China

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 828 woorden
  • 24 november 2004
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
40 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Chinese religie

Een belangrijke leer in het oude China was het zogenaamde Confucianisme.
Het confucianisme was niet echt een religie of een geloof. Eigenlijk was het een ideologie, een levenswijze. Normen hoe met elkaar en de wereld om te gaan.
Confusies is de Latijnse vorm van de naam K’oeng foe-tse. Ook wel meester Kong genoemd.
Deze Confucius leefde zo’n 500 jaar voor Christus en was als raadsman in dienst bij de koning. Daarnaast bekwaamde hij zich ook in de zes kunsten, die hij later voor zijn leerlingen zeer onmisbaar achtte: boogschieten, wagenmennen, muziek, schrijven, ceremoniën en geschiedenis. Maar vooral was hij wijsgeer. Jarenlang zwierf hij met zijn leerlingen langs de poorten om zijn leer aan de wereld kenbaar te maken. Tot hij het zelf te boek stelde en weer bij de koning ging werken. Zijn doel was vooral, om in de roerige tijden waarin China verkeerde, de maatschappij te ordenen. Dat deed hij bijvoorbeeld door eerst de mensen op te delen in vier standen. Bovenaan stonden de ambtenaren, zij waren het belangrijkst om het land draaiende te houden. Daarna kwamen de boeren, zij voorzagen in de eerste levensbehoeften. Daarna kwamen de ambachtslieden en helemaal onderaan stonden de handelaren, die meestal voor bedrieger werden gezien.
Ook onderscheidde Confucius 5 soorten relaties en wie daarin welke positie had. Zo stond de man altijd boven de vrouw en de oudere altijd boven de jongere. Maar niet alleen werd de
‘lagere’ geacht respect te tonen naar de ‘hogere’ andersom kreeg de lagergeplaatste ook liefde en mededogen van de hogergeplaatste.

Daar een ambtenaar nogal wat aanzien genoot, hij hoorde immers bij de hoogste stand, was het wel de bedoeling dat dit wijze mensen waren die vertrouwd waren met de leer van Confucius. Daarom werden er jaarlijks staatsexamens gehouden waarmee je kon toetreden tot de hoogste stand. Deze examen toetste naast de Confucianistische leer ook de kennis van de Chinese klassieken, hoewel daar in de latere loopbaan niet veel mee gedaan zou worden. Van de ruim 10.000 kandidaten die jaarlijks dit examen deden, slaagden er meestal een enkele 1000.
Ook van de keizer, die de hoogste macht had, werd verwacht dat hij vertrouwd was met de Confucianistische leer. Het was zelfs de bedoeling dat hij, de keizer, de meest wijze en meest deugdzame man van het hele land was. Maar aangezien de hoogste macht met het geboorterecht werd doorgegeven pakte dit niet altijd zo uit. Het recht om de volledige macht over het land te hebben ging middels een hemels mandaat. Zodra deze keizer zijn volk benadeelde verloor hij het hemels mandaat en had het volk het recht om in opstand te komen. De keizer werd afgezet en het volk bracht een nieuwe keizer aan de macht die dan weer een nieuwe dynastie stichtte waardoor het allemaal weer een tijdje goed ging in china.
Voor dit soort veranderingen waren trouwens altijd tekenen te vinden aan de nachthemel.
De chinezen waren zeer bekwaam in de astrologie en konden dergelijke omwentelingen vaak al jaren van tevoren aankondigen.

Maar afgezien van die astrologische kwaliteiten bezat China niet veel religie. Het confucianisme, wat bij iedere chinees bekend was en wat eenieder moest leren was meer een ideologie. Het had eigenlijk niets mystieks. Het grootste deel ging eigenlijk over normen en waarden, waar trouwens ook niets mis mee is, maar de mensen hadden dus geen geloof. Alleen maar regels. Natuurlijk kwam hier een tegenreactie op.
Veel mensen probeerden zich op één of andere manier te onttrekken aan de vele regels en zo ontstond het Taoïsme. Volgens het Taoïsme verliest de mens door een teveel aan regels zijn aangeboren spontaniteit en wordt zijn vrije geest aan strakke banden gelegd, waardoor deze verwrongen raakt. In een extreem geval kan dit leiden tot waanzin. Het hele kind is nog vrij van opgelegde regels en beperkingen. In hem of haar kan het leven nog spontaan vloeien volgens een oerkracht, of Tao, die aan alles ten grondslag ligt. Het Tao laat de sterren stralen, de zon opkomen, en zorgt voor harmonie in de natuur. Slechts de mens kan deze harmonie verstoren door een teveel aan regels, beperkingen en uitvindingen.
Volgens het Taoïsme is kennis de bron van alle menselijke ellende.
Echte Taoïsten leefden vaak in vrijheid, vrij van ambt en andere plichten. Zij streefden naar de hoogste vorm van vrijheid: Eenwording met de eeuwigdurende levensstroom, het Tao.
Velen leefden dan ook teruggetrokken van de maatschappij of zelfs als kluizenaar.

Naast het Taoïsme had je ook het Boeddhisme waar mensen hun toevlucht en vrijheid in zochten. Het Boeddhisme focust zich meer op het bewustzijn en de bewustwording van het individu. Mededogen naar de natuur en je medemens. Het Boeddhisme is een hele tijd verboden geweest in China. En ook nu weer, maar dat heeft hoogst waarschijnlijk te maken met de inname van Tibet. Ook het Christendom, wat door de Jezuïeten naar China is gebracht is nog steeds verboden. Toch worden het deze beide religies in het geheim nog volop bedreven.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.