Tate modern

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 603 woorden
  • 20 juni 2002
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 5
39 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Tate modern is het nieuwe museum voor moderne kunst in Londen. Het museum is gevestigd in het voormalig Bankside elektriciteit centrale, midden in het centrum van Londen langs de thames en bij de millennium voetgangersbrug en de St, Paul’s Kathedraal. Er hangt kunst vanaf het jaar 1900 tot nu met werk van Dali, Picasso, Matisse, Rothko en Warhol. Er hangen ook werken van deze tijd van artiesten zoals Dorothy Cross, Gilbert & George en Susan Hiller. Het gebouw: algemeen De elektriciteit centrale is ontworpen door Sir Giles Gilbert Scott en is gebouwd in twee fases tussen 1947 en 1963. Sir Giles Gilbert Scott was tevens de ontwerper van de Battersea elektriciteit centrale, de Liverpool Angelican kathedraal, de bibliotheken van Oxford en Cambridge en de beroemde rode engelse telefooncellen. Het gebouw bestaat uit een stalen bouwwerk omhult door bakstenen (meer dan 4,2 miljoen). De schoorsteen is 99 meter hoog. De schoorsteen mocht niet hoger dan de koepel van de St. Paul’s kathedraal. 1980 modern Tate moet gaan uitbreiden omdat er snel te weinig plaats is. In 1981 werd de elektriciteitcentrale gesloten. Modern Tate koopt de centrale en houd een competitie wie het gebouw mag verbouwen als museum. Herzorg & de Meuron winnen. Herzorg & de Meuron willen het gebouw zo origineel mogelijk houden, maar het moet wel een gebouw worden om kunst in te hangen. De opmerkelijkste verandering is het twee verdieping hoge glazen gebouw (the Lightbeam).
Het gebouw: de verbouwing In 1995 worden alle machines verwijderd door de voormalige eigenaar, er blijft alleen een bakstenen gebouw over met een stalen skelet.. Van het gebouw moet een 1e klas moderne kunst museum van worden gemaakt, in 1996-1997 begint de verbouwing. Bij de verbouwing wordt het Construction Management Methode gebruikt, bij deze methode is er een hoofdaannemer en zijn onderaannemers. Deze methode wordt nu wereldwijd gebruikt bij projecten met grote gebouwen. Bij de verbouwing worden allereerst de daken verwijderd, daarna gaan ze het gebouw zandspuiten en het staalwerk opnieuw verven. Eind 1996 beginnen Herzorg & de Meuron, aan de nieuwe verdiepingen voor het museum. Er wordt een stalen frame geïnstalleerd in het voormalig boiler huis, het stalen framewerk bevat 7 verdiepingen, er wordt een nieuw gebouw gevormd met de muren van het oude gebouw. Daarna wordt het ‘lichaam’ van het boiler huis verwijderd. In mei 1998 wordt het stalen frame voor ‘the Lightbeam’ (glazen gebouw) gemaakt. In 1999 worden de trappen, de roltrappen en het licht geïnstalleerd. De basis van het gebouw is af. Eind 1999 zijn de meeste verdiepingen af en vestigt het personeel zich in de kantoren die zich bevinden aan de oostkant van het museum. In januari 2000 wordt de Modern Tate collectie ondergebracht in het gebouw. Op 12 mei 2000 wordt het museum geopend. Architecten Herzorg de Meuron De architecten van de verbouwing zijn Jaques Herzorg & pierre de Meuron, ze zijn alle twee geboren in Basel, Zwitserland in 1950. Ze studeerde architectuur onder Aldo Rossi en Dolg schnelbi. Herzorg en Meuron richten in 1978 de Herzorg & de Meuron architecture studio op in Basel. De studio heeft veel prijzen gewonnen, waaronder de Max Beckmann award in 1996 en de Shock prijs in 1999. Beroemde gebouwen van hun zijn: Goetz Gallery, Munchen (1991-1992) Ricola Europe Factroy building (1993) Het Schuzenmattstrase appartementengebouw, Basel (1993) In 1997 waren zij 1 van de 3 architecten voor de uitbreiding van het museum van moderne kunst in New York. In december 1997 waren zij de architecten van de heropbouwing van de Laban Centre Londen, Deptford (zuidoost Londen). Collectie De kunsthallen in modern Tate zijn verdeeld in verschillende thema’s
Contre compositie, Theo van Doesburg (1925) - history / memory / society
Self-Portrait, C. Schad (1927) - nude / body / action
Vrigin Shroud, Dorothy Cross (1993) - still life / object / real life
Pelagos, dame Barbara Hepworth (1946) - landscape / matter / environment

REACTIES

F.

F.

NICE ik heb gwn gedaan KOPIE EN PLAK!!!
een 9!!!!!

Thanks

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.