Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Arbeidsverdeling rijke en arme landen

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2057 woorden
  • 19 februari 2000
  • 380 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
380 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave

1. Inleiding en vraagstelling
2. Werkwijze
3. Hoeveel procent van de bevolking hoort tot de beroepsbevolking?
4. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkzaam in de primaire sector?
5. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkzaam in de secundaire sector?
6. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkzaam in de tertiaire sector?
7. Hoeveel procent is werkzaam in de quartaire sector?
8. Welke verschuivingen in de sectoren zie je de afgelopen jaren?

9. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkloos?
10. Hoeveel is het BNP?
11. Conclusie
12. Bronvermelding

1. Inleiding en vraagstelling
Voor het vak Economie is dit werkstuk opgesteld. De vraagstelling die in dit werkstuk onderzocht en beantwoord is luidt:

Is er verschil tussen de arbeidsverdeling in een arm en een rijk land?

2. Werkwijze
We begonnen naar het zoeken van informatie in de bibliotheek in Son en in Eindhoven. In allebei de bibliotheken hebben we niets kunnen vinden, want alle informatie die er dan nog was, was te oud. Dus gingen we maar zoeken op internet. Van internet hebben veel teksten kunnen halen, maar weinig cijfers. Op de cd-rom van Wereldwijs van aardrijkskunde hebben we wel veel cijfers gevonden en ook in de atlas konden we veel cijfers vinden. We zijn heel lang bezig geweest met het zoeken naar informatie, want dat we die cd-rom konden gebruiken kwamen we pas veel later achter en we hadden dus al heel lang op internet zitten zoeken.
We hebben het werkstuk voornamelijk in de vakantie gemaakt. Marijke is in de 2e week iedere dag bij Monique geweest om er aan te werken. Marijke had geen Internet en dat was lastig, dus heeft Monique alles opgezocht op Internet. Het was handig dat Monique de cd-rom van aardrijkskunde had. Voor de rest waren de taken vrij goed verdeeld (verdeling van de deelvragen) en Monique heeft op het eind gekeken of alles klopte en of het er mooi uitzag.

We hebben heel lang over dit werkstuk gedaan, omdat het vinden van recente cijfers heel moeilijk was, in de bibliotheek waren alleen cijfers te vinden tot 1985 en op internet konden we geen goede sites vinden met cijfers. Maar uiteindelijk hebben we toch nog de goede cijfers gevonden dankzij de Wereldwijs cd-rom en de atlas.

3. Hoeveel procent van de bevolking hoort tot de beroepsbevolking?

Beroepsbevolking is dat deel van de bevolking dat voor eigen rekening werkt voor geld of tijdelijk niet werkt maar het wel zou kunnen. Tot de werkende beroepsbevolking werden bij de in Nederland in 1971 gehouden volkstelling gerekend:

- Alle werkenden van veertien jaar en ouder, inclusief personen die gemiddeld ten minste vijftien uur per week meewerken in het gezinsbedrijf, ook indien zij hiervoor niet worden betaald 
- Personen in militaire dienst, zowel beroepsmilitairen als dienstplichtigen 
- Scholieren of studenten die gemiddeld ten minste vijftien uur per week arbeid verrichten tegen geldelijke beloning 
- Personen die werken op een sociale werkplaats, een centrum voor vakopleiding voor volwassenen en zij die tewerkgesteld zijn op aanvullende werken 
- Personen in opleiding die tevens een geldelijke vergoeding ontvangen.

Om uit te rekenen hoeveel procent van de bevolking behoort tot de beroepsbevolking, hebben we van ieder land apart de procenten van mensen die werken in de landbouw, mensen die werken in de industrie en mensen die werken in de dienstensector opgeteld:

Je ziet dus dat in Nederland de meeste mensen werkloos zijn en in Brazilië het minst, hoewel je zou verwachten dat er in Brazilië juist meer mensen werkloos zijn.

4. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkzaam in de primaire sector?

De primaire sector is het onderdeel van de economische wetenschap dat zich bezighoudt met de toepassing van de economische beginselen op de landbouw (waaronder begrepen de tuinbouw). Binnen de agrarische economie wordt er verschil gemaakt tussen de algemene agrarische economie (die zich richt op de problemen in zijn geheel) en de agrarische bedrijfseconomie.

De primaire sector wordt ook wel sector landbouw, jacht en bosbouw genoemd. Daaronder vallen: 
- Akker- en tuinbouw
- Fokken en houden van dieren
- Dienstverlening waar de landbouw iets aan heeft 
- Jacht 
- Bosbouw ten behoeve van de landbouw
Deze sector houdt zich bezig met de problemen van de productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal, maar ook met de prijzen en het inkomen. De prijs van landbouwproducten wordt onder andere bepaald door vraag en aanbod. Beide worden voor de meeste agrarische producten gekenmerkt door een niet te grote prijselasticiteit; zowel de aangeboden als de gevraagde hoeveelheid verandert weinig als reactie op prijswijzigingen. Omgekeerd kunnen kleine aanbodsveranderingen, bijv. als gevolg van weersomstandigheden, leiden tot aanzienlijke stijgingen en dalingen van de opbrengstprijs. Daardoor kunnen de inkomens van de agrarische zelfstandigen snel veranderen. Op langere termijn wordt de vraag behalve door de prijs ook beïnvloed door de hoeveelheid bevolking, het inkomen per hoofd en hoe het gebruikt wordt. Door de toenemende inzet van productiemiddelen en doordat er meer wordt geproduceerd neemt het aanbod op langere termijn toe. In de westerse landen gebeurt het dat de groei van het aanbod de toename van de vraag overtreft, met als gevolg dat de inkomens van de agrarische ondernemers bij een vrije prijsvorming voortdurend onder druk zouden staan. Dit probleem vormt, samen met de eerder genoemde korttermijn stijgingen en dalingen, een van de belangrijkste motieven voor het voeren van een actieve landbouwpolitiek.
In Brazilië en Rusland dus veel landbouw en dat klopt wel, want die landen zijn minder ontwikkeld dan Nederland en de VS waar meer mensen in de dienstensector werken.

5. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkzaam in de secundaire sector?

De secundaire sector wordt ook industriële sector en nijverheid genoemd. Daaronder vallen alle bedrijven op het terrein van industrie, delfstofwinning en bouwnijverheid. Afgelopen eeuw is deze sector heel erg gegroeid en het lijkt dat hij alleen nog maar doorgroeit. In ontwikkelingslanden gaan steeds meer mensen gaan in de industrie werken, in landen zoals Nederland minder omdat er veel machines komen. Hij is kapitaal- maar ook arbeidsintensief. Er zijn regels van de overheid, die er in de andere sectoren niet zijn. Des secundaire sector is niet traditioneel, de primaire sector bijvoorbeeld wel met hun boerderijen.

In Rusland is er veel industrie (denk aan kernenergie) en in Brazilië, Nederland en de Verenigde Staten veel minder. In Brazilië daarvoor in de plaats landbouw en in Nederland en de VS diensten.


6. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkzaam in de tertiaire sector?

Mensen die in de tertiaire sector werken, werken bij bedrijven die door het leveren van diensten winst proberen te maken (commerciële dienstverlening). Voorbeelden van bedrijven uit de tertiaire sectoren zijn: Winkeliers, verzekeringsmaatschappijen, banken, reisbureaus en pretparken.

In de Verenigde Staten en Nederland werken veel mensen in de tertiaire sector. Dat komt omdat de meeste mensen niet meer zelf hun eigen eten hoeven te verbouwen. De boeren die er zijn, zijn zo grootschalig dat ze voor het grootste deel van de bevolking het voedsel kunnen produceren. Het voedsel dat niet door de eigen boeren geproduceerd kan worden, laat men overkomen uit andere landen waar wel veel meer mensen in de landbouw werken. De mensen die in de tertiaire sector werken verdienen door het verlenen van diensten geld om hun eten te kopen.
In de Verenigde Staten en Nederland werken ten opzichte van de rest van de wereld veel mensen in de diensten. Dat komt omdat het heel welvarende landen zijn.

7. Hoeveel procent is werkzaam in de quartaire sector?

Mensen die in de quartaire sector werken, werken in bedrijven die doormiddel van diensten geen winst nastreven (niet-commerciële dienstverlening).
Voorbeelden van bedrijven in de quartaire sector zijn: 
- scholen 
- gezondheidszorg 
- maatschappelijk werk

8. Welke verschuivingen in de sectoren zie je de afgelopen jaren?

In onderstaande grafieken en tabellen is de verschuiving (in procenten) van het aantal werkenden in de beroepsbevolking weergegeven voor de verschillende sectoren voor de rijke (Nederland en de VS) en arme (Brazilië en Rusland) landen. De vergelijking is gemaakt over de periode 1970 – 2000 voor: 
- De primaire sector 

- De secundaire sector 
- De tertiaire sector

Primaire Sector

Primaire sector
1970 1980 1990 2000
Rusland 24% 22% 17% 20%
Brazilië 49% 36% 30% 25%
Nederland 7% 6% 5% 2%
VS 7% 5% 4% 3%

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat het aandeel in de arme landen aanzienlijk hoger ligt (ongeveer een factor 10) dan in de rijke landen. De trend in het algemeen is wel dat er over de loop der jaren heen in alle gevallen een daling optreedt.

Secundaire Sector

Secundaire sector
1970 1980 1990 2000
Rusland 40% 34% 37% 46%
Brazilië 15% 22% 25% 28%
Nederland 38% 31% 25% 23%
VS 30% 29% 26% 25%


Anders dan bij de primaire sector zijn de verschillen bij de secundaire sector veel minder groot. Wel is er bij de arme landen een omgekeerde trend waarneembaar (een stijging) dan bij de rijke landen, waar een daling optreedt. Het effect hiervan is dat, als deze trends zich voortzetten, het aandeel in de secundaire sector bij de arme landen duidelijk hoger wordt dan bij de rijke landen.

Tertiaire Sector

Tertiaire sector
1970 1980 1990 2000
Rusland 36% 44% 46% 34%
Brazilië 36% 42% 45% 47%
Nederland 55% 63% 70% 75%
VS 63% 66% 70% 72% 

Het beeld dat duidelijk uit de grafiek naar voren komt is dat de arme en rijke landen in deze sector het meest op elkaar lijken. De trend is in het algemeen stijgend. Hoewel het aandeel wel verschilt (hoger bij de rijke landen) is er toch geen sprake van factoren verschil.

9. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkloos?

Om uit te rekenen hoeveel procent van de beroepsbevolking werkloos is, hebben we gekeken hoeveel inwoners er in Brazilië, Rusland, Nederland en de Verenigde Staten wonen. Toen hebben we gekeken hoeveel procent er bij de beroepsbevolking hoorde, en deze getallen van de 100 procent afgetrokken. De overige procenten zijn dus werkloos.

In Nederland zijn er de meeste werklozen, terwijl je juist zou verwachten dat Rusland of Brazilië dat zou hebben. Ik denk dat dat komt omdat in Nederland vrijwel alles geregistreerd is en in Brazilië en Rusland veel minder. Daardoor lijkt het met de getallen erbij of daar alle mensen bijna werken, maar dat is niet zo.

In de VS is de werkloosheid best groot in vergelijking met de andere jaren.
Stukje uit een krantenbericht: (zie bronvermelding)

“…… Het Amerikaanse ministerie van Arbeid liet weten dat het aantal arbeidsplaatsen, exclusief de landbouw, in maart is toegenomen met slechts 46.000. Dat was het slechtste resultaat sinds januari 1996, toen de werkgelegenheid met 48.000 verminderde als gevolg van sneeuwstormen.
Economen hadden voor maart een groei van het aantal banen verwacht met 170.000 à 200.000. Dat het aantal veel lager uitviel, kan erop duiden dat de economische groei in de VS vaart begint te verliezen.
In de bouw gingen vorig maand 47.000 banen verloren door koud weer. De werkgelegenheid in de industrie nam af met 35.000 banen. De sector dienstverlening liet een groei zien met 135.000.
Het ministerie heeft de stijging van het aantal banen in februari gecorrigeerd van 275.000 tot 297.000. De loonontwikkeling in de VS blijft ondanks de krapte op de arbeidsmarkt gematigd. Het gemiddelde uurloon steeg vorig maand met 0,2 procent tot 13,09 dollar en kwam daarmee 3,6 procent boven het niveau van maart 1998.” …..

Van het aantal mensen in de landen hebben we steeds het aantal procenten genomen van de beroepsbevolking dat werkloos is. Daar kwamen deze getallen uit:

10. Hoeveel is het BNP?

BNP is de afkorting van Bruto Nationaal Product. Dat is de som van de goederen en diensten die door een nationale gemeenschap voortgebracht zijn gedurende een heel jaar en waar de afschrijving uit slijtage en veroudering vanaf is gehaald.

BNP per hoofd van de bevolking

In de welvarende landen zoals de Verenigde Staten en Nederland ligt het BNP heel hoog in verhouding tot de rest van de wereld.

Groei BNP 1985-1992


De groei van het BNP is in Nederland best hoog in verhouding tot de rest van de wereld. Als je het vergelijkt met de andere drie landen die we hebben gekozen, dan staat Nederland het hoogst. In Rusland en in Brazilië is er afname in de groei van het BNP.

11. Conclusie

HOOFDVRAAG: “Is er verschil tussen de arbeidsverdeling in een rijk en een arm land?”
Ja, in arme landen werken er meer mensen in de landbouw dan in de rijke landen. Daarentegen werken er in de rijke landen meer mensen in de secundaire, tertiaire en quartaire sector.. De industrie is in de landen die we gekozen hebben ongeveer hetzelfde, behalve in Rusland, daar is de industrie veel hoger.

Het Bruto Nationaal Product naar koopkracht per inwoner is in de rijke landen veel hoger dan in de arme landen. En in de arme landen die we gekozen hadden, is er afname van het BNP en in de rijke landen toename.

12. Bronvermelding


? Grote Bosatlas 51e editie
? Cd-rom Wereldwijs
? www.arbeidsvoorziening.nl
? www.cbs.nl
? www.compassion.nl
? www.gnomehome.nl
? Economieboek
? www.vindex.nl
? www.ilse.nl
? Het NRC Handelsblad, Economiekatern december 1999

REACTIES

M.

M.

hoi,
ff over jou werkstuk op scholieren.com, ik haal er een paar gegevens uit, maar bij "-Hoeveel procent van de bevolking hoort tot de beroepsbevolking?" hoort daar een grafiek of wat dan ook bij? er staat namelijk geen antwoord bij!!
en die heb ik wel nodig!
En nog ff een vraag, klopt alles wat erin staat wel voor de rest?
das niet lullig bedoelt verder, maar strax tik ik dingen over die niet kloppen!!

22 jaar geleden

N.

N.

dit werkstuk heb ik ook moeten maken, jammer dat ik er zoveel werk aan besteed heb want ik kon het eigenlijk gewoon zo uitprinten van jou xxx

22 jaar geleden

P.

P.

Hoi Monique,

Ik wil je ff bednakern dat je zo'n goed werkstuk op scholieren.com hebt gezet. Ik heb hier vele steun aan gehad. Maar sommige dingen snap ik niet, dat je tussen sommige stukken vele regels hebt overgelaten. Ik zou graag willen weten waarom dat is.

Alvast bedankt, en ik hoor ZSM van je weer te horen, ik moet mijn project namelijk al snel inleveren.

22 jaar geleden

M.

M.

ik vind het echt een super goed werkstuk, je hebt me heel erg geholpen, want ik ga m ook inleveren heel erg bedankt ik laat je het cijfer nog wel ff weten k???
doei doei maaike

22 jaar geleden

Y.

Y.

Hoi.

Ik ga jouw werkstuk van arbeidsverdeling in verschillende landen gebruike.
Je hebt het netjes gemaakt moet ik zeggen en het word voor mij een stuk handiger.
Hopenlijk trapt mijn leraar er in.


Groeten en bedankt van Yori.

22 jaar geleden

S.

S.

bedankt he voor het gebruiken van je stuk ik heb er veel aan gehad.

kisssssses samantha
:)

21 jaar geleden

A.

A.

Hartelijk bedankt voor de informatie. We hebben ons helemaal scheel gezocht naar deze informatie. Dat wat jij geschreven hebt, is het enigste daarover wat op internet staat. Heel erg hartelijk bedankt.
Groetjes Annelies, Marije, Cindy en Sonja

21 jaar geleden

M.

M.

wow, vet hele werkstuk dank u kben 3 uurbezig geweest met die info zoeken en nu heb ik hem.. dank jou dank jou.. wat voor cijfer had je ervoor?

20 jaar geleden

H.

H.

wat ben jij slecht in werkstukken maken, zeg!!!!!!

20 jaar geleden

E.

E.

leuk werkstuk groetjes esmi

19 jaar geleden

E.

E.

goeie!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.