Immanuel Kant

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 2033 woorden
  • 10 september 2012
  • 41 keer beoordeeld
Cijfer7
41 keer beoordeeld

Persoon
Taal
Nederlands
Vak

Inleiding

Kant was een zeer belangrijk filosoof uit de 18e eeuw. Hij heeft veel invloed gehad op de kennisleer, door te zeggen dat er een limiet was aan onze kennis. Hij had een manier bedacht waarop hij probeerde een brug te bouwen tussen de empiristen en de rationalisten. Niet alleen heeft hij veel over de kennisleer nagedacht, maar ook heeft hij zich bezig gehouden met de ethiek. Hij heeft het categorisch imperatief bedacht. Ook had hij een mening over de vrije wil. In dit werkstuk heb ik eerst wat opgezocht over het leven van Kant. Daarna heb ik me bezig gehouden met de kennisleer van Kant, de fenomenale wereld en de noumenale wereld. Hierna heb ik me verdiept in het categorisch imperatief van Kant. Als laatste heb ik onderzocht wat Kant dacht over de vrije wil.

De verkiezingen: wat doen de partijen voor jongeren?

Volg ons op TikTok

Leven

Kant was geboren op 22 april 1724 in Koningsbergen. Zijn ouders waren arbeiders en Kant groeide op in een arme omgeving. Er gebeurden eigenlijk geen bijzondere dingen in zijn leven. Eerst was Kant geforceerd om te werken als leraar voor kinderen van rijke families,  bibliothecaris of als privé-docent. Toen hij 46 was werd hij eindelijk een professor aan de universiteit van Koningsbergen. Kant hield zich altijd aan regelmatigheid van gewoonten. Hij las, bereidde zijn lezingen, dineerde met vrienden, schreef, wandelde en sliep elke dag altijd om dezelfde tijd. Het verhaal gaat dat zijn buren de klok gelijk zetten met Kant’s wandeling. Kant was niet getrouwd. Twee keer wou hij trouwen. Maar omdat hij zo lang nadacht over of hij wel wou trouwen, was de ene al getrouwd met een ander, en de andere was verhuisd naar een andere stad.  Kant was een zeer goede en geliefde leraar. Hij vond het belangrijk dat zijn studenten altijd wat leerden in zijn lezingen.  Terwijl zijn lezingen zeer boeiend werden beschouwd, schreef hij zeer ingewikkeld. Zijn boek de kritiek van de zuivere rede wordt als een van de meest moeilijke boeken ooit geschreven beschouwd, toch werd het boek zeer beroemd in Duitsland.  Kant was nogal laat vergeleken met andere filosofen. Bij de rationalisten was hij vooral beïnvloed door Newton. Ook werd hij beïnvloed door Hume, een empirist. Kant stierf op 12 februari 1804.

De bril van Kant

Kant beloofde een Copernicaanse wending in de filosofie. Zoals Copernicus ons perspectief op het universum veranderde, door de zon centraal te zetten in ons zonnestelsel. Zo wou Kant ons perspectief veranderen op kennis. In plaats van het denken dat we vanuit het verstand naar de wereld om ons heen kijken en deze te willen verklaren en de structuren van de wereld te begrijpen, wilde Kant de inhoud en structuren van ons verstand proberen te begrijpen en hoe deze inhoud en structuren bepalen hoe de wereld aan ons voordoet. Oftewel: ‘Eerst nam men aan dat al onze kennis zich naar de voorwerpen moest richten. Maar de voorwerpen moeten zich naar onze kennis richten.'  Deze wending zou ons laten begrijpen hoe we de wereld zien zoals deze zich voordoet.  Het stelt voor dat het verstand niet een passieve observeerder is, maar dat het verstand actief is in kennis.

In het boek wil Kant antwoord geven op de eerste van de drie fundamentele vragen die de filosofie moet stellen over de mensheid. Deze vragen zijn:

-          Wat kan ik weten?

-          Wat moet ik doen?

-          Wat mag ik hopen?

De eerste vraag gaat dus over de voorwaarden van de mogelijkheid van onze kennis. Volgens Kant zitten er grenzen aan onze kennis.

Je kan nooit met zekerheid zeggen hoe de werkelijkheid is, alleen hoe de werkelijkheid zich voor je voordoet. Het verstand stopt de werkelijkheid in structuren zodat we de werkelijkheid begrijpen.  Volgens Kant zijn er twee verschillende structuren. De structuren van het denken en de structuren van de waarneming.De structuren van de waarneming zijn ruimte en tijd. Zonder ruimte en tijd hebben we niet het vermogen om de werkelijkheid te begrijpen. Je kan de wereld ook niet bekijken zonder ruimte en tijd. Zonder ruimte zullen we nooit weten wat een ding, zoals een stoel is, terwijl we ‘ruimte’ nog nooit hebben gezien. Hetzelfde geldt voor tijd. We kunnen niet weten wat vakantie is, als we niet weten wat tijd is. Ook kunnen we ‘tijd’ niet waarnemen. Het zijn dus geen eigenschappen van de wereld, maar van ons verstand. Je kan dit vergelijken met een bril, waardoor je heen kijkt. Deze bril bepaalt hoe je naar de werkelijkheid kijkt.  De structuren van het denken noemt Kant categorieën. Hiervan zijn er in totaal 12 volgens kant. Deze 12 kan je onderverdelen in categorieën van kwantiteit (bijvoorbeeld totaliteit, eenheid, veelheid) en categorieën van kwaliteit (bijvoorbeeld begrenzing en realiteit) en causaliteit. De causaliteit is de belangrijkste categorie, deze had hij van Hume overgenomen.

Deze structuren zitten al voorgeprogrammeerd in ons verstand. Wanneer iets niet binnen deze structuren valt, kunnen we het niet kennen. Hier zit dus de grens van onze kennis. We zullen nooit weten hoe de wereld er zonder deze ‘bril’ van structuren eruit ziet, hoe de wereld er ‘op zichzelf’ uitziet. Kant noemt dit het Ding an sich of de noumenale wereld. Het verschijnsel dat we zien door onze ‘bril’ heen is alleen het fenomeen, dus de fenomenale wereld. Dingen zoals God, en oneindigheid zullen we nooit kennen, het valt niet in onze structuren. We kunnen het wel geloven, maar niet bewijzen.

Wat Kant zei in zijn boek Kritiek van de zuiver rede: ‘Begrippen zonder schouwing zijn ledig, schouwing zonder begrippen is blind.’ Dit betekent dat de begrippen of structuren in ons hoofd niets zijn zonder de waarneming, maar de waarneming is niks zonder de de begrippen of structuren in ons hoofd. Hiermee heeft hij een brug gemaakt tussen het empirisme en het rationalisme. De rationalisme ging ervan uit dat je kennis krijg vanuit het verstand, en het empirisme ging ervan uit dat je kennis verkrijgt door je waarnemingen. Kant zegt dat we beiden nodig hebben voor kennis.

Een ander idee dat hij van Hume had overgenomen was het verschil tussen analytische en synthetische waarnemingen. Analytische uitspraken zijn oordelen die a priori zijn. Dit betekent dat ze bij voorbaat waar zijn, bijvoorbeeld een cirkel is rond. Maar deze uitspraken voegen geen kennis toe. Volgens Hume was dan synthetische uitspraken (oordelen die gebaseerd zijn op ervaringen) alleen a posteriori zijn, dus dat ze waar kunnen zijn na een zintuiglijke waarneming, bijvoorbeeld het dak is rood. Deze uitspraak voegt wel kennis toe, maar het hoeft niet persé waar te zijn. Nu heeft Kant een nieuwe combinatie gemaakt. Kant vond dat synthetische waarnemingen ook a priori kunnen zijn, een voorbeeld hiervan is Elke gebeurtenis heeft een oorzaak. Deze zin is bij voorbaat al waar en voegt ook nog kennis toe die gebaseerd is op ervaring.

Categorisch Imperatief

Kant heeft zich ook bezig gehouden met de ethiek. Hoe moet ik handelen? Vroeg Kant zich af. Volgens Kant moest je je houden aan de plicht ethiek, oftewel het categorisch imperatief. Het categorisch imperatief is dat je zo moet handelen, dat de stelregel van je wil een algemene wet kan worden. Wanneer je twijfelt aan wat je wilt gaan doen, denk dan na wat er zou gebeuren met de mensheid wanneer iedereen deed wat jij wilt gaan doen. Bijvoorbeeld wanneer jij vreemd wil gaan, bedenk dan wat er zou gaan gebeuren wanneer het een wet zou worden dat je vreemd mag gaan. Je wilt dit niet, dus is vreemdgaan geen goede handeling. Volgens het categorisch imperatief mag je een ander mens nooit als middel behandelen. Ieder mens is een doel op zichzelf. De categorisch imperatief geldt alleen voor rationele wezens die dit als plicht kunnen begrijpen en toepassen, en heeft dus ook op hen van toepassing. Deze rationele wezens bedoelde hij dus de mens, en geen dieren.

Volgens Kant was er geen grijs gebied, er was goed en er was slecht. Je mocht dan ook nooit liegen. Zelfs wanneer er een moordenaar aan je deur stond die vroeg waar zijn slachtoffer was. Je morele plicht is om de waarheid te vertellen, zelfs wanneer het slachtoffer dan vermoord zou worden door de moordenaar. Natuurlijk wanneer iedereen zich aan het categorische imperatief houdt, zo de moordenaar in de eerste plaats niet aan je deur staan, omdat hij zelf bedacht heeft, vanuit zijn eigen morele plicht, dat iemand vermoorden niet goed is.

Het categorisch imperatief is dus geen wet dat opgelegd is van bovenaf, maar iets wat binnenin jezelf zit. Wij, autonome en rationele wezens, moeten zelf deze wet opleggen. Hiervoor heb je een wil nodig. De wil is dus de bron van het moraal.

Dit is ook het lastige van het categorisch imperatief. Vaak is de wil er niet om de waarheid te gaan spreken. Om weer terug te komen op het voorbeeld van de moordenaar, de meeste mensen willen niet de waarheid gaan spreken, om het slachtoffer te beschermen. Men denkt dat het je morele plicht is om het slachtoffer te beschermen, maar volgens Kant moet je geen rekening houden met het slachtoffer, alleen met jezelf. Je moet dus de wil hebben om tegen je morele intuïtie in te gaan, en je alleen aan je eigen morele plicht te houden, die van binnenin jou komt, dus de plicht om niet te liegen.

De vrije wil

De ethiek zonder vrije wil is ondenkbaar volgens Kant. In de fenomenale wereld van Kant is alles verbonden aan een causaal verband, oorzaak en gevolg. Hierdoor hebben we dus geen vrije wil, aangezien we moeten handelen aan het causale verband, en geen mogelijkheid heeft om hiervan af te wijken. Kant vond dat wanneer je geen vrije wil had, en je gebonden was aan de structuren, dan was je eerder een dier, en geen rationeel wezen. Volgens Kant was de mens rationeel wezen, dus moest de vrije wil wel bestaan, buiten deze structuren, dus in de noumenale wereld.

Volgens Kant zit ons vlees, de emoties en driften, in de fenomenale wereld, en is dus gebonden aan verschillende structuren. Maar ons verstand, de rede, zit in de noumenale wereld, en heeft dus een vrije wil. Zonder deze vrije wil heeft het volgens Kant geeneens nut om over het mens-zijn te praten. Alleen wanneer we de vrije wil in ons hebben, kunnen we een morele plicht hebben. Met vrijheid bedoelde hij dus niet dat je alles kan doen wat je driften willen, maar vrijheid is het maken van de goede verantwoordelijke keuzes met je verstand. We zijn vrij om ethisch goede keuzes te maken met ons rationeel verstand.

Mijn mening

Ik ben het met veel dingen eens met Kant. Het feit dat de wereld die we waarnemen in structuren wordt geplaatst in ons verstand kan ik wel mee vinden. Wij zullen nooit iets begrijpen zonder tijd of ruimte. De mens heeft moeite om over oneindigheid of God te praten. Je kan het allemaal wel geloven, maar niet bewijzen.

Waar ik minder mee eens ben is de categorisch imperatief. Wanneer we allen hieraan zouden houden, zou het natuurlijk wel goed werken. Maar het probleem is dat niet ieder mens zich hieraan kan houden. Veel mensen geven in in hun driften. En wanneer een paar mensen zich er niet aan houden werkt het categorisch imperatief niet, want dan heb je wel kans dat er een moordenaar voor je deur staat.

Het feit dat je vrije wil bestaat in de noumenale wereld vind ik een beetje moeilijk te begrijpen. Betekent het dat ik de vrije wil niet kan begrijpen? Omdat deze niet kan voorkomen in de fenomenale wereld. Zit onze morele plicht dan alleen in de noumenale wereld? Een morele plicht kan je niet zien, het zit niet in een ruimte, en niet in een tijd, en het is ook geen structuur. Het moet dus wel in onze noumenale wereld zitten, en valt dus niet binnen ons kenvermogen. Betekent hierdoor dat begrippen zoals morele plicht en vrije wil wel bestaan, maar buiten ons kenvermogen valt?

REACTIES

J.

J.

mand

8 jaar geleden

S.

S.

genoeg is genoeg

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.