Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Ajax

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 4292 woorden
  • 10 juli 2001
  • 477 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
477 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Voorwoord
Ik heb mijn Ivo geschiedenis werkstuk over Ajax gedaan omdat ze bij ons in de bibliotheek niks hadden over de golfoorlog. Toen dacht ik aan een grote buitenlandse voetbal club in Spanje. Dus ging ik op zoek naar boeken over Barcelona of Real Madrid. Hier hadden ze ook niks over, maar ik gaf de moed niet op en surfte, via internet, naar Spanje. Duizenden sites, over de 2 grote clubs, lagen op mij te wachten maar het was wel allemaal in het Spaans. Aangezien mijn Spaans de laatste jaren wat is afgenomen moest ik wat anders bedenken. Ik wilde iets wat er al een lange geschiedenis op heeft zitten. AJAX dus. Ook is het mijn favoriete club, daarom heb ik er ook nog voor gekozen.

Met dank aan :

Brenda en Nancy, van Quint Concept, die me hebben geholpen op internet. En Freek waar ik een Ajax boek van mocht lenen.

Wat heb ik gebruikt:
- Het internet (de officiële Ajax site).
- Het boek: 95 jaar Ajax. (Evert Vermeer).

In Den Beginne.
Drie vrienden uit Amsterdam kregen in 1883 lucht van het voetbal. Dit kwam natuurlijk uit Engeland overwaaien waar er al een echte competitie was. Deze mannen waren: Han Dade, hij was de eigenaar van een echte leren voetbal, Carel Reeser en Floris Stempel. Floris Stempel zou de latere eerste voorzitter worden van het AFC Ajax (wat nu nog steeds bestaat). De club hete:” Union”. Maar in 1894 werd het omgedoopt tot “Footh-Ball Club Ajax”. Ajax speelde op een veld, zonder tribunes en kleedkamers voor de spelers, aan het eind van de Overtoom in de gemeente Nieuwer Amstel. Ze konden daar een weiland huren voor f 15,- per half jaar. De veldafmetingen waren nog niet bekend en deze waren iedere wedstrijd weer anders. De hoekschoppen werden soms vanaf de stoep genomen. Deze weilanden liggen nu binnen de stads grenzen van Amsterdam maar in die tijd nog niet. Het was toen nog een verlengstuk van het Vondelpark. Over de resultaten kan niks worden gezegd want ze speelde heel onregelmatig en niemand hield dit dus bij. De competitie bleef beperkt tot wedstrijden met stadsgenoten. De kleuren waren wel al rood met wit en fair play dat moest na gestreefd worden. Ook werd de spelers op gedragen “ eene aangename en gezonde uitspanning te verschaffen”. Eind vorige eeuw was de discipline op het voetbalveld heel erg ver te zoeken. Om te zorgen dat het geen ongeorganiseerde bende werd, hanteerde de voorloper van het huidige Ajax een uitgebreid systeem van strafbepalingen. Voor “het weg blijven zonder kennis te geven aan den captain”, het gebruik van “ongepaste woorden of handelingen” en “onattentie bij het spel” stonden harde geld boetes. Je had twee weken de tijd om te betalen in harde dubbeltjes of stuivers. Het voetballen bij een club eiste al veel inspanning want men werkte gewoon van negen tot vijf en daarna moest men gaan trainen of een wedstrijd spelen. Amsterdam was heftig aan het bouwen want het wilde groter worden. De gemeente Nieuwer Amstel werd binnen de muren gehaald. Het voetbalveldje lag nu klaar om er huizen op te zetten, en dit gebeurde ook. De spelers zochten een andere voetbalclub om daar verder te spelen en Ajax lag in coma want het was bijna dood.

AFC Ajax.
Vier jaar duurde de coma van de Footh-Ball Club Ajax. Maar in 1900 staken Stempel, Dade en Reeser de hoofden weer bij elkaar en lieten een brief rond gaan waar zij mensen opriepen om na te denken over een nieuwe voetbal vereniging. Hiermee rekenden zij gelijk af met het matige (Footh-Ball Club) Ajax van de vorige eeuw. Rond deze tijd was het voetbal uit Engeland echt over komen waaien en de clubs schoten dan ook als paddo`s uit de grond.

Op 18 maart 1900 in het Café Oost - Indië in de Kalverstraat 2 in Amsterdam werd een nieuwe voetbalclub opgericht met de nu goed gespelde naam “FOOTBALL CLUB AJAX”. (afc betekent: Amsterdam football club)


De club sloot zich gelijk aan bij de Amsterdamse Voetbal Bond (AVB) en huurde voor de thuis wedstrijden een veldje in Amsterdam Noord. Er was een groot gebrek aan voetbalvelden in Amsterdam dus Ajax speelde tussen de boerenvelden in de Buiksloterham, in Amsterdam Noord. Voor de bezoekers en de spelers was dit een hele onderneming om daar te komen want ze moesten eerst naar de kettingpont lopen en dan nog eens een kwartier lopen voor dat je bij het veld was. Voor de spelers was dit een goede warm loop oefening maar toch vonden ze het maar niks. Wel was bij het veldje een schuur die diende als kleedkamer. Dit was wel een ongekende luxe in die tijd. De verre ligging van de velden irriteerden uiteindelijk iedereen dus er kwam een oplossing. Ajax trok een nieuw veld aan. Men moest nu nog wel met de pont maar hoefde nu maar vijf minuten te lopen.

De eerste jaren voor de geheel nieuwe Amsterdamse club verliepen niet onaardig. Ajax bereikte tweemaal de tweede plaats van het kampioenschap van de A.V.B.. Het eerste kleine prijsje was voor het beste doelgemiddelde in deze kleine competitie. Het was allemaal nogal klein maar je moet toch ergens beginnen. De goede resultaten werden beloond met het eerste reisje van de club, in die tijd ook een hele belevenis, waar men al weken naar uit keek. Ajax ging op 8 april 1901 helemaal naar Haarlem voor een vriendschappelijke wedstrijd tegen Oranje. Ajax was toen nog geen leverancier van het Nederlands Elftal. De Amsterdamse jongens wonnen wel met 4-1.

In 1902 werd Ajax toegelaten tot de landelijke Nederlandse Voetbal Bond (NVB) en promoveerde direct van de derde naar de tweede klasse. Voor Ajax was dit een grote stap maar ze vonden wel dat ze het aan konden. Toch bleven de prijzen de eerste vijf jaar uit.

Weer werd Ajax verdreven door de groei plannen van Amsterdam. Het veldje in Amsterdam Noord moest Ajax opgeven. In 1907 kreeg Ajax twee velden in de Watergraafsmeer (aan de Middenweg ter hoogte van het huidige Christiaan Huygensplein). Het was weer midden in de polder maar het lag dichter bij de stad en er was een goede tramverbinding. Er waren geen tribunes, geen waterleiding en geen kleed ruimtes. Hiervoor werd het café aan de overkant gebruikt. Alles bij elkaar opgeteld, het was een perfecte locatie. De nieuwe locatie zette aan tot goede prestaties. In het seizoen 1907-1908 won Ajax het gouden kruis. Alleen de acht beste clubs, uit Amsterdam, mochten hier aan mee doen (deze prijs wordt nog
steeds uitgedeeld aan de amateurs). De ambities van de club lagen nu veel hoger. Ze waren nu het beste van de tweede klasse maar men wilde naar de eerste klasse.

Je kon toen echter niet promoveren zonder eerst deel te nemen aan promotie/degradatiewedstrijden. In juli 1908 fuseerde Holland en Ajax. De naam bleef Ajax, tenue en terrein bleven onveranderd. Mede met de steun van de goede spelers van Holland wist Ajax zich omhoog te werken. Ze werkten keihard voor een plaats in de hoogste klasse maar iedere keer wonnen ze net niet als ze promotie/degradatie voetbal speelde.

Het Hoogste Niveau.
In 1910 wilde Ajax nou toch echt eens naar de hoogste klasse stromen. Na een inzameling actie onder de leden en zelfs onder de spelers ging Ajax opzoek in Engeland naar een trainer. Dit omdat ze in Engeland al vanaf 1871 voetbal spelen en omdat ze daar dus al op een hoger niveau speelde. De eerste betaalde trainer van Ajax werd de Ier John Kirwan. De oudinternational had een lange carrière bij Tottenham Hotspur achter de rug en bleek een geschikte trainer. Ajax won het kampioenschap van de tweede divisie in 1911. Eindelijk kon Ajax doorstromen naar het hoogste niveau. Ze zaten in een moeilijke poule met het promotie/degradatie voetbal. De laatste wedstrijd, tegen Breda, werd gelijk gespeeld en dit was voldoende om door te dringen tot de hoogste klasse. Op 21 mei 1911 was de felbegeerde promotie naar de eerste klasse een feit. Nu Ajax in de hoogste klasse zat moest er natuurlijk een tribune komen. Ajax had een hele zomer de tijd om met man en macht twee tribunes te timmeren. Er kwam een houten tribune langs de lange zijde, overdekt, en één langs de korte zijde, niet overdekt. In de volksmond werd het stadion gelijk “ Het Houten Stadion” genoemd. Dit was de plek waar je graag gezien wilde worden. Vijf jaar later liet de zakenman, ook voorzitter Ajax, Wim Eggerman er nog een lange en een korte tribune aanbouwen. Toch bleek dit ‘houten stadion’ op de lange duur te klein, want er konden maar 10.000 mensen
zitten en verder moest iedereen staan, maar dat leest u straks wel. Het traditionele Ajaxshirt, wit met rode strepen, moest worden aangepast want rivaal Sparta had al zo’n shirt. Het shirt was nu wit met één rode balk. Ook werd de stadsnaam nu bij de club gezegd. “Kom we gaan naar Ajax Amsterdam”. Dit was omdat er ook een Leids Ajax bestond. Ajax Amsterdam werd razend populair in Amsterdam en ook al snel in Nederland. Heel A’dam vond het prachtig dat zij weer mee deden in de hoogste afdeling. De inzet werd ook sportief beloond. Linkshalf Ge Fortgens speelde als eerste Ajacied in het Nederlands elftal. Ajax begon nu steeds meer spelers aan het Nederlands elftal te geven, en dit zou alleen maar toe

nemen.

Landskampioen
De doorbraak naar de eerste divisie in 1911 bleek helaas niet van lange duur. In het seizoen 1913-1914 degradeerde de club naar de tweede divisie en enkele spelers stapten uit teleurstelling over naar andere clubs. Het was zo’n puinhoop dat Ajax het niet meer zag zitten. Toen haalde ze maar een nieuwe goede trainer, weer uit Engeland, Jack Reynolds. Deze man kon goed overweg met puinhopen en bouwde een nieuw elftal dat drie keer achter elkaar afdelingskampioen werd. Maar een terugkeer naar de hoogste klasse werd steeds niet waar gemaakt. Toch keerde Ajax terug naar de eerste divisie maar dat hadden ze aan de NVB te danken. Het kwam geheel als een verrassing maar ze waren er natuurlijk wel blij mee. Wie eerste werd in de tweede divisie ging gelijk door naar de eerste divisie, en twee tot en met zes die moesten promotie/degradatie voetbal spelen. Zo is het nu nog steeds in de totodivisie. De herkansing verliep nu wel ijzer sterk. Op 9 juni 1918 werd Ajax voor het eerst kampioen van Nederland. Dit deden ze dan ook gelijk op de beste wijze die er bestond want ze verloren geen één wedstrijd. Een ster speler uit die tijd, topscorer van dat seizoen, miste de kampioenswedstrijd tegen Willem II omdat hij in de trein in slaap was gevallen en langs A’dam reed.

Het zou tot het seizoen 1995-1996 duren, het jaar waarin Ajax zowel het landskampioenschap, de Champions League en de Wereldbeker won, dat een Nederlandse ploeg geen enkele wedstrijd verloor. Ondanks de groei van de vereniging in de jaren twintig, speelden de prestaties van Ajax zich grotendeels in de middenmoot af.De sterspelers (De Nartis, Guppfert)gingen naar andere clubs of kregen lange blessures. De spelers werkten toen ook nog gewoon op doordeweekse dagen, dus als ze een blessure hadden kon die niet continu behandeld worden. In 1925 vertrok ook trainer Jack Reynolds, hij ging naar de rivaal Blauw Wit. Ajax deed in de jaren twintig niet alleen aan voetbal maar ook aan atletiek, honkbal en cricket. Ook
ontstond er in 1924 een Yazband (hoe je het schreef deed er niet echt toe vonden ze). Enkele malen werd de kans om landskampioen te worden behoorlijk verprutst. Het decennium werd afgesloten in 1930 met een absoluut dieptepunt waarin Ajax verpletterd werd door Rapid Wien met 16-2. Wel kreeg Ajax een nieuw clubembleem en Reynolds kwam in 1928 terug.

De Gouden Eeuw + De Meer
Tot de glorierijke periode van begin jaren zeventig golden de jaren dertig als “de gouden eeuw” van de club. In tien jaar tijd werd Ajax zeven keer afdelingskampioen en vijf maal landskampioen. Het nieuwe grote, toen al best machtige, Ajax behaalde in januari 1931 zijn grootste overwinning. Ajax won van VUC met 17-0. Riet van Reenen is een Ajacied die de meesten doelpunten aller tijden voor zijn rekening nam. Van 1929 tot 1942 scoorde hij 272 doelpunten in maar 235 competitie wedstrijden. Hij is dan ook de topscorer van Ajax en zal dat nog wel een hele tijd blijven want tegenwoordig
speelt een speler op z’n hoogst vijf of zes jaar bij de zelfde club, als het niet veel korter is. In een
kampioen wedstrijd met Veendam, in 1932, scoorde hij zeven keer. Dit komt nu ook nooit meer voor in de hoogste klasse. Ondanks de heersende internationale economische crisis wilde Ajax nu toch echt een nieuw groot stadion. Omdat iedere wedstrijd van Ajax helemaal was uit verkocht, de mensen stonden helemaal om het veld heen, moesten de houten tribunes steeds opgeknapt worden en dat kost ook steeds veel geld, dus vond de voorzitter dat er maar een nieuw stadion moest komen. Ook wilde de gemeente Amsterdam de gemeente Watergraafsmeer voller met huizen zetten. Ajax moest dus uit gaan kijken naar een stadion. Het bestuur liet het oog vallen op een open plek op de Middenweg tegenover het Betondorp, niet
ver weg van de oude locatie. De architect was een Ajaxlid. Daan Roodenburgh kreeg de opdracht om een “knus Ajaxhuis” te ontwerpen. Hem werd wel de beperking op gelegd dat het niet meer mocht kosten dan 300.000. Er heerste tenslotte een internationale economische crisis dus het stadion werd uit de clubkas betaald. Zelf de spelers betaalden er aan mee. Het nieuwe Ajaxstadion, De Meer, werd geopend op 9 december 1934 en hij vertrok er in 1995. Ajax deed dus 61 jaar met het stadion. Er zijn in die 61 jaar tijd wel wat dingen verandert aan De Meer, maar het bleef toch de meer. In De Meer zijn tientallen wereldvoetballers groot geworden. Zoals: Rinus Michels, Sjaak Zwart, Johan Cruijff, Piet Keizer, Marco van Basten, Dennis Bergkamp, Clarence Seedorf, Edgar Davids en Patrick Kluivert. Het lijkt wel of nadat De Meer weg was, de jeugd ook vertrokken is want eerst was er toch wel bijna ieder jaar een nieuwe jeugd speler die het echt maakten bij Ajax.


In het begin pasten 22.000 mensen in het stadion maar dit werd al snel te klein, duswerden er nog eens 7.000 plaatsen bij gemaakt. In 1971 kwamen er ook nog eens lichtmasten bij.

De Oorlog
Ajax speelde eind jaren dertig goed voetbal maar Hitler kwam de boel stevig verzieken. De Amsterdamse voetbalclub, en verder alle andere clubs in Europa, ging een trieste periode tegemoet. In 1940 begon de echte oorlog, honger en onderdrukking verstoorde de spelers en het publiek kwam, als je er echt geld voor over had, alleen maar voor de afleiding. Hitler haalde mannen uit Nederland weg dus ook bij Ajax. Ook speelde er Joden bij Ajax die
moesten onderduiken. Het kwam dan ook regelmatig voor dat het elftal op werd gevuld met mensen die spelers kenden en
die een beetje konden voetballen. Dit was niet erg want iedere club had daar mee te maken. Jack Reynolds, de trainer, werd ook in een gevangenkamp gestopt omdat hij een staats burger was van een vijandelijk land, Engeland. Hij vermaakte zich er wel want hij organiseerde interlands, in het strafkamp, tussen Ierse, Schotse, Belgische en Franse gevangenen.

Op een gegeven moment was het niet meer verantwoord om door te spelen. In de hongerwinter van 1944 kwamen duizenden mensen om en werd het spelen stop gezet.

De Wederopbouw
Drie weken na de bevrijding speelde Ajax weer zijn eerste wedstrijd. Er was snel een Amsterdams Kampioenschap georganiseerd wat Ajax won. In oktober keerde Jack Reynolds terug bij de Amsterdamse club. Hij had niks aan het
gevangenkamp over gehouden (lichamelijk dan). Ajax draait weer als nooit te voren, en wordt afdelingskampioen. De mensen praten toen al over de aanvallende stijl van Ajax, wat ze nu nog steeds doen. In 1947 maakt de achttienjarige midvoor Rinus Michels zijn debuut in De Meer. Hij zat in het team dat later landskampioen werd. In deze jaren komt ook het Nederlands elftal weer van de grond. Zo speelde ze voor het eerst tegen Suriname en Indië (op bloten voeten). In 1950 werd uitbundig het gouden jubileum gevierd met vele festiviteiten. In het Amsterdams Historisch Museum wordt de tentoonstelling “ De watergraafsmeer en 50 jaar Ajax” geopend.

Betaald Voetbal
In het buitenland konden de spelers geld gaan verdienen. De KNVB weigerde de invoering van het betaalde voetbal. Tot die tijd hadden alle spelers gewoon nog een vaste baan. Maar toen de sterspelers vertrokken naar het buitenland voor het geld stroomde de Nederlandse competitie leeg. De competitie zakte naar een zeer laag peil maar de KNVB staakte jaren lang het betaalde voetbal. Toch na een paar jaar moesten ze wel want de competitie was niet meer te eten. Ajax speelde goed in de eredivisie en de nieuwe mogelijkheden kwamen boven water. In 1957 werd Ajax voor de negende keer landskampioen en mocht meedoen aan de Europa Cup I. De eerste ronde haalde ze nog wel maar daarna werden ze er uitgekeild. Het was nog net iets te veel maar je moest ergens beginnen. Ook in 1957 (april) wordt Johan Cruijff lid van Ajax, hij is dan tien jaar. Hij debuteert als hij zeventien jaar is, dus 1964, en scoort dan ook gelijk. In 1960 wordt Ajax weer kampioen en ze mogen het weer in de Europa Cup I proberen. Maar dit keer gaat het helemaal fout, ze worden er in de eerste ronden uit geknikkerd door een Noorse amateur ploeg. In het seizoen 1964-1965 gaat het helemaal mis en is echt een zwaar dieptepunt. Op drie punten na degradeerde Ajax niet. Toch waren toen alle ster spelers al aanwezig (Cruijff, Keizer en Zwart). De trainer werd ontslagen en Michels, de oud speler van Ajax, werd de eerste Nederlandse trainer voor Ajax. Hij bracht Ajax ook gelijk naar de Nederlandse en de Europese top. In zes jaar tijd werd Ajax vier

maal landskampioen en won drie keer de KNVB beker. In 1969 kwam de Europese herkansing. Ajax bereikte als eerste Nederlandse de Europa Cup I finale. In Madrid werd wel met 4-1 van AC Milan verloren maar internationaal was de naam AJAX gevestigd. Het begin was nu echt gelegd.

De Jaren Zeventig
De jaren zeventig gelden als de gouden jaren. Want Ajax won drie keer achter elkaar de Europa Cup voor landskampioenen (de Europa Cup I). In 1971 werd Panathinakos met 2-0 verslagen, in 1972 werd Inter met 2-0 verslagen, en in 1973
werd Juventus met 1-0 verslagen. In 1973 won Ajax ook nog de wereld beker. In 1972 was er een nieuwe trainer gekomen : Stefan Kovacs. Onder zijn bewind verliep alles ook wel oké maar dat was niet zo verwonderlijk. Michels leverde
aan hem een super ploeg over, Kavacs hoefde alleen maar hetzelfde te trainen als Michels en het leek net als of hij ook een goede trainer was. (Dit was hij ook wel maar Michels was gewoon beter.)

Wat Naar
Het jaar 1988 was een alles behalve leuk jaar. Dit kwam omdat: 1. Ajax een boete opgelegd kreeg van twee miljoen gulden, 2. een Ajax supporter een keeper van de tegen partij raakte met een ijzeren staaf, 3. en er een vliegtuig neerstorten met voetballers erin.

1. Op 3 oktober 1988 onthulde het weekblad Nieuwe Revue dat er bij transfers van Ajaxspelers met zwart geld was gewerkt.

De Fiscale Inlichtingen en Opsporings Dienst (FIOD), die nu ook Feyenoord probeert te pakken, verhoorde het hele bestuur en een paar oud spelers. De uitkomst was dat Ajax in 1990, door de Amsterdamse rechtbank, een boete kreeg van 2 miljoen gulden. Ajax had valsheid in geschriften gepleegd bij transfers tussen 1979 en 1985.

2. Tijdens de UEFA cup wedstrijd tegen Austria Wien op 27 september 1988 werd vanaf de F-side een ijzeren staaf het veld op gegooid. De staaf viel ongelukkig en belande op het hoofd van de keeper van Austria Wien. De wedstrijd werd gelijk gestaakt door de scheids bij een stand van 1-1. De EUFA deelde een aantal straffen aan Ajax uit: een 3-0 nederlaag tegen Austria Wien, een flinke boete en een jaar schorsing voor Europees voetbal. Het jaar daarna, als Ajax dan weer Europees voetbal speelde, moesten de eerste drie wedstrijden 300 kilometer van Amsterdam worden gespeeld.(de thuiswedstrijden) De jongen die de staaf toen gooide betaalt nu nog steeds zijn schuld af aan Ajax.


3. Maar de meest trieste gebeurtenis was toch wel het vliegtuig ongeluk op het vliegveld Zanderij in
Suriname. Voetballers van Surinaamse afkomst uit Nederland waren onderweg om tegen het Surinaamse
nationaal elftal een vriendschappelijke wedstrijd te spelen. Bijna alle spelers kwamen om het leven, ook de reserve keeper van Ajax. Maar 1988 was ook een bijzonder goed jaar voor het Nederlandse voetbal. Want PSV won de
Europa Cup I en het Nederlands elftal werd Europees kampioen nadat ze in de finale van Rusland wonnen. (in dit elftal speelde enkele Ajax spelers) In dit jaar gebeurde dus echt van alles.

Van Gaal
Louis van Gaal is de meest succesvolle trainer die Ajax tot nu toe heeft gehad. In zes seizoenen behaalde hij, samen met assistenttrainers van der Lem en Haarms, de één na de andere prijs. In 1991 kwam Van Gaal bij Ajax aan de macht. Nadat Leo Beenhakker naar Real Madrid vertrok volgde Van Gaal, die toen nog assistenttrainer, hem op. Van Gaal zat al enkele jaren bij Ajax maar was eerst jeugd trainer geweest. Dit zou later nog goed van pas komen want hij gaf de Ajax jeugd ieder seizoen weer een kans. Als jeugd trainer had hij Davids, Seedorf en Kluivert al klaar gestoomd en toen hij hoofd trainer was liet hij ze meespelen in het eerste. Nu zijn deze drie spelers, bij elkaar, 150 miljoen waard als een club ze wel kopen. In zijn eerste seizoen won hij gelijk de EUFA Cup. Nu had Ajax alle Europese bekers een keer
gewonnen. Het succes werd ook in het buitenland opgemerkt. Ieder seizoen vertrokken er goede spelers die naar het grote geld wilde. Maar voor deze goede spelers trok Van Gaal blikken met jeugd spelers open. Hij had de meeste spelers, toen hij nog jeugd trainer was, gevormd en ze het Ajax spel bij gebracht. Dit kwam nu dus goed van pas.

De terugkeer van Frank Rijkaard, nu trainer van het Nederlands elftal, in het seizoen 1993-1994 was van groot belang. Ajax had een oud speler terug gehaald die nu een voorbeeld voor de anderen was. Hij was de leider van de groep. Het seizoen 1994-1995 werd dan ook een meesterlijk succes. Ajax won alles wat er te winnen viel en verloor geen één wedstrijd. Op 24 mei 1995 won Ajax voor de vierde keer, in de geschiedenis, de Europa Cup I. Ajax won
van AC Milan, in de finale, met 1-0 door een doelpunt van Patrick Kluivert. In november won Ajax

ook nog eens de Wereldbeker. In Tokio speelde Ajax tegen de latijns-Amerikaanse kampioen Gremio. Na verlenging en
strafschoppen won Ajax dan toch en was het feest in Amsterdam.

Maar aan alles komt een eind dus ook aan het tijdperk Van Gaal. In 1996-1997 liep de ploeg niet meer in de competitie maar wel in de Champions League. Ajax kwam tot de halve finale maar daarna was het opgebrand. De succes jaren hadden veel tol geëist. Op 28 april 1996 speelde Ajax zijn laatste wedstrijd in De Meer, want Ajax ging verhuizen naar de ArenA. Het zat helemaal vol want het was ook nog eens de kampioenswedstrijd. Ajax speelde tegen Willem II en won met 5-1. Voor de derde keer achter elkaar was Ajax landskampioen. Het Gouden Elftal viel daarna ook echt helemaal uit elkaar. Vijf belangrijken spelers vertrokken naar grote clubs in Spanje en Italië.

Het seizoen daarna vertrok Louis van Gaal samen met Kluivert en Bogarde. Van Gaal ging naar Barcelona om daar verder te bouwen aan zijn prijzenlijst. Ajax draaide in het begin totaal niet in de ArenA maar toen Morten Olsen kwam, de nieuwe trainer, liep het al snel wat beter.

Nu en in de Toekomst
Ajax speelt nu Champions League maar dit zou wel een stuk beter mogen gaan. De eerste wedstrijd was een gelijk spel, de tweede wedstrijd won Ajax met mazzel, en de derde wedstrijd hebben ze verloren. Vorige jaren was het nog dat de eerste twee door gingen maar omdat er nu meer ploegen meedoen, gaat alleen nummer één door. In principe moet Ajax gewoon door gaan naar de tweede ronden maar het loopt niet echt lekker. Het eerste jaar van Morten Olsen was perfect. Hij kreeg een, bijna, gehele nieuwe selectie op hem afgeschoven. Het bestuur had gedacht dat het het eerste jaar niet super zou lopen, net als nu bij PSV, maar daar vergisten zij zich in. Ajax hield niet op met scoren en pas de laatste wedstrijd voor de winterstop verloor Ajax van PSV. Dit ging zo het hele seizoen door tot ze kampioen waren. Op de Europese tour ging het alleen een beetje mis. Ajax werd er al in de derde ronde uitgegooid.

Dit seizoen zou Ajax wel de grote prijzen gaan pakken. Ajax was geen één belangrijke speler verloren dus zou het gewoon even goed gaan als vorig jaar. Ajax werd niet moeilijk ingeloot voor de Champions League, dus “we” werden makkelijk nummer één van de poel en “we” wonnen makkelijk de Champions League. Na het WK kwam ook dat gezeur met de gebroeders De Boer om de hoek kijken. Frank de Boer zei dat Olsen een saaie trainer was, en ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Hij heeft een saaie bek en het lijkt mij niks om daar iedere dag mee op het veld te staan. Volgend jaar, dan is zijn contract afgelopen, moet Cruijff trainer worden maar die is weer veel te bang om op zijn bek te gaan. Nu kan hij bij iedere wedstrijd commentaar geven op de speeltechniek van de verliezende of winnende ploeg.

En alles wat hij zegt is ook waar (bijna dan) en helemaal was dat op het WK. Dus ik zou tegen
Cruijff willen zeggen :

” Laat je rustige leventje achter je en ga weer eens wat nuttigs doen”.

REACTIES

S.

S.

eej mooi verslag man khep et gezien kwas aan et zoeke naar een boekverslag en zeilde toen lang dit ajax verslag en dacht he ajax en voetbal dusz ben k et gaan leze dis een kei mooi verslag en alles klopt ik ben ook vor ajax anders was k et nooit gan leze mar dit was egt mooi

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.