De euro

Geen Belgische of Franse frank meer, geen gulden of mark, geen Oostenrijkse schilling. Voortaan enkel nog de euro’s .Er komen zeven eurobiljetten , tussen 5 en 500 euro ( 1 euro is zowat 40 frank waard). De Europese munstukken zullen ‘cent’ heten. Daarvan komen er 8. Er is wel afgesproken dat de Europese muntstukken op een zijde nog een nationaal symbool mogen dragen. Europese stukken die in België worden uitgegeven kunnen dus de beeltenis van hun koning dragen. Maar je kunt er wel mee betalen in heel Europa .


Eén munt in héél Europa biedt heel wat voordelen. Als je op reis gaat binnen Europa hoef je niet voortdurend meer om te rekenen hoeveel bijvoorbeeld een Italiaans ijsje kost of een glas wijn in Frankrijk. Maar een stevige ,dure munt heeft ook nadelen. Stel je even voor dat Nederland op zoek is naar tomaten. Ze kunnen zowel Spaanse als Belgische tomaten kopen. De prijs van de tomaten is ongeveer gelijk in beide landen. De Nederlandse guldens moeten natuurlijk gewisseld worden. Maar wat blijkt? De Nederlanders krijgen voor dezelfde som geld genoeg Belgische franken om 80 ton Belgische tomaten te kopen , terwijl ze voldoende peseta’s ontvangen voor 100 ton Spaanse tomaten. Daardoor worden onze tomaten duurder: oneerlijke concurrentie dus , en een slechte zaak voor de export van België. De gulden middenweg lijkt ook voor heel Europa het ideale pad.