Graffiti

Kenmerken van Graffiti

Er zijn verschillende vormen van graffiti. Ten eerste heb je simpelste vorm zoals slogans, bekladding of politieke uitspraken. Voorbeelden waar je dit type vaak tegenkomt is bijvoorbeeld op buitenmuren en toiletten.
De volgende vorm is iets moeilijker. Deze vorm heet de tag. Een tag is het schrijven van een of andere naam in krabbelschrift die je meestal niet zo goed kunt lezen. Deze vormen zijn eigenlijk meer een bepaalde stijl van schrijven in plaats van een graffitikunstwerk.
De laatste vorm van graffiti is graffiti die creatief gebruik maakt van spuitbussen en zo een kunstwerk probeert te maken. Moderne graffiti is ontstaan in New York. Deze kunstvorm begon in de late jaren 60. Tagging werd al snel een manier om een naam bekend te maken in de hele stad. Door het gebruik van de spuitbus kon men de tagger onderscheiden met de kunstenaar door middel van kleur, vorm en stijl. De tag is eenkleurig en is eenvoudig geschreven in een stijl die iedereen kan. Deze tag gaf aanleiding tot de throw up. Dit is een tweekleurige tag die meestal in omlijnde of bolachtige letters gemaakt is. Deze stijl is eigenlijk ook niet echt moeilijk maar evolueerde tot moeilijkere stijlen zoals de stamp. Dit is een stijl die gebuikt maakt van driedimensionaal zicht. Het stuk is meestal op een wand aangebracht in de vorm van bijv. een tekenfilmfiguur.
Graffiti is zeg maar op de straat ontstaan in Amerika daarom heb ook allemaal zo’n Amerikaanse termen. Hier volgen er een paar:
- wholecar, betekent een trein van links naar rechts en van boven naar beneden bedekt.
-rooftop, betekent een stuk op een gevel.
- fresh, betekent een stuk dat helemaal perfect is met kaarsrechte lijnen en zonder uitdruipers.
- toy, iemand die heel slecht is in graffiti.
- piece, betekent meesterwerk.
Er zijn ook een soort regels gemaakt. Het aantal keren dat je toesloeg was het belangrijkst en daarna hoe moeilijk toegankelijk de plek was. Het toeslaan noemde ze ‘getting up’.
Je mocht niet over elkaar werk heen gaan dit heette ‘crossing out’. Na een tijdje waren veel plekken al vol dus werd deze regel overschreden. Zo ontstonden er ruzies. Als je over andermans werk heen ging moest je de verf vergoeden. Door deze regel ontstonden er ruzies want niemand had natuurlijk zin om de verf te vergoeden.
Hoe gaat een graffitispuiter te werk?
Eerst maakt hij een schets. Dan maakt hij plannen van figuren en kiest de kleuren uit. Vervolgens selecteert hij zijn doek of oppervlak en doet een voorgetekende omlijning op de oppervlakte. Vervolgens vult men de kleuren en voegt men er versieringen aan toe. Dan is de laatste omlijning uitgevoerd.