Michael Schumacher

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2871 woorden
  • 17 februari 2002
  • 208 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
208 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
3.0 – Inleiding

Michael Schumacher is volgens diverse Polls een coureur van het type niet lullen maar doen. Dat maakt hij al tijden waar soms op een goede manier, soms op een slechte manier. Maar meestal is het toch op de slechte manier. Zo vaak duwde hij iemand van de baan voor punten of zelfs voor de titel. In 1997 werd hij slachtoffer van zijn eigen trukje. Toen hij Villeneuve er af probeerde te duwen kwam hij zelf in de grintbak (de speeltuin van Jos Verstappen) terecht en kon hij het vergeten. Naast het record van meeste Pole Positions, overwinningen en punten heeft hij ook het record in handen van meest agressieve coureur. Vaak werd hij uit de race gehaald en vaak kreeg hij stop and go penalties.

Maar ondanks alles blijft hij een goede coureur.
4.0 – Michael Schumacher

Schumacher werd geboren op 3 Januari 1969 in Hurth (vlakbij Cologne in west Duitsland). Schumacher is getrouwd met Corinna en heeft twee kinderen Gina-Marie en Mick. Ook heeft hij een broer Ralf Schumacher hij rijdt bij het team van Williams BMW.

Michael Schumacher begint op zijn vierde met karten. In 1984 en '85 is hij Duits juniorenkampioen en dat laatste jaar eindigt hij bovendien als tweede in het wereldkampioenschap.
In 1986 stapt hij over naar de senioren en wordt hij derde in het Duitse en Europese kampioenschap. Het jaar erna wint hij beide titels. Ook wordt hij kampioen in de Formule König in 1988. Datzelfde jaar leveren zijn optredens in het Europees kampioenschap Formule Ford 1600 een tweede plaats in de eindstand op.
Willi Weber biedt hem in 1989 een plaats aan in diens Formule 3-team. Schumacher eindigt het kampioenschap als derde. Het jaar erop haalt hij de Duitse titel binnen en schrijft hij de belangrijke Formule 3-race in Macau op zijn naam. Schumacher eindigt in 1990 ook nog eens als vijfde in het wereldkampioenschap sportwagens, waarbij hij één race wint. In 1991 rijdt hij opnieuw in het wereldkampioenschap sportwagens en in de DTM. Ook maakt Schumacher een kort uitstapje in de Japanse Formule 3000.
Maar zijn belangrijkste wapenfeit dat jaar is Schumachers debuut in de Formule 1. In een Jordan zet hij op Spa-Francorchamps de zevende tijd neer, maar in de wedstrijd komt hij door pech niet verder dan de tweede bocht. Vanaf Monza zit Schumacher in een Benetton. In 1992 in Mexico beklimt hij voor de eerste keer het podium en in België boekt hij zijn eerste overwinning.
In 1993 blijft het opnieuw bij één overwinning, in Portugal. Het jaar erna echter scoort hij er acht. Ondanks diskwalificaties en uitsluitingen wordt hij wereldkampioen, al moet hij er Hill voor van de baan rijden. In 1995 stelt Schumacher met negen zeges zijn tweede titel veilig, waarna hij besluit om voor Ferrari te gaan rijden. 1996 wordt een moeilijk jaar, waarin hij toch nog drie overwinningen bij elkaar rijdt.
In 1997 is de Ferrari een stuk betrouwbaarder en dingt hij tot de laatste race mee om de titel. De Duitster laat het weer op een crash aankomen, maar dit keer is hij de enige die hierdoor de strijd moet staken. Rivaal Villeneuve gaat er met het kampioenschap vandoor. De FIA straft Schumacher door zijn tweede plaats in het WK af te nemen, maar zijn vijf overwinningen blijven staan.Tijdens het seizoen 1998 is het aan het grote talent van Schumacher te danken dat Hakkinen in zijn onoverwinnelijke McLaren toch nog met moeite de titel verovert. Pas in de laatste race geeft de Duitser zich gewonnen. Nu hoopt Schumacher dan eindelijk in 1999 zijn belofte aan Ferrari in te lossen: het veroveren van de wereldtitel.
Het jaar 1999 gaat voor Michael Schumacher echter de mist in. Daar kan hij zelf niets aan doen. De Duitser zit midden in de titelrace als hij bij de Grand Prix van Engeland zwaar crasht. De achterremmen van zijn Ferrari laten afweten en Schumacher schiet met hoge snelheid in een bandenstapel. Een dubbele beenbreuk houdt hem tot de voorlaatste race van het seizoen aan de kant. Bij zijn terugkeer in Maleisië blijkt Schumacher beter dan ooit. Maar liefst tweemaal staat hij de leiding af aan zijn teamgenoot Irvine, omdat de Noord-Ier nog strijdt om het kampioenschap. Maar in de slotrace in Japan komen zowel Schumacher als Irvine tekort op Mika Hakkinen, die wereldkampioen wordt. Voor Ferrari is er toch iets te vieren: het team wint zijn eerste constructeurstitel sinds 1983.
Pas in 2000 is ook de wereldtitel voor coureurs een feit. Schumacher evenaart het record van negen overwinningen in één seizoen, dat op naam staat van Nigel Mansell (1992) en hemzelf (1995). Een glansrijke campagne dus, maar bepaald niet zonder tegenslagen. Schumacher wint de eerste drie races van het jaar, maar verliest door pech en fouten zienderogen terrein halverwege het seizoen. Korte tijd moet hij de leiding in het kampioenschap uit handen geven aan rivaal Mika Hakkinen, maar met vier zeges in de slotfase van het seizoen wordt hij toch nog afgetekend winnaar.
Eindelijk was het dan zover. Michael Schumacher bezorgde Ferrari na 21 jaar de wereldtitel. Voor de Duitser was het zijn derde, na eerdere titels met Benetton in 1994 en 1995. Schumacher schoot in het seizoen 2000 uit de startblokken en won de eerste drie races. Een mazzeltje voor hem was dat zijn grootste concurrent, Mika Hakkinen, uit vorm was. De meeste tegenstand kwam in deze fase van het seizoen van David Coulthard. Schumachers voorsprong nam halverwege het seizoen echter snel af, mede doordat Hakkinen zijn vorm hervond, maar vooral ook doordat Schumacher tijdens de Grands Prix van Oostenrijk en Duitsland al in de eerste bocht werd uitgeschakeld. De Duitser ging daarbij zelf niet vrijuit. Regelmatig zwalkte hij over de baan in een poging de beter startende McLarens achter zich te houden. Het was vooral Coulthard die felle kritiek uitte op dit trucje van Schumacher.
Met de tifosi, de Italiaanse fans, als getuige, kwam de kentering in het voordeel van Schumacher. Zijn overwinning in Monza kwam precies op het goede moment, toen het seizoen in de beslissende fase belandde en de spanning tot een hoogtepunt was gestegen. De druk op de Duitser was enorm en de opluchting na de finishvlag zo groot, dat Schumacher voor het oog van de wereld in tranen uitbarstte. Nadat Schumacher vervolgens ook nog de Grand Prix van de Verenigde Staten had gewonnen, terwijl Hakkinen uitviel, was de titelstrijd een gelopen race. Met een comfortabele voorsprong ging Schumacher de Grand Prix van Japan in, waar hij met alweer een zege het wereldkampioenschap definitief besliste. Cruciaal op het circuit van Suzuka was andermaal de voortreffelijke pitstopstrategie van Ferrari. Op het moment dat raceleider Mika Hakinnen de pitstraat in reed, bleef Schumacher op de baan om met een minimum aan benzine een aantal zeer snelle ronden te rijden. Nadat de Duitser naar binnen was geweest voor banden en brandstof, kwam hij voor de Fin terug op de baan. Met twaalf punten meer dan Hakkinen was de wereldtitel op dat moment een feit. Met zijn negende overwinning van het seizoen tijdens de laatste Grand Prix van het jaar in Maleisië bezorgde Schumacher zijn team ook nog de constructeurstitel.
Na het winnen van de wereldtitel gaf Michael Schumacher aan het erg naar zijn zin te hebben bij Ferrari. Daarmee ontzenuwde de Duitser geruchten over een toekomst elders, met name bij McLaren. Schumacher is ervan overtuigd dat de gouden jaren van Ferrari nu zijn aangebroken en hij wil oogsten wat hij sinds 1996 bij het team gezaaid heeft.
5.0 – Het team Ferrari
5.1 – Het jaar 2000 voor Ferrari

Maar liefst 21 jaar heeft Ferrari moeten wachten om weer een wereldkampioen binnen haar gelederen te hebben. In 2000 was het dan zover. Michael Schumacher beloonde het geduld en de vele geïnvesteerde miljoenen guldens door in dit jaar wereldkampioen te worden. De Duitser presteerde zeer goed in de rode bolide. Hij startte negen keer van pole position, en won negen grands prix. Met zijn overwinning in Maleisië, de laatste race van het jaar, bezorgde de Duitser Ferrari ook de constructeurtitel.
De problemen die het team 1999 nog wel eens had tijdens pitstops, bleven dit jaar uit. Het uitgekiende denkwerk van Ross Brown tijdens de races wierp zijn vruchten af. zoals bijvoorbeeld tijdens de race in Japan. Raceleider Mika Hakkinen ging de pits in voor nieuwe banden en brandstof, terwijl Michael Schumacher een aantal zeer snelle ronden reed. Na de pits stop van Duitser kwam hij voor de Fin weer de baan op.
Ferrari pakte in 2000 tien overwinningen. Negen voor Schumacher, en één voor Rubens Barrichello. Het hoogste aantal zeges dat Ferrari in één seizoen wist te behalen, stond tot dan op een 'schamele' aantal van zeven. Daarvoor moeten we terug naar de begintijd van het wereldkampioenschap: 1952 en 1953. Na de laatste Grand Prix op het circuit van Sepang kleurde het circuit rood. Alle medewerkers van Ferrari zetten een rode pruik op en feestvarken Schumacher toonde zich een ware gangmaker.
Ferrari is er alles aan gelegen om de goede vorm vast te houden en dit seizoen opnieuw beide titels te pakken. Het team kocht de software engineer Anton Sitpinovic weg bij zijn grootste concurrent: McLaren. Deze Zuid-Afrikaan was mede verantwoordelijk voor software achter de snelle starts van Mika Hakkinen afgelopen seizoen.
Ondanks het feit dat beide coureurs van Ferrari zeggen dat er geen stalorders zijn, gaat Schumacher op jacht naar zijn vierde wereldtitel en moet Rubens Barrichello hem helpen. De Braziliaan mag hier en daar een Grand Prix winnen en mikt op de tweede plaats in het kampioenschap, op eerbiedige afstand van zijn kopman.

Ferrari`s Historie
(De hele historie is in beeld aanwezig in de map van Ferrari)
--1950-1955--
Bij de eerste na-oorlogse Grand Prix in Engeland rijden er nog geen Ferrari's mee. Hierna zal het team een belangrijke rol gaan spelen in de Formule 1. Op 14 juli 1951 behaalt Froilán González op Silverstone de eerste overwinning voor Ferrari. Na deze zege volgen er al snel meer. In 1952 wint Alberto Ascari zes Grand Prix' achter elkaar en wordt gekroond tot de eerste wereld- kampioen in een Ferrari. Een jaar later is hij opnieuw de beste coureur en wint hij vijf races. Hierna neemt de overmacht van de Italiaanse renstal tijdelijk af.
--1956-1960--
In 1956 gaat Ferrari een samenwerking aan met Lancia. Het blijkt een gouden combinatie, want Juan Manuel Fangio wordt onmiddellijk wereldkampioen. Omdat Fangio niet goed met Enzo Ferrari kan opschieten, vertrekt hij na één seizoen. Ferrari beleeft een rampjaar en behaalt geen enkele zege. In 1958 wordt alles weer goed gemaakt. Met slechts één overwinning, maar met vijf tweede plaatsen wordt Mike Hawthorn zeer verrassend de derde wereldkampioen voor Ferrari. In de volgende twee jaren zijn er nog wat kleine successen te vieren, maar geen kampioenschappen meer.
--1961-1965--
In 1961 behaalt Ferrari voor de eerste keer de constructeurstitel. De titel bij de coureurs lijkt naar de Ferrari-coureur Wolfgang von Trips te gaan. In Monza verongelukt hij echter dodelijk en zijn teamgenoot Phil Hill wordt wereldkampioen. Maar net zoals eerder het geval was: na een kampioenschap volgt een slecht seizoen. Een tweede plaats voor Hill in Monaco is het beste resultaat. In '63 behaalt ex- motorcoureur John Surtees de enige zege voor Ferrari. Een jaar later wordt hij met een punt voorsprong op Graham Hill wereldkampioen. Ferrari pakt voor de tweede keer de constructeurstitel.
--1966-1970--
Het enige hoogtepunt in 1966 is de dubbele Ferrari- overwinning bij de Grand Prix van Italië, waar Luigi Scarfiotti en Mike Parkes als eerste en tweede eindigen. De magere jaren volgen. In '67 behaalt Chris Amon enkele derde plaatsen en een jaar later wint alleen Jacky Ickx in de zeker niet langzame Ferrari 312. Het dieptepunt volgt in 1969, waarin de renstal slechts zeven punten scoort. De revival komt in 1970. Met een nieuw wagen wint Jacky Ickx drie Grand Prix' en wordt hij vice-wereldkampioen. Zijn teamgenoot Clay Regazzoni wordt uiteindelijk derde en wint in Italië.
--1971-1975--
Begin jaren zeventig is Ferrari niet bijster succesvol. Incidenteel wordt er nog wel eens gewonnen (voornamelijk door Jacky Ickx), maar vooral in 1973 beleven de Italianen een rampzalig seizoen. Slechts twaalf punten worden behaald. De toekomst ziet er slecht uit, totdat de Oostenrijker Niki Lauda wordt gecontracteerd. In zijn eerste seizoen voor Ferrari wint hij meteen twee races. In 1975 wordt hij met overmacht wereldkampioen. Hij wint vijf races en daarom wordt ook Ferrari weer eens eerste in de strijd om de constructeurstitel.
--1976-1980--
In 1976 begint Lauda opnieuw oppermachtig. Met vijf zeges lijkt hij onbedreigd op de titel af te gaan, totdat hij op de Nürburgring een zwaar ongeluk krijgt. Hoewel hij wonderbaarlijk snel herstelt wordt James Hunt wereldkampioen. Ferrari wint wel de constructeurstitel. Een jaar hierna neemt de Oostenrijker revanche en wordt hij voor de tweede maal wereldkampioen. Toch vertrekt hij hierna. In 1978 zijn er wel overwinningen van de nieuwelingen Carlos Reutemann en Gilles Villeneuve maar wordt er geen titel behaald. Reutemann vertrekt ook en wordt vervangen door Jody Scheckter. Die wordt in 1979 wereldkampioen met vlak achter hem zijn teamgenoot Villeneuve. Jody Scheckter is voorlopig de laatste wereldkampioen in een Ferrari! Na de dubbele titel van 1979 gaat het goed mis. In '80 behaalt het team slechts acht punten. Gedesillusioneerd stopt Scheckter met racen.
--1981-1985--
In 1981 komt Ferrari voor het eerst aan de start met turbomotoren. Gilles Villeneuve wint de Grand Prix' van Monaco en Spanje, maar verder worden er weinig punten behaald. Een jaar later verongelukt de Canadees op Zolder. Zijn teamgenoot Didier Pironi lijkt wereldkampioen te worden, maar hij krijgt een zwaar ongeval op Hockenheim. Ferrari wint wel de constructeurstitel. In '83 wordt deze titel ook nog behaald dankzij René Arnoux (drie zeges) en Patrick Tambay (één zege). De volgende twee jaren grijpt Michele Alboreto drie overwinningen voor Ferrari en wordt hij in 1985 vice-wereldkampioen achter Alain Prost.
--1986-1990--
1986 is voor Ferrari een jaar om snel te vergeten. Een tweede plaats voor Alboreto is het hoogst haalbare. De nieuwe coureur Gerhard Berger redt het seizoen in 1987 door de laatste twee Grand Prix' te winnen. Verder is de wagen niet erg betrouwbaar. In '88 is McLaren onverslaanbaar: alle races worden gewonnen, op één na. De Grand Prix van Italië wordt gewonnen door Gerhard Berger. Ferrari eindigt als tweede achter McLaren. Op 14 augustus 1988 overlijdt oprichter Enzo Ferrari op 90-jarige leeftijd. Nigel Mansell vervangt Alboreto en wint in 1989 twee races, Berger is de sterkste in Portugal. In 1990 heeft Ferrari het ijzersterke duo Alain Prost/Nigel Mansell. Desondanks worden er geen titels behaald. De Fransman wint vijf keer, maar Ayrton Senna is te sterk. Mansell wint één race.
--1991-1995--
Er volgen geen overwinningen in 1991. Prost eindigt teleurstellend vijfde, nieuwkomer Jean Alesi kan ook geen potten breken. Prost wordt ontslagen. 1992 is helemaal dramatisch. Alesi behaalt nog twee derde plaatsen, maar zijn teamgenoot Ivan Capelli haalt maar drie punten. In 1993 keert Berger terug bij Ferrari, maar ook hij kan het tij niet keren. Een tweede plaats voor Alesi in Italië is het beste resultaat. Een jaar later gaat het iets beter. Oud-coureur Lauda is inmiddels adviseur van het team geworden. Het helpt want Berger wint in Duitsland en eindigt als derde in de titelstrijd. Op 11 juni 1995 wint Jean Alesi eindelijk zijn eerste Grand Prix. Toch blijft de Ferrari iets boven de middenmoot en net onder de top.
--1996-1999--
In 1996 is er weer hoop als Ferrari Michael Schumacher contracteert. Er wordt begonnen aan een driejarenplan dat uiteindelijk de titel moet opleveren. Ondanks drie zeges is Schumacher in 1996 niet tevreden met zijn derde plaats. In 1997 strijdt hij om de titel, maar een manoeuvre om rivaal Villeneuve uit te schakelen kan niet verhinderen dat hij net naast de buit grijpt. In lijn met het driejarenplan moet de titel dan maar in 1998 veroverd worden. De F300 is een betrouwbare auto en de strategie van Ferrari geldt als de beste in de Formule 1, maar McLaren heeft gewoon de sterkste auto. Duidelijk is wel dat Ferrari terug is aan de top. Dat is vooral te zien aan de prestaties van tweede man Irvine: hij verdubbelt zijn puntentotaal ten opzichte van 1997. 1999 is een raar jaar voor Ferrari. Schumacher heeft een ongelukkig seizoen door een crash op Silverstone, die hem kansloos maakt voor de titel. Irvine neemt het kopmanschap over. Hij doet dit niet slecht en gaat zelfs als titelfavoriet de slotrace in Japan in. Helaas stelt hij op de drempel van de titel teleur. Het jaar eindigt voor Ferrari met een troostprijs: de constructeurstitel is een stap in de goede richting.
--2000--
In 2000 lijkt ook de rijderstitel er eindelijk van te komen als Michael Schumacher schijnbaar met speels gemak de eerste drie races van het jaar wint. Halverwege het seizoen is hij het slachtoffer van materiaalpech, race-incidenten en zijn eigen overijverigheid. Rivaal Hakkinen kruipt dichterbij en passeert hem zelfs op de ranglijst. Maar na een emotionele zege voor het Italiaanse publiek in Monza raakt Schumacher weer in de winning mood. Hij wint de laatste vier races van het jaar en haalt na 21 jaar de coureurstitel weer naar Maranello. Verder boekt Ferrari zijn tweede constructeurstitel op rij.
7.0 – Bron vermelding

Morpheus sharing software
www.racereport.nl
www.formule1.nl
www.valt-Schumacher.com
www.Michael-Schumacher.de
www.Schumacher-fanclub.de
www.ilse.nl
Ferrari disk info disk over Ferrari
Grand Prix 3 formule 1 game
Grand Prix 3 editor
Formule 1 het snelste blad van Nederland

REACTIES

M.

M.

is mooi

23 jaar geleden

H.

H.

hoy

mooi werkstuk man

21 jaar geleden

H.

H.

leuk werkstuk jo ik ben een groot fan van schumacher!!!

Harvey

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.