Bombardement Rotterdam

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 2364 woorden
  • 29 juni 2005
  • 152 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
152 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
HOOFDVRAAG EN DEELVRAGEN Hoofdvraag: Was het bombardement op Rotterdam een tactisch of een terroristisch bombardement? Deelvragen: - Hoe ging de Duitse aanval op Nederland in zijn werk? - Hoe was het bombardement voor ooggetuigen? - Wat is het verschil tussen een tactisch en een terroristisch bombardement? - Hebben de geallieerden ook burgerdoelen gebombardeerd? HOE GING DE DUITSE AANVAL OP NEDERLAND IN ZIJN WERK? Nederland koos geen partij in de oorlog. Ons land was neutraal (dat wil zeggen: we bemoeien ons niet met de oorlog). Maar Hitler trok zich daar niets van aan! Op 10 mei 1940, om 04.00 uur 's morgens, werd Nederland aangevallen. Het Duitse leger was veel beter geoefend en bewapend dan het Nederlandse leger. Het oosten en zuiden van Nederland vielen al de eerste dag in Duitse handen. Op 14 mei was alleen het westen van Nederland nog niet bezet door het Duitse leger. Het Duitse leger stelde een ultimatum om het verzet te breken: overgeven of Rotterdam zou gebombardeerd worden. Het bombardement wat volgde, duurde maar tien minuten, maar het resultaat was verwoestend. De binnenstad stond in lichterlaaie. Na de brand stond bijna geen gebouw meer overeind. Op15 mei gaf Nederland zich over. Meer dan 2000 Nederlandse soldaten en meer dan 2000 burgers waren gedood. Nederland was bezet door Duitse troepen. De hele aanval en bezetting duurde 5 dagen.
HOE WAS HET BOMBARDEMENT VOOR OOGGETUIGEN? EN TOEN BRAK DE HEL LOS… Het bombardement op Rotterdam. Het is een wond die nooit geneest. De stad kreeg weliswaar een fonkelnieuw centrum, maar de herinnering aan deze inktzwarte bladzijde in de stadshistorie blijft. Zeker in deze periode -60 jaar na de bevrijding- komen weer vele verhalen over 14 mei 1940 én foto’s van het verwoeste stadscentrum boven water. Vorige week toonde Rotterdam van Toen het Land van Hoboken. Eén van de plekken waar Rotterdammers een veilig heenkomen zochten, terwijl hun stad brandde. Want nadat de Duitse bommenwerpers dood en verderf hadden gezaaid, volgde het allesvernietigende inferno, dat tienduizenden woningen in de as legde. Rotterdam verloor zijn hart. Veel lezers reageerden op de oproep van afgelopen zaterdag. Zoals C.J. Verver van Dipte, bij wie het bombardement ’nog steeds in het geheugen staat gegrift’. Ze woonde in Bergpolder, op de hoek van de Bergpolderstraat en de Bergselaan. ,,Ons balkonnetje keek uit op de stad,’’ schrijft ze, ,,en daar zag mijn broertje de eerste bommen op de stad vallen.’’ Haar vader had in de kelder wat zitplaatsen gemaakt en een teil water neergezet. ,,Toen de hel losbarstte, vluchtten wij met de buren daarheen. De één had een vogelkooi bij zich, een ander net klaargemaakte boterhammen. Mijn moeder een doos met belangrijke papieren en een sloop met linnengoed.’’ Daar beleefde ze benauwde momenten. ,,Het gefluit van de bommen, de doffe dreunen bij het inslaan, het gegil en gehuil van mensen, deuren en ramen die openvlogen en braken, het blijft je voor altijd bij. Zo iets verschrikkelijks!’’ Ofschoon de meeste bommen in het centrum vielen, kreeg Rotterdam Noord een aantal ’afzwaaiers’ te verwerken. ,,In onze straat twee en schuin tegenover ons, in De Savornin Lohmanlaan, had een pand een voltreffer gekregen,’’ meldt ze. Op die plek woonde een schoolvriendje van haar broertje met zijn ouders en zusje
Verver Van Dipte: ,,Het gezin was ook naar de kelder gegaan. Na de bom was het pand ingestort. De waterleiding was geraakt en de mensen zaten als ratten in de val. De ouders hebben toen de kinderen door het kelderraampje naar buiten geduwd en zijn zelf jammerlijk omgekomen. Een klasgenootje van mij verloor een been en wordt de rest van haar leven op een zeer pijnlijke wijze aan deze verschrikkelijke dag herinnerd.’’ Het huis was een grote ravage. Door de luchtdruk waren alle deuren en ramen weggeblazen. Buiten begon het puinruimen, nog bruikbare stenen werden afgebikt voor hergebruik. ,,Daarna was het centrum één kale vlakte, met in het midden het geraamte van de Laurenskerk, die na de oorlog gelukkig is herbouwd.’’ Oók een ooggetuige was Chris van Leijden sr., nu woonachtig in Amersfoort. Met een heleboel andere buurtbewoners stond hij op het dak van een hoog pand in de Goereesestraat te kijken naar de brand in het centrum. ,,We beseften nauwelijks wat er was gebeurd. Vuur en rook zagen we. Mijn vader ging in de dagen erna op de fiets op zoek naar familieleden. Op de Meent bleken enkelen die in een kelder een schuilplaats gevonden dachten te hebben, verdronken te zijn. De meesten echter hadden het, zoals later bleek, gelukkig overleefd.’’ Taferelen De vader van Chris wilde niet dat kinderen de stad in gingen. ,,Hij wilde ons de gruwelijke taferelen besparen. De puinhopen hebben nog vele maanden gesmeuld en verspreidden tot in de wijde omgeving een indringende geur. Nu nóg herinner ik mij die lucht.’’ De chaos was enorm, zo blijkt uit alle brieven. In sommige gevallen is het een familielid die één en ander op papier heeft gezet. Zoals Ben Hilkmann, die reageert namens zijn schoonmoeder. Ook hij rept over de angst, de paniek, de verwoesting die bommen én blindgangers -niet ontplofte explosieven- aanrichtten. ,,Tijdens deze chaos,’’ gaat hij verder, ,,heeft mijn schoonmoeder als meisje van 16 jaar geholpen bij een bevalling op straat. Het gebeurde in een voortuintje in de Hofstedestraat. Tijdens de bevalling hield zij de handen vast van de vrouw. Ze wist niet wat haar overkwam. Met de veters uit haar schoenen is de navelstreng afgebonden. Later kwam er een dokter bij en is de vrouw met het kind, een jongetje, op een vrachtwagen weggereden. Ze heeft hier nooit meer iets van vernomen.’’ Henk van Toor uit Maassluis verhaalt over zijn opa, C.J. Spek, vrijwilliger bij de Rotterdamse brandweer en destijds woonachtig in de Ruilstraat. Zijn brandspuit, nummer 34, was eerst geposteerd in de Heemraaddwarsstraat, en later in de Duyststraat. ,,Thuis was een grote brandbel, die luid en duidelijk doorgaf als er ergens brand was.’’ Na de vernietigende bommenregen rukte iedereen uit, dus óók zijn grootvader. Samen met zijn collega’s streed hij tegen de vlammen, maar toen sloeg het noodlot toe. ,,Tijdens het bluswerk stortte mijn opa naar beneden, met als gevolg dat hij zijn been brak en er de rest van zijn leven een pijnlijke arm had.’’ De gewonde brandweerman werd afgevoerd naar een ziekenhuis. Thuis wist men echter van niets. Tijdens de zoektocht naar hem, zag de familie alle leed aan zich voorbij trekken. De vele doden en gewonden, de radeloosheid van de overlevenden. ,,Uiteindelijk kwamen ze uit in het rk ziekenhuis, waar mijn opa te midden lag van gewonde mariniers die hadden gevochten bij de Maasbruggen.’’ Rotterdammer Gijs Schenk, toen 12 jaar, ging aan de hand van zijn vader de bruggen over om de verwoesting in het centrum te aanschouwen. ,,Op de brug lagen nog lijken van gesneuvelde Duitse soldaten en een marinier. Iets wat ik nooit zal vergeten was dat er een Duitse legerauto de brug op reed. Die was afgeladen met dode Duitsers. Er bovenop zat een soldaat, die een lijk dat van de wagen gleed weer omhoog trok.’’ Bescherming Er was regelmatig luchtalarm op 14 mei, herinnert Aad Zuidema uit Rotterdam zich. ,,Om één uur hoorden we lawaai uit de stad. Het bombardement was begonnen. We zaten achter elkaar op de trap. Alsof een trappenhuis veel bescherming bood! De geluiden waren angstaanjagend. Later hoorde ik van mijn vrouw dat zij met haar familie in de nis onder de trap schuilden. Eén van haar zussen had ter bescherming een braadpan op het hoofd. Een soort soldatenhelm.’’ Het gezin van M. van der Kaaden woonde bij het uitbreken van de oorlog op de hoek van de Lange Warande en de Boezemsingel. ,,Na korte tijd kwamen de mariniers met hun wapens en verdere uitrusting langs ons huis, staken de Veemarkt over richting Goudse Rijweg waar ze, naar ik meen, werden ondergebracht in een schoolgebouw.’’ De vrees was dat dit dichtbij gelegen pand zou worden gebombardeerd. De familie besloot te vertrekken en werd op verschillende adressen ondergebracht. Hijzelf kwam met een broertje, zijn vader en moeder bij een oom en tante aan het Zwaanshals terecht. Op 14 mei werd Van der Kaaden 8 jaar. Zijn moeder wilde nog even terug naar het huis aan de Lange Warande om wat spullen te halen, de planten water te geven en de nieuwe meubelen af te dekken tegen de zon. ,,We waren nog maar net terug op het Zwaanshals toen we het zware gedreun van vele vliegtuigen hoorden. En toen brak de hel los.’’ In paniek vluchtten ze in de richting van Hillegersberg. ,,Bij het zogeheten ’muizengaatje’ kreeg mijn vader het enorm te kwaad. Hij realiseerde zich op dat moment dat zijn twee oudste kinderen, mijn broer Wim (17 jaar) en zus Truus (16 jaar) in de hel van het bombardement waren achtergebleven. Hij wilde met alle geweld terug de stad in, wat natuurlijk onmogelijk was tegen de stroom van duizenden vluchtende mensen in.’’ De familie vond onderdak in een leegstaande villa aan de Le Fèvre de Montignylaan. ,,Maar nu komt het wonderlijke. We waren daar nog maar net aangekomen, toen ook mijn broer en zus arriveerden. U zult begrijpen dat mijn vader, die zeer gelovig was, daar de hand van God in zag.’’ De meest vreselijke verhalen werden verteld. ,,Ze hadden midden in het bombardement gezeten, de kerk en het huis van de koster waren totaal verwoest, ze zijn tussen de instortende huizen en van fosfor brandende straten gelukkig de goede kant opgevlucht.’’ Zijn vader besloot later terug te gaan naar de stad, om te zien wat er van de woning aan de Lange Warande was overgebleven. ,,Daar deed hij de trieste ontdekking dat ons huis, met al onze spullen, totaal was verwoest terwijl de garage naast ons huis, nota bene met een glazen koepel, geheel geen schade had opgelopen. Geen ruit was gesneuveld.’’ © Rotterdams Dagblad WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN EEN TACTISCH EN EEN TERRORISTISCH BOMBARDEMENT? Volgens de Van Dale is tactisch: tac·tisch (bn.) 1 slim en handig in de gegeven omstandigheden => diplomatiek, diplomatisch, met zachte hand, politiek; <=> ontactisch

2 [mil.] een ondersteunende functie hebbend <=> strategisch
3 betrekking hebbend op tactiek
En terroristisch is volgens de Van Dale: ter·ro·ris·tisch (bn.) 1 van terroristen
Terrorisme is: ter·ro·ris·me (het ~) 1 het ontwrichten van een samenleving door daden van terreur, met een politiek oogmerk
Een tactisch bombardement is dus een strategisch bombardement op militaire doelen. Een terroristisch bombardement is een bombardement gericht op onschuldige mensen. Er waren in Europa omstreeks die tijd al verscheidene afspraken gemaakt over dat terroristische bombardementen onder welke omstandigheden dan ook verboden waren. Het morele idee is dat burgers zelfs in een verdedigde stad gespaard moeten worden. HEBBEN DE GEALIEERDEN OOK BURGERDOELEN GEBOMBARDEERD? Sinds de historicus Jörg Friedrich een boek op de markt bracht waarin hij beweert dat de massale bombardementen op Duitse steden in de 2e wereldoorlog bedoeld waren om zoveel mogelijk burgers te doden, denken veel mensen na over de vraag of Winston Churchill een oorlogsmisdadiger was. 600.000 mensen werden slachtoffer van deze bombardementen. Kinderen, zwangere vrouwen, zieke en bejaarde mensen… iedereen werd door deze vuurstormen weggevaagd. Friedrich zei tegen de Britse Daily Telegraph: “Het was een bewuste massaslachting. De Britten moeten de moed opbrengen om hun verleden tegemoet te treden.” Groot-Brittannië reageerde verontwaardigd op Friedrichs boek ‘Der Brand’, dat in delen werd gepubliceerd in het blad Bild. Friedich zei dat de combinatie van het Duitse schuldgevoel en de morele gelijk van de geallieerden ervoor zorgden dat er geen discussie kwam over de vraag of de bombardementen crimineel waren of niet. Friedrich beschrijft het leed op de grond nadat de bommen gevallen zijn. Bijvoorbeeld Wuppertal: in mei 1943 worden daar in 1 nacht 300.000 bommen gedropt. De geallieerde soldaten schoten met hun boordgeschut op groepen Duitse vluchtelingen. “Ze werden afgeschoten als konijnen”. In de zomer van 1943 werd Hamburg in as gelegd door vuurbommen, en 45.000 slachtoffers door de vuurstorm. Churchill zou voor Berlijn 100.000 doden in gedachten hebben gehad. Dat zouden er meer zijn dan de 88.000 doden die Hiroshima telde. Volgens Friedrich was Hamburg het omslagpunt tussen oorlog voeren en dood en verderf zaaien. Friedrich baseert zijn boek op Duitse, Britse en Amerikaanse bronnen. Duitse commentatoren zeiden dat hij het laatste taboe rond de 2e wereldoorlog doorbrak. De schaamte over de moord op de Europese joden en over de bombardementen als Coventry, Warschau en Rotterdam was te groot. De Britse historicus Anthony Beevor was niet onder de indruk van Friedrichs argumenten: “Zij waren degenen die het terreurbombardement uitvonden, de Duitsers vernietigden letterlijk complete steden. Om dan te zeggen dat het Britse antwoord daarop crimineel was, gaat mij echt te ver.” Friedrich zei dat de geallieerden Hitler ook wel overwonnen zouden hebben zonder massabombardementen. Dat is trouwens ook geen nieuw idee. Dat het bombardement op Dresden in februari 1945 een pure wraakactie was, daar zijn weinig historici tegen. Bij dat bombardement verloren 35.000 mensen het leven. In Groot-Brittannië kwamen ongeveer 40.000 mensen om door Duitse bommen. WAS HET BOMBARDEMENT OP ROTTERDAM EEN TACTISCH OF EEN TERRORISTISCH BOMBARDEMENT? Juridisch gezien zijn er voor de oorlog 3 verdragen opgesteld die het bombarderen op burgers verbieden. Het morele idee is dat burgers zelfs in een verdedigde stad gespaard moeten blijven. Het verhaal bij Rotterdam zou zijn dat de Duitse generaals Student en Schmidt tijdens de meidagen van 1940 een tactisch bombardement op Rotterdam hebben aangevraagd. Dat zou mogelijk weer misbruikt zijn door Herman Göriag die een tapijtbombardement op Rotterdam uitvoerde. Maar mijn eindoordeel is toch dat het een gepland terroristisch bombardement is. Want na het bombardement op Rotterdam werd ook nog gedreigd door de Duitsers dat het met Utrecht, Amsterdam en Haarlem hetzelfde zou vergaan als met Rotterdam als het verzet niet opgegeven zou worden. Dat verzet had de Duitsers al veel te veel toestellen gekost. En verlies van materiaal en tijd paste niet in het plaatje van de voorspoedige opmars naar Nederland. Nederland moest zich overgeven, desnoods dus ten koste van burgerslachtoffers. Het bombardement op Rotterdam is dus een terroristisch bombardement, dat lijkt mij wel duidelijk. Alleen dan heb je natuurlijk ook nog de vraag of de bombardementen op de steden in Duitsland dat dan ook waren. Ik denk dat je die op precies dezelfde manier moet beoordelen zoals ik het bombardement op Rotterdam ook heb beoordeeld. Maar ik denk ook dat je met die vraag meer beantwoord wie de schuld heeft… en die ligt nog steeds bij Duitsland natuurlijk.

REACTIES

W.

W.

goede site

12 jaar geleden

W.

W.

k*t syte

12 jaar geleden

C.

C.

IK DOE ME SPREEKBEURT OOK HIER OVER MAAR WANEER WAS DIT GEBEURT!

11 jaar geleden

E.

E.

Wat een TOP website!
Thank You All!
Ps: helpt me met mn werkstuk~! :P

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.