Inleiding
Vermoeid kom je het tekenlokaal binnenlopen, en het begint al goed: Alle “toffe” plekken zijn bezet. Ook rondom je vrienden zijn alle tafeltjes bezet door medeklasgenoten. Je zucht… Pfff, nou dat begint al goed! Zuchtend ga je val je op de kruk neer tussen 2 klasgenoten in. De les gaat beginnen. ‘We gaan de vragen die je moest maken bespreken.’klinkt het uit de mond van je docent. ‘Welke vragen?’hoor je laconiek ergens achteruit de klas komen. Een paar kinderen grinniken. Je pakt je tekenboek (Hé, je hebt het voor de verandering eens bij je!) zuchtend en steunend uit je tas en legt een leeg schrift voor je neus. Je hebt net als al je andere klasgenoten, nog nooit ook maar één vraag van tekenen in je schrift gezet. Je verbaasd jezelf er dan ook over dat je een tekenschrift hebt! Zogauw je docent begint met vertellen over Rembrandt van Rijn zakken je gedachte weg. ‘Mmmm… wat was die jongen die je in de gang tegen kwam toch een lekker stuk! De volgende keer dat je hem tegenkomt laat je lekker “perongelijk” je pen vallen of loopt tegen hem aan… je voelt zijn gespierde lichaam al tegen jou lijf aan…’ Net als je op het punt staat met hem te gaan zoenen, schrik je op van je naam die keihard door de klas word geroepen. ‘Jij heet toch zo of ben ik nou gek?’ ‘Mag het ook allebei zijn’denk je. ‘Ik vroeg je wat!’ ‘Wat?’ ‘Ik vroeg; Wanneer schilderde Rembrandt van Rijn Titus? Kijk dan in je boek. Vraag 3.’ Je kijkt in je boek en daarna in je lege schrift… hoopvol kijk je je buurman (type mega-stuud) aan. ‘In 1655’fluistert buurman-stuud. ‘In 1655’stotter je. ‘Heel goed en de volgende keer opletten wil je?’ ‘Ja natuurlijk!’
Maar nog voor ze de volgende vraag heeft besproken zit jij al weer met je gedachten bij die leuke jongen.
‘Oké en nu aan het werk!’is het eerste wat je hoort nadat je wakker bent geworden uit je visioen. Langzaam sta je op en slenter je naar het verf. Ondertussen vraag je aan klasgenoten wat eigenlijk de opdracht is. Je hoort dat je een dagdroom moet schilderen. Nou, dat kan jij wel. Snel loop je naar de roze en rode verf en haalt een velletje papier en gaat je gedachte van daarnet op papier vastleggen. Even raak je uit je concentratie als je “jouw groepje” lekker hoort lol maken. Nou ja, er waren geen plekken vrij, dus dan de volgende keer maar een keet-les. Deze les zal je je eens even op tekenen gaan concentreren.
Je doet erg je best en hebt de hele les nog geen woord gezegd zo erg zit je in je concentratie over De Dagdroom. Je schrikt op van de eerste bel… zo, door het eerste deel van tekenen ben je heen. Het viel eigenlijk best wel mee. Maar de ergernissen stijgen weer als je net een nieuwe inspiratie golf krijgt en je verf is op. Sloom (je humeur is weer heel wat gedaald) stap je op en gaat verf halen, je blijf natuurlijk her en der wat hangen bij je vrienden. Tot je docente helemaal tierend aan komt lopen en iemand naar de gang stuurt alsof we een kudde wilde buffels zijn die ze uit elkaar moet drijven. Dat lukt de docent dan ook wel want al snel ben je weer bezig aan De Dagdroom. Vijf minuutjes voor de tweede bel ben je klaar en loopt vol trots naar de docent. Mijn Dagdroom zeg je trots. ‘Wel erg veel roze vind je niet?’ Nee, dat vind ik niet anders zou ik er wel erg veel blauw van hebben gemaakt! ‘Ik vind het eigenlijk wel mooi’ breng je uit. ‘Owh… nou, hij is misschien inderdaad wel leuk. Maar ik beoordeel hem volgende week wel.’ En ze heeft geen aandacht meer voor je. ‘Allemaal opruimen en op je plaats gaan zitten!’
Wat moet je nou doen opruimen of op je plaats gaan zitten? Je beslist het laatste en opruimen laat je maar aan de corvee mensen over. ‘Degene die corvee hebben zijn…’ je houd je adem in… als jij het maar niet bent… ‘…’ Maar gelukkig! Ze noemt 2 andere namen en je staat op, pakt je tas in en loopt de gang op en je hoopt maar dat je die leuke jongen nog tegenkomt.
Hoe het vak tekenen er kwam.
Ooit, heel lang geleden, toen de montessorieleraren nog heel, heel, klein waren, was er een belangrijk groepje heren; de Raad Der Wijze Mannen genoemd, die ook eens een keer in het zonnetje gezet wilde worden. De mannen hadden al een onderwerp gevonden: Ze zouden het onderwijs (wat in die tijd niet meer dan taal en rekenen was) uitbreiden. Er moesten nieuwe vakken komen. De vakken Frans, Nederlands, Duits en Engels waren snel bedacht. Nederlands moest een vak worden omdat het gewoon nodig was goed je eigen taal te kunnen spreken. Duits, Frans en Engels waren nodig omdat als de ouders van de leerlingen die deze nieuwe vakken zouden gaan leren eens een salarisverhoging kregen en ze op vakantie gingen, zich verstaanbaar konden maken in het buitenland.
Er was nog een wijze meneer die vond dat de taal Belgisch ook hard nodig was want dat lag immers dichterbij dan Frankrijk. Deze wijze meneer werd echter ontslagen, maar dat is een ander verhaal.
Biologie, Scheikunde en Wiskunde kwamen na de talen. Deze vakken waren belangrijk om inzicht te krijgen hoe alles in elkaar zat en zouden misschien kunnen leiden tot nieuwe uitvindingen.
Economie en Maatschappijleer werden na de reken en taal afdeling bedacht. Door deze vakken kreeg je meer inzicht op de welfaart en dat zou de welfaart dusdanig kunnen verhogen. Gymnastiek was ook snel bedacht want als je later in het leger ging, dan was je tenminste al getraind.
Muziek werd ook door de raad der wijze mannen bedacht, door muzieklessen leerde je noten lezen en zou je misschien wel net zo goed en beroemd worden als Bach. Verder hielp noten zingen je stembanden te trainen, dus als je omroepster werd bij de Hema of Bijenkorf, dan werd je niet na een dag of twee al schor.
Toen de raad der wijze mannen nog één vak moest bedenken. Gebeurde er iets vreselijks. Drie mannen uit de raad der wijze mannen gingen uit wandelen tot er één uitgleed en dood neer viel en de andere twee van schrik ook een hartaanval kregen. De raad van wijze mannen was dus uiteen gevallen! Twaalf jaar hadden ze over heb bedenken van de nieuwe vakken gedaan, en denk maar niet dat dat makkelijk is, een vak verzinnen! O nee!
De restanten van de raad van de wijze mannen besloten dat er een man zou zijn die het laatste vak zou kiezen, het zou een man zijn uit de restanten van de raad der wijze mannen die na het kiezen van het vak, uit de Raad Der Wijze Mannen zou stappen.
Dus wat deden ze? Ze trokken met luciferhoutjes wie over het laatste vak zou mogen beslissen en daarna op zou stappen.
De Heer Karel Kunst had het kortste houtje getrokken en hij was (de achternaam zegt het al), kunstenaar. Dus koos hij voor het vak Tekenen. Karel Kunst was, ondanks zijn naam, een slimme man. Hij zei: “Met tekenen zal ieder kind leren hoe je je gevoel kan vastleggen op papier.” Alle kinderen waren Karel Kunst heel dankbaar, tekenen vonden ze een fijn en leuk vak, en Karel Kunst werd door heel de wereld in het zonnetje gezet! O wat was die Karel Kunst toch een slimme man! De kinderen leren tekenen en zichzelf leren uiten op papier!
Maar in het uitgebreide tekstje hierboven dat gaat over ‘je’, (zie inleiding) kan je lezen dat de kinderen van tegenwoordig aardig de pé in het vak Tekenen hebben. Dat komt zo:
De restanten van de Raad Der Wijze Mannen waren boos omdat Karel Kunst opeens alle roem en lof kreeg, en zij niet! De restanten van de Raad Der Wijze Mannen werden juist door de leerlingen naar beneden gehaald omdat zij ook voor Economie, Biologie en al die vakken hadden gezorgd en die vakken waren toen (ook al) niet echt populair! De restanten van de Raad Der Wijze Mannen werden stinkend jaloers op de lieve slimme man die het vak Tekenen had bedacht; Karel Kunst… Wat dacht die Karel Kunst wel niet? Een beetje de brave wijze man uithangen met zijn vak Tekenen! De restanten van de Raad Der Wijze Mannen staken zoals vroeger, toen ze nog geen restant waren, de koppen bij elkaar. Één ding was zeker: die Karel Kunst moest opgeruimd worden! Dus één man van de restanten van de Raad Der Wijze Mannen ontvoerde Karel Kunst in 1754 op één van zijn tournees. Weer een andere man van de restanten van de Raad Der Wijze Mannen verkleedde zich als Karel Kunst en deed zich ook zo voor. De gespeelde Karel Kunst zei tegen de leerlingen die het vak tekenen kregen dat ze vanaf nu af aan, alleen nog maar dingen over tekenen uit een boekje mochten leren. De kinderen vonden Karel Kunst, die natuurlijk gespeeld was door een of andere vent uit een restant van een stelletje oude kerels, heel gemeen. Toen de taak van de speler van Karel Kunst erop zat en dus het vak Tekenen een vak werd waarbij je uit een boekje begrippen moest leren. Werd Karel Kunst weer vrij gelaten!
Karel Kunst probeerde er alles aan te doen om te zorgen dat de kinderen weer bezig zouden zijn met het leren vastleggen van gevoelens, emoties, of een boom buiten in het park, op papier, maar niemand luisterde! Niemand wilde meer iets met (de echte) Karel Kunst te maken hebben. Ze vonden hem een bedrieger! En wat kon Karel daaraan doen nu hij niet meer in de restanten van de Raad Der Wijze Mannen zat? Helemaal niets! En zo gebeurde het droevige dat vanaf die tijd iedereen tekenles kreeg uit een boekje.
Slot
En inderdaad (om nog maar eens even op het verhaal van de ‘je’ in de INLEIDING terug te komen) al de eerst zo door tekenen gemotiveerde kinderen moesten allemaal saaie dingen leren die ze later nooit meer gebruikte en wat volgens elke tekenleraar zogenaamd goed was voor je algemene ontwikkeling. (geef de algemene ontwikkeling maar de schuld!)
Nou moet deze welgeachte lezer lezen dat Karel Kunst toevallig een over over over over over over over over over over over over over over over over grootopa van mij is. En dat ik dit verhaal waarboven ‘HOE HET VAK TEKENEN ER KWAM’ staat, weet ik door mondelinge overleveringen.
Dus nu geachte teken docenten, hierbij maak ik bekend dat het nooit Karels wil is geweest om kinderen met tekenen een slecht humeur te geven zoals je bij INLEIDING uitgebreid kan lezen. En nu weten jullie ook gelijk dat Karels uitspraak “ Alle kinderen krijgen van nu af aan het vak Tekenen uit een boekje”, niet van Karel Kunst zelf was, maar door een man uit de restanten van de zogenaamde Raad Der Wijze Mannen.
Jullie tekendocenten snappen natuurlijk dat ik niets liever wil dan mijn over over over over over over over over over over over over over over over over grootopa’s wens vervullen en er dus te proberen er alles aan doen om de vragen die we met tekenen moeten maken (en bespreken) als geheel te verwijderen uit het tekenles programma.
Omdat mijn over over over over over over over over over over over over over over over over grootopa Karel Kunst was en ik toch vind dat je voor je familie moet opkomen ben ik het helemaal met zijn stelling eens dat tekenen een vak moet worden waarin je leert een emotie of gevoel duidelijk te maken op papier. En niet een vak zoals die nep Karel Kunst in 1754 beweerde!
Daarmee zou ik graag dit werkstuk afsluiten met het feit dat ik bij dit stuk teks alleen maar duidelijk wil maken, dat ik, heel B1, de echte Karel Kunst (mijn over over over over over over over over over over over over over over over over grootopa) en vast ook heel veel andere klassen dat het vak tekenen absoluut niet stom is, maar alleen het deel wat de nep Karel Kunst in 1754 heeft ingelast echt weer moet worden uitgelast!
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
Wow....wat een pracht van een verslag over Tekenen zeg.....ik zou graag willen dat ik die jongen was, die je op de gang tegen kwam;-)
xxxx
24 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
zozo...wat kun jij afdwalen tijdens zo'n tekenles zeg...niet normaal.
Ik zit in 6 vwo, met alleen maar meisjes bij Tekenen, en het is zo slaapverwekkend dat ik maar steeds aan jou moet denken....
xxxx
Philip
23 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Je zou echt schrijfster moeten worden, als je dit helemaal zelf hebt geschreven (zonder hulp van overovergroot dingenenzo..) ben je echt op weg om een hele goede schrijfster te worden. Je zit in 1 VWO, dus een jaar of 13, ikzelf zit in VWO6 en mensen uit mijn klas schrijven veel beroerder. Als ik jou was zou ik er je beroep van maken. Ik ben echt onder de indruk dat iemand uit de eerste dit kan en heb met plezier je verhaal gelezen,
groetjes!
23 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Dit hele verhaal slaat natuurlijk nergens op, maar je hebt wel op een leuke manier duidelijk gemaakt waar het vak tekenen voor dient. Toch is het belangrijk om kunstgeschiedenis te leren voor bijv. mensen die later iets in kunsthistory willen doen. Maar jouw mening is duidelijk en dat wil je vast niet. Leuk verhaal, zelf bedacht?
20 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
haha egt een leukverhaal dat van die jongen!!!! (l) (l) (l) zoiets gebeurt bij mij bijna elke dag datik HEM tegenkom alleen dat is meestal als hij hard aan het rennen is om bij het lokaal te komen.
ps: ik zit ind 1e is het raar dat er wel 3 super leukejongens zijn waaruit je wil kiezen??
xxxxxx
een 1e klasser
13 jaar geleden
Antwoorden