Betalingsmiddelen, van ruilhandel tot euro

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • mbo | 3476 woorden
  • 29 mei 2002
  • 131 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
131 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Verhandeling psychologie:
De evolutie van de betalingsmiddelen.

1. Inleiding.

Betalingsmiddelen iedereen kent ze wel. We gebruiken ze dagelijks en dit is voor ons volkomen normaal. Maar hoe zijn ze eigenlijk ontstaan? Wat is hun verleden en wat is hun toekomst? Op deze vragen zullen we in de loop van deze verhandeling trachten te antwoorden en dit in het kader van “groei en ontwikkeling”.

Onze bedoeling is een globaal beeld weer te geven van de evolutie van de betalingsmiddelen. Men zal dan ook enkel de belangrijkste evenementen in chronologische volgorde weer geven. We vonden het dan ook nodig vooraf enkele belangrijke feiten van de geschiedenis weer te geven om zo het historiek van de betalingsmiddelen beter te begrijpen. Daarna zullen we de evolutie van de betalingsmiddelen in verschillende fase bekijken. Om zo van ruilhandel tot de nu gebruikte Euro en het elektronisch bankieren te evolueren met de hoop zo de functie van onze hedendaagse betalingsmiddelen beter te begrijpen.
1. Historische momenten

DE PREHISTORIE( … - 3500 V. CHR.) :

- Big bang (ontstaan van de wereld)
- 10000-5000 v. Chr. De zwervende mens leeft van wat de natuur hen schenkt
- Na 8000 v. Chr. De mens wordt landbouwer
KLASSIEKE BESCHOUWING ( 3500 V.CHR. – 476 N. CHR.):
- 3000 opkomst van Egypte men voert voor het eerst echt handel
- Na 1600 v. Chr. Griekse periode gekenmerkt door de standenmaatschappij, de mythes en het veel godendom maar ook voor zijn wetenschappers en filosofen.
- Na 757v. Chr. Romeinen rijk breidt zich uit. Wegen worden aangelegd, munten worden aangemaakt, kennis wordt zeer belangrijk.
-550 v. Chr. Perzische oorlogen komen aan de gang tegen het Romeinse rijk.
MIDDELEEUWEN ( 476 – 1500):
- Frankrijk en de Nederlanden zijn in oorlog
- steden hebben een bloeiende Economie = macht
- Talrijke krijstochten bevorderen de wereldhandel maar maken deze ook onveilig.
- Gilden worden opgesteld
NIEUWE TIJD (1500 – 1789):
- Engeland en frankrijk voeren oorlog tegen elkaar.
- Amerika wordt onafhankelijk.
- 1789 franse revolutie
NIEUWSTE TIJD (1789 – 1945):
- industriële revolutie
- 1832 onafhankelijkheid van België
- 1914-1918 1ste wereld oorlog
- 1917 Soveyet Unie wordt Communistisch
- 1929 economische crisis
- 1939 aanvang van de 2de wereld oorlog
HEDENDAAGSE (1945 - … ) :
- 1945 einde van de 2de wereld oorlog
- 1946 Ghurchill komt met het idee om in europa samen te werken.
- 23 juni 1952 eerste europees verdrag (EGKS) tussen België, Nederland, Luxemburg, Italië, Frankrijk en Duitsland.
- 27 maart 1957 dezelfde 6 landen tekenen nog twee verdragen. (EURATOM- & EEG verdrag)
- Mei 1968 talrijke manifestaties in gans europa voor meer solidariteit.
- 1 Januari 1973 de Europese gemeenschap breidt zich uit. (Groot-Brittannië, Denemarken en Ierland komen bij de zes bij) Deze uitbreiding gaat nu nog steeds verder.
- Juni 1979 eerste verkiezingen van het Europees parlement
- 1980-1988 Golf oorlog
- Januari 1985 Delors lanceert het idee van een eenheidsmarkt.
- November 1989 Berlijnse muur wordt afgebroken oost en West Europa weer één geheel
- Februari 1994 Lancering van de Euro.
- 2002 De Euro wordt in omloop gebracht
2. wat is geld.

Geld is in het Latijn pecunia wat een afleiding is van pecus(veestapel). De veestapel werd namelijk al zeer vroeg gebruikt als universeel ruilmiddel.
Geld is dus een betalingsmiddel. Het is een waarde dat vele mensen hebben aangenomen en gebruiken om schulden te betalen en handel te voeren. Men kan zeggen dat geld oorspronkelijk een middel was om ruilhandel vlotter te doen verlopen en tevens een algemene waardemeter was. Nu nog wordt geld gebruikt om handel te voeren en te betalen.
Maar geld heeft niet alleen voordelen. Iedereen wil geld bezitten wordoor er vaak geweld komt op of groot niveau oorlogen.

3. Het ontstaan van betalingsmiddelen: ruilhandel.

De mens deed al heel vroeg aan handel. Eigenlijk vanaf het moment dat de mens een overschot had van een bepaald goed maar een tekort had van een ander goed dat een andere persoon/stam in overvloed had. De mens deed dan gewoon aan ruilhandel. Ruilhandel bestaat erin een goed te ruilen voor een ander goed. Dit wordt in onze tijd ook nog gedaan denk maar aan de kinderen die knikkers, stikkers of spelkaarten uitwisselen. Maar dit gebeurd nu ook op wereldwijd niveau onder meer via het web.
Wanneer de mens steeds meer verschillende goederen leerde kennen en deze ook gebruikte ontstond het probleem dat hij niet altijd meteen iemand vond die zijn goed (dat hij in overschot had) nodig had en die ook een goed had dat hij tekort had. Hij moest dus vaak verschillende keren ruilen vooraleer hij het gewenst goed kon bemachtigen. Daarom gingen de mensen vaste afspraken maken. Deze waren verschillend van plaats tot plaats maar het systeem was overal hetzelfde. De mens zocht achter goederen dat iedereen wel wilde dus kon hij altijd ruilen.
In het begin waren dit vooral dieren maar deze hadden het nadeel dat ze vaak moeilijk transporteerbaar waren daarom kozen ze later voor kleine en lichte goederen zoals juwelen, cacaobonen, schelpen, rijstkorrels, zout, … en dit gebruikte ze dan als vast meetwaarde. Ieder ander goed kon dan omgewisseld worden tegen een bepaald aantal eenheden van het gekozen goed. Zo kon je meteen het goed bemachtigen dat je nodig had dit maakte de ruilhandel veel eenvoudiger.
Wanneer men de handel gebieden uitbreide zochten de mensen naar meer vaste waarde die overal ongeveer even schaars waren zo ging men metalen klompen als betalingsmiddel gebruiken. Deze metalen klompjes waren de aanleiding naar de munten.

4. De munten.

Wat zijn munten?

Munten zijn stukjes metaal met een afbeelding, waaraan ze als munten herkenbaar zijn. Elke munt heeft zijn eigen afbeelding met eigen waarde. Ze hebben het voordeel dar ze een vast waarde hebben ongeacht het gewicht en de vorm die door slijtage veranderen. Munten hebben deze vaste waarde gekregen wanneer enkel de staat het voorrecht heeft gekregen om munten de bedrukken zodat deze munten door iedereen herkend werden.
Hoe zijn munten ontstaan?
De mens zocht een goed dat gemakkelijk verhandelbaar was. Sieraden waren daarvoor het beste geschikt. Later gingen ze metalen gebruiken. Elk goed was dan een bepaald gewicht in goud, zilver, brons, … waard. Deze metalen hadden geen vaste vorm. Het konden zowel brokstukken als staven zijn. Later werden ze in schijfjes gegoten. Toch kregen deze metalen schijfjes geen vaste waarde en bleef men in gewicht rekenen. Het nadeel was dat men gemakkelijk stukjes metaal kon bekrabbelen dat de aard van de metaal ook belangrijk was. Een zuiver metaal werd vaak omgewisseld tegen een onzuiver metaal zodat waarde en gewicht verschilden.
Rond 850 v. Gr ontstonden de eerste munten met een vaste waarde in Lydië onder het gezag van Koning Croesus. Deze werden van electrum gemaakt en hadden een leeuw en een stier als afbeelding. Dit nieuw soort van betalingsmiddel werd al vlug een voorbeeld voor de rest van de wereld. Elk land, keizerrijk, … bracht zijn eigen munt uit. Tot ongeveer 350v.Chr. was het de gewoonte de munten een zo mooi mogelijke afbelding te geven. Ter tijden van Alexander de grote werd het een gewoonte om het portret van de vorst op de munt af te beelden. Dit is in onze tijd nog altijd zo. In de 13de eeuw werd er veel verhandeld er was dus nood aan nieuwe munten met verschillende waarden zo komt het dat er in één streek verschillende soorten munten met verschillend waarden in gebruik waren. Zo kon men gemakkelijk grote hoeveelheden aankopen maar ook goederen van kleine waarden verhandelen.
5. papiergeld.

Hoe is papiergeld ontstaan?

Papiergeld is ontstaan ter tijde van de eerste banken. Mensen gaven goud of muntstukken in bewaring aan de bank. In ruil hiervoor kregen de mensen een papier “divries“genoemd. De Waarde van de afgeleverde goud en muntstukken werd op het divries opgeschreven. Het divries was een bewijsstuk dat er wel echt geld aan de bank was afgeleverd. Wanneer men het terug inleverde aan de bank kon men het bedrag in goud terug krijgen. Men spreekt echter pas van papiergeld wanneer deze divriezen verhandeld werden. Men gaf het divries aan de verkoper in ruil voor een goed en deze kon indien hij dat wenst het geld bij de bank gaan ophalen. Het voordeel was dat men geen grote bedragen muntstukken moest omwisselen en vervoeren. Stilaan werden er meer wissels in omloop gebracht als de goudwaarde dat de banken bezaten. Het papiergeld kreeg dan een waarde op zich door het vertrouwen dat de mensen erin stelde en werd niet meer automatisch terug in goud omgezet. Wanneer dit wel gebeurde kwamen er grote problemen vele mensen verloren geld en banken gingen bankroet.
Het is pas zo een 1000 tal jaren geleden dat de eerst bankbiljetten gedrukt werden. Dit gebeurde voor het eerst in China. Het papiergeld had dan een vaste waarde op zich en men kon er gewoon mee handelen zonder het terug te moeten in wisselen. Deze bankbiljetten werden door een nationale bank uitgegeven en waren ook gekenmerkt. De Eerste Europese bankbiljetten werden in de jaren 1700 in zweden gedrukt.

Wat is er zo speciaal aan onze hedendaags Bankbiljetten?

Onze hedendaagse bankbiljetten zijn niet meer uit gewoon papier gemaakt. Het is een zeer stevig papier dit heeft het voordeel dat ze langer mee gaan. Ze Hebben een bepaalde structuur. Ook bezitten ze watermerk en elektronische draden in het papier zelf. Deze maatregelen zijn nodig om de vervalsing tegen te werken. De nationale bank heeft immers het alleen recht om geld aan te maken. De nationale bank mag dan wel Bankbiljetten maken maar heeft het recht niet om geld bij te maken wanneer het hen aanstaat er zijn namelijk strenge regels aan verbonden. Het is zo dat ze enkel een nieuw bankbiljet mogen maken in ruil voor een versleten biljet dat vernietigd moet worden. Dat is namelijk het grote nadeel van onze hedendaagse briefjes je moet ze vernietigen want door hun ingewikkelde structuur is het onmogelijk om ze te recycleren.

6. De banken en ons hedendaagse handel.

Welke taak hadden de banken vroeger?

De eerste banken waren in werkelijkheid rijke mensen die de armen geld leende die ze daarna moesten terug betalen met intrest. Zo werden ze nog rijker en de armen armer. Later werd dit de taak van instituten. Een bank was vroeger een orgaan waar je geld in bewaring gaf. Hun enige taak was het geld bij te houden en terug af te geven in ruil voor de wissel. Er werden ook nationale banken opgesteld die verantwoordelijk waren voor het aanmaken van munten.

Wat is de hedendaagse taak van een bank?

De taak van de banken zijn nu veel groter. Zij zijn namelijk verantwoordelijk voor alles wat met geld te maken heeft. De functie om geld te bewaren en te lenen blijft. Maar ook het wisselen van munten, het zorgen dat het geld op de goede bestemming komt,… hoort nu bij hun taak. Het is namelijk zo dat we grote sommen geld niet meer in munten of briefjes regelen maar door middel van overschrijvingen, stortingen de bank de opdracht geven bepaald sommen geld dat zij voor een persoon in bewaring heeft op de rekening van de tegenpartij bij te voegen en van hem aftrekt. Dit gebeurt op wereldwijd niveau, het is dus nodig dat de banken onderling samenwerken. Zo geeft de bank je ook de mogelijkheid om vanaf het buitenland geld te innen. Dit kan omdat wij het niet meer nodig achten om geld te zien (het in handen hebben) maar geld gewoon een symbolisch iets is dat men gebruikt om handel te drijven.

7. Fictief geld.

Elektronisch bankieren

Elektronisch bankieren deze laatste jaren word dit steeds meer een gewoonte. We betalen met elektronische middelen en de bank doet de rest. Geen hopen geld meer op zak. Veel veiliger zegt de ene moeilijk en vol risico’s zegt een ander. Het is in ieder geval een hele aanpassing. Niet alleen voor de gebruiker maar ook voor de banken. Elektronisch bankieren is een nieuwigheid komen vanuit de banken zelf. Het is gebaseerd op het feit dat men informatie op afstand kan uitwisselen. Daarvoor maakte ze gebruik van netwerken. Door verschillende handelaars op dit netwerk aan te sluiten en de klanten van een elektronisch pasje te voorzien dat de handelaar door middel van een toestel kunnen lezen kan men van op afstand wijzigingen aanbrengen op de rekening van klant en handelaar.
Maar ook het thuis bankieren is een soort van elektronische bankieren. Daar is het de klant die via een netwerk met de bank verbonden is en zo elektronisch de bank opdrachten geeft omtrent zijn rekening. Men kan zo ook veel gemakkelijker de veranderingen op zijn rekening nagaan.
Er zijn vele toepassingen van het elektronisch bankieren dat wij dagelijks toepassen denk maar aan het uitbetalen van de lonen, de automatisch overschrijvingen, … .

De bankkaart

De bankkaart iedereen kent ze wel en gebruikt ze regelmatig. Maar wat is een bankkaart eigenlijk, een bankkaart is eigenlijk een elektronisch pasje waarop een tal van gegevens staan, niet alleen hoe het met de rekening van de houder is maar ook over de houder zelf. De Bankkaart is beveiligd door een cijfer combinatie dat alleen de houder kent. Dit is een beveiliging tegen diefstal want een bankkaart geeft toegang tot al het geld op de rekening en zelf meer. Er zijn drie grote soorten van bankkaarten.
- De gewone bankkaart waarmee men geld kan afhalen, mee betalen of de stand van zijn rekening kan nagaan. Zo een kaart is gekoppeld met een zichtrekening. Deze kaart wordt het meeste gebruikt en is ook toegankelijk voor jongeren.
- De proton –kaart deze kaar is vaak gekoppeld met een gewone bankkaart. Deze kaart staat toe kleine bedragen te betalen. Zo een kaart is niet rechtstreeks verbonden met een rekening maar men hen af en toe opladen. Het is eigenlijk je elektronische portemonnee.

- De Credit – kaart heeft een heel andere werking dan de andere twee waar die staan toe al verdiend geld te gebruiken. De creditcard de mogelijkheid een bepaald bedrag op voorhand te beschikken. Alle betalingen die men met die kaart uitgevoerd worden opgeteld en dat bedrag moet je op het einde van de maand terug betalen. Zo een kaard wordt alleen toegestaan aan mensen met een vast inkomen. Het gevaar is echter dat je meer uitgeeft dan wat je kan terug betalen zo komt het dat mensen overbelast geraken met schulden.

Men kan dus in het algemeen zeggen dat bankkaarten het betalen veel vereenvoudigen zolang men er maar voorzichtig mee omgaat.

8. Andere betalingsmiddelen of geld waarden

Niet enkel munten, bankbiljetten en het elektronisch bankieren geven je de mogelijkheid om geld te verhandelen. Men heeft nu ook een tal van andere middelen. De gewone mens heeft nu ook,regelmatiger geld overschot. Deze proberen ze dan nog te vergroten door te sparen en dit niet meer alleen door geld op de bank te zetten maar ook op andere manieren;

Cheques/ overschrijvingen/ storting/ wissel

· Cheques zijn ook een soort papier geld waarbij de schuldenaar de belofte doet dat hij geld op zijn rekening heeft en dat de schuldeiser bij het tonen van dit papier de opgeschreven som krijgt van de bank. Enkel houders van een bankrekening kunnen over cheques bezitten; deze worden voorgedrukt door de bank en men hoeft enkel het bedrag en enkele andere gegevens invullen.

· Overschrijvingen is een middel dat de schuldenaar gebruikt om de bank de opdracht te geven om een bepaald bedrag van zijn rekening af te halen en op de rekening van de schuldeiser te plaatsen. Dit wordt vooral gebruikt wanneer het ontvangen van het goed of diens niet op hetzelfde ogenblik als het betalen. Vb: zaken voor ontvangst moet betalen of dat men enkele dagen beslissingstijd krijgt voor het houden van het goed of niet.

· Storting Deze wordt in dezelfde omstandigheden gebruikt als een overschrijving met het verschil dat de schuldenaar in dit geval niet over een bankrekening beschikt; hij geeft dan geld af (in contanten)aan de bankt en geeft de opdracht om deze op de bankrekening van de schuldeiser de storten;

· Wissels worden nu ook gebruikt maar zijn wel anders dan vroeger. Deze worden gebruikt als er lange periodes tussen het bestellen van een goed en het leveren ervan. Deze wordt wel enkel gebruikt voor grote bedragen. Vb.: voor een lading cacao die per schip naar europa wordt ingevoerd. De wissel geeft de schuldeiser de zekerheid dat hij betaald zal worden na levering maar de schuldenaar betaalt niet vooraleer ij de goederen ontvangen heeft.

Aandelen/ kasbons/staatsbon/ obligaties…

Deze zijn geen echte betalingsmiddelen maar eerder een investering. Zij kunnen in waarde afnemen of vermeerderen. Het gebruikt hangt af van de zekerheid dat de investeerder wil over de waarde van zijn geïnvesteerde geld.

· Aandeel is het bewijs van mee eigendom van een vennootschap. Het geeft de aan deelhouder mezegenschap in het bedrijf. De aandeelhouder kan winst maken door zijn aandelen te verkopen. De prijs van een aandeel hangt af van bedrijf tot bedrijf en de welvaart, het goed functioneren van het bedrijf het is dus niet vast en schommelt dagelijks.

· Obligatie zijn bewijzen van schuldbekentenis dat een onderneming op lang termijn heeft geleend, deze geven recht op een vaste intrest dat op voorhand is vastgelegd.
· Kasbons zijn schuldbekentenissen van een financiële instelling waarvan de looptijd meestal beperkt is en de terugbetaling datum en de intrest op voorhand beperkt is.

· Staatsbon zijn effecten aan toner op naam dat de staat uitgeeft. Het is eigenlijk een lening dat de staat bij het gewone volk neemt om zo zijn budget te verhogen. Zij betalen deze na een bepaalde terug.


9. De euro

Wat is de Euro?

De euro is een nieuwe gemeenschappelijke munt dat in 11 Europese landen (+ Griekenland) de huidige munten zal vervangen. Voor elk land heeft de euro een vaste waarde deze is afhankelijk van de economie van het land. De vervanging van de oude munten voor de Euro gebeurt stapsgewijs. Een van de belangrijkste stappen was het europees verdrag in Madrid. Daar ging de Euro van start en kozen ze de naam Euro. Daarna moesten de deelnemende landen hun economie bewerken zodat deze beter op elkaar afstemmen. Een andere belangrijke fase was het informeren van de bevolking en het drukken van biljetten smelten van munten. De laatste fase is het wisselen van de oude munten en briefjes tegen de nieuwe. Dit zal inde eerste helft van 2002 gebeuren.

Welke zijn de voordelen van de euro?

De Euro heeft vooral voordelen op economisch vlak. Het zal veel gemakkelijker zijn om handel te voeren binnen europa als iedereen dezelfde eenheden gebruikt. Een ander voordeel is ook dat je geen geld moet wisselen als je in een van de euro landen gaat. Op hoger niveau heeft de euro positieve gevolgen op de Europese economie zo staat europa ook sterker tegen de verenigde staten. Maar buiten de economische gevolgen heeft het ook sociale gevolgen. Zo brengt de euro een sterkere band tussen de Europese landen. Dit blijkt vb door de vrije persoon en goederenwissel binnen de Europese landen. Ook zo de euro oorlogen moeten vermijden tussen de meewerkende landen. Als de euro in al zijn doelstellingen slaagt is dit zeker een goede zaak.

Hoe zal de Euro de gewone mens beïnvloeden?

De euro zal ons zeker beïnvloeden. We zullen ons moeten aanpassen aan de nieuwe waarde dat de zaken zullen krijgen. Voor de jongere generaties zal het vlot verlopen maar de ouderen zullen het daarmee moeilijker hebben. We zullen ook steeds meer op europees vlak moeten denken in plaats van nationaal vlak. Het zal dus even aanpassen zijn. Toch heeft dit niet alleen nadelen vooral als we op vakantie gaan zullen we minder geld verliezen bij het wisselen van munten. Men zal ook veel mee keuze hebben in de aangeboden goederen. Al bij al is deze verandering nodig voor het vorderen van de menszijn zoals de mens al eerder van ruilhandel is overgegaan naar het gebruik van munten. Het is gewoon en stapje verder in de ontwikkeling.

10. Conclusie.

De betalingsmiddelen hebben een grote evolutie gekend. Dit zowel in waarde als uiterlijke kenmerken. Deze veranderingen zijn mogelijk geweest door het vertrouwen dat de mens in het nieuwe betalingsmiddel stelt. De ontwikkeling van ruilhandel tot euro is zeker nog niet gedaan en de euro zal op zijn beurt ook nog veranderen. De rechtstreekse betaling zal in de loop der tijd nog meer verminderen en vervangen worden door het elektronische. Één ding is zeker: evolutie is er altijd en overal. Of dit positief is of niet moet ieder voor zich uitmaken.


11. Bronvermelding

Boeken en informatie folders

· Geld telt door De Sairigné Catherine. Uitgeverij: Zwijsen Tilburgt. Uitgegeven in 1990. Telt 37 p. Vertaling van “ Si l’argent vous est conté…”

· Van zilverling tot euro door Baerten Jean. Uitgeverij Davidsfonds Leuven. Uitgegeven in 1999. Telt 160 p.

· Van frank tot euro door Marain Frederik. Uitgeverij Lannoo Tielt Uitgegeven in 1998. Telt 174 p.

· Bank en beurswezen in België door De Muynck Harald. Uitgeverij Academia Press gent. Uitgegeven in 1999. Telt 223 p.

· De bank leren kennen door ICS-Concepto. Uitgave van de Generale Bank in 1998. Telt 62 p.

· Diverse informatie brochures van de federale overheid en Europese commissie.

Web sites

· http://www.itacom.com

· http://www.eurotribu.fgov.be

· http://www.members.tripod.lycos.nl

· http://www.vum.be

· http://www.huiswerkbegeleiding.nl

· http://www.cmutuel.com

· http://www.skynet.be/sky03271/monn1002.htlm.

REACTIES

L.

L.

aloha beste Cindy

ff een vraagje, en verbeter me als je denkt dat ik het fout heb... maar waarom zou je in een stuk over ruilhandel en andere economische stukken in GODSNAAM het gaan hebben over het ontstaan van de wereld, de zogeheten BIG BANG, of over de tijdsduur van de prehistorie, en dit soort dingen nog wel een in een economische historie uitleg schema.... ( ofzo )

nou, toch leuk dat je wel je best hebt gedaan voor dit stuk, en dat je het op de site wilde zetten om toch andere mensen ook te helpen... zie dit niet dat ik je volledig wil afkraken ofzo, ik moest het gewoon even kwijt...

doei!

Leon

P.S. als je commentaar op m'n mailtje heb, stuur gerust wat terug...

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.