De Batavia
In 1628 werd de Batavia gebouwd op de Peperwerf in Amsterdam. Het schip was 56,60 meter lang en 10,50 breed en het schip woog ongeveer 650 ton, als geschut had het schip 24 gietijzeren kanonnen. Op het schip was altijd wel wat te doen, zoals iets poetsen, even een pijpje roken of het herstellen van touwen. Op zondag werd er een kerkdienst gehouden, want er was een dominee aan boord. De dominee verzorgde ook de begrafenissen. Als er iemand was overleden werd hij op een plank neer gelegd met een doek er over. Na het gebed werd de plank met de overledene overboord gegooid. Dit noemden ze een zeemans graf.
Mensen die vloekten, dobbelden, stalen, sliepen tijdens de wacht of onvoorzichtig waren met vuur kregen straf. Meestal werd je met een stuk touw op je rug of natte broek geslagen. Als je iemand bedreigde met een mes, werd je met datzelfde mes met je hand aan de mast gestoken. Ook kon je worden gekielhaald. Je werd dan in een bronzen vest gedaan en er werden sponsen op je armen vast gebonden. Als dat allemaal goed zat werd je drie keer onder het schip door gehaald. In de sponsen kon je bijten, zodat de lucht binnenbleef. Ook werd je wel eens in een blok geketend en dan moest je de hele dag zitten. Op het schip kon je ook scheurbuik krijgen, als je scheurbuik hebt krijg je pijnlijk gezwollen tandvlees, onderhuidse bloedingen en je tanden vallen uit je mond. In 1780 ontdekte Kapitein James Cook dat je scheurbuik kon voorkomen door veel groente en fruit te eten. Op zijn reis naar Java zonk het schip op 4 juni 1629 bij de houtman eilanden. Het schip zonk doordat ze tegen een rifbank bij Australië aanvoeren. Eerst dachten ze, dat het de maan was omdat die net achter de wolken was gekomen, maar ze kwamen er te laat achter dat het een rifbank was. Op het schip waren er 341 mensen aan boord. Toen het schip tegen de rifbank aanvoer verdronken er 40 mensen. De overige 301 mensen konden op een eiland komen, alleen was daar geen eten en water. Daarom besloot de kapitein om met een paar officieren op onderzoek uit te gaan. Ze ontdekten de stad Batavia (nu Jakarta). Na 6 weken vonden ze VOC schepen, die hun wilden helpen. Toen ze op het eiland kwamen waar de schipbreukelingen zaten bleek dat al meer dan 100 mensen waren vermoord door Jeronimus Corneliszoon en zijn handlangers. Corneliszoon had een eigen koninkrijkje gesticht. Er waren te veel mensen, daarom ging hij maar de mensen die er teveel waren maar vermoorden. Al gauw werd Corneliszoon en zijn handlangers gevangen genomen. De meeste van hen werden opgehangen anderen werden gekielhaald, kregen zweepslagen of werden op een eiland neergezet. Het hele verhaal van de Batavia is opgeschreven in het boek “De Ongeluckige Voyagie van het Schip Batavia”. In de jaren 70 werd het schip opgedoken. De wrakstukken liggen nu in het West-Australian Maritime Museum.
De Batavia nagebouwd
Willem Vos is een scheepsbouwmeester. Hij leerde schepen bouwen op scheepswerven in Nederland. Maar hij wilde nu een schip maken uit de 17e eeuw. Hij koos voor het schip Batavia om na te maken. In 1985 begon hij aan de slag in Lelystad om de Batavia na te maken. Eerst was deze plek een kaal polderland, maar nu staat daar de Bataviawerf voor ambachtelijke scheepsbouw. Het kost natuurlijk veel geld om een schip te bouwen, daarom moest Willem Vos op zoek naar geld, want van de regering kreeg hij geen geld. Gelukkig wilden er wel een paar bedrijven sponsor worden in ruil voor reclame, maar er waren ook bedrijven die geen geld maar gereedschap of hout gaven.
Toen de bouw eenmaal vorderde, wilden de mensen graag een kijkje nemen. Dat mocht wel alleen moesten ze wel entree geld betalen, van dat geld konden ze weer grondstoffen kopen. Er waren ook mensen die zo enthousiast waren, dat ze donateur werden en ieder jaar een bijdrage gaven. Voor de bezoekers werd ook een bezoekerscentrum gebouwd, waar je informatie over de boot kunt krijgen en souvenirs kunt kopen. In het bezoekerscentrum word je ontvangen door vrijwilligers. Deze mensen laten je dia’s zien en geven rondleidingen over de werf en je mag het schip in. Heel veel mensen krijgen hier een opleiding in scheepstimmeren, beeldsnijden, zeilmaken en nog veel meer dingen. Aan het schip werkte eerst maar 6 mensen, maar al gauw waren dat er 60. Aan het schip werkte verschillende ploegen b.v. de beeldsnijdersploeg. Iedere ploeg heeft een leermeester en een aantal leerlingen, maar een ploeg heeft ook een atelier, dat is een ander woord voor werkplaats. Als je een bezoek aan de Bataviawerf brengt mag je ook in een paar ateliers kijken. In de beeldsnijdersatelier wordt van eikenhout met de hand en wat speciaal gereedschap een houtenbeeld gemaakt. Voor het schip moesten er meer dan 300 beelden gemaakt worden. Het wordt met de hand gedaan, dus het kost heel veel tijd om de beelden te maken. Ze hebben zelfs over een paar beelden 2 jaar gedaan. De leermeester moet de leerling het ambacht (ambacht betekent handwerk) van vroeger aan de leerlingen leren.
De zeilmakers moesten voor de Batavia 10 grote zeilen maken. Zeilen werden in de zeilmakerij gemaakt. Een zeil bestaat uit een aantal banen canvas. Canvas is een sterk soort linnen. De zeilmakers moesten met naald en draad de banen aan elkaar naaien. Voor het zeil waren ook touwen nodig, anders kun je het zeil niet bedienen. Al deze touwen worden tuig genoemd. In de tuigerij werden de touwen en kabels door de tuigers gemaakt. Maar aan veel touwen zaten ook grote houten blokken, deze blokken werden in de blokkenmakerij. Door deze blokken kon je makkelijker werken. De platte achterkant is het mooiste gedeelte van het schip en heet de spiegel. De spiegel is versierd met houten beelden waar er een paar van geschilderd zijn. De beelden moeten Batavieren voorstellen en door deze beelden was het schip te herkennen. In de Gouden Eeuw kon bijna niemand lezen, dus het had ook geen zin om de naam van de boot op de boot schrijven. Ook zit er op de spiegel een beeld van de Nederlandse prinsen Willem van Oranje en Maurits. De spiegel heeft glas-in-loodramen, dat bestaat uit stukjes glas die met reepjes lood aan elkaar worden gemaakt. Deze ramen zijn van de kajuit en de hutten van de officiëren. Boven de spiegel zit de scheepslantaarn. Voor het bouwen van het schip gebruikten ze dezelfde materialen, die ze toen gebruikten b.v. grenenhout uit het zwarte woud. Ook werd er veel eikenhout gebruikt de eiken die voor de Batavia werden gebruikt moesten meer dan 300 jaar oud zijn.
In 1995 was de Batavia klaar en het werd door Koningin Beatrix gedoopt met water uit de Indische Oceaan en te water gelaten. Het schip is bijna alle dagen van het jaar te bezichtigen voor bezoekers van de werf. In september 1999 is de Batavia voor korte tijd naar Australië gebracht. Daar lag het schip in de haven van Sydney en werd gebruikt door het Nederlands Olympisch Comité. Maar de Batavia werd ook bekeken door Australische bezoekers. Ook werd er een spiegelgevecht uitgevoerd. In april 2001 was de Batavia weer terug in Lelystad.
De geschiedenis van de VOC
Nederland was in de 17e eeuw nog geen koninkrijk maar een republiek. In deze eeuw ook wel de gouden eeuw begon onze republiek belangrijk te worden. De republiek was klein maar wist toch de handel met andere landen enorm uit te breiden. We voeren veel handel met de landen om de Oostzee, zoals Denemarken, Zweden en Polen. In deze landen werd graan, hout, teer en huiden gekocht. Ook in de landen rondom de Middellandse Zee werd veel handel gedreven. Daar haalden we olijfolie, wijn, zout en zuidvruchten. Er was ook een grote handel in specerijen uit Azië zoals peper, kruidnagel, nootmuskaat en kaneel. De Hollandse handelaren kochten hun specerijen meestal bij de Portugezen. De zeelieden uit Portugal hadden al een route over zee naar Indië ontdekt en daar haalden ze al die specerijen vandaan. Maar op een gegeven moment sloot Portugal zich aan bij Spanje. Wij waren in oorlog met Spanje, dus konden we geen handel meer voeren met de Portugezen. Daarom besloten de Nederlanders zelf de specerijen uit Indië te halen. Maar we wisten de route niet, daarom moest een vloot van vier schepen onder leiding van Cornelis de Houtman. Van de deze vloot keerde 87 van de 240 bemanningsleden terug maar we hadden wel de route naar Indië gevonden. De reis was gevaarlijk daarom werd op 20 maart 1602 de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) opgericht door Zeeuwse en Hollandse kooplieden.
De VOC was georganiseerd in zes kamers, deze kamers stonden in Amsterdam, Zeeland(Middelburg), Rotterdam, Delft, Hoorn en Enkhuizen. De grootste kamer was in Amsterdam. Twee keer per jaar werd er in Amsterdam of Middelburg vergaderd. Het hoofdbestuur werd ook wel de ‘Heren Zeventien’ genoemd, omdat het hoofdbestuur uit 17 mensen bestond. Een lange tijd was de VOC het grootste bedrijf ter wereld. Rond 1730 had de VOC 30.000 mensen verspreid over de hele wereld in dienst. Een derde daarvan werkte in Nederland en de rest werkte en woonde in Azië en Japan.
De VOC had meer dan twintig handelsposten in Azië. Een belangrijke handelspost was Kaap de Goede Hoop op deze plek meerden de schepen aan die naar Indië voeren en werd er water en voedsel ingeslagen. Maar vanaf 1770 werd er ook groente en fruit ingeslagen. Eens per jaar gingen er meer dan dertig schepen naar de handelsposten. Eerst handelde de VOC alleen in kruidnagel, nootmuskaat, foelie, kaneel en peper, maar later handelden ze ook in koffie, thee, katoenen stoffen, suiker, Chinees porselein, grondstoffen om verf van te maken, zwavel, kamfer, ivoor, sandelhout en nog veel meer tropische producten. De kooplieden verdienden erg veel met deze handel en daarom konden ze b.v. de grachten huizen in Amsterdam kopen.
De 7 provinciën
Nadat de Batavia te water werd gelaten werd er aan een nieuw schip gewerkt de 7 provinciën. De 7 provinciën is een heel stuk groter dan de Batavia, namelijk 2 meter breder en veel zwaarder dan de Batavia en er hoort ook meer zeil op dan bij de Batavia.
Voor de 7 provinciën is 1800 vierkante meter zeil nodig en er komen 80 kanonnen op het schip. De 7 provinciën behoorde daarom ook tot de grootste oorlogsschepen uit de 17e eeuw. Op dit schip waren meer dan een paar honderd houten beelden en ander houtsnijwerk. Aan een houten beeld van Michiel De Ruyter wordt al hard gewerkt. Het schip zal in 2005 klaar zijn.
Boekenlijst
De Batavia nagebouwd Jan –Willem Driessen
Het VOC schip ‘De Halve Maan’ Bas van Lies
VOC schip Amsterdam Hans H. van Roojj
Het beste boek over schepen Philip Wilkinson
Schepen Eric Kentley
Internet
REACTIES
1 seconde geleden
O.
O.
ik vind dit echt super
12 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
geweldig Vincent
12 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Echt werkelijk waar meer dan perfect, ik zit in de eerste en ik moet hier een PO (praktische opdracht) over maken en dit gaat mij ONTZETTEND helpen, thnx!!!!!!!!!!
10 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Het is een goede samenvatting, maar je hebt het uiteindelijk over de reis van Kapitein James Cook...? Ik geloof dat je de reis van Francisco Pelsaert bedoeld, want hij was de commandeur en VOC- opperkoopman en degene die verantwoordelijk was voor het welzijn van bemanning en passagiers van de Batavia. Kapitein James Cook was namelijk nog niet eens geboren in het jaar 1628
8 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
T6f7vt8yvtrctcuvygvvygvhu
6 jaar geleden
Antwoorden