De aanloop naar de revolutie
De Franse Revolutie is de naam voor de tijd van grote politieke en sociale veranderingen in Frankrijk tussen 1789 en 1804. Daar heb je gelijk het eerste probleem met de jaartallen. Sommigen beweren dat de revolutie stopte met de executie van Robespierre, anderen vinden de staatsgreep in 1799 het einde van de revolutie en de laatste groep mensen zeggen dat de revolutie ophield in 1804 toen Napoleon tot keizer gekroond werd. Ikzelf vind het einde van de revolutie de staatsgreep van Napoleon Bonaparte in 1799 het einde, dus laten we dat maar nemen.
De tijd voor de revolutie werd “Ancien Regime” genoemd, dat betekent oude vorm van samenleving. Hierin was een driedeling in standen, de geestelijkheid stond bekend als de eerste stand, de adel als tweede en alles wat niet tot deze twee groepen behoorde was de derde stand (dus boeren, burgers, rijke burgers, arbeiders enz.). ongeveer 90% van de bevolking hoorde bij de derde stand. Er heerste veel ongelijkheid in de rechten en de plichten. De burgers die het goed hadden werden zich bewust van de ongelijke verhoudingen op het gebied van politiek. Zij wilden nu ook wat te zeggen hebben. De boeren en de stedelijke onderlaag van de derde stand kreeg te maken met werkloosheid, hongersnood, armoede en veel te hoge belasting (het rijk moest alle belasting van de derde stand krijgen, omdat de adel en de kerkelijkheid geen belasting hoefde te betalen). Daardoor ontstond idee om revolutie te voeren.
De adel was ook ontevreden, omdat zij dezelfde rechten wilden als Lodewijk XVI. Rijke burgers konden een adeltitel kopen (noblesse de robe), maar dat pikte de echte adel (noblesse d’espée) niet. Koning Lodewijk XVI wilde de boel sussen en liet de drie standen bij elkaar komen tijdens de generaalsstand. Deze vergadering mondde uit in een conflict, omdat de derde stand niet op gelijke voet werd behandeld met de adel en de kerkelijkheid. Ze wilden en “one man one vote” systeem van kiesrecht. Dat houdt in, dat elke man mag stemmen, maar de koning wilde een standenkiesrecht waarbij een stand een stem kreeg. Dus de geestelijken kregen één stem, de adel kreeg één stem en de derde stand (het overgrote deel) kreeg ook één stem. Op deze manier zou het voordeel nooit bij de derde stand komen (kerk en adel speelden onder één hoedje, dus het werd twee stemmen tegen één). Boos stapten de burgers uit de vergadering. De Nationale Vergadering werd opgericht. Dit was het bestuur van de derde stand. De burgers stonden achter hun. Het belangrijkste doel van de Nationale Vergadering was het maken van een grondwet. Het lagere volk zag de Bastille (de staatsgevangenis in Parijs) als het symbool van de regering Op 14 juli 1789 werd de Bastille bestormd en overmeesterd door het lagere volk van Parijs. Dit wordt gezien als hét begin van de Franse Revolutie.
Een nieuw begin
De boeren op het platteland hielden zich in het begin van de Franse Revolutie ook niet echt rustig. Terwijl de Nationale Vergadering voor de koning werkte had hun armoede en hongersnood ook geleid tot een orkaan van geweld. De boeren hadden het gemunt op hun adellijke landheren. Vernielingen, plunderingen, brandstichtingen en moord leidde tot het einde van de belasting van de boeren. Opheffing van speciale rechten van de kerkelijkheid en adel was het besluit van de regering. Hiermee werd na de politieke ook de sociale orde van het “Ancien Regime’’ afgebroken. In oktober datzelfde jaar (1798) werden onder druk van de bevolking (vooral marktvrouwen) Lodewijk XVI en zijn vrouw Marie Antionette uit het bed gehaald en gedwongen naar Parijs te gaan. In hun Parijse woonpaleis kwamen ze onder druk van de “volksrevolutie” leiders (Danotn, Marat, Robespierre en Desmoulins). De harde lijn van de regering zorgde voor verwarring in de rest van Frankrijk. De Nationale Vergadering schafte de feodale staat af, gaf de verklaring van de rechten van de mens en het burgerrecht. Kerkelijke goederen werden onteigend, het nationale eigendom werd verdeeld. Er kwam een vaste eenheid van maten en gewichten, de gildenplicht wed afgeschaft en de vrijheid van beroep werd ingevoerd. Het land werd in 83 departementen verdeel (provincies), waardoor de uitvoerende macht werd hervormd. De Nationale Vergadering dwong, met de burgerlijke constitutie van de Clerus, de paus om een eed af te leggen op de nieuwe constitutie. Hierin stond dat de bevolking haar eigen priesters en bisschoppen mocht benoemen. De paus dreigde deze geestelijken te excommuniceren (hij weigerde dus om de eed af te leggen), waardoor er twee groepen geestelijken kwam. De ene groep steunde de paus (bang om uit de kerkelijke gemeenschap gestoten te worden) en de andere groep bleef revolutie trouw. De Nationale Vergadering begon met vervolging van de geesteljken die de paus bleven steunen. Onder een groot deel van de bevolking was het oude geloof nog diep geworteld. Zij moesten nu kiezen tussen hun oude geloof (in slechte tijden hadden ze hier een uitweg gehad) en de revolutie met een slap aftreksel van hun oude geloof. De macht van de Nationale Vergadering nam daardoor af en de antirevolutionairen kregen telkens meer aanhang. De koning had ondertussen proberen te ontsnappen naar Varennes. Deze ontsnapping was hopeloos mislukt. Het volk, dat de koning nog altijd gesteund had, verloor het vertrouwen in hun koning. De vluchtpoging was de mislukking van de constitutionele monarchie en het einde van de heerschappij van Lodewijk XVI. Parijse revolutionairen bestormden het koninklijke paleis (Tuilerieën) en zette hem gevangen. De Nationale Vergadering werd vervangen door de Nationale Conventie. Op 20 september 1793 werd de Republiek Frankrijk geproclameerd.
Het schrikbewind
Na de onttroning van Lodewijk XVI volgde er een machtsstrijd binnen de oude Nationale Vergadering. De Jacobijnen die getseund werden door het volk van Parijs waren radicaal. Zij wilden een strak regime en wilden de revolutionaire gedachten uitspreiden over Europa. Frankrijk was namelijk in een oorlog gewikkeld met Oostenrijk, Spanje, Pruisen, Nederland en Engeland. Deze oorlog was de eerste van de coalitieoorlogen en Frankrijk vocht in deze strijd voor lijfsbehoud. De tegenstanders, binnen de nieuwe regering, waren de Girondijnen. Zij waren de gematigden. Door het uit de weg ruimen van de belangrijke politieke tegenstanders kwamen de Montagnards aan d macht. De Montagnards (bergpartij) is een andere naam voor de Jacobijnen, gesteund door de Sansculotten (en de Cordeliers). De Jacobijnen onder leiding van Robespierre stootten de Girondijnen uit de regering en gingen alleen regeren. Robespierre stelde zich aan het hoofd van de Comité de la Salut Public, dit was het dagelijks bestuur van de Nationale Conventie en bestond uit twaalf man. Robespierre voerde een politiek van voortdurende verdachtmakingen dreigementen en insinuaties. Onder zijn bewind werden veel mensen onder publiek omgebracht. Duizenden werden door hem vermoord door de Guillotine die ontworpen was door de Franse dokter Guillotine. De Guillotine was een apparaat, waar je op een kist moest liggen. Aan de zijkanten van de kist, helemaal op de rand, stonden twee palen, die op een bepaalde hoogte met een stok aan elkaar zaten, tussen die twee stokken zat een groot scherp schuin mes, dat omhoog werd gehouden door een touw, als de veroordeelde er oplag werd het touw doorgesneden en het mes viel naar beneden, het hoofd van de veroordeelde viel af en belande in een mand, het lichaam werd in een grotere mand geduwd die naast de Guillotine lag. Ook de oude koning werd met zijn vrouw tijdens de september moorden in 1793 onthoofd. Zijn hoofd werd trots aan het Franse volk getoond. Ondertussen bleef Robespierre maar doorgaan met mensen verdacht maken. Tijdens iedere vergadering wist hij wel een paar verraders die in de Nationale Conventie zaten. De afscheiding van een concurrerende stroming rond Hébert en Danton binnen hun eigen partij zorgde voor nog meer executies (moorden). Onder andere mensen die verdacht werden van het steunen van Danton en Hébert werden op de Guillotine gelegd. Ook de grote revolutionaire leiders zelf, Danton en Hébert, werden onthoofd. Robesspieres regelrechte dictatoriale macht zorgde voor de vorming van een “coalitie van de angst”. De aanhoudende terreur zorgde uiteindelijk ook voor de val van Robespierre zelf. Op een dag, toen Robespierre weer mensen verdacht maakte, eiste het overgrote deel van de Nationale Conventie namen van de zogenaamde verdachten. Ze hadden zijn verdeel en heers tactiek door. Robespierre stond met zijn mond vol tanden en probeerde uit de vergadering te vluchten. Onder leiding van Barras werd hij, na een dramatische vluchtpoging waarbij hij zichzelf het leven had proberen te nemen (hij schoot zijn kaak eraf), gearresteerd. Uiteindelijk werd hij na een kort proces terechtgesteld en net als velen voor hem op de door hem zo graag gebruikte Guillotine gelegd. Het hoogtepunt van de Franse Revolutie was hiermee voorbij.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
T.
T.
het het ziet er allemaal netjes uit!!!!!
wat had je der voor
21 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
ik vind dit een vet goed werkstuk vooral voor een jongen uit groep 8.
21 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Het stukje van je werkstuk over Napoleon vond ik eerder terug in een werkstuk van Daan over Napoleon Bonaparte. Hij zit ook in groep acht.
Jonathan R. (13jr)
21 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
hey hallo sjoerd,
ik vind je werkstuk over de franse revolutieerg goed, maar ik weet niet of je het wel allemaal zelf hebt geschreven.ik bedoel hiermee bepaalde woorden en zinnen die je schrijft.ik heb namelijk het idee dat je erg zelf de ballen van snapt neem nou de woorden: excommuniceren, clerus en constitutie.zo praat jij toch hopelijk niet in het openbaar???ik bedoel dus dat ik niet echt geloof dat jij het zalf hebt geschreven maar je papa of mama of gewoon uit een boek hebt overgeschreven.ik vind het best wel jammer, want dat taal gebruik snappen veel mensen er niks van, terwijl het een best goed werkstuk had kunnen zijn als je die moeilijke woorden had weg gelaten. nou dat was dan wat ik ff wou zeggen. doeis en xxxxxxxxxxxxxxxies pauline
21 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
niks aan
21 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
hallo mijn naam is serge en ik wil je bedanken voor het gebruiken van jouw werkstuk
21 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
Ik vindt het echt een goede site! Knap van jou zeg. Wij moeten een krant gaan maken over de Franse Revolutie. Ik heb aan deze site veel gehad.
Nou de groetjes van Nicolien Demper.
20 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
ey Sjoerd.
leuk werkstuk.
ik moet er ook een over de Franse Revolutie houden, en ik heb veel aan jou werkstuk.
Kuzzies
Alissa
20 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
heeej,
ik vond je verslag heel goed!
bedankt, kheb er veel aan gehad.
doeidoeiii
20 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Moest je veel moeilijke woorden gebruiken ofzo jeetje ik moest het heelemaal gaan over typen grrrrrrrrrr
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
heey ik vond dit verslag echt super goed. ik heb er vel aan gehad. alleen er zaten wel veel moeilijke worden in grrrrr.
12 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
eey ik heb het nog niet gelezen maar hoop dat het me helpt :S
12 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
yo ik heb hier veel aan gehad thanks
later
11 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
ey heb het begin maar snap er niet veel van wat kan ik doen als 2e hoofdstuk voor me werkstuk?
11 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
nicceeee, goed te gebruiken informatue
10 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
mooi hoor
4 jaar geleden
Antwoorden