Werkstuk ' De klassieke traditie'
CKV-2
De verschillende perioden met de bijbehorende jaartallen.
Info over wat onder ‘klassiek’ moet worden verstaan.
De klassieke cultuur is de cultuur van de Grieken en de Romeinen.
Classisme (vanaf 1779)
Andere cultuurperiodes oriënteren zich op Griekse en Romeinse cultuur. De kennis van de klassieke schilder- en interieurkunst was toegenomen door opgravingen. Klassiek werd een rage, ook in de muziek. De muziek was evenwichtig en rationeel, muziek in sonatevorm. Er zijn ook een aantal grote componisten uit deze ‘klassieke’ periode.
Info over de geschiedenis van dans.
De eerste dansen kwamen waarschijnlijk voort uit godsdienstige ceremoniën. Dat is het best te zien in voorstellingen van Aziatische en Afrikaanse dansgroepen. Verder dansen mensen om zich te ontspannen.
De kerk in West-Europa veroordeelde de dansen eeuwenlang als zondig. De grote bloei van het ballet begint in de 16e en 17e eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog komt het ballet in Nederland in een stroomversnelling.
Info over de geschiedenis van theater.
Theater in West-Europa ontstond in de kerk en op markten en kermissen. In de Middeleeuwen ging men religieuze verhalen naspelen en zingen om de kerk aantrekkelijker te maken. Langzamerhand ontstonden professionele groepen die met hun voorstellingen het land doortrokken.
Analyseschema Beeldend
Bespreking van 2 klassieke schilderijen/beeldhouwwerken uit verschillende perioden.
Een kijk op kunst, blz. 42
A Dionysus en menaden. Vaasschildering. Er is een mythe, een godenverhaal, afgebeeld. B Verhalen van goden en mensen waren belangrijk voor de Grieken. C De afbeelding suggereert de werkelijkheid zoals in de mythen. D Kleuren: geel op zwart. Er zijn slechts 2 kleuren gebruikt. Tweedimensionale afbeelding op een driedimensionaal gebruiksvoorwerp. Duidelijke vorm. F Doel: levensbeschouwlijk, er is een afbeelding gemaakt als eer aan de god Dionysus. ‘Een kijk op kunst’, blz. 38
A Vrouwen in blauw gekleed. Er zijn drie vrouwen te zien. Ze hebben hun haar mooi versierd. B Het ziet er heel feestelijk uit. C Realistisch
D Het is een fresco. De kleuren zijn helder (blauw). Twee vrouwen kijken naar rechts, één kijkt naar links. De twee vrouwen die naar rechts kijken staan met geheven handen. De fresco is een beetje beschadigd. F Doel: Estetisch (schoonheid) Analyseschema Muziek Bespreking van 2 korte klassieke stukken uit verschillende perioden. A Grote beweging, actief, spanning
A2 Energiek, krachtig, bruisend, maar soms ook gevoelig. A3 Deel 1, Allegro, uit Concert A’ll Rossignuolo’ (De nachtegaal) door Antonio Vivaldi. Het stuk komt uit de tijd van de Barok. A4 Associaties met de natuur, namelijk een vogel, de nachtegaal. B Hij geet een imitatie van de schoonheid van de natuur. C Ja, er wordt sfeer geschept, een vogel/natuur nagebeeld. Het is verhalende muziek. D Snel tempo, korte toonduur, afwisselend rustig en druk, onregelmatig
2-delige maatsoort. Groot toon bereik, als je de nachtegaal hoort, hoor je stapsgewijze muziek. De instrumenten in de compositie: viool, fluit, orgel, hobo, cello en fagot. De muziek is helder en open. Er is een duidelijk contrast te horen tussen de nachtegaal en de omgeving, het wisselt af. F Het doel van het stuk: de componist wil de schoonheid van de natuur laten horen. A Kleine beweging, passieve beweging, ontspanning. De sfeer is gevoelig en teder, wel vrolijk. B Nocturne in e op. 2 nr. 1., F. Chopin. Het stuk komt uit de tijd van de Romantiek. C Er is geen verhaal: absolute muziek. D Het tempo is langzaam, de toonduur kort, rustig, 2-delige maatsoort, regelmatig, klein bereik, stapsgewijs, zachte klanksterkte met accenten. Helder, dun geluid. Het gebruikte instrument is de vleugel. E Verloop met motief en variatie, herhaling. Samenstelling: alleen een vleugel. F Het doel is amusement, expressie.
De bijbelse cultuuropdracht
Genesis 1: 26-28
En God zeide; Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over al het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aardbodem kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hen; man en vrouw schiep hij hen. Genesis 9:1-3
En God zegende Noach en zijn zonen en zeide tot hen; Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de aarde. En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn zij gegeven. Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid.
A Dionysus en menaden. Vaasschildering. Er is een mythe, een godenverhaal, afgebeeld. B Verhalen van goden en mensen waren belangrijk voor de Grieken. C De afbeelding suggereert de werkelijkheid zoals in de mythen. D Kleuren: geel op zwart. Er zijn slechts 2 kleuren gebruikt. Tweedimensionale afbeelding op een driedimensionaal gebruiksvoorwerp. Duidelijke vorm. F Doel: levensbeschouwlijk, er is een afbeelding gemaakt als eer aan de god Dionysus. ‘Een kijk op kunst’, blz. 38
A Vrouwen in blauw gekleed. Er zijn drie vrouwen te zien. Ze hebben hun haar mooi versierd. B Het ziet er heel feestelijk uit. C Realistisch
D Het is een fresco. De kleuren zijn helder (blauw). Twee vrouwen kijken naar rechts, één kijkt naar links. De twee vrouwen die naar rechts kijken staan met geheven handen. De fresco is een beetje beschadigd. F Doel: Estetisch (schoonheid) Analyseschema Muziek Bespreking van 2 korte klassieke stukken uit verschillende perioden. A Grote beweging, actief, spanning
A2 Energiek, krachtig, bruisend, maar soms ook gevoelig. A3 Deel 1, Allegro, uit Concert A’ll Rossignuolo’ (De nachtegaal) door Antonio Vivaldi. Het stuk komt uit de tijd van de Barok. A4 Associaties met de natuur, namelijk een vogel, de nachtegaal. B Hij geet een imitatie van de schoonheid van de natuur. C Ja, er wordt sfeer geschept, een vogel/natuur nagebeeld. Het is verhalende muziek. D Snel tempo, korte toonduur, afwisselend rustig en druk, onregelmatig
2-delige maatsoort. Groot toon bereik, als je de nachtegaal hoort, hoor je stapsgewijze muziek. De instrumenten in de compositie: viool, fluit, orgel, hobo, cello en fagot. De muziek is helder en open. Er is een duidelijk contrast te horen tussen de nachtegaal en de omgeving, het wisselt af. F Het doel van het stuk: de componist wil de schoonheid van de natuur laten horen. A Kleine beweging, passieve beweging, ontspanning. De sfeer is gevoelig en teder, wel vrolijk. B Nocturne in e op. 2 nr. 1., F. Chopin. Het stuk komt uit de tijd van de Romantiek. C Er is geen verhaal: absolute muziek. D Het tempo is langzaam, de toonduur kort, rustig, 2-delige maatsoort, regelmatig, klein bereik, stapsgewijs, zachte klanksterkte met accenten. Helder, dun geluid. Het gebruikte instrument is de vleugel. E Verloop met motief en variatie, herhaling. Samenstelling: alleen een vleugel. F Het doel is amusement, expressie.
En God zeide; Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over al het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aardbodem kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hen; man en vrouw schiep hij hen. Genesis 9:1-3
En God zegende Noach en zijn zonen en zeide tot hen; Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de aarde. En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn zij gegeven. Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden