tussen 1949 en 1979 Perzië geheten, republiek in West-Azië. Iran heeft een oppervlakte van 1.648.196 km², met schatting 1996 66,8 miljoen inwoners. Iran bestaat uit een centrale hoogvlakte (1000–1600 m hoog). Zoutmoerassen en woestijn maken het midden van Iran ontoegankelijk. Laagland komt voor in enkele smalle stroken langs de Perzische Golf en aan de voet van het Elboersgebergte. Er zijn een aantal rivieren in Iran: de Karoen en de Sjat al-Arab (samenvloeiing van Eufraat en Tigris), en wat kleinere rivieren zoals de Kizil Oezen en de Aras. Ongeveer 65% van de bevolking bestaat uit de Farsi sprekende Iraniërs. Er leven bovendien Arabische gemeenschappen in de zuidwestelijke laagvlakte van Khuzestan; Balutsji in het zuidoostelijke grensgebied met Pakistan, rondom de steden Zahedan en Iransjahr en Toerkmenen op de steppen van Gorgaan aan de Kaspische oostkust. Daarnaast zijn er talrijke nomadische groepen. Zij wonen oorspronkelijk in de uitlopers van het westelijke Zagrosmassief. In Iran verbleven in 1996 ruim een miljoen Afghaanse vluchtelingen. 60% woont in de steden. De hoofdstad Teheran heeft de meeste inwoners: 8.000.000, gevolgd door Mashhad met 1.500.000 inwoners, Isfahan met 1.000.000 inwoners, Tebriz met ook 1.000.000 inwoners en als laatste Sjiraz met 850.000 inwoners. Sinds de islamitische revolutie zijn ongeveer een miljoen mensen naar het buitenland gevlucht. Volgens de grondwet van 1979 geldt het Farsi als de officiële en gemeenschappelijke taal van de Islamitische Republiek Iran. Farsi is voor 50% van de bevolking de omgangstaal. Daarnaast is de taal van de koran (klassiek Arabisch) de tweede taal. Ten slotte wordt het gebruik van lokale en etnische talen toegestaan in de pers, de massamedia en het literatuuronderwijs. Deze zijn Iraanse talen als het Koerdisch en Balutsji (20%), en ook het Azerbajdzjan-Turks (20%), Armeens en modern-Arabische dialecten. Het sji'isme is de officiële godsdienst. 98% van de Iraniërs zijn islamieten, van wie ruim 90% sji‘itisch, de rest soennitisch. Verder zijn er nog 300.000 christenen en 30.000 joden, hoewel hun aantal afneemt. Van de 1.65 miljoen km² grond is 55% voor landbouw geschikt. 11% is echter slechts in gebruik, waarvan op nog geen derde irrigatie plaatsvindt. In 1990 was 40% van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw en droeg voor 23% bij aan het BNP. De winning van aardolie en aardgas vormt de belangrijkste tak. De totale aardoliereserves werden in 1993 geschat op 11, 3 miljard ton (10% van de wereldvoorraad). De winning en verwerking zijn sedert 1973 in handen van de National Iranian Oil Company (NIOC, een staatsbedrijf). Voornaamste vindplaatsen zijn: het gebied om de Perzische Golf, de kust van de Kaspische Zee en het noordoostelijk grensgebied. De aardolie wordt via pijpleidingen naar de kust getransporteerd. De aardgasreserves worden in grootte tot de tweede ter wereld gerekend (ongeveer 13% van de wereldreserves). Het land is rijk aan bodemschatten, die echter nog niet alle geëxploiteerd worden. Aanwezig zijn aanzienlijke voorraden lood, wolfraam- en mangaanertsen, bauxiet, uranium en asbest. Op steeds groter schaal worden steenkolen, ijzererts, nikkel, chroom en kobalt gewonnen.
4. De plannen van de deelnemende landen De motieven van het bondgenootschap
De motieven van de alliantie zijn uiteenlopend, maar iedereen wil in elk geval Koeweit bevrijden. Men kan immers niet toelaten dat grenzen worden gewijzigd. De grote petroleumreserves hebben ongetwijfeld een belangrijke rol gespeeld in de besluitvorming van de westerse wereld en Japan. Samen beschikken Irak en Koeweit over 20% van de wereldreserves. Voeg daar nog eens Saoedi-Arabië bij, dan komen we bij ruim 50%. De vernietiging van het nucleaire potentieel van Saddam stond ook hoog op het verlanglijstje van de Verenigde Staten en van Israël. De Verenigde Staten verzetten zich sinds 6 december 1941 tegen de verspreiding van de nucleaire kennis. Ook nu nog pogen zij de verspreiding van kernwapens tegen te gaan. Ook de uitschakeling van het leger en de persoon Saddam Hoessein werd door verschillende bondgenoten voorop gesteld. Ze vonden dat Saddam Hoessein zich overdreven aan het bewapenen was. Het einde van de Koude Oorlog had de wapenhandel doen ineenschrompelen. Voor de wapenindustrie zou een 'goede' korte oorlog de industrie weer leven inblazen en de modernste wapens zouden kunnen uitgetest worden in de realiteit. Maar ook Syrië en Egypte hadden er belang bij dat Irak verzwakt werd. Zij vreesden voor hun positie als leidinggevende staten in de Arabische wereld. Ook Frankrijk wil aan de onderhandelingstafel zitten. Het beseft dat een militaire deelname daarom noodzakelijk is. De andere staten volgen als bondgenoten. De vroegere weifelaar Bush werd langzamerhand de charismatische leider, die zijn redevoeringen doorspekte met uitspraken van Churchill. De bondgenoten werden dus zowel door principes als door praktische overwegingen gemotiveerd. Het Irakese plan
De Irakezen stelden zich diep op langs de Koeweit-Saoedische grens. Er waren 3 defensieve "lijnen". Die liepen 80 kilometer landinwaarts. De eerste lijn, een waakscherm dat nauwelijks bemand was, had tot doel de kracht van de vijand in te schatten. Het bestond uit een 3 m hoge zandmuur, met daarachter een antitank-raket van 5 m diep en 15 m breed waarin vatten petroleum lagen. Achter de gracht waren prikkeldraad en nog andere antitank hindernissen opgesteld. Vervolgens kwam er een mijnenveld. Op een twintigtal kilometer van die eerste lijn was een tweede lijn. Daar bevonden zich tanks en gemechaniseerde infanterie. De derde lijn bevond zich ten hoogte van Koeweit Stad. Hier lagen beter uitgeruste troepen met een totaal van 250.000 man. Langs de kust lagen zes divisies ingegraven met 60.000 Irakese soldaten. Met het plaatsen van land- en zeemijnen wilde men een landing tegen gaan. De algemene reserve, lag net ten noorden van Koeweit. Daar bevonden zich zeven divisies waarvan drie pantserdivisies met 800 tanks en vier gemechaniseerde divisies. Samen met de corpstroepen leverde dit 150.000 man op. Irak beschikte dus om Koeweit te verdedigen over 460.000 man die verdeeld waren over 28 divisies. De Amerikaanse plannen
Men dacht dat Amerika Irak niet kon aanvallen zonder grondoffensief. De luchtvloot moest de vijandelijke luchtmacht en communicatieketen uitschakelen. Maar het ruwe terrein en de dichte bevolking waren problemen. De Amerikanen zouden hun nieuwste plan, de Air Land Battle, gebruiken. In de eerste fase moesten het luchtoverwicht en de vijandelijke commandostructuur vernietigd worden. Vervolgens werd de bevoorrading afgesneden en worden de versterkingen in het achterland aangepakt. Daarna moesten snelle aanvallen in de diepte, gesteund door jagerbommenwerpers, gevechtshelikopters, artillerie en het scheepsgeschut, totale verwarring stichten. De problemen van Air Land Battle waren: de coördinatie, de timing, de continuïteit en de logistiek. Verplaatsingen van 50 à 100 km per dag door duizenden, brandstofzuipende voertuigen vergen een ongelooflijk logistiek kunnen. De sleutelwoorden van Air Land Battle zijn dus snelheid, verrassing en logistiek. 5. Achtergrond belangrijkste personen Saddam Hoessein Ook wel Saddam Hoessein al-Takriti genoemd. Vroeger heette hij Hoessein Saddam al-Takriti. Geboren te Takrit op 28 april 1937. Saddam Hoessein is een Iraaks politicus, en hij sloot zich in 1957 bij de toen nog oppositionele Ba'thpartij aan. In 1959 was hij betrokken bij een mislukte moordaanslag op president Abdoel Karim Kassem. Hiervoor werd hij ter dood veroordeeld. In ballingschap verbleef hij in Egypte. Toen in februari 1963 de Ba'thpartij een staatsgreep pleegde, kon hij naar Irak terugkeren. Saddam werd lid van het Regionaal Ba'thbestuur, maar de partij werd onder het bewind van de gebroeders Aref (1963–1968) weer verboden en hij werd in 1964 gearresteerd. Na zijn vrijlating speelde hij een rol bij de staatsgreep van zijn oom, generaal Ahmed Hassan al-Bakr, in juli 1968. Hij richtte de Volksmilitie op, die het nieuwe Ba'thbewind steunde. Hij werd in november 1969 vice-president. Hoewel hij geen president was, was hij toch de sterkste man van Irak. Na het aftreden van president al-Bakr werd Saddam in juli 1979 president van Irak, een functie die hij combineerde met het premierschap en het opperbevel van de strijdkrachten. In september 1980 begon hij een oorlog tegen Iran: de Eerste Golfoorlog. Tijdens deze oorlog zocht hij steeds meer naar bondgenoten in de gematigder Arabische staten. Na de beëindiging van deze oorlog in augustus 1988 trad hij hard op tegen de Koerden. Saddam beschikte over zeer geavanceerde wapens, die begin 1990 ongerustheid veroorzaakte in het Westen. In de zomer bezette Saddam Hoessein Koeweit: de Tweede Golfoorlog was begonnen. Saddam Hoessein wist zich staande te houden, ondanks verloren oorlogen en opstanden van Koerden en sjiieten, door zijn bewind: harde onderdrukking en een gezuiverd leger en partij. Twee van zijn schoonzoons, die in 1995 Irak ontvluchtten, werden bij hun terugkeer in 1996 vermoord. Saddams invloedrijke zoon Uday raakte in 1996 ernstig gewond bij een aanslag. Het boek wat hij schreef heette: One trench or two. Saddam Husain on current events (1977). George Herbert Walker Bush Geboren te Milton, Massachusetts op 12 juni 1924. Hij was een Amerikaans politicus. Hij was van 1989 tot 1993 de 41ste president van de Verenigde Staten. Bush, zoon van een bankier, werd in de jaren vijftig senator voor de liberale staat Massachusetts. In de Tweede Wereldoorlog was Bush piloot bij de marine. Hij vloog 58 missies totdat hij werd neergeschoten. Voor bewezen heldenmoed verkreeg hij het Distinguished Flying Cross. Daarna studeerde hij aan Yale University, waarna hij en zijn vrouw Barbara vertrokken naar Texas waar Bush miljonair werd door de handel in olieconcessies. Bush nam in 1964 voor de Republikeinse Partij deel aan de verkiezingscampagne voor de federale Senaat, maar verloor. In 1966 behaalde hij een zetel in het Huis van Afgevaardigden voor een district in Houston. In 1970 probeerde hij weer senator te worden, maar verloor van Lloyd Bentson. Nixon benoemde Bush vervolgens tot ambassadeur bij de Verenigde Naties en haalde hem in 1972 over om voorzitter van de Republikeinse Partij te worden. Gerald Ford koos niet voor Bush als vice-president, maar zond hem als ambassadeur naar China. Een jaar later nodigde Ford Bush uit hoofd te worden van de CIA. De CIA had een zware klap gekregen door de zogenaamde Watergate-affaire. Bush is het gelukt om de inlichtingendienst weer draaiende te houden. Nadat Carter de verkiezingen in 1976 won, moest Bush weggaan bij de CIA. Na zijn vertrek richtte hij zich helemaal op de presidentsverkiezingen van 1980. Ronald Reagan verkreeg echter op de Republikeinse Conventie de nominatie. Omdat Bush desondanks veel gedelegeerden voor zich had gewonnen en hij door zijn gematigdheid het vertrouwen van de niet-conservatieve kiezers kon veroveren, koos Reagan hem als ‘running mate’ voor het presidentschap. Reagan en Bush wonnen de verkiezingen in 1980. Gedurende acht jaar was Bush een trouw dienaar van Reagan. Als president stelde Bush een kabinet samen uit bevriende politici en terzake deskundigen. Bovendien probeerde hij zich te verzoenen met de Democraten. Zijn eerste ontmoeting met de Sovjetrussische leider Michail Sergejevitsj Gorbatsjov, op een schip bij Malta (2–3 december 1989), werd gezien als een nieuwe start voor meer ontspannen betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Onverwacht hard en consequent trad Bush op met de militaire interventie in Panama (december 1989). Na de inval van Irak in Koeweit smeedde Bush, samen met zijn minister van Buitenlandse Zaken, James Addison Baker, met rugdekking van de VN-veiligheidsraad een internationale alliantie, waarvoor hij zelfs rivaliserende Arabische staten als Egypte en Syrië won. De snelle overwinning van deze geallieerden op Irak, met uiterst geringe verliezen aan manschappen (: tweede Golfoorlog), bracht Bush in begin 1991 grote populariteit in eigen land. Bush kwam meteen met een omvattend vredesplan voor het Midden-Oosten, waarvan het eerste resultaat de Midden-Oostenconferentie in Madrid was (oktober 1991). Aan het eind van zijn regering, toen zijn opvolger Bill Clinton al gekozen was, zonden de Verenigde Staten 28000 mariniers naar het door burgeroorlog verscheurde Somalië (eind 1992) en werd het START-II-ontwapeningsverdrag met Rusland gesloten (januari 1993). Colin Luther Powell Geboren te New York City op 5 april 1937. Een Amerikaans militair en politicus. Powell, zoon van zwarte immigranten uit Jamaica, studeerde geologie aan de City University van New York, waarna hij dienst nam in het leger. Als militair voltooide hij de studie bedrijfseconomie aan George Washington University. Powell diende in 1962–1963 in Vietnam, waar hij gewond raakte. Later werd hij commandant van een infanterie-bataljon in Zuid-Korea en vervulde hij verschillende hoge commando-posten in de Verenigde Staten en had hij het opperbevel van het Vijfde Legercorps in Duitsland. In 1972 kreeg hij daarnaast een positie op het Pentagon in Washington, waar hij als militair adviseur van verschillende regeringen optrad. In 1986 werd hij plaatsvervangend Nationale Veiligheidsadviseur en in 1987 benoemde president Ronald Reagan hem tot Veiligheidsadviseur. In 1989 benoemde president George Bush Powell tot voorzitter van de Joint Chiefs of Staff, de hoogste militaire functie. Als zodanig ontraadde hij de militaire operatie tegen de Panamese dictator Noriega in 1989, maar zette hij zich overtuigend in voor operatie Desert Storm. Hij had de opvatting dat het Amerikaanse leger alleen ingezet mocht worden als het opereerde met alles wat ze hadden. Als carrièremilitair had Powell veel contacten met politici en na de Golfoorlog verwierf hij grote bekendheid en gezag, maar hoewel hij zich na zijn pensionering in 1993 meer politiek ging profileren, bleef hij wantrouwig jegens Washington. Tijdens de verkiezingscampagne van 1996 probeerden beide grote partijen de partijloze Powell, die hoog scoorde in de peilingen, voor zich te winnen; hij leek de enige die de tegenstellingen in het land kon overwinnen. Powell besloot toe te treden tot de Republikeinse partij, maar ging niet in op pogingen van Bob Dole hem ertoe over te halen zich kandidaat te stellen voor het vice-presidentschap. Wel leverde hij een bijdrage tot het overbruggen van de tegenstellingen binnen de partij met zijn verzoenende openingsrede op de Republikeinse conventie in San Diego, waarbij hij de nadruk legde op morele waarden maar zich tegelijk distantieerde van de onverdraagzaamheid van vooral christelijk-rechtse kringen binnen de partij. Norman Schwarzkopf
Geboren op 22 augustus 1934, te Trenton, New Jersey. Hij studeerde af op West Point en hij heeft een aantal jaar in Vietnam gevochten, waar hij twee keer gewond raakte. Hij werd gedecoreerd met 3 Silver Stars, 3 Bronze Stars en het Distinguished Service Medal. In 1983 was hij het hoofd van de U.S. invasiemacht van Grenada. In 1991 commandeerde hij succesvol de geallieerde invasie op Irak tijdens de Golfoorlog. Hij pensioneerde als 4-sterren generaal bij het Amerikaanse leger . Schwarzkopfs lessen in leiderschap - Geen enkele organisatie kan verbeterd worden zolang er geen leider opdoemt die durft inzien en toegeven dat er fouten gemaakt worden. - De eerste stap op weg naar leiderschap is jezelf te zien als een leider. - De mythe van de "geboren leider" is slechts een illusie. Je kan wel een leider worden, door ervaring, karakter, inzicht en door in jezelf te geloven. - Leiders inspireren mensen om vrijwillig bepaalde zaken te doen die ze normaal helemaal niet zouden doen. - Leiders laten mensen boven zichzelf uitstijgen, zowel professioneel als persoonlijk. - Grote leiders houden oprecht van hun medewerkers. Ze beseffen immers dat ze alles wat ze ooit bereikt hebben, slechts konden bereiken dankzij het zweet van hun medewerkers. - De leider moet een duidelijk doel stellen en ervoor zorgen dat iedereen daarbij de rol krijgt die hem of haar best past. Dit alles moet ook helder gecommuniceerd worden. - Een leider kan alles delegeren, behalve zijn verantwoordelijkheid. - Echte leiders geven hun medewerkers de vrijheid om hun job te doen. Empowerment is geen loos concept. - Leiderschap vereist een sterk plichtsgevoel, een stevige moraal en ethiek. - Excellent leiderschap is niets anders dan een vruchtbare combinatie van strategie en karakter. Boek van Schwarzkopf: Desert Victory (met P. Petre, 1991) Roehallah Khomeiny
Ook gespeld Chomeiny. Geboren te Chomein op 24 september 1902, gestorven te Teheran op 3 juni 1989. Hij was Iraans geestelijk leider. Hij kreeg een grondige (sji‘itisch-islamitische) religieuze opleiding en verwierf zich als mollah (voorganger binnen de sji‘itische geloofsgemeenschap in Perzië) al spoedig een aanzienlijke schare volgelingen. In het begin van de jaren zestig kreeg hij de eretitel ayatollah (= teken van God). Khomeiny betoonde zich van het begin af aan een fel tegenstander van sjah Mohammed Reza Pahlawi en stelde zich onder meer op achter de regering van Mossadeq (1951–1953). In 1963 werd hij gearresteerd en verbannen. Vanuit Irak bleef hij pleiten voor de vestiging van een ‘ware islamitische staatsorde’ in zijn land. In 1978, toen het vooral door hem opgeroepen verzet tegen de sjah inmiddels massale vormen had aangenomen, werd hij door de Iraakse regering tot ongewenst persoon verklaard en belandde hij in Frankrijk. Pogingen van Perzische regeringsleiders om met hem tot een vergelijk te komen, mislukten volledig, en nadat de sjah begin 1979 zijn land had moeten verlaten, keerde Khomeiny er na ruim vijftien jaar ballingschap als triomfator terug (1 febr. 1979). Hij benoemde een nieuwe regering, waaraan hijzelf niet deelnam; op de achtergrond hield hij echter stevig de macht in handen. Daartoe ontwikkelde hij het concept van de velayate faqih (het toezicht van de geestelijk leider op de politiek). In de door Khomeiny uitgeroepen islamitische republiek werd de islamitische wet, op fundamentalistische wijze geïnterpreteerd, met grote gestrengheid ingevoerd. Zijn radicale antiwesterse stelling name en zijn streven naar ‘export van de revolutie’ brachten hem al snel in conflict met de Verenigde Staten en andere landen. Zijn radicaal theocratische opvattingen gaven aanleiding tot internationale crises (bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran, 1979–1981; demonstraties van Iraanse pelgrims in Mekka en zijn oproep aan alle islamieten de Britse auteur Salman Rushdie te doden in 1989). Tijdens de Eerste Golfoorlog legde Khomeiny sterk de nadruk op het ideaal van het martelaarschap. Binnenlandse politieke tegenstanders werden meedogenloos vervolgd en ook een groot aantal van zijn aanvankelijke medestanders viel in de loop van de tijd in ongenade (liberalen, sociaal-democraten, communisten, de Moedjahedien Chalk). Tot zijn dood toe bleef Khomeiny, hoewel hij de laatste jaren zelden meer in de openbaarheid trad, de machtigste man van Iran. Hoewel men in het buitenland in het algemeen sterk afwijzend tegenover zijn beleid stond, kon hij door zijn religieus-politieke gezag en zijn charismatische persoonlijkheid in Iran zelf steeds op aanzienlijke steun rekenen. Boeken van Khomeiny: (in het Engels vertaalt): Islamic government (1979); The government of theologians (1980); Islam and revolution, writings and declarations (1982).
6. De belangrijkste gebeurtenissen in de eerste Golfoorlog Fout van de Amerikaanse president
In Iran was, op het moment dat de oorlog begon, een religieuze dictatuur. Iran ziet Amerika als satan, en de Amerikaanse ambassade wordt aangevallen. Deze aanval had Khomeiny georganiseerd, maar zo’n bestorming mag niet volgens internationale wetten. Carter was toentertijd president en hij moest actie voeren want er waren verkiezingen onderweg. Dus start een Amerikaanse aanval op Iran. Carter geeft de helikopters de opdracht om laag te vliegen zodat ze niet door de radars gezien worden. Toen de helikopters laag vlogen woei er namelijk veel zand op in de woestijn, en kwam er zand tussen de rotorbladen en stortten ze neer. Dit was dus niet zo’n handige operatie van Carter. Hierdoor verloor hij de verkiezingen, de nieuwe president werd Reagan. Dezful gevallen
Als de oorlog uitbreekt gaan de geallieerden als eerst naar Dezful. Dit is een belangrijke communicatie stad voor Iran, want Dezful gaf informatie aan het leger. Omdat Dezful werd overwonnen was er geen communicatie tussen Teheran en het leger mogelijk. Dan vallen de Irakezen met tanks in het zuiden van Iran aan, dit is makkelijk en snel want het is daar vlak. Het leger van Irak is eigenlijk heel slecht. Ze zijn allemaal ongemotiveerd en niet erg betrouwbaar. Maar er is een harde kern in het leger, die kern heet de Republikeinse Garde, en is wel heel goed. Keerpunt in de oorlog
De Iraanse soldaten zijn slecht getraind en slecht bewapend. Maar wel erg gemotiveerd. Als iemand stierf dan stierf hij voor Allah. Door deze motivatie komen de Irakezen in de problemen. Er komt een nieuwe generaal in het Iranese leger, Rafsansjani. Hij was erg populair bij zijn manschappen en hij heeft het leger met beperkte middelen tot een beter leger gemaakt. Hij heeft ook speedbootjes met mitrailleurs erop gekocht. Basra, een stad in Iran, was ook belangrijk voor de Iranezen. Hier viel Saddam Hoessein aan zonder verdediging, omdat er veel moerassen waren en daarom dacht dat het niet nodig zou zijn. Maar Rafsansjani had nog speedbootjes om daar doorheen te varen, en werd daarbij ook nog geholpen door de Irakese sjiieten. Dus opeens staat er een vrij groot leger in Basra, en Irak verwachte dit totaal niet. Maar toch heeft Saddam Hoessein een oplossing, namelijk gifgas. Hij wist al dat het zou werken want hij had het al op 5000 Koerden uit eigen land uit getest. De Irakezen en Koerden hadden namelijk niet zo’n vriendelijke verhouding. Door het gas zijn tienduizenden Irakezen gestorven. En niet een vriendelijke dood, door dat gas brokkel je namelijk langzaam uit elkaar. Saddam Hoessein mocht dit gas eigenlijk ook niet gebruiken volgens het nationale verdrag. Rafsansjani was enorm boos en wilde ook gifgas gebruiken maar mocht dit niet van Khomeiny. En in 1984 waren ze allebei te zwak om aan te vallen maar te sterk om te verliezen. Hulp van Verenigde Staten en Rusland
In 1985 was er verdere escalatie in de oorlog. Irak valt met vliegtuigen olieplatformen aan. Dit was erg gevaarlijk voor Iran want Iran leefde van de olie. Iran neemt wraak door het zelfde bij Irak te doen. Omdat Irak in problemen komt met olie gaan andere oliestaten zoals Koeweit Irak olie leveren. Nu gaan Rusland en de Verenigde Staten zich echt met de oorlog bemoeien. Omdat zij verontrust zijn over de olietoevoer. De Verenigde Staten sturen schepen naar Irak. En geeft Irak de mogelijkheid om alle Irakese schepen om te vlaggen tot Amerikaanse of Russische. Dit deden ze ook. Dit was heel slim want als Iran nu zo’n schip aan zou vallen, zou Iran de oorlog aan de Verenigde Staten of Rusland verklaren. Het einde van de eerste Golfoorlog
Omdat Iran de schepen niet meer kon aanvallen, dropten ze mijnen in de zee met de speedbootjes. Hierdoor zou Irak niet kunnen weten dat zij dat gedaan hadden. Maar Irak ontdekt toch de betrokkenheid bij de mijnen. Nu bemoeit Nederland zich ermee, want Nederland had de beste mijnenvegers. Dus ontmijnt Nederland de zee voor Irak. Nu wordt er een verdrag ondertekend door beide partijen. De oorlog is ten einde, maar de grenzen bijna onveranderd. Irak zit nu in grote problemen want de olieproductie is helemaal tot niks gebracht. En het volk is ontevreden, want het wordt enorm onderdrukt. 7. De belangrijkste gebeurtenissen in de tweede Golfoorlog De annexatie van Koeweit. In juli trok Saddam Hoessein zijn leger aan de grens met Koeweit samen. Men beschouwde dat als intimidatie. Op 2 augustus viel het Irakese leger Koeweit binnen. Onmiddellijk werd Saddam vergeleken met Hitler. De inval van Irak werd meteen veroordeeld door de Verenigde Naties. Alle leden van de Veiligheidsraad hadden zich unaniem tegen de agressie gekeerd. De Amerikaanse president ging over tot het bevriezen van de Irakese en Koeweitse tegoeden en alle handel werd opgeschort. De Verenigde Staten zouden overgaan tot militair geweld. Zij startten samen met Saoedi-Arabië de operatie Desert Shield. Troepen werden overgevlogen uit de Verenigde Staten en Duitsland en oorlogsschepen verplaatsten zich naar de bedreigde regio. Ondertussen bleef de Sovjetunie de Verenigde Staten steunen. De Oostenrijkse president wist na een bezoek aan Bagdad zijn landgenoten vrij te krijgen, omdat alle buitenlanders werden vast gehouden door Saddam Hoessein. En toen kregen ook Willy Brandt en Edward Heath enkele honderden inwoners van de Bondsrepubliek en Groot-Brittannië vrij. Na een uitspraak van koning Boudewijn in Algiers, ten gunste van de Palestijnen, werden alle Belgen vrijgelaten. Maar het was duidelijk dat Irak niet op de knieën ging voor voedseltekort. De Verenigde Staten neigden nu hoe langer hoe meer naar een herovering van Koeweit. Daarom stuurden ze al maar meer troepen, terwijl ze aan de Veiligheidsraad vroegen om een offensieve militaire operatie toe te staan. Op 29 november 1990 keurde de Veiligheidsraad de aanval goed. Vanaf 15 januari 1991 was de oorlog tegen Irak gewettigd als het leger Koeweit niet had verlaten tegen die datum. Ondertussen werden allerlei initiatieven genomen om alsnog geen oorlog te krijgen. Frankrijk bood Irak een uitweg, de Verenigde Staten liet zien dat hij zich ook bekommerde om de wereldvrede in binnen- en buitenland. Saddam Hoessein liet druppelsgewijze de westerse gijzelaars vrij. Op 6 december schonk hij, als Sinterklaasgeschenk, de laatste gijzelaars de vrijheid. Op 6 januari 1991 had in Genève het laatste mogelijke vredesgesprek plaats tussen Irak en Amerika, maar Irak weigerde. Sinds januari was de samenstelling van de Veiligheidsraad gewijzigd, België maakte er nu naast Zaïre, Roemenië en Oostenrijk ook deel van uit. Vanaf nu leek een oorlog onvermijdelijk. Het probleem van de Verenigde Staten. Toen Koeweit was binnengevallen hadden de Verenigde Staten een probleem. Ze moesten een troepenmacht opbouwen maar ze wisten niet waar. En omdat Saddam Hoessein al van plan was Saoedi-Arabië ook binnen te vallen, besloten ze om daar hun troepen op te bouwen. Maar daarvoor moesten wel eerst de minister van defensie, Baker en de minister van buitenlandse zaken, Cheney naar Saoedi-Arabië. Zij vroegen toestemming, en kregen die, maar de soldaten mochten dan geen alcohol meenemen. Heel snel daarna werden de Amerikaanse soldaten er naar toe gestuurd. Het leger stelde niet zoveel voor maar hierdoor heeft Saddam Hoessein er wel vanaf gezien om Saoedi-Arabië aan te vallen. Omdat hij dan ook de oorlog aan de Verenigde Staten zou verklaren. Nu wordt het leger verder uitgebreid, en opgebouwd tot dat het heel sterk is. Ook de vloot en luchtmacht waren enorm. Het begin van de tweede Golfoorlog
Het ultimatum verliep op 15 januari om middernacht. De operatie Desert Storm ving aan in de nacht van 16 op 17 januari, een hele donkere nacht. Meteen konden de geallieerden hun technologisch overwicht, zoals de nachtkijker, uitspelen. Niemand vermoedde echter dat op de ochtend van 17 januari de geallieerden begonnen waren met hun troepen te verplaatsen naar het westen. De Irakezen wisten hierover totaal niets. In de nacht van 16 op 17 januari werden kruisraketten afgevuurd vanaf schepen. Deze kleine en haast geruisloze raketten werden niet eens waargenomen. Een tweede aanvalsgolf bestond uit vliegtuigen.Eerst probeerden ze het luchtafweergeschut te vernietigen daarna wilden ze de rest doen. Deze speciale Stealth vliegtuigen waren door hun vorm niet onzichtbaar, maar niet detecteerbaar door een radar op een afstand groter dan 17 km. Dus als ze hun projectielen lanceerden op 20 km afstand van het doel, bleven ze buiten schot. De vliegtuigen uit de Verenigde Staten konden heel goed gemikt schieten, dus ze misten niet vaak het doel. Een derde aanvalsgolf bestond uit 400 toestellen, Amerikaanse, Britse, Saoedische en Koeweitse met radars. De verrassing was volledig. Een half uur na het begin van de aanval werd de verlichting van Bagdad gedoofd. De opdracht van de nachtaanval bestond in het vernietigen van radars, het ontregelen van de communicatie-, commando-, en controleorganen, het uitschakelen van de vliegvelden en raketinstallaties. Het vernietigen van dit alles, zelf de raketinstallaties, slaagde grotendeels, maar de mobiele Scud-installaties ontsnapten aan de overval. Dit was erg slim van de aanvallers want Irak kon nu niks meer doen, en Saddam Hoessein had ook geen contact meer met zijn mannen. Er waren na de eerste nacht niet eens geallieerde verliezen te melden. Overdag pakten de overige vliegtuigen andere doelwitten aan. Maar toen werden de eerste toestellen neergeschoten, deze vlogen laag en werden getroffen door primitieve mitrailleurs en luchtafweerkannonen. De volgende nachten werden de bombardementen voortgezet. De zware bombardementstoestellen werden ingezet tegen de troepenconcentraties. Deze bombardementen veroorzaakten niet alleen verliezen, ze beletten de soldaten ook te slapen, waardoor ze minder goed kunnen vechten de volgende dag. Ook pleegden de aanvallers soms een Battle Shock, dat betekent dat de soldaten aan de grond genageld worden van schrik. Mislukt plan van Irak

Vanaf de tweede nacht namen ook de Italianen met tien Tornado's deel aan de operaties. Dezelfde nacht begonnen de Scud-aanvallen. De eerste rakketen troffen Israël en leverden enkele dodelijke slachtoffers op door verstikking in het gasmasker. Er werd immers gevreesd voor een Scud-aanval met gas, omdat Irak over die middelen beschikte. Israël had eigenlijk niks met de oorlog te maken, maar Irak wilde dat zij ook meededen. Dit wilden zij zodat er een splitsing zou komen in de Arabische wereld. Dan zouden de Arabische landen zeker zijn gestopt. Dit mislukte omdat de Verenigde Staten het plan van Irak doorhadden en Israël hadden gewaarschuwd en geholpen met antiraketten. De Scud-aanvallen zouden gedurende de hele oorlog neerkomen op Israël en Saoedi-Arabië. Op 17 januari kregen de Amerikanen van de Turkse president de toelating om enkele luchtmachtbasissen te gebruiken. Die basissen lieten toe aan de Amerikanen om ook het noorden van Irak aan te pakken. Ecologische wapens
Ook het ecologische wapen kwam in deze oorlog aan bod. Vanaf 27 januari loosden de Irakezen olie in de Perzische Golf. Niet alleen was dit ecologische terreur, het zou ook een eventuele landing van de geallieerden bemoeilijken. Op 23 februari 1991 begonnen de Irakezen de Koeweitse olieputten in brand te steken. Maar ook de geallieerden grepen naar het ecologische wapen. Zij vernietigden waterzuiveringsinstallaties, waterleidingen en elektriciteitscentrales. Irak werd toen geteisterd door buikloop en besmettelijke ziekten die voortvloeiden uit het drinken van bezoedeld water. Op 30 januari lanceerden de Irakezen vier grondaanvallen in Saoedi-Arabië. Omdat de Irakezen zich niet in de lucht konden wagen, moesten ze gewapende verkenningen uit te voeren over land. Op 22 februari eiste Washington de Irakese uittocht voor 23 februari, om 12 uur Washington. Op 23 februari 1991 verliep het ultimatum en kreeg vier sterrengeneraal Norman Schwartzkopf om 19 uur de toelating van president Bush om het grondoffensief te beginnen wanneer de tijd rijp was. Op 23 februari werd ook een totale informatie Black Out afgekondigd, dit betekent dat er geen informatie meer over de televisie werd uitgezonden. Omdat er gevreesd werd dat Saddam anders nuttige informatie zou kunnen verkrijgen door de televisie. De geallieerden bevonden zich nu 240 km van Bagdad, maar hun doel was Koeweit te bevrijden. Loopgraven
De Irakezen hadden zichzelf in loopgraven geplaatst zodat ze beter konden verdedigen. Dit was erg link voor het Amerikaanse leger. Want om een loopgraaf aan te vallen, zijn er veel mensen nodig. De Irakezen hadden ook een heuveltje voor de loopgraven gebouwd zodat als er tanks aan wilden vallen, ze eerst omhoog moesten rijden. Hierdoor waren ze kwetsbaar want dan konden de Irakezen ze van onderen raken. Toen besloten ze een tang beweging te maken, maar dit was wel riskant want dan zou de artillerie kunnen vastlopen in de woestijn. Maar omdat de Amerikanen ’s nachts opslagplaatsen op de route hadden gelegd, met monteurs, diesel en nieuwe motoren, konden de tanks op volle snelheid doorrijden. Irak had niet verwacht dat dit zou gebeuren. En daardoor lukte het goed. Omdat de Amerikaanse tanks 30% verder dan de Irakese konden schieten, konden ze van een veilige afstand de Republikeinse Garde uitschakelen. Dit was een van de grootste aanvallen in de oorlog. Toch moesten de Amerikanen een keer over de loopgraven heen. Dit deden ze zo, eerst gooiden ze kettingen op de mijnen, waardoor ze ontploften. Toen dat was gebeurd, gebruikten ze bulldozers om zand in de loopgraven te storten. Hierdoor zijn 20.000 doden gevallen. Einde van de oorlog
Nadat vele Irakezen zijn gevlucht bieden de Verenigde Staten een wapenstilstand aan. Het eigenlijke doel van hen was om de Republikeinse Garde uit te schakelen. Dit is jammer genoeg maar voor de helft gelukt. Toch moest het Amerikaanse leger stoppen omdat het Amerikaanse volk zich anders tegen hen zou keren. Op 26 februari hield de oorlog op. Hij heeft op de grond eigenlijk maar 100 uur geduurd, dit is natuurlijk maar heel kort voor een oorlog. Op 28 februari 1991 werd officieel de wapenstilstand afgekondigd. Maar de Verenigde Staten wilden nog niet vertrekken uit Irak omdat ze bang waren dat er dan opnieuw een oorlog uit zou breken. Opstand
Bush roept de bewoners van Irak op om in opstand te komen tegen hun dictator, Saddam Hoessein. De bevolking wil dat wel en denkt dat de Verenigde Staten hun wel zouden helpen. Eerst komen de sjiieten in het zuiden in opstand, en daarna de Koerden in het noorden. Maar dit was niet slim, ze hadden beter tegelijkertijd een opstand kunnen beginnen, want nu stopte Hoessein ze stuk voor stuk, met de helikopter die hij nog had. De sjiieten worden gestopt en de Koerden verslagen. Bush vindt, omdat hij ook het volk heeft opgeroepen tot een opstand, dat de Verenigde Staten moeten helpen. Hij vond een geschikte oplossing namelijk de no-fly-zones, dat zijn zones waar het leger van Saddam Hoessein dan niet mocht komen. De Engelse en Amerikaanse luchtmacht bewaakten dat gebied. De regels van de wapenstilstand In de wapenstilstand stond dat Irak ontwapend moest worden, maar dit gebeurde niet. Irak was namelijk tot de tanden toe bewapend. Daar ging de VN zich nu mee bezighouden. Na de wapenstilstand gaan dus allerlei commissies naar Irak, om de wapens op te sporen. Dit had alleen niet echt veel zin omdat de Irakezen al wisten wanneer ze zouden komen. Als ze dat wisten verplaatsten ze de wapens. Maar op een gegeven moment ontdekken de Verenigde Staten toch hun opslagplaatsen. Dan ontdekken ze ook dat Irak bijna een atoombom had gebouwd. Omdat Irak ontdekt was stopten ze met wapens verplaatsen. Situatie nu
Irak is nu nog steeds economisch geboycot. Maar Frankrijk en Rusland willen van die boycot af, omdat ze geld kunnen verdienen aan Irak. Hierdoor is Irak enorm arm. Het geld van de olie wordt vaak besteed aan wapens in plaats van voedsel en kleding. Hoessein kan het niks meer schelen en vindt dat het de schuld van het westen is. Er zijn de laatste tijd steeds meer berichten dat de Verenigde Staten weer een aanval zullen plegen op Irak. Dit willen ze doen omdat Saddam Hoessein nog steeds aan de macht is in Irak. Ze vinden zijn regering slecht en vinden dat hij afgezet moet worden. Er zijn ook al eerder aanvallen geweest op Irak, door Engeland, maar die waren niet zo effectief. De Verenigde Staten proberen nu definitief een einde aan Saddam Hoessein te maken. 8. De wapens die belangrijk waren in de Golfoorlog De Golfoorlog was de oorlog waarbij de technologie een grotere rol speelde dan ooit tevoren. In dit hoofdstuk zullen we de belangrijkste, grote en (voor die tijd) nieuwste van deze wapens naar voren laten komen en we zullen er ook bij vertellen waarvoor of eigenlijk waartegen ze ingezet werden. De voor de Verenigde Staten vooral belangrijke tank was de M1 Abrams. Deze tank, die tot de zware jongens gerekend mag worden (nl. 53 ton), was de basis voor de landmacht van de V.S. Hij heeft een 105 mm kanon maar in de loop van de jaren is die doorsnede nog groter geworden. De andere tanks zijn niet zo opvallend. De artillerie werd (samen met de luchtmacht) in de Golfoorlog steeds belangrijker, omdat dit natuurlijk veiliger was maar ook omdat de Irakezen zich goed schuil hielden (bijv. in loopgraven). De meest forse was een in Frankrijk vervaardigde 155 mm projectielen afvurende gepantserde wagen. Deze werd gebruikt door Irak en door Saoedi-Arabië. De geallieerden vlogen met op afstand bestuurde vliegtuigjes (zonder bemanning) om de vijandelijke posities waar te nemen. Zo konden ze zonder dat ze ook maar met één man dichtbij die linie te laten komen, toch de vijanden aanvallen. Een heel belangrijk onderdeel van de strijd waren de gevechtshelikopters. Met name de AH-64 Apache. De helikopter was al in eerdere oorlogen gebruikt, maar toen had deze niet erg veel succes. Maar militaire deskundigen zeiden dat de woestijn deze helikopter wel zou liggen. Maar de kracht van de helikopter kan pas blijken als het luchtafweergeschut is uitgeschakeld. Ze kunnen zich snel verplaatsen naar de andere kant van het front (365 km/h), waardoor ze een tegenaanval met pantservoertuigen kunnen tegenhouden of de weg vrij te maken voor de landmacht. Ook heeft hij veelzijdige bewapening: antitankraketten, 30 mm kanon met 1200 granaten, lucht-luchtraketten en raketwerphouders. De bommenwerper is nog steeds een onverbiddelijk wapen. Alleen is de V.S. eigenlijk het enige land dat zulke acties kan doen. Alleen het nadeel van een bommenwerper is dat men niet kan garanderen dat er alleen legerdoelen geraakt worden, maar het is minder erg dan een tijd daarvoor. De F-117A Stealth fighter is een verkenningstoestel die ook wel eens werd gebruikt als bommenwerper. Hij is onzichtbaar voor de radar. Maar de B52 bommenwerper is nog het indrukwekkendst. Hij kan 20 ton bommen meenemen. Ook met nucleaire lading. Hij kan 1000 km/h en z’n maximale vlieghoogte is tot 16,7 km. De Golfoorlog werd gekenmerkt door het gebruik van een grote verscheidenheid aan ballistische, tactische en kruisraketten. Al vroeg in de oorlog lanceerden de Irakezen enkele tientallen SCUD’s. En de geallieerden enkele honderden Tomahawks. De SCUD is een ballistische raket en heeft een middelmatige precisie. De Tomahawks zijn kruisraketten (veel kleiner dan ballistische) en hebben een grote precisie en ze hebben een verschrikkelijke uitwerking. Van de SCUD zijn weer de Hoesseinraket (650 km ) en de Abbasraket (875 km) afgeleid. Die bijv. op Israël en Saoedi-Arabië zijn gevuurd. De Tomahawk wordt wel vaak van een onderzeeër afgevuurd en vliegt laag over de grond. Hij was bedoeld voor nucleaire lading, maar dat deden ze toch niet, toch bracht hij de vijand grote schade toe. De patriot was eigenlijk niet bedoeld om steden te beschermen tegen de SCUD , maar toch deed hij dat met succes. Het is een soort raket die vanaf een vrachtwagen gelanceerd wordt en een ander raket uit de lucht schiet. De MLRS is óók een raketvrachtwagen maar dan tegen tanks en mensen. Er zitten 2 stukken van 6 raketten (227 mm) in dus er kunnen er 2 tegelijk worden afgevuurd en alle 12 binnen de minuut. De MLRS is als eerst gebruikt tijdens het Golfconflict en ze kunnen meer dan 30 km ver schieten. Te water was de oorlog minder want Irak had haast geen vloot. De geallieerde schepen richten zich dus op
bewaking en mijnen opruimen (wat ook de 5 Nederlandse schepen deden). Dit opruimen gebeurde vooral in de 1e Golfoorlog. De onderzeeërs konden Tomahawks afvuren. En op andere schepen zat ook nog wel zware artillerie.
9. De gevolgen van de Golfoorlog Op 26 februari 1991 trokken de Irakezen zich terug uit Koeweit en Koeweit-Stad werd bevrijd. Op 28 februari kondigden de Verenigde Staten een staakt-het-vuren af. Daarna werd begin maart de voorwaarden voor een bestand en voor een definitief staakt-het-vuren bekend gemaakt. Begin april worden de definitieve bestandsvoorwaarden vastgelegd. Daarin stond onder andere schadeloosstelling van Koeweit en van ander door Irak benadeelde landen. Hierin stond ook de ontmanteling, de “opruiming” van atoomwapens inclusief de raketten. Er werd er een strook van 15 kilometer breed gelegd tussen Koeweit en Irak met een 1440 man sterk toezicht van militairen van de Veiligheidsraad onder de naam UNIKOM (United Nations Iraq Kuwait Observation Mission). De Veiligheidsraad stelde op 3 april 1991 dat Irak zich diende te houden aan internationale afspraken over de productie en het gebruik van massavernietigingswapens. De onafhankelijke United Nations (de Verenigde Naties) Special Commission (UNSCOM) concentreerde zich op de vernietiging van de biologische en chemische wapens in Irak. Twintig landen, waaronder Nederland, namen deel aan UNSCOM. Doordat Irak niet meewerkte trok UNSCOM zich in november 1998 terug uit Irak. Er kwam een veroordeling en de inspectie kon terug naar Irak. Maar in december 1998 werd de UNSCOM weer gehinderd. Hierdoor lanceerden de Amerikanen en de Britten de operatie Desert Fox op 16 december 1998. Tijdens 4 achtereenvolgende nachten werden 650 bombardementsmissies uitgevoerd en 415 kruisraketten afgevuurd. De Irakese militaire infrastructuur was vooral het doelwit. Saddam Hoesseins regime bleef en het weigerde de UNSCOM te laten terug te keren. De spanningen bleven in het begin van het nieuwe jaar. De VS en Groot-Brittannië beschoten herhaaldelijk Irakese militaire doelwitten, terwijl Irak begin 1999 meermalen Koeweit en Saoedi-Arabië bedreigde, omdat beide landen Amerikaanse en Britse gevechtsvliegtuigen gebruik lieten maken van hun bases. Een Amerikaanse aanval, eind januari, miste zijn militaire doelwit waarbij volgens de Irakezen burgers om het leven kwamen. De naleving van de bestandsvoorwaarden liep niet echt lekker. Er dreigde een Derde Golfoorlog toen de Irakezen weigerden wapeninspecties toe te laten in februari 1998. Dit werd op het nippertje voorkomen omdat S. Hoessein alsnog toestemming verleende, zodat zijn paleizen toch nog gecontroleerd konden worden. Na de Golfoorlog maakten duizenden Irakese militairen en Koerdische strijders tegen het Irakese regime gebruik van het machtsvacuüm dat was ontstaan na de Irakese nederlaag. De opstand werd echter genadeloos neergeslagen en de Koerden vluchtten massaal naar de bergen langs de grens met Iran en Turkije. De Veiligheidsraad riep de lidstaten in april 1991 op de Koerdische vluchtelingen te steunen door het zenden van troepen. De operatie, (onder de naam Provide Comfort), diende ten eerste ter bescherming van de buitenlandse hulporganisaties in Irak. De Verenigde Staten zijn grootgebruiker van munitie waarin verarmd uranium is verwerkt. Tot nu toe beweren de Verenigde Staten ervan overtuigd te zijn dat leukemie niet veroorzaakt kan zijn voor blootstelling van verarmd uranium. Maar het leger sprak al in juli 1990 zijn ongerustheid over mogelijke gezondheids- en milieurisico's uit in een rapport waarbij de effecten van wolfraam en verarmd uranium in munitie werden vergeleken. (Wolfraam is ook een zwaar metaal dat gebruikt wordt in wapens maar het is niet radioactief). Dit heeft tot vele discussies geleid, want de NAVO zegt dat het juist geen schade toebrengt bij mensen. Maar veel militairen die terugkwamen uit de Perzische Golf kampten met diverse gezondheidsklachten. Ook hier werd verarmd uranium genoemd als mogelijke oorzaak van de
klachten. Maar tot nu toe is dit niet aangetoond. Deze zaken, betreft het verarmde uranium noemde men het Golfoorlogsyndroom. Toen de Irakezen weg moesten uit Koeweit, staken ze op de terugweg naar huis nog vele olievelden in de brand. In het heden merken we nog een beetje van de golfoorlog, want in 1999 waren er zelfs nog conflicten. Saddam Hoessein zit nog steeds op zijn plek. Er wordt nog steeds gezegd dat Saddam Hoessein nog chemische wapens bezit 10. De conclusie/ nawoord van ons werkstuk In dit gedeelte van ons werkstuk zullen we antwoord geven op onze probleemstelling: Hoe verliep de Golfoorlog. Verder zullen we onze mening over het maken van het werkstuk en over het onderwerp vertellen. We zijn er snel achtergekomen toen we bezig waren met de Golfoorlog dat er twee Golfoorlogen waren. We hebben wel meer informatie kunnen vinden over de tweede Golfoorlog, terwijl de eerste Golfoorlog een stuk langer duurde ( namelijk van september 1980 tot en met augustus 1988). Deze oorlog ging tussen Irak en Iran. Hier was Saddam Hoessein al leider. De reden was de eis voor teruggave van door Iran bezette strategisch gelegen gebieden. Het begon met een groot bombardement. Irak begon deze oorlog maar Iran nam hem over. Doordat de Iranezen verder wilden met de oorlog en de Irakezen niet. Kwamen de Verenigde Staten licht aan de kant van Irak te staan. Uiteindelijk aanvaarden alle partijen een bestand. Spoedig hierna volgde de tweede Golfoorlog. Begin augustus 1990 bezette Irak het buurland Koeweit, omdat de olie van Koeweit Irak benadeelde. Koeweit produceerde namelijk zoveel aardolie dat de prijzen onder druk kwamen te staan. Ook beschuldigden zij Koeweit ervan olie te stelen uit een grensgebied met Irak. Dit werd de Golfcrisis genoemd. Saddam Hoessein (die nog steeds aan de macht was en dat heden nog is) dreigde dat als Irak gechanteerd werd met de economie, zij de westelijke landen aan zouden vallen of vernietigen (inclusief Israël). Dit was wel wat anders dan in de eerste Golfoorlog waarin zij juist meer steun kregen van het Westen. De Verenigde Staten voerden steeds meer troepen aan naar de Golf. Het doel was voor de Verenigde Naties om Koeweit te bevrijden en dat er weer vrede en vrijheid kwam in dat gebied. Ze gaven Irak tot half januari 1991 de tijd om dit vrijwillig te doen. Het was moeilijk voor de (vooral) Verenigde Staten om aan te vallen, omdat er veel buitenlanders in Irak waren. Deze werden gegijzeld en gebruikt als menselijk schild. Toch werden ze later vrijgelaten. Irak luisterde niet en dus viel de internationale strijdmacht (bestaande uit: De Verenigde Staten., Groot-Brittannië, Frankrijk, Canada, Saoedi-Arabië, Egypte en Syrië) het land aan. Na veel druk te zetten kwamen de strijdende partijen in april tot een overeenkomst. Mede door operatie Desert Storm die eigenlijk beslissend was. Het was eigenlijk de meest gevaarlijke oorlog tot die tijd. Want de technologie is tegenwoordig zo ver dat je hele steden met de grond gelijk kan maken en niet alleen de Verenigde Staten bezaten dit soort grote wapens maar ook Irak bezat deze. Deze landen bezitten deze wapens trouwens nog steeds. Vooral buurlanden zoals Saoedi-Arabië en Israël liepen gevaar omdat zij de internationale strijdmacht hielpen. Veel soldaten uit de Golfoorlog, hebben er een blijvende ziekte aan over gehouden, Golfoorlogsyndroom genaamd. Deze ziekte hebben zij waarschijnlijk opgelopen omdat ze in contact zijn gekomen met verarmd uranium. Er zat 4 jaar geleden nog een derde Golfoorlog aan te komen toen de Irakezen niet meer mee wilden werken aan de wapeninspecties. Gelukkig is dit er nooit van gekomen. 11. Mening Michiel
Ik vond het leuk om aan dit werkstuk te werken. Er waren alleen niet zo veel goede bronnen over te vinden. Wel genoeg, maar ik had er meer van verwacht. Misschien komt dat wel doordat het nog maar kort geleden is en dat er nog niet veel tijd in was gestoken. Ik denk ook dat we met het onderwerp “De Golfoorlog” een goed onderwerp hebben uitgekozen. Op het begin van het werkstuk dacht ik dat we misschien beter toch een andere keuze hadden moeten maken, maar later viel dat wel mee. Het in een groepje samenwerken is wel moeilijk om een goeie taakverdeling te krijgen, maar daarentegen leer je wel meer van die andere groepsleden. En de een vind informatie die de ander goed kan gebruiken. Van het onderwerp de Golfoorlog heb ik erg veel geleerd. Ik wist aan het begin van het werkstuk niet eens wat operatie “Desert Storm” was. Ik had wel het gevoel dat Frank er wel iets meer over wist. Die dingen die we tegen kwamen hebben me allemaal stuk voor stuk verbaasd. Je ziet bijvoorbeeld in computerspelletjes dat er allemaal van die grote wapens zijn, maar ik wist niet dat die allemaal echt bestonden. Joost
Net zoals Michiel vond ik het ook leuk om aan dit werkstuk te werken. Ik vond het ook wel jammer dat er maar beperkte informatie was. Het was vooral veel zoeken naar de geschikte informatie, want op minstens negen van de tien gevonden sites was geen nuttige informatie te vinden. Het onderwerp de Golfoorlog is me goed bevallen. Ik was degene die heel graag de Golfoorlog wilde. Ik vond het vooral heel interessant om meer over de strategieën te weten te komen. En hoe die Irakezen op sluwe wijze werden vermoord. En de technologie vond ik ook schitterend. Vooral het verschil met de Tweede Wereldoorlog. Het werken in het groepje was wel gezellig. Vooral van Frank konden Michiel en ik veel leren. We hebben in de les vooral gebrainstormd. Ook hebben we elkaars werk dat we zelf thuis hadden gedaan nagekeken. Dit vond ik een goeie methode. Zo hoefden we het thuis alleen maar te typen. En je leert erg veel van elkaar, want je medewerkers hebben inspraak in de hoofdstukken die je zelf gemaakt hebt. Net zoals Michiel wist ik vrijwel niets over de Golfoorlog. Ik wist iets over Saddam Hoessein. En dat Irak en Koeweit erin betrokken waren. Nu weet ik echt veel meer. Dat de Golfoorlog gebeurt is, is natuurlijk vreselijk en dat Saddam Hoessein nog aan de macht is ook. En zoiets mag nooit meer gebeuren. Want voor hetzelfde geld wordt “de Bom” of misschien nog wel een erger wapen gegooid en dan zijn de gevolgen niet te overzien. Frank

Ik vond het ook leuk om aan dit werkstuk te werken. Vooral omdat het allemaal zelfstandig is en dat je zelf een beetje je tijd in moet plannen. En er mogen over de Golf oorlog ook wat meer boeken gemaakt worden. Want over zo’n onderwerp moet iedereen toch weten hoe zoiets gekomen is. Het onderwerp was wel tof. Ik vond het heel grappig dat, wanneer we het over de Golfoorlog hebben vaak alleen de tweede Golfoorlog bedoeld wordt. Over de tweede Golfoorlog konden we ook meer informatie vinden. Gelukkig had mijn zus nog een schrift met aantekeningen liggen over de Eerste en Tweede Golfoorlog, gemaakt bij de heer Teggelaar, ik heb hier veel informatie uitgehaald. Het werken in een groepje was erg lachen. Want we kunnen ook een beetje lol maken onder het werken. Allemaal van die grapjes bedenken over de Golfoorlog. Alleen mag het nooit weer gebeuren, daar waren we het allemaal over eens. Toch was dit heel leerzaam en ik denk dat ik nu echt meer weet over de Golfoorlog. Ik vond het echt een fascinerende oorlog. Qua technologie, blunders, achtergrondinformatie. Vooral lachen vond ik de rol die Nederland speelde (ze mochten de mijnen ruimen in de eerste Golfoorlog, en dit is maar een heel klein onderdeel).

REACTIES

P.

P.

goed :p

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.