Simone de Beauvoir-Le deuxième sexe

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 4683 woorden
  • 17 juli 2007
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
61 keer beoordeeld

Inhoudsopgave Inleiding
Biografie Simone de Beauvoir
Overzicht van haar filosofie
Leesverslag
Bespreking
Conclusie Inleiding Voor het werkstuk van Filosofie heb ik het boek ‘De tweede sekse’ van Simone de Beauvoir gekozen. Mijn beweegredenen hiervoor zijn dat ik nog nooit iets gelezen had van een vrouwelijke filosoof en het onderwerp - de vrouw - mij aansprak. Ook was ik benieuwd naar de geschiedenis van de maatschappelijke positie en rol van de vrouw en vroeg ik me af waarom juist dit boek als belangrijke inspiratiebron voor het feminisme in de jaren zestig en zeventig wordt beschouwd. Ik kwam bij dit boek na de filosofieles over Jean Paul Sartre. Simone de Beauvoir werd toen ook genoemd maar er werd gezegd dat zij haar ’oproep’ tot onafhankelijkheid van de vrouw zelf niet nastreefde omdat zij uiteindelijk toch gebonden was aan haar levenpartner Jean Paul Sartre. Dat vond ik nogal dubbelzinnig, hetgeen mij ertoe bracht om het boek te lezen. Het complete boek bestaat uit twee delen: het eerste deel, Feiten en mythen, en het tweede deel, Geleefde werkelijkheid. Simone de Beauvoir maakt in dit boek een analyse van de positie van de vrouw, hoe de vrouw geworden is tot wat zij is, met grote nadruk op de rol die seksualiteit daarin speelt. Ze gaat uit van de mens als bewust handelend persoon, met invloed op het eigen leven en positie. In dit uitgangspunt zit een belangrijk element van het existentialisme besloten, de filosofie die door Sartre op een geheel eigen wijze werd uitgewerkt. Ik vond het vreemd dat zij daarbij geen enkel onderscheid maakt tussen afkomst, opleiding, klasse of andere sociaal, cultuurhistorisch of anderszins bepaalde verschillen. Biografie Simone de Beauvoir (1908 - 1986) Jeugdjaren en adolescentie

Simone de Beauvoir wordt in 1908 in Parijs geboren en groeit op in een gerespecteerd Frans gezin. Haar vader is advocaat, haar moeder komt uit een streng katholiek gezin. Simone en haar jongere zusje Hélène worden traditioneel opgevoed op een katholieke kostschool. Haar religieuze overtuigingen brokkelen langzaam af in haar adolescentie. Studie aan de Sorbonne
Na de jaren op de kostschool gaat ze literatuurwetenschap, wiskunde en filosofie studeren aan de Sorbonne. Wanneer ze afgestudeerd is, volgt ze een docentenopleiding waar ze Jean-Paul Sartre ontmoet. De Beauvoir herkent in hem een gelijkgestemde. De Beauvoir en Sartre blijven tot Sartre's dood elkaars levenspartners. De Beauvoir als auteur
De Beauvoir is docente aan een Lyceum en financieel onafhankelijk. Ze schrijft over autonomie, alleen-zijn en haar groeiende relatie met Sartre. In 1943 debuteert ze met haar boek L'Invitée, waarna nog een aantal boeken en essays volgen. Langzamerhand wordt De Beauvoir ook politiek actief. In 1949 verschijnt: 'Le deuxième sexe' dat handelt over de onderdrukte positie van de vrouw in de westerse samenleving van die tijd. Ze belicht hierin onder meer de noodzaak van economische onafhankelijkheid van de vrouw. Er worden wereldwijd 4 miljoen exemplaren van 'Le deuxième sexe' verkocht. In 1954 verschijnt 'Les mandarins', een semi-autobiografisch werk waarvoor ze de Prix de Goncourt krijgt. Levensfilosofie
De Beauvoir is ervan overtuigd dat mensen keuzevrijheid hebben, waamee ze invulling kunnen geven aan hun eigen leven. De mens is zelf verantwoordelijk voor zijn of haar keuzes en dient deze op gezette tijden te evalueren. Deze uitgesproken existentialistische inslag is terug te vinden in haar boeken. Politieke betrokkenheid
De Beauvoir zet zich af tegen de Franse koloniale invloed in Algerije, pleit voor gelijke rechten voor vrouwen en etnische minderheden en ijvert voor betere werkomstandigheden voor arbeiders en voor meer gerechtigheid voor oorlogsslachtoffers. De Beauvoir sterft in 1986, zes jaar na de dood van Sartre Overzicht van haar filosofie Simone de Beauvoir debuteert in 1943 met haar boek L'invitée, waarna nog een aantal romans en vele essays volgen. Haar boeken kenmerken zich door een existentialistische inslag. Simone de Beauvoir is ervan overtuigd dat mensen een keuzevrijheid hebben in hun leven, waarmee ze invulling kunnen geven aan dit leven. Mensen zijn echter zelf verantwoordelijk voor deze keuzes. Simone de Beauvoir gelooft dan ook niet in een God die de zondes van mensen kan vergeven. Langzamerhand wordt Simone de Beauvoir ook politiek actief. Ze is een overtuigd feministe en tegen het huwelijk. Ze zet zich ook af tegen de Franse koloniale invloeden in Algerije
Enkele werken van haar: • L'Invitée (1943). Debuut waarin Simone de Beauvoir zelf model staat voor de hoofdpersoon en waarin haar relatie met Jean-Paul Sartre een belangrijke rol speelt. • Le deuxième sexe (1949). Boek over de onderdrukte positie van de vrouw in de moderne westerse samenleving. • Les mandarins (1954). Semi-autobiografisch werk dat in het jaar waarin het verscheen de Prix de Goncourt kreeg.
Leesverslag Na het eerste gedeelte, ‘Lot’, gelezen te hebben waarin Simone de Beauvoir een opsomming geeft van de verklaringen voor de historische suprematie van de man, wordt mij duidelijk dat deze verklaringen niet volledig zijn. Simone de Beauvoir is het nadrukkelijk niet eens met de psychoanalyse van Freud, die er immers vanuit gaat dat de mens in zijn handelen voor een belangrijk deel door onbewuste driften wordt geleid. Ze wijst de psychoanalytische visie niet geheel af maar wel de methode. Simone de Beauvoir wil zich niet beperken tot het standpunt om de seksualiteit als iets gegevens te zien. Volgens haar blijkt alleen al uit de ‘armzalige beschrijvingen van de vrouwelijke libido’ dat deze houding bekrompen en kortzichtig is. Zij is van mening dat de vrouw kan kiezen tussen de bevestiging van haar transcedentie en haar vervreemding als object. Dus ze kan er voor kiezen om boven zichzelf uit te stijgen of toe te geven aan de man en de “Ander” zijn. Toch is er wel een overeenkomst tussen de visie van Simone de Beauvoir en de psychoanalyse van Freud. Het is namelijk zo dat er vanuit een mannelijk standpunt gedragingen die vervreemding inhouden als vrouwelijk worden gezien, terwijl de houding waarin een individu zijn transcedentie stelt, mannelijk wordt genoemd. Simone de Beauvoir beschouwt het meisje als weifelend tussen de rol van object, de Ander die haar wordt aangeboden, en het opeisen van haar vrijheid. Volgens de psychoanalyse van Freud is het meisje geneigd zichzelf te identificeren met de vader of de moeder. Geschiedenis
In dit gedeeld van het boek geeft Simone de Beauvoir de existentiële verklaring voor de onderdrukking van de vrouw. De man heeft namelijk de rol van subject kunnen aannemen en de vrouw die van ‘absolute ander’. Ik heb een gedeelte van de tekst samengevat: Hoe taai, hoe stevig en hoe sterk de vrouwen ook geweest mogen zijn, in de strijd tegen een hen omringende, vijandige wereld vormde de dienstbaarheid aan de voortplanting voor haar een grote handicap. Zwangerschap, bevalling en menstruatie beperkten het arbeidsvermogen van de vrouw en maakten haar gedurende periodes volkomen arbeidsongeschikt. Ze hadden bescherming nodig om zichzelf en nakomelingen veilig te stellen, met alle grote consequenties vandien. De vrouw was wel noodzakelijk voor het voortbestaan van de groep maar dit gebeurde op veel te grote schaal waardoor de man het evenwicht moest herstelen tussen productie en voortplanting. De vrouw had dus alleen maar een plaats in de pogingen van de man om de soort in stand te houden. Dankzij de man werd die poging verwezenlijkt. Maar als er een overvloed aan voedsel is, zou je toch denken dat de vrouw dan een voetstuk voor zichzelf zou kunnen opbouwen. Dan gaat de rol immers over op vrouw-moeder. Ze zou dan een eerste plaats kunnen veroveren maar toch is de vrouw daar niet in geslaagd. De reden hiervoor ligt in het feit dat de mensheid geen gewone, natuurlijke soort is: zij probeert zich niet alleen maar als soort te handhaven. De mens wil geen stilstand, wat hem drijft is het verlangen boven zichzelf uit te komen. Primitieve horden stelden nauwelijks enig belang in hun nakomelingen. Hun enige zorg was in leven blijven, zij herkenden zich niet in hun afstammelingen. De vrouw die baarde kende totaal geen enkele scheppingstrots. Baren en zogen zijn geen activiteiten, het zijn natuurlijke functies. Daarin vindt de vrouw dan ook niet een verklaring voor haar existentie. Maar de man stelt zichzelf doelen en ontwerpt wegen die daarheen leiden; hij verwerkelijkt
zichzelf als existent. Hij heeft niet alleen maar gewerkt om de gegeven wereld te bewaren, hij heeft grenzen doorbroken en de basis gelegd voor een nieuwe toekomst. Niet door leven te geven maar door zijn leven in de waagschaal te stellen verheft de man zich boven het dier; daarom wordt in de mensheid de superioriteit niet toegekend aan de sekse die baart maar aan de sekse die doodt. Het is haar ongeluk biologisch te zijn voorbestemd het Leven te herhalen, terwijl in haar ogen het leven zelf de redenen van zijn bestaan niet in zich draagt en dat die redenen van minder belang zijn dan het leven zelf. De vrouw erkent de waarden die de man concreet heeft bereikt. Zij richt zich daarop: hij opent voor haar een toekomst waarheen zij transcendeert. Vrouwen hebben in feite nooit vrouwelijke waarden tegenover de mannelijke waarden gesteld. Het zijn de mannen geweest die, vurig gesteld op het handhaven van hun voorrechten, deze splitsing hebben uitgevonden. De mannen hebben alleen maar een vrouwelijk domein willen scheppen – het koninkrijk van het leven en de immanentie – om daar in de vrouw te kunnen opsluiten. Een existentialistisch standpunt heeft ons in staat gesteld te begrijpen, hoe de biologische en economische omstandigheden van de primitieve stammen moest leiden tot de alleenheerschappij van de man. Het vrouwtje is veel meer dan de man de prooi van de soort; de menselijke soort heeft altijd getracht te ontkomen aan haar specifieke lot. De vrouw blijft gebonden aan haar lichaam. Omdat de mensheid ook vragen stelt over het eigen zijn dus de redenen om te leven en dat belangrijker acht dan het leven zelf, kon de man, geconfronteerd met de vrouw, zichzelf opwerpen als meester; het project van de man is niet het zichzelf in de tijd herhalen. Bij de vermoeienissen van de voortdurende en onregelmatige zwangerschappen kwam ook nog de zware huishoudelijke taak. Pas wanneer de nomaden zich ergens vestigen en de bodem gingen bewerken ontstonden er ook instellingen en deed het recht zijn intrede. Op dat ogenblik begin het seksuele verschil zich ook te weerspiegelen in de structuur van de gemeenschap en nam dat een bijzondere vorm aan. Doordat men zich ergens vestigde werd het nageslacht belangrijker en kreeg dus ook het moederschap weer een heilige functie. De vrouw ging een hoofdrol spelen. Het gemeenschappelijke bezit werd overgedragen door de vrouwen. We kunnen dus veronderstellen dat de aarde op een mystieke manier aan de vrouwen behoorde; zij hadden op de bodem en de opbrengst daarvan een greep die tegelijkertijd religieus en legaal was. Het moederschap dwingt de vrouw wel tot een honkvast bestaan; het is heel gewoon dat zij terwijl de man jaagt of vist of op krijgstochten gaat, thuis zit. De man ziet de wereld als een dualiteit; maar die dualiteit is niet in de eerste plaats seksueel. Natuurlijk wordt dan, omdat de man zichzelf als zelf opwerpt, de vrouw, die van de man verschild, ingedeeld in de categorie de Ander. Beweren dat de vrouw de ander is, is ook beweren dat er geen verhouding van wederkerigheid bestaat tussen de seksen. Voor de man is de gelijke, de ander die tegelijkertijd dezelfde is en waarmee hij op basis van wederkerigheid in relatie kan treden, altijd een mannelijk individu. Men kan de vrouw onmogelijk beschouwen als subject. Vanaf de dag waarop de landbouw niet langer een essentieel magische handeling is, maar een scheppende arbeid wordt, ontdekt de man dat hij beschikt over productieve vermogens, dat hij kan voortbrengen en dus eist hij tegelijk met zijn oogsten ook zijn kinderen voor zich op. Vanaf dat ogenblijk wordt de rol van de moeder verlaagd tot die van voedster en dienares en berusten de rechten bij de vader die ook die rechten overdraagt. Door alle nakomelingen voor zichzelf op te eisen , maakt de man zich definitief los uit de greep van de vrouw en verovert hij de beheersing van de wereld op haar. Alleen maar bestemd tot voortplanting en het uitoefenen van taken van secundair belang, beroofd van alle praktisch nut en van haar mystiek prestige, treedt de vrouw voortaan alleen maar als dienstbare op. Het oude, moederlijke recht is dood: dat is gedood door de brutale volte van de man. Op het moment waarop de man zichzelf als een vrij en individueel wezen bevestigt rijst dat begrip: de Ander. Van die dag af is de verhouding tot de Ander een drama. Het bestaan van de Ander is een dreiging, een gevaar. De oude Griekse filosofie, die door Plato in dit opzicht niet wordt weerlegd, toont aan dat het anders zijn in wezen hetzelfde is als het kwaad. En toch is het kwade nodig voor het goede, de stof voor de vorm en het donker voor licht. De man weet, dat voor de bevrijding van zijn begeerte en de instandhouding van de soort de vrouw onmisbaar is; hij moet haar in de gemeenschap opnemen. De vereniging van mannelijke en vrouwelijke beginselen blijft nodig voor het mechanisme van de bevruchting en de vruchtbaarheid, nodig ook voor het leven en de orde in de gemeenschap. Na de geschiedenis van de vrouw ben ik begonnen met het tweede boek: Geleefde werkelijkheid. In het gedeelte Vorming wordt het vooral erg duidelijk dat de opvoeding aan meisjes de identiteit van de Absolute ander oplegt. Meisjes worden in hun opvoeding gesterkt in “vrouwelijke”eigenschappen zoals het krijgen van poppen etc. Jongens moeten sterk zijn en zich gedragen als een echte “man” De eerste drie, vier jaar is er geen verschil tussen de houding van meisjes en jongens; beiden proberen ze de gelukkige periode van voor het spenen te laten voortduren; zowel bij de één als de ander zien we verleidelijk en aanstellerig gedoe. Jongetjes willen even graag in de smaak vallen. Simone de Beauvoir geeft ook in dit hoofdstuk een mogelijke verklaring voor homoseksualiteit. “In de tijd waarin jongens aanvankelijk als meisjes werden gekleed kwam het vaak voor dat zij onder tranen de rok ruilden voor de broek en hun lokken zagen sneuvellen. Als ze daar hardnekkig aan vast hielden kan dat één van de wegen zijn die naar homoseksualiteit kunnen leiden. In dit hoofdstuk viel mij ook het gedeelte op die over urineren gaat. Ze heeft het bevoorrechte urineren van jongens dat een oorzaak zou kunnen zijn van meisjes om daar een gevoel van minderwaardigheid te ontwikkelen. Zeker is volgens Simone de Beauvoir dat het ontbreken van de penis in het leven en lot van het meisje, zelfs wanneer ze niet echt jaloers is op het bezit ervan, een belangrijke rol speelt. Het grote voorrecht dat de jongen daaruit put is dat hij voorzien van een orgaan dat je kunt zien en grijpen zich daar in ieder geval gedeeltelijk in kan vervreemden(alter ego). Danzij het feit dat hij een alter ego heeft waarin hij zichzelf herkent kan de jongen veel vrijer zijn subjectiviteit aanvaarden. De penis wordt zo een symbool van onafhankelijkheid, van transcedentie en macht. Het meisje daarin tegen kan zich geen enkel deel van zichzelf belichamen. In plaats daarvan drukt men haar om voor haar die rol van alter ego te vervullen een vreemd voorwerp in haar handen: een pop. Bij de vrouw is van het begin af aan een tegenstellig tussen haar autonome existentie en haar anders zijn. Haar wordt geleerd dat zij moet proberen te behagen, zij dient zichzelf tot object te maken en haar autonomie op te geven. Terwijl jongens de kans krijgen zich werkelijk op iets toe te leggen, zijn meisjes vanaf hun vijftiende levensjaar erop gericht een geschikte echtgenoot te zoeken. Dit belet hen andere interesses volwaardig uit te bouwen. De stukken die Simone de Beauvoir vaak neerzet tussen het theoretische deel zijn erg verhelderend en vaak ook leuk om te lezen. Ik heb ongeveer 350 bladzijden gelezen en bestudeerd van het boek. Ik had te weinig tijd om me er nog verder in te verdiepen maar denk na het lezen van deze drie delen wel een goed beeld van het boek te hebben. Het boek was ook alleszins leesbaar geschreven, al waren bepaalde delen wel taai om doorheen te komen, ook omdat ik betekenissen van moeilijke begrippen telkens diende op te zoeken. Soms was het wel erg veel over hetzelfde, waarbij ze ook dingen herhaalde, zij het dan weer in een andere context geplaatst. Al met al een interessant boek. Het leuke van het boek was ook dat ze veel citaten van andere filosofen gebruikte om daar vervolgens haar eigen visie naast of tegenover te zetten. Boekbespreking Dit zijn de hoofdvragen die ik geformuleerd heb tijdens het lezen van het boek: - Wat is de verhouding tussen het feminisme en het existentialisme? - Wat is de analyse van Simone de Beauvoir van het existentialisme van de vrouw? - Waarom is Simone de Beauvoirs filosofie van de vrouw als ander belangrijk? - Wat is de verklaring van het ontstaan van de verschillen tussen de man en de vrouw en de
onderdrukking van de vrouw? - Wat is de definitie van vrouwelijkheid van Simone de Beauvoir? - Wat kan de vrouw eraan doen om zich als autonoom individu te gaan ervaren? - Wat is de betekenis van de pop als alter ego voor het verdere leven van de vrouw? - Wat kunnen wij vandaag de dag nog uit de visie van Simone de Beauvoir putten? Deze kritische vragen hebben vooral mijzelf aan het denken gezet en daarom zal ik ook proberen bij een aantal vragen kritiek (tegenargumenten) te formuleren.
Wat is de verhouding tussen het feminisme en het existentialisme? Het existentialisme oefent een sterke aantrekkingskracht op het feminisme uit. De existentiële filosofie heeft een belangrijke invloed gehad op het feministisch denken. Maar in de existentiële optiek moeten vrouwen zichzelf bevrijden van hun tweederangs positie, de verantwoordelijkheid voor succes of falen ligt bij het individu. Dit is een belangrijk verschil met het feminisme, dat minder nadruk legt op het individu maar meer op de vrouw als sociaal wezen. Wat is de analyse van Simone de Beauvoir van het existentialisme van de vrouw? Vrouwen zijn in de geschiedenis steeds tot de Ander gemaakt, terwijl mannen zich steeds als zelf, als subject positioneren. Blz 96.. “hij ziet de wereld als een dualiteit; maar die dualiteit is niet in de eerste plaats seksueel. Natuurlijk wordt dan, omdat de man zichzelf als zelf opwerpt, de vrouw, die van de man verschilt, ingedeeld in de catogorie de Ander.” De vrouw is het middel bij uitstek om het mannelijk bewustzijn te erkennen. De vrouw is de absolute Ander waarmee de man zijn zelf kan construeren. De vrouw heeft zich in de loop van de geschiedenis enkel in de positie van de ander ontwikkeld. Deze positie werd haar opgelegd door de man. Waarom is Simone de Beauvoirs filosofie van de vrouw ‘als ander’ belangrijk? Omdat ze de nadruk legt op de maakbaarheid van vrouwenlevens. Dit houdt dus ook een mogelijkheid tot verandering in. Vrouwen moeten niet leven volgens de geijkte patronen, zij hebben de vrijheid en de keuze om zelf hun levensloop te bepalen. Je zou de tweede sekse kunnen zien als een oproep aan vrouwen om de status van Ander af te schudden en subject te worden. Volgens mij is het grote belang van de tweede sekse dat het vrouwen duidelijk maakt (en heeft gemaakt) dat er een keuze is, dat je zelf je lot in handen kan hebben.
Wat is de verklaring van het ontstaan van de verschillen tussen de man en de vrouw en de onderdrukking van de vrouw? Simone de Beauvoir legt grote nadruk op het feit dat vrouwen baren en daardoor te zwak zijn voor andere lichamelijke, productieve arbeid. Zoals in mijn samenvatting van de geschiedenis al staat: Hoe taai, hoe stevig en hoe sterk de vrouwen ook geweest mogen zijn, in de strijd tegen hen omringde vijandige wereld vormde de dienst aan voortplanting voor hen een grote handicap. Zwangerschap, bevalling en menstruatie beperkten het arbeidsvermogen van de vrouw en maakte haar gedurende periodes volkomen arbeidsongeschikt. Ze hadden bescherming nodig om zichzelf en nakomelingen veilig te stellen. Hier zitten natuurlijk grote consequenties aanvast. In de prehistorie was het steeds de man die nieuwe dingen ondernam: hij ging op jacht, ging vissen, hij begon oorlog met een naburige stam en ging op gebiedsverovering uit. De man is constant bezig met het doorbreken van grenzen en legt daarmee de basis voor een nieuwe toekomst. De vrouw echter is er biologisch toe voorbestemd het leven te herhalen, dat lijkt voor haar de enige zin die het leven heeft. Zij geeft leven, de man waagt zijn leven. De vrouw werd dus tegelijkertijd geëerd en gevreesd door haar vruchtbaarheid. De vrouw is onmisbaar voor de bevrediging van de begeerte van de man en voor de instandhouding van de soort: hij moet haar dus wel in de gemeenschap integreren. Wat is de definitie van vrouwelijkheid van Simone de Beauvoir? Het ‘vrouwelijke’ is dat wat niet mannelijk is. Ze beschrijft vooral de manier waarop de man geworden is tot wat hij is en analyseert vandaar de positie van de vrouw. Kritiek: Ze neemt als uitgangspunt de man en verklaart vandaar uit de vrouw
Simone de Beauvoir is dan ook in relatie met de man ontstaan namelijk: ‘de levensgezel van Sartre” En zoals zij het vrouwelijk definieert worden vrouwelijke waarden negatief en het lijkt dan net of vrouwen net zo moeten worden als mannen. Waarom zou je niet kunnen zeggen: het mannelijke is het niet-vrouwelijke. Dan zou het begrip mannelijk als negatief worden neergezet. De Beauvoir zegt dus dat vrouwen meer moeten worden zoals mannen, verschillen moeten verdwijnen zodat ze meer gelijk aan elkaar zijn. Maar als je ze naast elkaar blijft vergelijken komt het alleen maar neer op verschillen. Dus je zou man en vrouw dan als juist twee tegengestelden moeten gaan zien. Wat kan de vrouw eraan doen om zich als autonoom individu te gaan ervaren? De vrouw moet zichzelf verwezenlijken via projecten: “Als zij in beslag genomen wordt door studie, door sport, het leren van een beroep, maatschappelijke of politieke bezigheden dan bevrijd ze zich van obsessie van de man en maakt ze zich minder zorgen over haar sentimentele en seksuele conflicten” Kritiek: Het is geen echte oplossing of strategie als je als vrouw eigen doelen stelt, het is meer een soort van afleidingsmanoeuvre; als je maar aan iets anders denkt dan komt het wel goed. Wat is de betekenis van de pop als alter ego voor het verdere leven van de vrouw? Het grote verschil is dat aan de ene kant de pop het lichaam in zijn geheel vertegenwoordigt, terwijl die aan de andere kant een passief ding is. Daardoor wordt het meisje ertoe aangezet haar gehele persoon te vervreemden en te beschouwen als een inerte gegevenheid. Terwijl de jongen poogt zichzelf als een autonoom subject in de penis terug te vinden, vertroetelt het meisje haar pop en dirkt die op, zoals zij ervan droomt zelf te worden vertroeteld en opgedirkt. Omgekeerd heeft ze ook vaak het gevoel dat zij een prachtige pop is. Via complimenten en verwijten, via plaatjes en woorden, ontdekt zij de betekenis van woorden als aardig en lelijk. Al heel jong weet zij dat, wil ze behagen, zij beeldschoon of net een plaatje moet zijn. Zij probeert dan ook op een plaatje te lijken: ze verkleedt zich, kijkt in de spiegel en vergelijkt zichzelf met prinsessen en feeën uit sprookjes. Kritiek: Hier ben ik het tot op zekere hoogte wel mee eens. Het geldt ook nog steeds. Veel meisjes dromen ervan model te worden, spiegelen zich aan beelden uit modetijdschriften en zijn zelfs bereid zichzelf uit te hongeren om maar zo veel mogelijk op de modellen uit de modewereld te lijken, met alle gevolgen van dien (anorexia o.a.). Dit probleem begint al als de pop in hun beleveniswereld verschijnt. Zie ook de enorm toegenomen populariteit van de plastische chirurgie, waaruit blijkt dat steeds meer mensen een schoonheidsideaal willen benaderen. In de tijdschriften wordt veel bewerkt om alles er perfect uit te laten zien. Dit levert een vertekend beeld op, maar veel meisjes kijken daar niet doorheen en streven dat perfecte, kunstmatige beeld na. Wat kunnen wij vandaag de dag nog uit de strategie van Simone de Beauvoir putten? De houding ten opzichte van huwelijk en moederschap zijn voorbijgestreefd. Vrouwen zijn vandaag de dag al veel vrijer en staan in veel culturen gelijk aan de man. Het moederschap is tegenwoordig een vrije keuze en vrouwen kunnen net zo goed een carriere hebben. Al is het in veel gezinnen nog steeds zo dat de vrouwelijke persoon ervoor opdraait als er iemand thuis moet zijn voor het kind. Maar de Nederlandse huishoudens tellen tegenwoordig ook genoeg huismannen. Verder wordt er in het boek ‘De tweede sekse’ geen aandacht besteed aan verschillende culturen of wat voor verschil dan ook. De positie van de vrouw verschilt nog enorm per cultuur. Het gelijkheidsdenken van Beauvoir stuit velen tegen de borst. De negatieve houding ten opzichte van het vrouwenlichaam klinkt vrouwen vandaag de dag vreemd in de oren. Vrouwen vandaag eisen terecht een plaats op voor de vrouwelijkheid en het vrouwenlichaam. De nadruk op individuele oplossingen leverde de kritiek op dat dit enkel voor sterke, hoogopgeleide, gegoede vrouwen geldt. ‘De tweede sekse’ wordt vooral geroemd om de beschrijving van de onderdrukking van de vrouw, maar minder om de voorgestelde oorzaken en oplossingen. Dat biologische redenen een belangrijke factor zijn in het ontstaan van de asymetrische verhoudingen tussen mannen en vrouwen wordt nu algemeen aanvaard. Ook het belang van de opvoeding in de ontwikkeling van mannen en vrouwen houdt nog steeds stand. Van blijvende invloed is ook de multidisciplinaire aanpak (filosofie, psychologie, historie o.a.) van Simone de Beauvoir. Simone de Beauvoir liep voorop in haar tijd. Ze heeft een hele sterke persoonlijkheid en sterke, uitgesproken ideeën die ook vandaag de dag nog veel vrouwen zullen aanspreken. Ik denk dat de mensen die voor de Koran leven dit boek nog steeds niet accepteren. De Moslimse vrouwen worden nog steeds onderdrukt. Koran: “De mannen zijn boven de vrouwen verheven op grond van kwaliteiten, waarin God hun de voorrang heeft gegeven en ook omdat zij zorgen voor de bruidschat van vrouwen”
Conclusie Simone de Beauvoir is een boeiende, zeer erudiete en origineel denkende vrouw. Haar boek ‘De tweede sekse’ is van groot belang geweest voor de ontwikkeling van het feminisme. Bovendien sloeg zij een brug tussen het feminisme en het existentialisme, waarmee zij een unieke en zeer persoonlijke bijdrage leverde aan het westerse denken over de vrouw en haar positie en rol in de maatschappij. Haar gedachtengoed is nog altijd actueel, al is haar benadering soms ook wel wat erg negatief, wat volgens mij ook te maken had met de tijd waarin zij haar gedachten ontwikkelde en op papier zette. Ook haar opvattingen zijn dus niet los te zien van de tijd en maatschappij waarin zij is opgegroeid. Het is allemaal wat zwart-witter dan zoals we er tegenwoordig tegenaan kijken. Een vrouw die zich optut en er mooi uit wil zien, doet dat niet alleen om de man te behagen, ze kan dat ook gewoon doen omdat ze zichzelf op die manier prettig voelt, een gedachte die voor Simone de Beauvoir nogal ondenkbaar lijkt. Tot slot nog een naar mijn mening mooi citaat uit het boek: ‘Er is een goed beginsel dat de orde heeft geschapen, het licht en de man, en een slecht beginsel dat de chaos schiep, het donker en de vrouw, aldus Pythagoras. De wetten van Manu beschouwen haar als een laagstaand wezen, dat in slavernij behoort te worden gehouden, in het bijbelboek Leviticus beschouwt men haar als de gelijke van de lastdieren, die de patriarch bezit. In de wetgeving van Solon wordt haar geen enkel recht toegekend. De Romeinse wetgeving plaatst haar onder voogdij en proclameert dat ze onnozel is. En toch is het Kwade nodig voor het goede, de stof voor de vorm en het donker voor het licht. De man weet, dat voor de bevrediging van zijn begeerte en de instandhouding van de soort de vrouw onmisbaar is; hij moet haar in de gemeenschap integreren: in de mate waarin zij zich onderwerpt aan de door mannen gevestigde orde wordt zij gereinigd van haar oorspronkelijke onreinheid.’

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.