Ipressionisme

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 4553 woorden
  • 8 januari 2005
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 6
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1.1 Inleiding

Woordenboek: Impressionisme, o., richting in de kunst(van ca.1870-1900)waarbij het onderwerp verbeeld wordt door getrouw de persoonlijke, onmiddellijke, zintuiglijke indruk weer te geven, en niet alle objectief waarneembare onderdelen.
Zo wordt het woord impressionisme verduidelijkt in mijn dikke Van Daele. Of je daardoor weet wat het impressionisme inhoud? Ik denk het niet. Daarom zal ik proberen een beeld te schetsen over deze korte, maar krachtige periode.
Het impressionisme was de reactie van een groepje jonge schilders die tegen de schilderkunst van die tijd waren. Zij wilden hetgeen ze zagen direct weergeven, zonder veranderingen of toevoeging van literaire elementen Ze trachtten de natuur voor te stellen zoals die zich aan hen voor doet: een spel van kleuren en licht. Ze werkten steeds me lichtwerking en atmosfeer. Meer specifiek het wisselende zonlicht, weerspiegeling en terugkaatsing. Een mooi voorbeeld van wisselend zonlicht zijn de 3 werken van Claude Monet: de kathedraal van Rouen in de ochtend, middag en avond(fig2). Voorbeeld van de weerspiegeling en de terugkaatsing is het werk Overstroming in Port-Marlyvan Alfred Sisley(fig3).Ook de schaduwwerking werd veranderd: in plaats van de schaduw in het zwart te kleuren, werd deze in kleuren aangebracht. Om al deze elementen mooi mogelijk weer te geven Schilderde men in open lucht(dit wordt plein air genoemd) Deze kenmerken, samen met hun voorkeur voor alledaagse, niet-geïdealiseerde onderwerpen, waren de voornaamste redenen voor de afwijzing van hun opvattingen door de officiële kunstwereld (De Salon)

Uit het werk van de impressionisten is ook al onze hedendaagse kunst voortgevloeid.
De naam impressionisme komt van het schilderij Impressie, zonsopgang van Claude Monet(fig1). Deze naam werd bedacht door een journalist, Leroy genaamd. Deze naam was eigenlijk spottend bedoeld. De naam verspreide zich als een lopend vuurtje en werd uiteindelijk overgenomen door de schilders zelf.

1.2 Ontstaan

Voor de tijd van de impressionisten was de kunst totaal anders. Men schilderde alles af zoals het zich voortdeed. Men schilderde alles af. Dit kun je niet echt kunst noemen, eerder kunde. Men tekende zo perfect dat ze niet meer beter konden en ze dus een plafont bereikten.
Maar in het jaar 1820 kwam er iets nieuws op de markt: Het fototoestel. Daardoor verloren de schilders een belangrijk deel van hun inkomsten nl. het portretschilderen. Dus moesten de schilders iets nieuws proberen. En op dit moment begint het impressionisme. Deze stijl gaat verder dan het echt nateken van de werkelijkheid, ze schilderen hun indruk van de werkelijkheid.
Deze wijziging is de belangrijkste wijziging in de gehele schilderkunst. Ook onze hedendaagse kunst is van het impressionisme afgeleid.

1.3 De impressionisten

1.3.1 Claude Monet(1840-1926)

A. Zijn leven
Monet is de centrale figuur van het impressionisme. Hij is ook de grootste vertegenwoordiger van het impressionisme. Heel zijn leven zal hij zich aan dezelfde stijl die hij van jongsaf aan gebruikte vasthouden. Hij begon reeds te tekenen op zijn 15 jaar. Hij tekende en verkocht karikaturen voor 20 francs. Hij legde ze in een etalage van de winkel van zijn 1e grote leermeester Boudin. Uit de schetsboeken van Boudin kan me afleiden hoe hij de kleine Monet les gaf. Boudin zij dat je nooit van je “eerste indruk” mocht afwijken want “alles wat ter plaatse geschilderd is, heeft een kracht en een levendigheid die men in het atelier nooit kan bereiken”. Eerst was Monet wat wantrouwig en zelfs tegen het werk van Boudin, totdat hij ging buiten schilderen in de buurt van Le Havre. Dit was een echte verandering voor hem, een openbaring. Monet zei:”Het leek alsof me een sluier van de ogen viel en eindelijk begreep ik wat schilderen betekend…”.
Hij werkte enkele maanden in de Académie Suisse. Daar ontmoette hij Pissaro.

In 1860 wordt hij in militaire dienst treden. Hij wordt naar Algerije gestuurd.
In de zomer van 1862 komt hij terug na Frankrijk om gezondheidsredenen waar hij Jongkind leert kennen, die ook in Le Havre schildert.
In november 1862 verhuist hij naar Parijs om dichter bij het kunstgebeuren te zijn. Hij schrijft zich in bij een atelier, maar het schenkt hem geen voldoening. In Parijs leert hij wel zijn toekomstige strijdgenoten kennen zoals bijvoorbeeld Renoir, Sisley en Bazille. Samen trekken ze de bossen in van Fontainebleau om buiten te gaan schilderen. In deze periode is de invloed van Coubert, aan wie Monet vaak zijn werken voorlegt, duidelijk voelbaar.
In 1868 ontdekt Monet een nieuw thema, nl. de Seine-oevers in de omgeving van Parijs. Ook vond hij rond dezelfde tijd uit hoe hij zijn visie op de natuur precies kon uitdrukken. Door deze combinatie wordt hij bevangen door een indrukwekkende werklust. Door het weerkaatsende licht structureerde hij zijn doeken met een nieuwe stijl die niet te achterhalen is. William Seitz schreef dat door het veranderen van het wateroppervlak, bijvoorbeeld een boot die voorbijgaat of de wind die verandert, het oorspronkelijke motief totaal kan verdwijnen en hij zo een nieuw stuk kan krijgen. Dus de Monet moest zelf kiezen welk motief hij wilde volgen. Aan de Seine heeft Monet zich dus verder verfijnd als schilder.
Deze wijziging in schilderen is tot stand gekomen toen Monet en Renoir ontdekten dat een voorwerp niet alleen zijn eigen kleur had, maar ook die van de omringende voorwerpen. In slechts enkele jaren hadden Monet en Renoir dus alle technieken van het impressionisme uitgewerkt. Deze tijd van Monet zijn leven was het moeilijkste want hij had totaal geen geld en kreeg al zijn materiaal van Renoir. Dit is echter niet te merken in zijn werken. Integendeel, alles wordt zelfs helderder en lichter.
In 1869 vertrekt hij samen met Pissaro naar Londen. Daar ontdekte ze de werken van Constable en Turner, die beschouwd worden als de voorlopers van het impressionisme.
In zijn werken tussen 1871 en 1874 is er geen enkele structuur te herkennen. Hij schildert heel vrij en is reeds geperfectioneerd in zijn manier van schilderen.
In 1872 keert hij terug naar Parijs en laat zich in Argenteuil een atelier bouwen op het water. In ditzelfde jaar schildert hij ook zijn wereldberoemde werk Impressie(fig1).
In 1874 is er eindelijk de 1e manifestatie van het impressionisme onder leiding van nadar(een fotograaf). Hier doopt Leroy de naam impressionisme.
De werken die Monet tussen 1873 en 1876 in Argenteuil zijn de werken die het dicht de definitie van het impressionisme benaderen.
In 1875 schildert hij enkele indrukwekkende sneeuwlandschappen waarbij hij gebruik maakt van een uitgebreid gamma van witten en slechts hier en daar wat blauw.Een voorbeeld hiervan is het werk De Karren(fig. 4). Een jaar later vindt zich de 3e tentoonstelling voor het impressionisme plaats. De keuze van het onderwerp was zeer ongewoon nl. enorme stalen monsters (locomotieven). Monet zij van die “monsters” dat ze als ongeduldige vurige dieren waren. In 1879 sterft zijn vrouw camille.

Van 1880 tot 1890 vindt Monet een onuitputtelijke bron van inspiratie: de zee. Deze tijd is een tijd waarin Monet veel zal rijzen. De werken van deze periode zijn een beetje buiten het impressionisme gevallen hoewel ze een zeer grote dramatiek uitdrukken. Ook geven ze een zeer zuiver gevoel van de natuur weer. Ook in deze periode leert hij Gustave Geffroy kennen, de latere biograaf van Monet.
In de loop der jaren blijkt steeds duidelijker wat de ware schilderkunst is. De groep van de impressionisten, onder leiding van Monet, wordt steeds groter. In 1886 neemt hij deel aan een grote impressionistententoonstelling. En later dat jaar geeft hij samen met Rodin,de beste beeldhouwer van die tijd, een tentoonstelling: 145 schilderijen die een goed overzicht geven van zijn werk. Ook financieel gaat het hem voor de wind. Hij koopt een huis in Giverny en laat er een vijver aanleggen. Hij begon te experimenteren. Hij concentreerde zich op slecht 1 thema dat hij steeds herhaalt. Dit leidde tenslotte tot beroemde series: de populieren(1890-1891) , de hooibergen(1890-1893) en de kathedralen van Rouen(1893) (fig2). Hij schildert steeds opnieuw hetzelfde maar door het licht verandert het werk steeds weer.
Deze vorm van schilderen blijft hij voor de rest van zijn leven najagen en leidt tenslotte tot zijn wereldberoemde serie der waterlelies en vijvers waaraan Monet de rest van zijn leven heeft aan gewerkt, 27 jaar.
Gedurende de laatste 5 jaar van zijn leven blijft hij “verwarde landschappen in hallucinerende kleuren schilderen, waarvan de sfeer steeds wilder wordt; soms zijn ze helemaal rood of blauw, maar de opzet is prachtig”(Louis Gillet). Deze laatste werken zijn een apotheose van een genie die elke dwang heeft afgelegd. Ze getuigen van een onduidelijke visie waar soms wanhoop achter schuilt, alsof de vormenwereld zich aan de schilder zijn blik onttrekt.En waarbij de kleuren één grote chaos lijken.

B. Zijn werken
• Impressie,zonsopgang(impression, soleil levant)(fig1)
Het doek: Monet schreef aan een vriend:”Ik heb iets ingestuurd dat ik in Le Havre vanuit mijn kamer geschildert heb, zon in de mist en op de voorgrond een paar spitse scheepsmasten. Men vroeg me naar de titel. Gezicht op Le Havre kon echt niet en daarom zei ik: zet er maar onder “impression…””. Edmond Renoir , broer van, heeft er later “soleil levant” aan toegevoegd.
De kritiek: De criticus Leroy gaf de nieuwe stroming ongewild een nieuwe naam, door met de titel van dit werk te spotten:”Wat dit doek voorstelt? Impressie! Nou een indruk gaf het zeker! Ik houd mijzelf voor, ook omdat ik zeer onder de indruk ben, dat het doek toch ergens een indruk van moet geven… Een spotgoedkoop behangertje is nog beter afgewerkt dan dit schilderij…”
De compositie: Niet alleen de naam is speciaal, het werk is zeer strak en zou abstract zijn moesten de boten op de voorgrond er niet zijn en de in het water weerspiegelende zon niet de sfeer van een grote haven weergeven.

1.3.2 Eduard Manet(1832-1883)

A. Zijn Leven

Manet behoort tot de beste Franse schilders van de tweede helft van de 19e eeuw. Hoewel hij, naast Monet, één van de voortrekkers was van het impressionisme, behield hij steeds een eigen onafhankelijke stijl. Voor hem was het buitenschilderen, het schilderen in de open lucht niet het belangrijks, maar wel het individuele of het groepsportret. Hij hield in tegenstelling tot de andere impressionisten zich steviger vast aan de klassieke kunst. Hij gebruikte wel thema’s die men vroeger niet gebruikte. Van alee schilders in de 19e eeuw is hij ongetwijfeld degene over wie men de meesttegenstrijdige dingen heeft geschreven. Maar niet ten onrechte zag men in hem wel de stichter van de moderne kunst.Vermoedelijk heeft Manet nooit bewust de rol van revolutionaire aanvoerder willen spelen. Dus wanneer hij met zijn werk één van de meest beruchte schandelen op kunstgebied van de eeuw heeft veroorzaakt, was dat niet met opzet, maar omdat hij meer belang hechtte aan “waar zijn” (=realiteit), dan “mooi zijn”.deze uitzonderlijke positie die hij inneemt roept de vraag op: wat is de oorsprong van deze kunst en hoe werd deze kunst uitgevoerd? Manet werkte van 1850 tot 1856 in het atelier van Thomas Couture. Deze man was één de vooraanstaande kunstenaars van die tijd.In zijn jeugd droomde hij eran een combinatie David en Coubert te worden. Hij bezat een zodanig groot gevoel voor realiteit dat hij wel moest breken met de academische banden. Manet volgde dezelfde opleiding als alle andere studenten, en hoewel hij niet voldaan was over het onderwijs ,bezocht hij trouw het Louvre. Hij had vooral bewondering voor Tintoretto, Titiaan en Velasquez.
Na zijn opleiding ondernam heel vele rijzen door o.a. België, Nederland, Duitsland, Italië. En in Nederland kwam voor hem de openbaring, toen hij de Nederlandse schilder Frans Hals ontdekte. Nadat in 1862 zijn vader stierf werd hij financieel onafhankelijk en trok hij naar Spanje om er het werk van Goya te bestuderen. (Goya was een Spaanse schilder die leefde van 1746 tot 1828. Zijn werken zijn niet te begrijpen.)
Maar net zoals alle andere impressionisten kreeg zijn werk maar langzaam erkenning. Zo werd hij door het salon geweigert met zijn Absintdrinker. Maar 2 jaar later kreeg hij een eervolle vermelding voor zijn werk chanteur Espagnol. Het werk Muziek in de tuilerieën(fig5)(sorry voor de slechte kwaliteit) veroorzaakt veel opschudding toen het werd tentoongesteld in 1863. Zo zou er een bezoeker gedreigt hebben dat hij persoonlijk zou optreden als het doek niet onmiddellijk uit de zaal zou worden verbannen. Het onderwerp is echter een bekend gebeuren waarop duideljk enkele personen herkenbaar zijn, indien u een goeie afdruk hebt. Vermoedelijk waren de toeschouwers gechoqueerd door hezt feit dat Manet e details en afwerking had geofferd aan meer beweging en levendigheid in de menigte.
Maar met déjeuner sur l’herbe (fig6) breekt het schandaal pas goed los. In 1863 werd het doek door het salon geweigert en in hetzelfde jaar tentoongesteld op de beruchte salon des Refusés, georganiseerd door Napoleon. Daar toonde men het publiek welke schilders de Salon had geweigert. Het déjeuner sur l’herbe trok direct aandacht, temeer omdat de keizer het bij de opening een “incident” schilderij had genoemd. De kritiek sloot zich aan bij de Keizer en vond de compositie onbehoorlijk. Zelfs de meest tolerante kritieken waren ontdaan. De kritiek sloeg vooral op de techniek van Manet. Het was een “modernisme” dat geheel overeenkwam met de eigentijdse schildermanier waarmee Manet een klassiek geworden ondermerp meegaf. Een vriend van Manet heeft uitgelegt hoe Manet op dat idee voor het schilderij is gekomen. Ze waren aan het wandelen op de oevers en Manet zij opeens:”Het schijnt dat ik een naaktfiguur moet schilderen voor het Salon. Nou dat zal ik dan maar eens gaan doen. Toen ik eens op het atelier was heb ik eens de vrouwenfiguren van Giorgione gekopieerd met een paar muzici… Ik ben van plan hetzelfde onderwer te nemen, maar nu eens met transparante atmosfeer,met figuren zoals die daar.” Dat was zijn idee en hij liet zich inspireren op de compositie van Rafaël, het Oordeel van Parijs, waarop 3 naakte vrouwen precies dezelfde houding aannemen als op zijn schilderij. Het plagiaat valt niet te ontkennen en werpt goed licht op de apparte scheppingskunst van Manet.
Als kunstenaar streefde hij niet alleen naar eigentijdse realiteit maar ook naar de klassieke cultuur. Dit laatste is steeds een bron van inspiratie voor hem geweest. Dit respect voor antieke waarden vind men het meest terug in zijn mensfiguren in zijn werken voor 1874. Die hebben iets onbewogen, net als bij Velasquezen de meeste franse schilders in de 17e eeuw. Alleen hebben ze een nogal hoogmoedige uitdrukking ,soms verbaasd of uitdagend. +Manets visie was onvergelijkbaar en uniek; met zijn blik nam hij alles rustig op, terwijl hij enorm snel was in het uitvoeren en een grote, zeer uitgesproken kennis van zaken bezat.
De fluitenspeler (fig7) is geladen met een mysterie en werkt daarmee facinerend op de meest progressieve kunstkenner. De figuur neemt het volledige doek in beslag en contrasteerd zich tegen de neutrale achtergrond door de felle kleuren. Van de hand van een minder begaafde kunstenaar zou deze figuur beslist op een clown geleken, met de grote schoenen, de rode broek, de witte kousen. Maar door de geweldige techniek en het kunnen van Manet is het een echt meesterwerk. Elk schaduwspel wordt genegeerd, enkel op de omtrek concentreed Manet zichHij geeft hem een dynamische kracht, zodat de vorm zich volledig afsteekt van de grijze monochrome achtergrond. Een dergelijke werkwijze ging uiteraard zo in tegen de gangbare voorschriften dat weinig mensen et daarmee eens waren. Het verschil met de kunst van die tijd was een ware afgrond.
De crisis van de FLUITENSPELER had zich een jaar daarvoor ook al getoond, toen Manet besloot met zijn werk Olympia (fig 8) aan het salon van 1865 deel te nemen. Eigenlijk was het werk al af in ‘63 maar Manet voorzag de tumult dat het zou veroorzaken en had het tentoonstellen ervan dus wat uitgesteld. En inderdaad, het werd zo’n schandaal dat het werk de laatste dagen van de tentoonstelling hoger moest worden gehangen zodat woedende toeschouwers er niet zouden bijkomen. Men verweet Manet de verschrikkelijkste dingen die ons vandaag onbegrijpelijk voorkomen. Zo schreef Jules Claretie in het tijdschriftArtiste:”Er was eens een jonge man, die Manet heette. Op die goede dag hing hij tussen andere geweigerde schilderijen een doek tentoonstelde dat een naakte vrouw voorstelde die, omringd door slechtgekleede jongelingen met een soort Spaanse sombrero’s op zat te picknicken… zowel de naam van het schilderij zelf maakten zoveel ophef, dat Monsieur Manet misschien dacht dat hij een groot meester was? Ik zou het niet kunnen zeggen. Maar dit jaar komt hij alweer met zijn verschrikkelijke schilderijen , die meer lijken op een uitdaging aan het publiek , of misschien als parodie of bespottend bedoelt zijn? Eerder spotterij, denk ik. Wat betekent die vreemde odalisk met haar lelijke, gele buik? Zeker een model die hij uit de goot heeft gehaald en dat pretendeert Olympia voor te stellen? Olympia? Welke Olympia dan? Vermoedelijk een of andere hoer.Men kan Manet niet verwijten dat hij dolle meiden heeft geïdealiseerd, hij maakt er immers toch vieze meiden van.” Terwijl Paul de Saint-Victor in La Presse van 28 mei schrijft:” Het publiek stroomt toe als naar een lijkschouwing, om naar het halfverrotte lichaam van Olympia en die vreselijke Ecce Homo van Monsieur Monet te kijken.”
Door al die schandalen rond zijn werk werd Manet algauw door een groep jonge schilders –die later de grondleggers van het impressionisme zouden worden- als hun voorganger beschouwd, waarachter zij zich konden scharen om hun taak te volbrengen, d.w.z. een radicale verniewing van de schilderkunst. Op zijn beurt profiteerd Manet van de sympatie van zijn jonge collega’s door van hen te leren en zo eijn register uit te breiden. Door zijn contact met zijn nieuwe vrienden werd zijn techniek soepeler en leerde hij en de open lucht te schilderen. Dit zorgde voor ingrijpende gevolgen voor zijn onderwerpen. Deze verandering valt samen met de in 1874 in Argenteuil doorgebrachte zomer. Daar werd zijn palet (= de kleuren) opmerkelijk lichter, met felle, pure kleuren, hoewel Manet toch nooit een echte landschapsschilder zou worden. Daarvoor was hij veel te veel getrouw an zijn eigen menselijke figuren en zijn eigen talent. Maar het valt toch op dat hij vanaf dan toch steeds meer mensen in een landschap plaatst en ze niet meer in zijn atelier meer in de open lucht schilderde. Hierdoor wordt zijn techniek soepeler, de weergave realistiser en de structuur van zijn schilderijen vrijer.Manet laat zich ,net zoals Monet, leiden door zijn instinct. Manet zal ook altijd diepzwart blijven gebruiken,de enige kluer die de impressionisten radicaal hadden verbannen.
Manet is zichzelf trouw gebleven en heeft zijn onafhankelijkheid nooit opgegeven. Hij trekt zich niets aan van de beledigingen , mar houd wel wat afstand van de groep. Een van de werken die zijn onafhankelijkheid illustreerd is Bar in de Folies Bergère, dat men als een synthese van zijn kunst kan beschouwen. Het is een fantastische synthese tussen monumentale, statische compositie en het vibrerende licht dat deze doet opleven. In vergelijking met de portretten en de figuren uit zijn beginperiode heeft dit doek de figurenop volkomen, perfecte wijze weten te integreren men het geheel en met de vreemde s, ongrijpbare atmosfeer van een cafe, van een gesloten ruimte vol rook en walm. De invloed van de impressionisten is zichtbaar in de lampen boven de marmeren tafeltjes, die precies overeenkomen met het bovenste gedeelte van het schilderij, waar een grote lichtkroon midden in een spiegel weerkaatst wordt. Als contrast met dit dynamisch middelpunt(=lichtkroon) van het doek een machtig tegengesteld punt van de figuur van de dienster. Dit is geschildert volgens de regels waarvan de weerklank zonder moeite bij de klassieke meetkunde te vinden is. De overgang tussen deze twee uitersten wordt door een paar prachtige stillevens met flessen en vruchten: een in elkaar overvloeien van de stevige vorm van het verspreide licht, waarbij 2 tegengestelden hermonieues samenvloeien. Behalve bij Cézanne zal men nergens een dergelijke, meesterlijke synthese tegenkomen. 1 jaar later sterft hij.


B. Zijn werken
• Een bar in de folies-bergère(fig9)
Het doek: Het is een doek van 96 op 130cm. Het dateert van 1882. De signatuur ,en de datum, ziet men linksonder op een fles geschilderd. Het bevindt zich in Londen.
De kritiek: sommige recensenten waren verbluft door de fout in de perspectief van het schilderij. “Een bar in de Folies-bergère wekt grote verwondering bij de drommen toeschouwers, die verwarde opmerkingen uitwisselen omtrent dit zinsbegoochelend doek… waarvan het gezichtspunt slechts gedeeltelijk klopt.” Ondanks deze voorspelbare kritieken, boekte het schilderij een groot succes bij de Salonin 1882. Men prees “het mooie blonde meisje met de donkerblauwe jurk die haar buste elegant omsluit.” En men vergaapte zich eeaan het “fantasmagorisch tafereel.”
Speciaal: In de spiegel kan men zien tot wie de jonge vrouw zich richt: de schilder Latouche die een vriend van Manet was.

1.3.3 Camille Pissaro(1830-1903)

A. Zijn Leven
Pissaro is 10 jaar ouder dan Monet en werd op de Antillen geboren. Op 25 jarige leeftijd vestigde hij zich in Frankrijk, waar hij Delacroix, Coubert en Corot bewondert en navolgt. In 1859 raakt hij bevriend met Monet, die hij in de Acaémie Suisse heeft leren kennen , en 2 jaar later met Cézanne en Guillaumin. In 1866 vesticht hij zich in Pontoise en ten slotte woont hij van 1872 tot 1884 in Louveciennes. Pissaro is de enige van alle impressionisten die menselijke figuren in houdingen uit het dagelijkse leven een belangrijke rol in zijn werken laat spelen in zijn landschappen.Voorbeeld hiervan is Dorpingang(fig10). Niettemin past hij nauwkeurig de basisprincipes van het impressionisme in zijn werk toe, hetgeen duidelijk naar voren komt in een van zijn brieven:” Men moet met kleine streken schilderen en onmiddellijk vastleggen wat men waarneemt. Het oog mag zich niet op een bepaald punt concentreren, maar maoet alles kunnen overzien en tegelijkertijd de weerspiegeling van de kleuren op al het omringende waarnemen. Het is een zaak tegelijkertijd aan de hemel, het water, de takken van een boom en de grond te werken … alles tegelijk en daar steeds weer op terugkomen tot het er staat … de eerste keer het hele doek volschilderen en daarmee verdergaan totdat er niets meer aan toe te voegen is. Daarbij altijd op een perfecte atmosfeer aansturen, zowel van de voorgrond als de horizon, en op de weerspiegeling van de hemel en van de bladeren… Nooit bang zijn voor kleuren en het schilderij langzaam uitwerken. Geen regels en principes navolgen, maar schilderen wat men ziet en voelt. Royaal schilderen, zonder aarzelen, de eerste indruk mag nooit gemist worden… Onze enige leermeester is de natuur.” Zelf past hij nauwkeurig de principes toe waar hij enthousiast achter stond en in zijn nagelaten werk maakt gaat een intieme kennis van de natuur gepaard met een sterk gevoel voor licht en altijd zeer juist van begrip van de atmosfeer. Pissaro is diegen die Cézanne met het impressionisme kennis laat maken, waardoor deze zich een strikte natuurbeschouwing eigen maakt die hij tot nog toe miste. Wanneer Pissaro op later leeftijd door een oogziekte niet langer in de felle zon kan schilderen, gaat hij stadsgezichten maken en wordt Parijs het hoofthema van zijn kunst. Een voorbeeld van deze stadszichten is De kerk Saint-Jaques in Dieppe(fig11).Met zijn lange ervaring berijkt hij een nieuwe vrijheid en combineert zonder enige moeite de meest subtiele lichteffecten met een streng opgebouwde structuur en een gedurfde compositie. Geen enkele stad ter wereld, behalva Venetië in de tijd met Canaletto, heeft ooit zoveel eerbewijs ontvangen. De Parijse stadsgezichten van Pissaro wedijveren in durf met de beste doeken van Monet en hebben meer dan 1 schrijver tot voorbeeld gediend.

1.3.4 Alfred Sisley(1839-1899)
Sisley is bij uitstek een vertegenwoordiger van het zuivere impressionisme. Zijn werk kreeg pas na zijn dood erkenning. Eigenlijk is hij nog meer landschapsschilder dan Pissaro, want nergens vindt men een spoor van menselijke figuren in zijn werk, hoogstens hier en daar wat vormloze, gekleurde vlekjes om de verhoudingen duidelijk te maken. Om Sisley’s kunst te bestuderen, moet men naar het Musée de l’impressionisme in Parijs gaan, waar ongeveer 35 schilderijen een goed overzicht van zijn gehele loopbaan geven. Hoewel van Britse ouders, woonde Sisley bijna zijn gehele leven in Frankrijk. In het begin werd hij beïnvloed door Daubigny en Corot. Toen hij in 1862 in het Atelier cleyre werkte, leerde hij daar Monet, Renoir en Bazille kennen. Samen ontdekten de vier kunstenaar de charme van het landschap van de Ile-de-France, waar Sisley verder zijn hele leven aan zal wijden. Hij hield vooral van de oevers van de Seine en kon daar eindeloos het hele jaar door het steeds veranderend licht tegen een achtergrand van glooiende heuvels of een trillend gordijn van bomen. Zijn doeken geven een verfrissend gevoel van “buiten” en zelfs als hij een tragisch gebeuren als de Overstroming in Port-Marly(fig3) schildert, zijn de kleuren altijd even teer en getuigen van een wat melancholiek en evenwichtig temprament. Geen enkel dramatisch effect in de manier waarop het landschap overstroomd wordt door het water, waarin duizenden fragmenten uit de werkelijkheid als een spiegel worden weerkaatst.

Eén van Sisley’s grote kwaliteiten was, dat hij aan elk dogmatisme ontsnapte en ieder onderwerp met een passende houding tegemoed trad; Het 2 jaar eerde geschilderde Regatta in Molesley idaar een sprekend voorbeeld van: één en al beweging, waarbij de roeiboten met het ritmische heen-en-weer gaan van hun riemen nauwelijks te herkennen zijn. Het geheel tegen een achtergrond van in de wind klapperende vlaggen en met een spontane frisheid van een snel gepenseelde schets. En toch valt er niets meer aan toe te voegen(zoals Pissaro ook zei) zinder het evenwicht te verstoren, zo precies vervult elk penseelstreekje zijn onmisbare rol in het grote, dynamische geheel. Over het algemeen is het werk van Sisley rustig en vreedzaam, maar niettemin altijd spontaan en gekenmerkt door een fijngesnaarde gevoeligheid, zelfs als hij hier en daar wat langer stilstaat bij een muurtje of een met bomen omzoomde, zacht glooiende baan.

Met hun zuivere blik en hun rijk palet zijn Pissaro en Sisley bij uitstek “uitvinders” van het klassieke, impressionistische landschap; dankzij deze 2 schilders is het landschap een genre op zichzelf geworden, dat genoeg heeft aan zichzelf en ons blij maakt met al het moois van elk jaargetijde en met de zachte inval, zodat we op deze manier ingewijd worden in de geheimen van de natuur. Het landschap roept dromen op en omdat het aan eeuwige waarden raakt, verkrijgt het eigenschappen die het nooit eerder had en die onafhankelijk van de mode en smaak zijn.

1.4 Slotsom
Met het impressionisme heb ik een kunstperiode besproken die vandaag nog zeer veel invloed heeft op de hedendaagse kunst. Wat zou kunst tegenwoordig zijn zonder mensen als Monet en Manet. Maar wat zouden zij zijn geweest zonder Corot, Turner, Boudin, Coubert en zelf zonder Sisley en Pissaro??? Dat zijn zaken waar we ons niet moeten bezig houden. Waar we wel beter op letten is hoe onze hedendaagse kunst zal evolueren. Wordt ze nog schokkender dan nu of gaan we terug naar de oude klassieke kunst? Wie weet. Toch is het impressionisme een van de grote keerpunten (misschien wel het grootst) in de geschiedenis van de kunst. Deze korte periode en toch zo belangrijk.
Ik kon evengoed 4 andere kunstenaars gekozen hebben, maar ik heb deze genomen omdat zij elk iets belangrijk bijbrachten aan het impessionisme. Monet en Manet omdat zij de grootsten waren. Maar in hun plaats konden daar Degas en Renoir hebben gestaan. En Sisley en Pissaro heb ik genomen omdat zij eigenlijk de basis voor het impressionisme hebben bedacht nl. de natuur.

Bronnen voor de tekst:
-Mijn grootvader voor de uitleg bij enkele werken
-De impressionisten
-http://www.brittania.co.uk
-http://www.altavista.com

Bronnen voor de foto’s:
-Die impressionisten im louvre
-Artis Historia

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.