Welke verbanden zijn er tussen het onderwerp massacultuur en reproduceerbaarheid?
Massacultuur kon eerst ontstaan toen de technische mogelijkheden ontstonden om cultuur (kunst) te reproduceren. (Reproduceerbaar=opnieuw herroepbaar). Vroeger kon een muziekstuk alleen beluisterd worden als de toehoorder zich in dezelfde ruimte bevond als de uitvoerder. Een kunstwerk kon alleen bekeken worden als je het kunstwerk zelf zag, in een museum bijv. Met de uitvinding van de grammofoonplaat, CD, televisie, kleuren(-film), realistische kleurendruk etc. werd de kunst naar het grote publiek gebracht. Doordat de kunst massacultuur werd veranderde ook de kunst zelf. Massacultuur is bedoeld voor de grote massa, om zoveel mogelijk mensen te bereiken en het doel van reproduceerbaarheid is om de grote massa verschillende vormen van kunst op elk moment te kunnen herroepen.
Popart kunstenaars maken ook gebruik van reproduceren, zij doen hun inspiratie op in de communicatiemedia, uit kranten, tijdschriften, daaruit nemen deze kunstenaars dan bijv. advertenties en strips. Goederen uit de supermarkt en huishoudelijke apparaten dienen voor hen als voorbeeld.
In de massacultuur gingen kunstenaars op zoek naar een nieuwe manier van kunst maken en kwamen hier tot de gewone dagelijkse dingen terecht, deze gingen ze hergebruiken (reproduceren) tot een kunstwerk. Dit deden ze op verschillende manieren en elke kunstenaar had zo wel zijn eigen manier. Popart-kunstenaars baseerden hun werk op het principe van de collage en de assemblage, dit was voor hun een manier om gebruik te maken van het overvloed beschikbare beelden uit de massamedia. Door de beelden in hun originele vorm te gebruiken of ze met de hand te kopiëren of te reproduceren als foto of zeefdruk, doordat ze die beelden in hun originele vorm lieten vestigden zij de aandacht op het feit dat bestaande motieven recycleden. Ze gebruikten hiervoor advertenties, stripverhalen, foto’s, billboards en kranten, op deze manier maakten zij toegankelijke kunst. Die kunst was een soort spiegel van de cultuur waaruit ze voortkwam.
Hergebruik
Kunstenaars openden tweedehands winkels en restylede elkaars werk. Marcel Duchamp en Andy Warhol waren de meesters in het recyclen. Duchamp pakte een gewoon dagelijks voorwerp en veranderde dat in een kunstwerk dat daarna in een museum zou kunnen staan. Warhol gebruikte ook de manier van kunst maken die Duchamp had alleen legde Warhol meer de nadruk op de reproductie dan op het origineel. De kopieën van Marilyn Monroe en blikken Cambellsoep, gewone beelden uit de zogenaamde “low culture”, werden door Warholl getransformeerd tot een icoon.
Wat was het gevolg van het machinaal kunnen reproduceren voor de verschillende kunstvormen beeldende kunst, dans, muziek en drama.
Andy Warholl werd de grootste propagandist aller tijden. Hij schildert bankbiljetten, zijn favoriete filmsterren en zijn favoriete frisdrank. Andy Warholl wilde een machine zijn, hij deed met losjes met verf ingekleurde zeefdrukken vermenigvuldigde hij advertenties uit kranten en foto’s uit tijdschriften aan de lopende band. Het gebaar is van het grootste belang in de nieuwe kunst. Niet het fysiek dramatische gebaar van het expressionisme of het ironische gebaar van Duchamp, maar een gebaar dat dom en intellectueel complex is. WarHols films en kunst hadden geen betekenis of bijna geen. WarHoll maakte in 1964 zijn “Stable gallery”, die bestond uit stapels houten kisten die waren nagemaakt waren door een stapel dozen in een supermarkt met verschillende zeefdruk op de zijkanten(Brillo, Heinz, Del Monte, Cambells) was het meest belangrijk.
De meeste mensen vonden het geen kunst omdat het door machines gemaakt kon worden en dus iedereen daartoe in staat was dat te doen. Maar het was toch kunst, want je moest wel op het idee komen om een stapel dozen neer te zetten. Er was dus veel kritiek op deze nieuwe manier van kunst.
Wel had het reproduceren van verschillende kunstvormen zo zijn voordelen, zo was het mogelijk om muziek vanaf een grammofoon te beluisteren, het was dus niet langer nodig als je muziek wilde luisteren om naar een opera te gaan, nu kon je gewoon een plaat op de grammofoon doen en kon je naar je eigen favoriete muziek luisteren, de muziek was dus opnieuw oproepbaar geworden alle tijden. In onze tijd is er weer een nieuwe vorm bijgekomen, namelijk de videoclip, die kan je ook zien manier je die wilt zien. Ook bij dans was het geval dat het opnieuw oproepbaar was geworden, zo werden er danslessen gegeven die je kon volgen als je dat wilde. Bij beeldende kunst werden bekende schilderijen bijv. nagemaakt en als poster verkocht, of verkleind op een ansichtkaart, je kon dus alle tijden naar dat plaatje kijken als je dat wilde, dat was nu mogelijk geworden, je hoefde dus niet meer naar het origineel. Drama zie je bij de verschillende soaps die op de televisies worden vertoond, maar ook zie je drama weer terug in verscheidene films die je ook weer elk moment van de dag kan afspelen. Men is dus niet meer afhankelijk van het origineel, men kan nu gewoon een kopie van het origineel gebruiken.
REACTIES
1 seconde geleden