Ziektebeelden in de psychiatrie

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas mbo | 11736 woorden
  • 30 januari 2009
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
32 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Psychiatrie - Ziekte beelden
Alles over psychische problemen
 Psychische problemen (algemeen)
 ADHD
 Angststoornissen
 Borderline
 Dementie
 Depressie
 Dwangstoornissen
 Eetstoornissen
 Gokverslaving
 Kind in de knel
 Pesten
 Posttraumatische stress-stoornis
 Rouw en verliesverwerking
 Schizofrenie
 Slaapstoornissen
 Stress, overspannenheid en burn-out

Psychische problemen - De juiste hulp
Iedereen is wel eens somber, gespannen of zit een tijd minder lekker in z’n vel. Iedereen maakt dingen mee in het leven die schokkend of verdrietig zijn of woede opwekken. Dat kan leiden tot slapeloosheid, angst en piekeren.
De meeste mensen komen daar alleen of met hulp van familie en vrienden doorheen. De informatie in deze brochure helpt u daarbij. Soms is meer hulp nodig. Ook daarover gaat deze brochure.
De eerste stap is erkennen en accepteren dat er iets aan de hand is. Mensen kunnen heel lang doen of er niets aan de hand is: "Het gaat wel over, ik moet niet zeuren". Neem uw gevoelens serieus.

ADHD

Als chaos het leven beheerst
Rondrennen, de aandacht ergens niet bij kunnen houden, niet luisteren: het hoort bij kinderen. Ook volwassenen kunnen zich soms moeilijk concentreren, maken slordigheidsfouten of zitten onrustig te schuiven tijdens een vergadering.
Maar bij sommige kinderen en volwassenen overheerst het gebrek aan concentratie en rust. Ze hebben moeite het dagelijks leven te organiseren en te plannen. Schoolprestaties en werk lijden hier ernstig onder. Ze hebben ook problemen in contacten met leeftijdgenoten en zijn thuis moeilijk hanteerbaar.
Zulke kinderen en volwassenen lijden aan een aandachtstekortstoornis met hyperactviteit, vaak afgekort tot ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder, ook wel vertaald met Alle Dagen Heel Druk). Vroeger werd dit ook wel (niet helemaal juist) Minimal Brain Damage (MBD) genoemd.
Wat is ADHD?
- Een kind of volwassene kan ADHD hebben wanneer meerdere van onderstaande verschijnselen aanhoudend sterk aanwezig zijn, zowel thuis als op school of in sociale contacten.
Aandachts- en concentratieproblemen
- Kinderen en volwassenen met ADHD zijn snel afgeleid. Elke prikkel - de telefoon, een kat in de tuin of een klasgenoot die zit te giechelen, maar ook de eigen fantasie en gedachtegang - laat hun aandacht afdwalen, waardoor ze vergeten waar ze mee bezig waren. Daardoor maken ze dingen niet af, beginnen om de haverklap aan iets anders en maken veel fouten.
- Verder kunnen kinderen en volwassenen met ADHD moeilijk luisteren en dingen onthouden, waardoor andere mensen het gevoel hebben nauwelijks contact met hen te krijgen. Ze vergeten afspraken en verjaardagen en raken spullen kwijt.
Hyperactiviteit of overbeweeglijkheid
- Kinderen met ADHD wiebelen, draaien of friemelen voortdurend of tikken steeds met hun voet op de grond. Ze praten veel en druk en kunnen erg doordraven.
Bij volwassenen met ADHD lijkt de hyperactiviteit op het oog vaak afgenomen. Van binnen voelen ze zich echter nog even onrustig als vroeger. Ze hebben geleerd de neiging tot bewegen te onderdrukken. Mensen met ADHD kunnen zich moeilijk ontspannen.
Impulsiviteit
- Kinderen en volwassenen met ADHD handelen vóór ze denken. Ze doen onbezonnen dingen. Ze vallen mensen in de rede, flappen dingen eruit, geven antwoord voordat de vraag helemaal is gesteld en dringen voor zonder dit in de gaten te hebben.
Overige verschijnselen
van ADHD zijn:
 heftige en onvoorspelbare emotionele uitbarstingen, bijvoorbeeld driftbuien en huilbuien. Dit komt ten dele door de ADHD, ten dele uit frustratie doordat veel dingen niet lukken.
 moeite onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.
 moeite sociale signalen op te vangen.
 weinig gevoel voor tijd hebben en moeilijk kunnen plannen. Dit uit zich bijvoorbeeld in te laat komen op afspraken en opdrachten niet op tijd afkrijgen.
 onhandigheid, houterigheid: vaak vallen en knoeien.

Bijkomende klachten of problemen
ADHD gaat bij meer dan de helft van de kinderen en volwassenen gepaard met andere psychische klachten, zoals depressie en angst- en dwangstoornissen. Bij kinderen komt de combinatie met leerproblemen, zoals dyslexie (leesblindheid), en agressief gedrag nogal eens voor. Volwassenen hebben soms ook een persoonlijkheidsstoornis, bijvoorbeeld borderline. ADHD kan verder samengaan met eet-, gok-, drugs- of alcoholverslaving.

Angststoornissen

Als angst en paniek het leven beheersen
- Iedereen is wel eens bang. Gelukkig maar, want angst waarschuwt mensen voor naderend gevaar. Ze brengt het lichaam in staat van paraatheid, zodat een snelle reactie mogelijk wordt. Zo schrikken mensen wanneer ze een brandlucht ruiken, zodat ze snel het vuur kunnen blussen of vluchten. In zo’n geval is angst een gezonde reactie op dreigend gevaar.
- Maar sommige mensen zijn bang wanneer de omstandigheden daar weinig aanleiding toe geven. Ze durven hun huis niet uit zonder tien keer te controleren of het gas uit is. Of het zweet breekt hen uit bij de gedachte dat ze een telefoontje moeten plegen.
- Mensen met zulke buitensporige angsten neigen ertoe om de vaak doodgewone situaties te vermijden die ze met de angst in verband brengen. Die vermijding gaat hun leven steeds meer bepalen, terwijl hun angst er niet door afneemt. Iemand met zulke angsten heeft een angststoornis.
Wat zijn angststoornissen?
Verschijnselen van angst en paniek
- Veelvoorkomende klachten bij een angststoornis zijn: hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen, gebrek aan eetlust en concentratieproblemen. Ook hebben mensen vaak last van een bang voorgevoel, bezorgdheid, onbehagen, prikkelbaarheid, nervositeit, spanning en onrust.

Tijdens een angst- of paniekaanval zijn de meest voorkomende lichamelijke verschijnselen:
 hartkloppingen
 pijn of beklemd gevoel op de borst
 zweten
 ademnood, het gevoel te stikken
 snel en hijgend ademhalen
 duizeligheid of het gevoel flauw te vallen
 trillen of beven
 misselijkheid of diarree
 een doof gevoel of tintelingen in de ledematen
 een gevoel van onwerkelijkheid, alsof men naar een film kijkt.
 Mensen denken zelf vaak dat ze een hartaanval krijgen.
Hyperventilatie
- Bij een paniekaanval treedt vaak een veranderde ademhaling met typerende verschijnselen als tintelingen in het lichaam, prikkels rond de mond en een droge mond op. In de volksmond wordt dit ook wel hyperventilatie genoemd. Hyperventilatie is echter een verouderde term en wordt haast niet meer gehanteerd. Meerdere theorieën over hyperventilatie zijn achterhaald. Zo blijkt het ademen in een zakje geen effect te hebben.

Borderline

Als het evenwicht zoek is
Een leven waarin alles van een leien dakje gaat, is eerder uitzondering dan regel. Iedereen krijgt te maken met tegenslagen: zakken voor een examen of afgewezen worden voor een baan. Ook heeft elk mens weleens een fikse ruzie met een familielid, vriend, vriendin of collega.
Maar bij sommige mensen zijn veranderingen, mislukkingen en heftige conflicten eerder regel dan uitzondering. Ze beginnen impulsief en vol enthousiasme aan een nieuwe opleiding of vertellen dolgelukkig over hun nieuwe grote liefde.
Vaak is de situatie een paar maanden later helemaal veranderd:
ze zijn gestopt met de opleiding omdat die niets opleverde, de vriend bleek bij nader inzien een waardeloze kerel.
Mensen die dit vaak overkomt en die steeds opnieuw vastlopen in hun chaotische leven, hebben mogelijk een borderline persoonlijkheidsstoornis, meestal kortweg borderline genoemd
Wat is borderline?
- Borderline kenmerkt zich door instabiliteit en veel en abrupte veranderingen in gevoelens, stemmingen, relaties, zelfbeeld en gedrag.
Mensen die last hebben van meerdere van de onderstaande verschijnselen, kunnen een borderline stoornis hebben.
Impulsiviteit
- Iemand met borderline kan zich halsoverkop in een nieuwe relatie storten of na het lezen van een interessante vacature plotseling van baan veranderen, zonder goed na te denken over de gevolgen van zo’n beslissing. Geen maat kunnen houden hoort bij die impulsiviteit. Dat kan tot uiting komen in smijten met geld, zich te buiten gaan aan alcohol of drugs, eetstoornissen en snel wisselende seksuele contacten. Ook woede-uitbarstingen kunnen erbij horen.
Stemmingswisselingen
- Borderline kenmerkt zich voorts door snelle stemmingsveranderingen. De stemming kan gemakkelijk omslaan van somberheid en angst in gespannen opwinding of andersom. Iemand met borderline lijkt ‘overgevoelig’ te reageren op gebeurtenissen en uitspraken. Een ogenschijnlijk onschuldige opmerking kan tot een woede-uitbarsting leiden, korte tijd later gevolgd door een vrolijke bui, alsof er niets gebeurd is.
Zwart-wit denken
- Bij borderline wordt de wereld opgedeeld in uitersten: zwart en wit, goed en slecht, mooi en lelijk, alles of niets. Er bestaan geen grijstinten. Iemand is of fantastisch leuk of onuitstaanbaar. De mening over één en dezelfde persoon kan in korte tijd helemaal omslaan.
Extreme angst om verlaten te worden
- Mensen met een borderline stoornis hebben een grote behoefte aan intieme relaties, maar zijn daar tegelijkertijd bang voor. Ze zijn extreem bang om in de steek gelaten te worden. Ze stellen mensen daarom voortdurend op de proef. Zo testen ze als het ware of en wanneer iemand hen in de steek laat. Op zich neutrale uitspraken of acties leggen ze al snel uit als een persoonlijke afwijzing. Mensen met borderline leggen vaak makkelijk contacten. Maar hun verwachtingen zijn zo hooggespannen dat niemand eraan kan beantwoorden. Alleen zijn vinden ze vaak erg moeilijk en kan hen in grote paniek brengen. Ze eisen daarom iemands aandacht en liefde volledig op. Hun relaties zijn vaak heftig, maar kort.
Opzettelijke zelfverwonding (automutilatie)
- Veel mensen met borderline krassen zichzelf met scherpe voorwerpen of branden zich met een sigaret. Ook gedachten over of pogingen tot zelfdoding komen veel voor.
Identiteitsproblemen
- Mensen met borderline hebben meestal weinig zelfvertrouwen en een negatief zelfbeeld en zijn buitengewoon gevoelig voor opmerkingen die ze als kritiek ervaren. Ze twijfelen constant over wat ze zullen aanpakken en wat ze met hun leven willen.
Dissociatieve verschijnselen
- Mensen met borderline kunnen momenten van vervreemding hebben, het gevoel ‘er niet echt te zijn’ of een sterk en beangstigend gevoel van innerlijke leegte. Soms weten ze even echt niet wat ze gedaan hebben of hoe ze ergens zijn gekomen.
Psychotische verschijnselen
- Soms krijgen mensen met borderline last van psychotische verschijnselen, zoals in de war of achterdochtig zijn en stemmen horen. Deze verschijnselen kunnen enkele uren of dagen duren.

Dementie

Als het geheugen vervaagt
- Iedereen is wel eens wat kwijt, bijvoorbeeld de huissleutels of zijn bril. En dat iemand zich even niet kan herinneren waarvan hij die persoon toch kent, is ook gewone vergeetachtigheid. Het wordt zorgelijker wanneer iemand niet meer weet dát hij een persoon ergens van kent.
Geheugenverlies dat verder gaat dan gewone vergeetachtigheid kan een signaal zijn van dementie
Wat is dementie?
- Dementie is een proces van achteruitgang van de hersenfuncties, veroorzaakt door onherstelbare aantasting van de hersenen. Kenmerkend zijn een voortschrijdend verlies van het geheugen en het denk- en oordeelsvermogen. De volgorde waarin de verschijnselen optreden kan van persoon tot persoon enigszins verschillen.
Beginnende dementie
Kenmerkend voor beginnende dementie zijn:
- ernstige vergeetachtigheid.
Iemand met beginnende dementie heeft aanvankelijk vooral problemen met het kortetermijngeheugen en vergeet zowel details als hele delen van de meest recente gebeurtenissen. Mensen in deze fase van dementie zijn voortdurend spullen kwijt, vergeten afspraken, stellen steeds dezelfde vragen en vertellen telkens dezelfde verhalen.
- problemen met complexe en nieuwe situaties, zoals een vakantie of ziekenhuisbezoek.
Dementerende mensen raken sneller het overzicht kwijt doordat het ordenen van gedachten niet lukt. Ze kunnen dingen niet meer goed organiseren en nemen vaker verkeerde beslissingen.
- verlies van het besef van tijd.
De beginnende dementie uit zich ook doordat iemand niet meer weet welke dag of hoe laat het is. Ook inschatten hoelang iets duurt gaat moeilijker; een bezoek van een kwartier lijkt wel uren te duren.
- Deze verschijnselen zijn aanvankelijk moeilijk te onderscheiden van gewone vergeetachtigheid en ouderdomsklachten. Bij een jonger iemand wijt de omgeving deze problemen gemakkelijk aan drukte en stress. Extra lastig is het dat beginnende dementie vaak gepaard gaat met depressie en lijkt op verschijnselen van depressie zoals gebrek aan interesse en plezier, prikkelbaarheid en concentratieproblemen.
- De naaste omgeving, veelal de partner, ontdekt meestal het eerst dat er iets mis is. Voor de buitenwereld proberen mensen hun problemen te verbergen of te bagatelliseren: ‘Ach, dat is toch onbelangrijk’ of ‘al zo lang geleden’, zeggen ze bijvoorbeeld. Ze ontwijken onderwerpen waar ze moeite mee hebben met slimme opmerkingen. Verder proberen ze de gaten in hun geheugen te vullen met verhalen van vroeger. De dementie kan ook gepaard gaan met achterdocht, agressie en het verstoppen of verzamelen van spullen.
Voortgaande dementie
- kwijtraken van het gevoel voor plaats.
Bij voortschrijdende dementie herkent de persoon in kwestie plekken niet en weet bijvoorbeeld niet meer waar de auto geparkeerd is. Eerst geldt dat alleen voor relatief nieuwe plaatsen, later zelfs voor de eigen woning.
- problemen met het uitvoeren van dagelijkse handelingen.
Dementerende mensen kunnen handelingen met een bepaalde volgorde steeds slechter uitvoeren, zoals zichzelf wassen en aankleden of eten koken.
- problemen met rekenen.
Omgaan met geld wordt duidelijk een probleem.
- taalproblemen.
Ook de woordenschat verdwijnt beetje bij beetje. Dementerende mensen maken kortere zinnen en vreemde zinsconstructies. Het valt hen steeds moeilijker dingen onder woorden te brengen of te begrijpen wat anderen zeggen.
- veranderingen in karakter en gedrag.
Vaak gaan mensen met dementie zich anders gedragen dan voorheen. Soms doen ze dingen die ze vroeger nooit deden, zoals vloeken of schuine moppen vertellen. Ook kunnen bestaande karaktertrekken steeds uitgesprokener worden.
Mensen die altijd al kortaf waren worden bijvoorbeeld chagrijnig.
- Onrust.
Iemand die last heeft van dementie moet voortdurend iets doen, loopt rond met spullen, wil opruimen, gaat dwalen en krijgt slaapproblemen. Zo kan het dag- en nachtritme verstoord raken.
Vergevorderde dementie
- voorwerpen niet meer herkennen en niet weten te gebruiken.
Een ernstig dement persoon kan bijvoorbeeld een beker voor zich zien staan, maar weet niet meer dat deze bedoeld is om uit te drinken.
- moeite met bewegen.
Dementerende mensen bewegen zich onhandig en houterig. Ze stoten zich steeds vaker, vallen en laten dingen vallen. Veters strikken en bestek gebruiken kunnen ze steeds moeilijker.
- het wegvallen van fatsoensnormen (decorumverlies).
De persoon verzorgt zichzelf slecht, weet niet meer ‘hoe het hoort’ en kent geen schaamte. Dat kan leiden tot in vieze kleren rondlopen, zich niet wassen, zich uitkleden in gezelschap of grove taal gebruiken.
Het eindstadium van dementie
- Mensen in de laatste fase van dementie herkennen zelfs de eigen partner en kinderen niet meer. Ook de herinneringen uit het verre verleden zijn verdwenen. De patiënt wordt vaak weer rustiger, praat nauwelijks meer en begrijpt vrijwel niets meer. Hij is wel gevoelig voor stemmingen en heeft behoefte aan veiligheid en vertrouwen

Depressie

Meer dan zo maar een dit
- Je hoort mensen vaak zeggen dat ze ‘even een dipje’ hebben. Daar kijkt niemand van op. Iedereen is wel eens somber of treurig. Zulke gevoelens kunnen opkomen na een tegenslag of ruzie, het verlies van een dierbaar iemand, of zomaar. Meestal trekt zo’n sombere bui vanzelf weg.
- Maar bij sommige mensen blijft deze stemming aanhouden. Ze hebben nergens meer zin in of belangstelling voor. Hun hele bestaan wordt beheerst door somberheid. Al schijnt de zon en bruist alles om hen heen van leven, het raakt hen niet. Ze missen de energie om iets te ondernemen en het lukt maar niet om minder somber te worden.
- Mensen die weken- tot maandenlang last houden van zo’n zwaarmoedige stemming lijden aan een depressie.
Wat is een depressie?
- Helaas is het beantwoorden van deze vraag niet gemakkelijk.
- Om te begrijpen wat een depressie inhoudt, is het belangrijk om onderscheid te maken tussen normale depressiviteit en een depressie.
- In het algemeen wordt gesproken van een depressie wanneer iemand:
- Langer dan twee weken ongewoon somber is en/of nergens meer plezier in heeft.
- Daarnaast een aantal klachten heeft als slaapstoornissen, verminderde eetlust, weinig energie, vermoeidheid, concentratieproblemen, besluiteloosheid, traagheid, lichamelijke onrust, schuldgevoelens, gedachte over de dood of zelfdoding.
- De klachten het dagelijks functioneren verstoren en er sprake is van psychisch lijden.
Verschijnselen
Om vast te kunnen stellen van welke psychische stoornis sprake kan zijn, maken hulpverleners gebruik van de DSM IV (Diagnostical Statiscal Manual - IV). DSM IV is een handboek waarin gedetailleerd staat beschreven welke verschijnselen zich voordoen bij welke aandoening.
Volgens de DSM IV zijn de twee belangrijkste kenmerken van een depressie:
 een sombere depressieve stemming, leegheid
 het verlies van interesse en plezier, niet meer blij kunnen zijn.
 Om van een depressie te kunnen spreken dient minstens één van deze twee hoofdkenmerken aanwezig te zijn en daarnaast meerdere van de volgende zeven klachten of verschijnselen:
 een gevoel van waardeloosheid of schuldgevoelens
 slaapstoornissen
 verminderde of grotere eetlust of duidelijke gewichtsverandering
 weinig energie of vermoeidheid
 concentratieproblemen of besluiteloosheid
 traagheid of juist aanhoudende lichamelijk onrust
 terugkerende gedachten over de dood of zelfdoding.

Als u behalve één van de twee belangrijkste kenmerken meerdere van deze verschijnselen bij uzelf of een ander herkent, en de klachten zijn gedurende langere tijd (minimaal twee weken) aanwezig én het dagelijks functioneren is ernstig verstoord, dan kan er sprake zijn van een depressie. Het is dan zeer aan te raden naar de huisarts te gaan.
Soms gaat een depressie gepaard met allerlei andere klachten als lusteloosheid, paniek- of angstgevoelens, prikkelbaarheid of snel geïrriteerd zijn, vergeetachtigheid, verminderde seksuele gevoelens, veel of juist niet kunnen huilen, gevoelens van hopeloos- en hulpeloosheid, lichamelijke klachten waarvoor geen oorzaak gevonden wordt, het leven zonder zin of doel vinden of verwaarlozing van zichzelf, het huis of sociale contacten.
Depressies doen zich in alle leeftijdscategorieën voor. Maar afhankelijk van de leeftijd uit de depressie zich vaak anders. De depressie bij kinderen is bijvoorbeeld minder eenvoudig vast te stellen omdat de verschijnselen zich ook bij andere problemen kunnen voordoen. De verschijnselen bij kinderen (tot aan de puberteit) zijn:
 verlies van eetlust
 problemen met slaap zoals nachtmerries
 problemen met gedrag of duidelijk slechtere cijfers op school
 significante gedragsveranderingen; zich terugtrekken, lusteloosheid, agressiviteit.
 Bij oudere kinderen en adolescenten kan een extra indicator het gebruik van drugs of alcohol zijn.

Depressie bij ouderen

Als grijstinten de oude dag beheersen
- De oude dag gaat gepaard met vergeetachtigheid, weinig energie, lichamelijke ongemakken en pijn, en stramheid. Ook hebben veel ouderen last van somberheid, lusteloosheid en eenzaamheid. Dat is niet zo vreemd. Door de jaren heen zijn allerlei mensen die hen dierbaar zijn, gestorven. Dat brengt verdriet en rouw met zich mee. En omdat de sociale contacten afnemen, neemt ook het alleen zijn toe.
- Toch is het niet vanzelfsprekend dat ouderen somber en lusteloos zijn of veel lichamelijke klachten hebben. Zulke verschijnselen kunnen ook wijzen op een depressie.
- Een depressie wordt bij ouderen vaak niet herkend. Dat komt omdat de klachten aan de leeftijd worden toegeschreven, maar ook omdat ze verschillen van die bij jongeren. Hierdoor krijgen depressieve ouderen vaak niet de juiste hulp.

Depressie bij jongeren

Als de bui blijft hangen
- Geen zin hebben in contact met vrienden of om uit te gaan, met slaande deuren weglopen, spijbelen en experimenteren met drank en drugs: het komt allemaal voor bij jongeren in de puberteit. Net als pessimisme en zwaarmoedigheid.
- Maar een jongere die langere tijd somber is of zich blíjft afzetten tegen de wereld, heeft mogelijk een depressie.
Soorten depressie
Gewone depressie
 In het algemeen wordt gesproken van een depressie wanneer:
 Iemand langer dan twee weken ongewoon somber is en/of nergens meer plezier in heeft.
 Iemand daarnaast een aantal klachten heeft als slaapstoornissen, verminderde eetlust, weinig energie, vermoeidheid, concentratieproblemen, besluiteloosheid, traagheid, lichamelijke onrust, schuldgevoelens, gedachte over de dood of zelfdoding.
De klachten het dagelijks functioneren verstoren en er sprake is van psychisch lijden.
Niet alle depressies zijn hetzelfde. Ze kunnen variëren van mild tot zwaar. Bij iemand met een milde depressie zijn hooguit enkele depressieve verschijnselen aanwezig. Bij iemand met een zware depressie zijn vrijwel alle beschreven klachten aanwezig. De last die iemand van de depressie heeft hangt samen met de mate waarop de verschijnselen op de voorgrond treden en het dagelijks functioneren verstoren.
Speciale vormen
 Enkele speciale vormen van depressie zijn:
 Dysthyme stoornis
 Postpartum depressie
 Seizoensgebonden depressie
 Manisch-depressieve stoornis
 Dysthyme stoornis

Bij iemand met een dysthyme depressie doen zich minder verschijnselen voor dan bij iemand met een gewone depressie. En de verschijnselen die zich voordoen zijn minder intens. Wanneer de klachten van zo’n milde depressie tenminste twee jaar aanwezig zijn, wordt gesproken van een dysthyme depressie. Kenmerkend is dat een dysthyme depressie in ernst kan wisselen: lange perioden waarin men somber is kunnen worden afgewisseld door korte perioden waarin het wat beter gaat.
Overigens kan bij een dysthyme stoornis nog een ‘gewone’ depressieve stoornis komen. We spreken dan van een depressie die gesuperponeerd (opgestapeld) is op de dysthyme stoornis. Dit wordt ook wel een dubbele depressie genoemd.
Welke klachten treden op?
In vergelijking met de ‘gewone’ depressie zijn er, naast de sombere stemming, bij de dysthyme depressie veel minder bijkomende klachten. Bovendien wisselen de verschijnselen bij een chronische depressieve stemming sterk. Ze zijn afhankelijk van de persoon en situatie.
Over het algemeen kan men stellen dat naast de sombere stemming die tenminste twee jaar duurt, er sprake is van twee (of meer) van onderstaande klachten:
 slechte eetlust of teveel eten
 veel of juist heel weinig slapen
 weinig energie of vermoeidheid
 gering gevoel van eigenwaarde
 slechte concentratie of mogelijkheden om tot een besluit te komen
 gevoelens van hopeloosheid.

Dat de verschijnselen van een dysthyme stoornis relatief licht zijn wil nog niet zeggen dat iemand met een dysthyme depressie niet lijdt. Het lijden is juist zwaar, omdat er geen perioden zijn dat diegene zich echt goed voelt. Daarnaast ondervindt hij/zij ook behoorlijke beperkingen in het functioneren, zowel privé als op het werk.
Mensen met een dysthyme depressie voelen zich over het algemeen zeer ongelukkig en eenzaam. Nog meer dan bij de ‘gewone’ depressie is het moeilijk om erkenning te krijgen voor de dysthyme depressie. Door de omgeving worden mensen met een dysthyme depressie vaak gezien als negatief en lastig om contact mee te onderhouden.
Oorzaken
- Er is zelden of nooit één oorzaak aan te geven voor het ontstaan van een dysthyme depressie. Algemeen wordt aangenomen dat het bij alle vormen van depressie om meerdere factoren gaat, die gezamenlijk bijdragen aan het ontstaan. Zowel biologische, sociale als psychologische factoren spelen een rol.
- Als oorzaak voor de dysthyme depressie worden specifieke psychogene factoren (bijvoorbeeld chronische lichamelijke ziekten of chronische psychische en sociale belasting) en neurotische factoren genoemd. Daarom werd deze vorm van depressie vroeger ook wel psychogene of neurotische depressie genoemd.
- Kort gezegd is een neurose een uiting van een onbewust psychisch conflict. Dit conflict veroorzaakt angst, die zich op verschillende manieren uit. Onder meer in een nerveuze gespannenheid of in een depressieve stemming. Men is zich er niet altijd van bewust waar precies de schoen wringt. Het gaat immers om een onbewust psychisch conflict.
Dat kan al dateren uit de jeugd. Men kan bijvoorbeeld door voortdurend kritiek van de ouders veel “deuken” in het gevoel van eigenwaarde hebben opgelopen. Of men kan al vroeg veel hevige teleurstellingen hebben meegemaakt. Te denken valt hierbij aan het verlies op jonge leeftijd van vader of moeder of bijvoorbeeld lichamelijk en/of seksueel geweld (incest).
Als zich in de jeugd veel psychische schokken (trauma’s) hebben voorgedaan, dan kan het karakter “neurotisch” vervormd zijn geraakt. We spreken dan van een karakterneurose, of tegenwoordig liever van een persoonlijkheidsstoornis.
Behandeling
- Een chronisch depressieve stemming gaat niet vanzelf weer over, hooguit voor een korte periode. Ook is deze depressie meestal moeilijker te behandelen dan andere depressies. Het gebruik van medicijnen (antidepressiva) leidt vaak tot vermindering van de klachten, maar neemt de depressie niet helemaal weg. De depressie kan wel als minder zwaar beleefd worden. Ook door psychotherapie kan de depressie verminderen. Door psychotherapie kan geleerd worden de depressie beter in de hand te houden. Het dagelijks functioneren wordt daardoor verbeterd.

Postpartum depressie

Somberheid na de bevalling
- Een kind krijgen is een ingrijpende gebeurtenis. De jonge moeder maakt in korte tijd veel veranderingen door. Lichamelijk en hormonaal, maar ook emotioneel en sociaal. Ze staat opeens voor een nieuwe grote verantwoordelijkheid en de baby vraagt veel zorg.
- Geen wonder dat veel vrouwen de eerste dagen na een bevalling snel last hebben van spontane huilbuien, prikkelbaarheid, nervositeit en slaapproblemen. Baby blues worden die huildagen wel genoemd. Maar liefst 50 tot 80% van alle vrouwen die een kind krijgen hebben hier last van, veelal in de derde tot tiende dag na de bevalling.
- Meestal gaan deze baby blues vanzelf over. Maar sommige vrouwen zijn maandenlang somber. Al hadden ze zich vooraf nog zo op de baby verheugd, nu die er is voelen ze zich niet blij. Ze zijn prikkelbaar, angstig en neerslachtig.
- Jonge moeders met deze klachten hebben een postpartum depressie: een depressie na de bevalling, soms ook postnatale depressie genoemd (letterlijk: depressie na de geboorte). Soms beginnen de klachten pas na enkele weken, als de moeder stopt met borstvoeding geven of weer gaat werken.
Seizoensgebonden depressie
Winterdepressie
- Depressieve stemmingen tijdens het najaar, de winter en het vroege voorjaar zijn voor veel mensen elk jaar een terugkerend probleem. Meer dan 1,2 miljoen mensen in Nederland hebben hier in meer of mindere mate last van. Bij ongeveer 450.000 van hen is sprake van een winterdepressie. Mensen die last hebben van deze vorm van depressie komen tijdens de winterperiode vrijwel tot niets.
- Winterdepressie kan iedereen krijgen. Maar vooral vrouwen in de leeftijd van 13 tot en met 55 jaar hebben er een grotere gevoeligheid voor. Gelukkig is lichttherapie een doeltreffende behandeling die de meeste mensen uitkomst biedt.
- Stemmingsklachten tijdens de herfst, winter en vroege voorjaar kunnen worden onderverdeeld op basis van ernst. De ernstige vorm is de winterdepressie (Seasonal Affective Disorder, SAD). De mildere variant is de winterblues (Subsyndromal Seasonal Affective Disorder, S-SAD).
De voornaamste klachten van een winterdepressie zijn:
 somberheid, neerslachtigheid
 veel slapen, soms zelfs meer dan 14 uur per dag
 veel eten, met name koolhydraatrijk voedsel
 gewichtstoename
 prikkelbaarheid
 vermoeidheid
 neiging zich in zichzelf terug te trekken.

De klachten dienen minimaal twee jaar achtereen in het winterseizoen te bestaan om te kunnen spreken van een winterdepressie. De verschijnselen beginnen vaak tijdens de herfst, verhevigen in de winter en verdwijnen in de loop van de lente.

Winterblues

- Mensen met winterblues zijn niet ziek, maar hebben wel klachten. Deze klachten zijn hetzelfde als bij winterdepressie maar minder ernstig. Verschijnselen als somberheid, neerslachtigheid of depressie treden bij winterblues niet op.
Oorzaken van winterdepressie en winterblues
- De oorzaak van de winterdepressie en winterblues wordt vooralsnog toegeschreven aan de vermindering van de hoeveelheid licht in de herfst, winter en vroege voorjaar. Hierdoor ontstaat een ontregeling van het dag-nachtritme, dat met name van invloed is op de slaap en op de stemming.
- Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking is niet voldoende in staat zich aan te passen aan de veranderende hoeveelheid licht tijdens de verschillende seizoenen. Het hormoon melatonine speelt hierin waarschijnlijk een grote rol. Dit hormoon wordt ’s nachts aangemaakt. Tijdens de ochtend, onder invloed van licht, dient de aanmaak onderdrukt te worden.
Lichttherapie
- Lichttherapie is inmiddels een volkomen geaccepteerde behandeling van seizoensgebonden stemmingsklachten. Lichttherapie reguleert op kunstmatige wijze de natuurlijke aanmaak van melatonine en herstelt daarmee het dag-nachtritme. Het is een kuur waarbij door middel van specifiek soort sterk licht, zonder UV-straling, via de ogen het dag-nachtritme direct wordt beïnvloed.
- Lichttherapie is bij de meeste mensen met winterdepressie en winterblues effectief en is gemakkelijk te ondergaan. Het werkt niet verslavend en is zeer veilig.

Manisch-depressieve stoornis

Als stemmingen uit de hand lopen
- Met je hoofd in de wolken lopen en bruisen van energie, in zo’n bui is iedereen weleens. De ene keer hangt die uitgelaten stemming samen met de lente die op komst is, een andere keer met een succesje op het werk. Ook een sombere bui kent iedereen wel. De meeste mensen weten dat zulke stemmingen niet eeuwig duren. Ups en downs horen nu eenmaal bij het leven.
- Bij sommige mensen zijn de pieken echter extreem hoog en de dalen donker en diep. In hun vrolijke periodes zijn deze mensen opvallend druk en actief en denken ze de hele wereld aan te kunnen. Daar staan periodes van ernstige depressie tegenover. De vrolijkheid en de energie hebben dan plaatsgemaakt voor grote somberheid en futloosheid.
- Mensen die last hebben van zulke extreme stemmingswisselingen lijden aan een manisch-depressieve stoornis
Diagnose
- Indien iemand twee weken of langer last heeft van depressieve verschijnselen is het belangrijk hulp te zoeken. De huisarts is de eerst aangewezen hulpverlener. De huisarts kan niet alleen beoordelen of er sprake is van een depressie maar kan ook de ernst van de klachten inschatten.
Aan de hand daarvan zal hij in overleg met de patiënt bekijken of en zo ja welke behandeling het beste kan worden ingezet.

Bij de diagnostiek van depressie is de laatste jaren nogal wat veranderd. Helaas worden de nieuwe richtlijnen nog niet overal toegepast. Daarom is het goed om als patiënt zelf te weten waarop u kunt letten bij diagnose en behandeling.
Watchful waiting
- Als u langer dan twee weken last heeft van depressieve klachten die uw dagelijks functioneren belemmeren, dan is het raadzaam om naar uw huisarts te gaan. De huisarts zal zo goed mogelijk inschatten wat er aan de hand is. Van belang daarbij is dat u uw huisarts duidelijk vertelt wat u klachten precies zijn, wanneer ze zijn begonnen, of er een mogelijke aanleiding voor is, etc.
- Als de klachten nog géén drie maanden aanwezig zijn en u nog redelijk kunt functioneren, zal de huisarts niet meteen de diagnose depressie stellen. Hij/zij zal aangeven dat uw klachten mogelijk wijzen in de richting van een depressie, maar zal nog geen antidepressivum of psychotherapie voorstellen.
- Volgens de meest recente landelijke richtlijnen dient de huisarts namelijk een periode van 'watchful waiting' in acht te nemen. Dat wil zeggen dat uw huisarts u zorgvuldig in de gaten zal houden. Hij/zij zal u minimaal één keer in de twee weken terug laten komen op het spreekuur. De eerste keer zal informatie over depressie worden meegegeven en een aantal tips die u zelf kunt toepassen om wellicht wat verbetering in de situatie te brengen. Ervaring heeft namelijk geleerd dat mensen met niet al te ernstige depressieve klachten die op een wachtlijst stonden voor therapie, opknapten in de weken dat ze op de wachtlijst stonden.
- Mochten de depressieve klachten in de loop van een aantal weken niet afnemen dan zal de huisarts in overleg met u besluiten om andere middelen in te zetten en zal de diagnose 'depressie' definitief gesteld worden.
- Diagnostiek met watchful waiting is een 'traject' geworden van enkele weken. De diagnose wordt niet meteen tijdens een eerste consult bij uw huisarts gesteld. Dit geldt niet wanneer de depressie zó ernstig is dat het niet verantwoord is om de situatie enkele weken af te wachten. In dat geval zal meteen gekeken worden met welke behandeling u het beste kunt beginnen.
Behandeling
- Depressie is vaak goed te behandelen. Verreweg het grootste deel van de behandelingen bij depressie heeft een gunstig effect. Voor behandeling moet de stap naar de hulpverlening worden gezet. De huisarts is hiervoor de eerste aangewezen persoon. In eerste instantie wordt gekeken wat er aan de hand is: wat zijn uw klachten, hoe kunt u het beste worden geholpen?
- Afhankelijk van de ernst van de klachten wordt eerst een periode van watchful waiting in acht genomen. Wanneer de depressieve klachten niet overgaan zal in overleg met u een behandeltraject worden afgesproken. Afhankelijk van de ernst van de klachten zal eerst begonnen worden met minimale interventies, dat zijn lichte behandelingen waar veel mensen al erg van opknappen. Mocht dat niet het geval zijn dan wordt overgegaan op medicijnen óf praten. Als ook deze stap niet voldoende resultaat oplevert, wordt naar de volgende overgegaan; bijvoorbeeld praten én pillen.
Stepped care
- De behandeling verloopt, volgens de meest recente landelijke richtlijnen dus volgens een stappenplan van zo licht mogelijk tot zwaar, ook wel 'stepped care' of 'getrapte zorg' genoemd. Dat betekent dus dat in geval van een milde depressie wordt begonnen met een minder intensieve behandeling en in situaties waar dat noodzakelijk is meteen een intensieve behandeling plaatsvindt.
De stappen in 'stepped care' zijn:
 Watchful waiting
 Zelfhulp
 Minimale interventies
 Praten
 Mindfulness
 Pillen
 Lichttherapie
 Electro Convulsie Therapie

Vormen die tot voor kort nog tot het alternatieve circuit gerekend werden, worden nu ook in de reguliere aanpak toegepast: mindfulness, running therapy, lichttherapie, lichaamsgerichte therapie

Dwangstoornissen

Als kiezen niet meer lukt
- Controleren of het gas uit is, de kleren netjes opruimen, alle rode auto’s tellen of voortdurend hetzelfde deuntje in je hoofd hebben, niemand die daar gek van opkijkt. En geen mens is verbaasd wanneer een kennis zegt nu geen tijd te hebben om gezellig te winkelen omdat de schoonmaak voor gaat. De ene persoon is wat schoner en opgeruimder dan de ander, maar iedereen heeft wel bepaalde vaste gewoonten of rituelen in huis.
- Bij sommige mensen nemen deze gewoonten echter extreme vormen aan. Ze schrobben hun handen tot bloedens toe. Of ze gaan urenlang door totdat ze alle kleren precies recht opgevouwen hebben. Anderen moeten steeds weer terug naar huis om te controleren of de deur wel echt op slot is. Dan is het gewone dagelijkse ‘moeten’ een ongezonde dwang geworden.
- Die dwang kan zo ver gaan dat ze alle tijd opslokt en een normaal dagelijks functioneren onmogelijk maakt. Mensen die dit hebben, lijden aan een dwangstoornis, ook wel obsessief-compulsieve stoornis genoemd (vroeger dwangneurose)
Wat zijn dwangstoornissen?
- Er is een geleidelijke overgang van ‘normale’ dwangmatige eigenschappen naar ‘ziekelijke’ dwang. Iemand heeft een dwangstoornis wanneer hij of zij dwanggedachten of dwanghandelingen heeft die veel tijd opslokken, veel last veroorzaken en het dagelijks functioneren verstoren.
- Kenmerkend is ook het gevoel van de persoon in kwestie dat de gedachten en het gedrag niet bij hem of haar horen. Ze zijn bovendien ongewenst. De meeste mensen met een dwangstoornis hebben zowel dwanggedachten als dwanghandelingen.
- Dwanggedachten (obsessies)
Dwanggedachten zijn steeds terugkerende, hardnekkige gedachten of (denk)beelden. Ze zijn akelig en storend en veroorzaken een gevoel van spanning, angst en onrust. Iemand met zulke gedachten kan proberen ze te negeren of te onderdrukken. Maar vaak stoppen ze pas als bepaalde handelingen uitgevoerd worden.
- Dwanghandelingen (compulsies)
Dwanghandelingen zijn handelingen of regels die iemand bewust op een bepaalde manier uitvoert of toepast om de angst en de onrust te stoppen. Een voorbeeld is dat iemand alle nummerborden van rode auto’s hardop moet opnoemen om te voorkomen dat een familielid ernstig ziek wordt of een ongeluk krijgt. Dwanghandelingen kunnen ook voor de buitenwereld onzichtbaar, als gedachtenrituelen worden uitgevoerd. Een gedachtenritueel is bijvoorbeeld dat iemand van zichzelf een vraag eerst drie keer moet herhalen en dan pas antwoord mag geven.
De meestvoorkomende vormen van dwangstoornissen zijn was-, poets- of schoonmaakdwang, controledwang, dwangedachten over geweld en dwangmatige perfectie of netheid.

Eetstoornissen

Als eten een obsessie is
- Elk mens is dagelijks met eten bezig. Logisch, eten is immers nodig om in leven te blijven. We eten ook voor de gezelligheid, om iets te vieren of om onszelf te troosten. Tegelijkertijd is slank zijn de norm.
Er zijn maar weinig mensen die nooit op dieet zijn.
- Voor mensen met een eetstoornis is voedsel een obsessie geworden. Hun leven wordt beheerst door eten, calorieën en afvallen. ’s Ochtends vragen ze zich eerst af wat ze die dag wel of niet mogen eten. En aan het einde van de dag zitten ze vaak vol gevoelens van schaamte, schuld en walging wanneer ze zich niet aan hun voornemen hebben gehouden. Eten is voor deze mensen een constante bron van angst en spanning
Wat zijn eetstoornissen?
 De meest voorkomende eetstoornissen zijn:
 Anorexia nervosa (magerzucht), meestal kortweg anorexia genoemd
 Boulimia nervosa (vraatzucht), meestal kortweg boulimia genoemd
 Binge Eating Disorder (BED), meestal eetbuistoornis genoemd.
Anorexia nervosa
- Mensen met anorexia nervosa zijn doodsbang om dik te worden, ook al zitten ze ruimschoots beneden het gewicht dat voor hun leeftijd en lengte normaal en gezond is. Al kunnen ze al hun ribben tellen, toch voelen ze zich abnormaal dik. Vermageren is voor hen een verslaving geworden. Het geeft hen houvast, een gevoel van controle en het gevoel ergens heel goed in te zijn. Met een ijzeren wil onderdrukken ze hun honger. Eten doen ze meestal volgens een dwangmatig patroon en vaak moeten ze het eerst 'verdienen'.
- Mensen die anorexia hebben, beseffen meestal terdege dat hun omgeving het extreme lijnen afkeurt en probeert hen aan het eten te krijgen. Daarom gebruiken ze allerlei uitvluchten en trucs. Ze zeggen dat ze net gegeten hebben, gooien eten weg, of eten mee om de lieve vrede te bewaren, maar braken direct daarna alles weer uit. Verder sporten mensen met anorexia vaak fanatiek. Zo proberen ze het afvallen te versnellen.
Boulimia nervosa
- Mensen die aan boulimia nervosa* (vraatzucht) lijden, hebben regelmatig heftige eetbuien. Ze proppen alles in hun mond wat eetbaar is, zonder iets te proeven, tot alles op is. Tijdens zo’n ‘aanval’ zijn ze elke controle over zichzelf kwijt en eten ze soms uren aan één stuk. Hierna moeten ze van zichzelf braken of laxeermiddelen of vochtafdrijvende pillen slikken om niet aan te komen. Ze weten vaak niet dat die pillen alleen helpen om vocht af te drijven en niet om calorieën kwijt te raken, of dat laxeermiddelen verslavend zijn. Na een eetbui volgt meestal een tijd van fanatiek lijnen.
- Eetbuien verlopen meestal volgens een vast patroon. De persoon in kwestie fantaseert eerst over eten, gaat dan inkopen doen, stalt het voedsel op tafel uit en begint te eten tot alles op is. Voor de buitenwereld blijven deze eetbuien, uit schaamte, strikt verborgen. Mensen met deze eetstoornis ontlenen hun zelfwaardering aan de discipline waarmee ze op gewicht blijven of een eetpatroon kunnen volhouden. Hun voornemen om normaal te eten strandt echter steeds weer. Na elke eetbui schamen ze zich vreselijk en voelen ze zich schuldig en zwak.
- Mensen met boulimia hebben vaak een normaal gewicht, al kan dit in korte tijd sterk wisselen. Anders dan bij anorexia is dit probleem meestal niet aan de buitenkant zichtbaar, al denken mensen met boulimia zelf van wel.
Binge Eating Disorder (BED)
Een derde veelvoorkomende eetstoornis is BED. Net als bij boulimia hebben mensen met BED regelmatig heftige eetbuien, waarin ze grote hoeveelheden (vaak calorierijk) voedsel tot zich nemen. Alleen proberen ze dit niet kwijt te raken door laxeermiddelen te gebruiken of te braken. Ze kunnen daardoor erg dik worden. Dat maakt deze stoornis veel zichtbaarder. De schaamte hiervoor kan leiden tot meer psychische problemen en meer eetbuien.

Gokverslaving

De kick die onweerstaanbaar is
- Wie waagt er niet eens een gokje? De een koopt een staatslot, de ander zoekt zijn geluk achter de gokkast of kaart om geld. Veel senioren spelen graag bingo. Op zoek naar spanning, gezelligheid en snelle rijkdom kunnen mensen ook een bezoek brengen aan een casino. Meestal gaat het om een onschuldig tijdverdrijf.
- Maar voor sommige mensen biedt het gokken een kick waar ze niet meer buiten kunnen. Zij blijven gokken, ook al stapelen de schulden zich torenhoog op. Ze verwaarlozen vrienden, werk of school. Uiteindelijk beheerst het gokken hun hele leven. Dan is er sprake van een gokverslaving.
Wat is gokverslaving?
Van spel naar verslaving
- Mensen raken niet van de ene op de andere dag verslaafd. In het begin is het gokken vooral een aangenaam tijdverdrijf. De mogelijkheid (veel) te kunnen winnen maakt het bovendien opwindend. Voor de meeste mensen blijft het daarbij. Ze besteden niet meer tijd en geld aan het gokken dan verstandig is.
- Sommige mensen gaan echter ongemerkt steeds vaker gokken en zetten ook steeds meer geld in. Hoeveel ze ook verliezen, ze blijven vol optimisme proberen het verlies terug te winnen. Zo raken ze steeds meer in de ban van het gokken. Het evenwicht tussen de tijd die gaat zitten in het gokspel en de tijd die ze besteden aan dagelijkse bezigheden als werk of school, raakt zoek. Deze zogenaamde probleemspelers stoppen te veel tijd en geld in het gokken.
- Een aantal gokkers verliest volledig de controle over het gokken; zij zijn gokverslaafd. Mensen met een gokverslaving zijn helemaal van het gokken afhankelijk. Grote schulden en problemen thuis of op het werk weerhouden hen er niet van een speelgelegenheid op te zoeken.
Verschijnselen
De volgende verschijnselen zijn kenmerkend voor gokverslaving:
 Vrijwel voortdurend aan gokken denken en de drang om te gaan gokken niet kunnen weerstaan.
 Zich niet meer aan eigen regels en voornemens houden en keer op keer meer geld en tijd aan gokken besteden dan voorgenomen was.
 Er ondanks alle pogingen niet in slagen het gokken te verminderen of te stoppen.
 Steeds proberen de verliezen de volgende dag terug te winnen.
 Proberen de verslaving geheim te houden voor de omgeving.
 Liegen over het gokken om kritiek te vermijden en de problemen te verbergen.
 Sociale contacten verwaarlozen of zelfs verbreken.
 Steeds vaker van school of werk verzuimen, om maar te kunnen gokken.
 Steeds meer geld lenen waardoor de schulden toenemen. Deze schulden leiden tot extra zorgen en spanningen en zo tot meer gokken.
 Proberen op een illegale manier aan geld te komen, bijvoorbeeld door fraude of diefstal.

Kind in de knel

Psychische mishandeling en emotionele verwaarlozing
- In geen enkel gezin gaat het er altijd harmonieus aan toe. Ouders worden wel eens boos op hun kind of sturen het naar de slaapkamer als het vervelend is. Soms vallen er heftige woorden. Heel gewoon, geen reden tot bezorgdheid.
- In sommige gezinnen blijft het echter niet bij af en toe een flinke woordenwisseling of een boze bui. Daar krijgen kinderen voortdurend van hun ouders te horen dat ze niets waard zijn, worden ze steeds afgesnauwd of uitgescholden en voelen ze zich niet veilig. Of ze krijgen nauwelijks aandacht en kunnen hun verhaal niet kwijt.
In zulke gevallen worden kinderen psychisch mishandeld of emotioneel verwaarloosd.
- Kinderen kunnen daar ernstige psychische problemen door krijgen en zelfs voor hun leven worden beschadigd. Mensen die in hun omgeving een kind kennen dat 'in de knel' zit, worstelen vaak met de vraag wat ze kunnen doen om het kind te helpen.
Psychische mishandeling
Kinderen hebben behoefte aan waardering en steun. Als ouders hun kind altijd maar belachelijk maken, uitschelden of laten merken dat ze het niets waard vinden, is dat psychische mishandeling. Het komt ook voor dat ouders hun kind voortdurend bang maken, door bijvoorbeeld te dreigen het kind naar een tehuis te sturen of door het kind op te sluiten in een donkere kast. Of door kleine fouten overdreven zwaar te bestraffen. Onvoorspelbaar gedrag is ook een voorbeeld: ouders zijn het ene moment lief, het andere moment boos, zonder dat de reden daarvoor duidelijk is. Het kind weet dan niet wat het van de ouders kan verwachten en wordt angstig en onzeker. Sommige kinderen horen steeds van hun ouders dat ze spijt hebben dat ze ooit kinderen hebben gekregen en dat ze hem of haar het liefst zo weinig mogelijk zien. Er zijn ook ouders die hun kind juist voor zichzelf willen houden en het kind belemmeren in de omgang met vriendjes en vriendinnetjes. Ook dat beschadigt een kind.
Emotionele verwaarlozing
Als een kind van de ouders nauwelijks liefde, warmte en aandacht krijgt, wordt het emotioneel verwaarloosd. Ouders tonen bijvoorbeeld geen interesse in de belevenissen of schoolverhalen van het kind, reageren vaak niet als het om aandacht vraagt of geven het nooit eens een knuffel. Of ze doen zelden iets samen met hun kind. In sommige gezinnen lijken de kinderen heel goed te worden verzorgd; ze hebben veel speelgoed en dure kleren. Maar dit betekent nog niet automatisch dat er ook aandacht is voor de emotionele behoeften van de kinderen.
Psychische en lichamelijke mishandeling
Vaak wordt gedacht dat een kind dat psychisch mishandeld wordt, ook lichamelijk of seksueel wordt mishandeld. Dat kan inderdaad, maar is lang niet altijd zo. Andersom geldt het vaak wél: als een kind lichamelijk wordt mishandeld of seksueel wordt misbruikt, is er vaak ook sprake van psychische mishandeling.

Pesten bij kinderen en volwassenen

Als plagen uit de hand loopt
- Of we nu jong zijn of oud, allemaal plagen we wel eens en worden we geplaagd. Kinderen leggen een nepspin op het bureau van hun nieuwe juf, collega’s halen een één-april-grap uit met elkaar en ook sinterklaas plaagt in zijn gedichten heel wat af. Plagerijen zijn niet kwaad bedoeld.
- Anders wordt het wanneer klasgenoten een mollig meisje elke dag opnieuw voor biggetje uitschelden of een jongen op weg naar school slaan en duwen. Of wanneer een werknemer elke werkdag e-mails met hatelijke teksten krijgt of iemands manier van lopen steeds wordt nageaapt. Dan is er sprake van pesten.
- Pesten kan lichamelijke en psychische klachten veroorzaken en iemand voor het leven beschadigen. Plager en geplaagde zijn aan elkaar gewaagd. Ze houden elkaar over en weer voor de gek. Tussen pester en gepeste is dit evenwicht er niet. De pester heeft de overmacht. Hij of zij is lichamelijk sterker, gevatter en mondiger of ontleent macht aan zijn of haar positie. Vaak gebeurt pesten in groepsverband. Pesters hebben bovendien - hoe onbewust misschien ook - de bedoeling het slachtoffer te kwetsen
Wat is pesten?
Een probleem van alle leeftijden
Pesten komt veel voor bij kinderen, op school, op straat of bij een club. Maar volwassenen kunnen evengoed het slachtoffer worden. Meestal gebeurt dit op het werk. Ook buren kunnen elkaar erg pesten, bijvoorbeeld door expres keiharde muziek te draaien.
Signalen
 De volgende signalen kunnen erop wijzen dat een kind of volwassene wordt gepest:
 Niet meer naar school, werk, sportclub of vereniging willen, uitvluchten verzinnen
 Niets meer vertellen over school of werk
 Geen klasgenoten mee naar huis nemen of niets meer met collega’s ondernemen
 Slechte prestaties leveren
 Slaapproblemen, nachtmerries
 Concentratieproblemen
 Somber, futloos of teruggetrokken gedrag
 Lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn of buikpijn, moeheid
 Blauwe plekken
 Beschadigde of kwijtgeraakte spullen.

Niet afwachten
- Dat je van pesten ‘flink’ wordt, is een vooroordeel en beslist niet waar! Pesten kan iemands leven grondig vergallen. Veel gepeste mensen hebben het gevoel in een nachtmerrie te leven. Pesten maakt de slachtoffers angstig, onzeker en op den duur geïsoleerd. In het uiterste geval kan dit zelfs leiden tot (pogingen tot) zelfdoding.
- Jeugdervaringen met pesten laten hun sporen na. Slachtoffers houden later vaak last van psychische klachten, zoals angsten en depressies. Contacten leggen kost hen meestal veel moeite. Vaak zijn ze onzeker in vriendschappen en wantrouwend tegenover andere mensen. Gebrek aan zelfvertrouwen en eenzaamheid komen veel voor. Soms worden slachtoffers later zelf pester, omdat ze niet hebben geleerd gewoon met anderen om te gaan.
- Mensen die op het werk worden gepest, kunnen allerlei lichamelijke en depressieve klachten krijgen. Ze kunnen voor kortere of langere tijd ziek worden. Veel gepeste werknemers vragen uiteindelijk om overplaatsing of nemen ontslag. Voor het bedrijf heeft pesten eveneens grote gevolgen: op de werkvloer ontstaat een verziekte sfeer, de productiviteit neemt af en de ziektekosten stijgen.
- Ook pestkoppen ondervinden gevolgen van hun gedrag: ze slagen er vaak niet in een opleiding af te ronden en hebben een grotere kans in de criminaliteit terecht te komen en aan alcohol verslaafd te raken.

Posttraumatische stress-stoornis

De klap die pijn blijft doen
- Inbraken, overvallen, aanrandingen en verkrachtingen, auto-ongelukken, een vliegtuig dat neerstort, gijzelingen en oorlogsgeweld, de kranten staan dagelijks vol met berichten hierover.
- Voor de mensen die zoiets meemaken, zijn het onverwachte, ingrijpende ervaringen die hun leven ernstig ontwrichten. De meeste mensen kunnen zo’n traumatische ervaring zelf verwerken. Maar sommigen slagen er niet in de draad van het dagelijks leven weer op te pakken. Hun angst en machteloosheid blijven terugkomen.
- Die mensen kampen met allerlei lichamelijke en psychische klachten. Deze kunnen wijzen op een posttraumatische stress-stoornis (PTSS). De gebeurtenis heeft psychisch een diepe wond (=trauma) geslagen en roept zoveel stress op, dat het dagelijks leven erna (= post) ernstig is verstoord.
Wat is posttraumatische stress-stoornis?
Verschijnselen
- Mensen hebben een posttraumatische stress-stoornis wanneer de lichamelijke en geestelijke klachten die ze direct na de traumatische ervaring hebben, niet binnen drie maanden verdwijnen. De gebeurtenis heeft een blijvende pijn veroorzaakt en de klachten die het slachtoffer daardoor heeft, beperken hem in zijn dagelijks functioneren. Soms krijgen mensen pas na maanden of jaren last van de traumatische ervaring. Dat geldt bijvoorbeeld voor slachtoffers van incest en mensen met oorlogservaringen, of mensen die wegens hun politieke of religieuze opvattingen of etnische afkomst vervolgd of gemarteld zijn.
- De posttraumatische stress-stoornis gaat verder vaak gepaard met gevoelens van depressie en angst of uit zich in onverklaarbare lichamelijke klachten en pijn.
De verschijnselen van posttraumatische stress wisselen elkaar af: het ene moment heeft het slachtoffer last van herbelevingen, dan weer overheersen vermijding en gevoelens van emotionele verdoving en gevoelloosheid.
Herbeleving
- Tijdens herbelevingen dringt de schokkende gebeurtenis zich in beeld, geur, geluid, smaak en lichamelijke gevoelens onontkoombaar aan de persoon op. Deze beleeft alles opnieuw, alsof het op datzelfde moment gebeurt
- Nachtmerries en onrustig slapen
- Terugkerende herinneringen en gedachten aan de gebeurtenis
- Regelmatig terugkerende heftige angstreacties, met hartkloppingen en ademhalingsmoeilijkheden, hevig trillen en zweten, verlamd zijn van schrik of de neiging weg te rennen. Deze reacties komen vooral op in situaties die aan de gebeurtenis herinneren.
Vermijding
 De hele gebeurtenis of bepaalde momenten eruit vergeten: verdringing
 Gevoelloosheid en leven op de automatische piloot
 Ontkenning van het gebeurde en ervoor wegvluchten, bijvoorbeeld in keihard werken of overmatig drinken
 Er niet over willen praten en zichzelf afsluiten voor anderen
 De plaats van het gebeurde en situaties die eraan herinneren uit de weg gaan.

Vermijding beschermt tegen de heftige emoties die een traumatische ervaring oproept. Het zorgt ervoor dat vrijwel ondraaglijke herinneringen slechts stukje bij beetje tot iemand doordringen.
Verschijnselen van spanning en verhoogde waakzaamheid
 Gespannenheid, gejaagdheid, geen rust of geduld hebben en constant alert zijn
 Schrikachtigheid en overgevoeligheid
 Prikkelbaarheid, woede-aanvallen en huilbuien
 Somberheid en gebrek aan plezier en interesse
 Grote vermoeidheid, maar slecht in- of doorslapen
 Concentratieproblemen.

Overige verschijnselen
 Zichzelf verwijten maken en de schuld geven van het gebeurde
 Minderwaardigheidsgevoelens
 Roekeloos gedrag, drank- en drugsmisbruik.

Rouw en verliesverwerking

- Na de dood van een dierbare
- Elke dag worden veel mensen geconfronteerd met de dood van een dierbare. Zo’n verlies is een van de ingrijpendste en verdrietigste gebeurtenissen in een mensenleven. Van het ene op het andere moment is de naaste definitief weg. Dat afscheid verandert het leven voor altijd, ook wanneer het niet onverwacht kwam.
- Nabestaanden, zoals de partner, de ouders of de kinderen, worden vaak niet alleen overweldigd door verdriet, maar ook door gevoelens van verbijstering, ongeloof of woede. Mensen zeggen achteraf wel dat ze het gevoel hadden gek te worden of verdoofd te zijn. Ook voor andere familieleden, vrienden, collega’s, klasgenoten en leraren komt het overlijden vaak als een schok.
Wat is rouw en verliesverwerking?
Het rouwproces
- Tijdens het rouwproces verwerkt de nabestaande geleidelijk de pijn van het verlies. Hij of zij neemt afscheid, accepteert langzamerhand de definitieve afwezigheid van de geliefde persoon en probeert zich aan te passen aan de ontstane leegte.
- Direct na het overlijden ervaren sommige mensen een gevoel van onwerkelijkheid. De dood van de geliefde lijkt een nare droom, waaruit ze binnenkort wakker worden. Andere mensen voelen vrijwel niets, hun gevoel is als het ware ‘dood’. Weer anderen vinden de dood van de geliefde zo pijnlijk dat ze die eerst ontkennen. De ene mens is totaal ontredderd, de andere reageert juist heel kalm.
Als iemand net dood is moeten er veel praktische zaken geregeld worden, bijvoorbeeld voor de begrafenis of crematie. Daarom gaat die eerste tijd veelal als in een roes voorbij. Het verlies dringt vaak pas in de periode daarna echt door. Dan gaan de nabestaanden beseffen wat het betekent voor hun leven. Dit is de zwaarste en verdrietigste tijd.
- Later volgt een periode waarin mensen proberen de verandering te aanvaarden en zich aan te passen. Dit gaat met vallen en opstaan. Ze maken voorzichtig weer plannen voor de toekomst. Ook sociaal en praktisch passen ze zich aan. Ze leggen bijvoorbeeld nieuwe contacten, pakken een hobby of studie op, gaan vrijwilligerswerk doen of zelfs verhuizen. Dagen waarop iemand heel erg met het verlies bezig is, worden afgewisseld met tijden waarin de emoties op een afstand blijven.
Verschillende reacties
- Nabestaanden zijn al snel bang dat hun reacties op het overlijden van een dierbare niet normaal zijn. Ze vrezen dat hun verdriet te hevig is of te lang duurt, of dat ze juist te weinig blijk geven van verdriet. Het is belangrijk om te weten dat ieder mens op zijn eigen wijze reageert op de dood van een dierbare. Iedereen rouwt op de manier die hij of zij nodig heeft. De reacties kunnen dus sterk uiteenlopen.
- De één zal veel behoefte hebben om over de overledene te praten of samen naar foto’s of videofilms te kijken. De ander trekt zich juist terug, bekijkt de foto’s liefst alleen of verwerkt het verlies door hard werken, klussen of sporten. Mannen zijn vaak geneigd hun verdriet wat weg te stoppen. Ze concentreren zich bijvoorbeeld op hun werk. Vrouwen hebben meestal meer behoefte aan praten.
Sommige nabestaanden houden alles zoveel mogelijk zoals het was: ze laten de spullen van de partner op hun vaste plaats liggen, houden de kamer van het overleden kind intact en blijven de dagelijkse routine volgen. Anderen veranderen juist alles: ze ruimen de spullen van de overledene op, verhuizen of zoeken nieuwe vrienden. Sommige mensen mijden het liefst de plaatsen die aan de overledene doen denken.
Ook de cultuur waarin mensen opgroeien, heeft invloed op de manier waarop ze omgaan met het verlies en hun emoties uiten. De gebruiken en plechtigheden rondom begrafenis en dood variëren van ingetogen en sober afscheid nemen tot luid rouwbeklag en in saamhorigheid eten, dansen en zingen. Het verdriet wordt met de hele gemeenschap gedeeld. Vaak komen verwanten en vrienden ook later nog op gezette tijden bijeen om elkaar te steunen en de overledene te herdenken.

Schizofrenie

Verstoorde werkelijkheid
- Ieder mens denkt wel eens dat hij een stem hoort terwijl er niemand geroepen heeft. Of meent in de schemering een man te zien, om dan te ontdekken dat het een boom is.
- Sommige mensen zien beelden of horen stemmen die er voor anderen niet zijn, terwijl die in hun beleving echt bestaan. Anderen zijn er vast van overtuigd dat iemand hen achtervolgt of geloven heilig dat ze een bruid van Christus zijn.
- In zo’n toestand zeggen deze mensen dingen die voor buitenstaanders onbegrijpelijk zijn. Ze maken een verwarde indruk en zíjn ook echt in de war: hun contact met de werkelijkheid is ernstig verstoord.
- Mensen in zo’n toestand hebben een psychose. Er kan dan sprake zijn van schizofrenie
Wat is schizofrenie?
- Psychose of schizofrenie?
- Niet iedereen die een psychose doormaakt, heeft schizofrenie. Een psychose kan bijvoorbeeld ook optreden na een moeilijke, uitputtende periode in iemands leven, of het gevolg zijn van druggebruik of een depressie.
- Van schizofrenie is sprake als iemand één langdurige psychose of meerdere psychosen heeft doorgemaakt en in de tussenliggende periodes niet goed functioneert. De verschijnselen die horen bij een psychose worden de positieve symptomen van schizofrenie genoemd: ze zijn duidelijk aanwezig. De verschijnselen van het verminderd functioneren worden de negatieve verschijnselen van schizofrenie genoemd: bepaalde vaardigheden of eigenschappen zijn afwezig.
Positieve symptomen van schizofrenie: de psychose
- Tijdens een psychose maken mensen een vreemde indruk op hun omgeving. Ze doen en zeggen ongerijmde dingen. Hun gevoelens lijken niet te kloppen met wat er om hen heen gebeurt. Ze kunnen bijvoorbeeld zonder duidelijke aanleiding in lachen of huilen uitbarsten.
Dit komt omdat iemand die een psychose doormaakt, in een eigen werkelijkheid leeft. De persoon koppelt gedachten en waarnemingen aan gevoelens of gedragingen die er niet echt mee samenhangen. Informatie uit de buitenwereld dringt niet goed of soms helemaal niet door.
- Normaal gesproken scheiden mensen informatie (=prikkels) uit de buitenwereld automatisch in belangrijke informatie die verwerkt moet worden, en onbelangrijke informatie, zoals achtergrondgeluiden en -beelden. Mensen in een psychose kunnen deze scheiding niet maken. Daardoor krijgen ze een overdosis aan prikkels te verwerken en raken hun hersenen overbelast.
Wanen
- Wanen zijn overtuigingen of gedachten die niet overeenkomen met de werkelijkheid en waarbij degene met de wanen zelf het middelpunt is. Hoe onterecht of vergezocht ook, de persoon houdt vast aan deze denkbeelden.
Bekende wanen zijn de paranoïde wanen, waarbij mensen denken dat ze worden achtervolgd of vergiftigd, of het slachtoffer zijn van een complot waarbij hun gedachten worden ‘afgetapt’. Ook identiteitswanen zijn vrij bekend. Mensen die daaraan lijden, denken bijvoorbeeld dat ze afgezant van God of president van de Verenigde Staten zijn.
Iemand met een betrekkingswaan kan denken dat bepaalde gebeurtenissen, zoals berichten op de televisie of radio, speciaal voor hem zijn bedoeld.
Hallucinaties
- Mensen die hallucineren, horen, zien, voelen of ruiken dingen die anderen niet waarnemen. Stemmen horen komt het meest voor. Bij sommige mensen geven die stemmen bij alles commentaar of advies, bij anderen geven ze (gevaarlijke) opdrachten.
In enkele gevallen voelen mensen ook van alles aan of in het lichaam. Bijvoorbeeld dat ze door onzichtbare handen naar achter worden geduwd of dat er een slang in hun buik rondkruipt.
Verward denken

- In een psychose gaat het denken te snel, te langzaam of verloopt het chaotisch. De gedachten zijn onsamenhangend en moeilijk te sturen. De psychotische persoon gaat ook anders praten en reageren en heeft moeite anderen te begrijpen. De man of vrouw in kwestie ratelt aan een stuk door, springt van de hak op de tak of zegt de woorden van een ander precies na.
Negatieve symptomen van schizofrenie

- Mensen met schizofrenie functioneren in de perioden tussen de psychosen sociaal en psychisch minder goed. Ze lijken weinig energie te hebben en tonen weinig emoties. Ze verwaarlozen zichzelf, hun werk en hun sociale contacten. Voor hun omgeving zijn ze moeilijk te bereiken en ze begrijpen sociale situaties en signalen niet altijd even goed. Ze voelen zich leeg en somber. Ze kunnen zich slecht concentreren en kunnen moeilijk besluiten nemen.

Slaapstoornissen

Als de nacht geen rust geeft
- Urenlang liggen piekeren en niet kunnen inslapen. Slecht slapen bij het vooruitzicht van een spannende of drukke dag. Wakker schrikken uit een nachtmerrie. Ieder mens slaapt wel eens slecht. Eén of twee nachten slecht slapen is niet zorgwekkend.
- Anders wordt het als iemand élke nacht de klok drie uur hoort slaan en elke ochtend doodmoe uit bed stapt. Dan kan er sprake zijn van een slaapstoornis.
Wat zijn slaapstoornissen?
Normale slaap
- Slapen is nodig om tot rust te komen, lichamelijk en geestelijk te herstellen en weer energie te krijgen. Gemiddeld slapen we een derde deel van ons leven. Gemiddeld, want de slaapbehoefte van mensen varieert: de een heeft weinig, de ander veel slaap nodig. Naarmate mensen ouder worden, gaan ze minder slapen.
- Pasgeboren kinderen slapen gemiddeld 16 uur per dag, volwassenen zo’n 7 à 8 uur. Ouderen slapen vaak nog minder. Vrouwen slapen gemiddeld wat meer dan mannen.
- Ieder mens heeft zijn eigen dag- en nachtritme. Zo zijn er ochtendmensen en avondmensen. De kwaliteit van de slaap en een uitgerust gevoel zijn daarom belangrijker om te bepalen of iemand goed slaapt dan het tijdstip of de duur van de slaap.
Een slaapstoornis
- Iemand die regelmatig slecht slaapt, hier minstens een maand last van heeft en daardoor overdag minder goed functioneert, heeft last van een slaapstoornis. Zo’n stoornis gaat gepaard met concentratieproblemen, prikkelbaarheid en gebrek aan energie.
Verschillende slaapstoornissen
 Slaapstoornissen zijn aan de hand van de klachten te onderscheiden in meerdere categorieën.
De primaire slaapstoornissen worden onderverdeeld in dyssomnieën en parasomnieën:
 Dyssomnieën hebben te maken met de duur, de kwaliteit en het tijdstip van de slaap.
 Insomnie en hypersomnie komen met meeste voor. Mensen met insomnie, of slapeloosheid, kunnen moeilijk inslapen en worden ’s nachts vaak wakker of ontwaken te vroeg in de ochtend.
Mensen met hypersomnie kunnen overdag moeilijk wakker blijven. Ze slapen ’s nachts en vaak ook overdag erg veel, maar blijven desondanks slaperig.
Andere dyssomnieën zijn:
 Afwijkingen in de ademhaling tijdens het slapen, waaronder slaapapneu. Mensen met slaapapneu stoppen ’s nachts enkele keren seconden- tot minutenlang met ademen. Dan schrikken ze wakker en gaan weer ademhalen. Door het plotseling aanzuigen van veel lucht snurken ze luidruchtig. Overdag zijn deze mensen slaperig. Oorzaak van apneu is vaak een slecht gevormd gehemelte of het inzakken van spieren in de keelholte.
 Verstoringen van het slaap-waakritme. Mensen die in ploegendienst werken of medicijnen of drugs gebruiken, kunnen hier last van hebben. De inwendige biologische klok raakt ontregeld, wat leidt tot problemen met het in- en doorslapen en vermoeidheid. Een jetlag door een lange vliegreis is ook zo’n verstoring.
 Narcolepsie. Mensen met narcolepsie hebben overdag plotselinge, onweerstaanbare slaapaanvallen. Ze voelen zich voortdurend slaperig en kunnen ook last hebben van abrupte spierverslapping. Ze zakken dan plotseling in elkaar, meestal bij onverwachte emoties, zoals schrik of woede.
 Slaapproblemen door onrust in de benen (‘restless legs’) en kortdurende schokken van de benen tijdens de slaap.
 Bij parasomniën doen zich tijdens de slaap abnormale verschijnselen of gedragingen voor. De bekendste zijn: nachtmerries, slaapwandelen en praten of tandenknarsen in de slaap. Bij pavor nocturnus treden angstaanvallen op. Mensen met pavor nocturnus worden plotseling wakker met een paniekerige schreeuw en maken dan een verwarde indruk. Zowel pavor nocturnus als slaapwandelen komen voornamelijk voor bij kinderen en verdwijnen bij het ouder worden.
Naast de primaire slaapstoornissen zijn er:
- Slaapstoornissen die samenhangen met een psychiatrisch probleem, zoals een depressie, manie, angststoornis of psychose. De meest voorkomende klachten zijn slaapgebrek door slecht inslapen, vroeg wakker worden of ’s nachts vaak wakker worden. Soms slapen mensen met psychiatrische problemen juist langer dan normaal.
Andere slaapstoornissen
- Deze hangen samen met lichamelijke ziekten, zoals diabetes of een schildklieraandoening, of het gebruik van medicijnen, drugs of alcohol. Ze uiten zich meestal als slapeloosheid, soms als teveel slapen. Ook lichamelijke klachten, zoals pijn en benauwdheid, kunnen mensen beletten goed te slapen. Voorbeelden van medicijnen die de slaap beïnvloeden, zijn bloeddrukverlagende middelen en hormonen.

Stress, overspannenheid & burn-out

Als alle rek er uit is
- Stress brengt het lichaam in staat van paraatheid: de polsslag versnelt, de spieren spannen zich en de ademhaling wordt sneller en dieper. Die spanning helpt een chauffeur bijvoorbeeld om snel op de rem te trappen als er plotseling een kind voor zijn auto schiet.
- Stress stelt mensen in staat extra alert te reageren en geconcentreerd te werken aan een lastige klus of een moeilijk examen. Na afloop van zo’n gebeurtenis vloeit de spanning vanzelf weg.
- Deze stress is niet ongezond. Het hoort bij het leven en komt bij iedereen voor.
- Sommige situaties leveren stress op zonder dat deze effectief te gebruiken is. Veel mensen raken bijvoorbeeld gestresst tijdens hun dagelijkse verblijf in de file. Mensen bouwen ook stress op wanneer de werkdruk constant te hoog is of er thuis voortdurend spanningen zijn door ziekte of ruzies.
- Die stress is niet meer gezond, maar veroorzaakt overbelasting en uitputting. In het ergste geval kan dit uitmonden in overspannenheid of burn-out
Wat is stress, overspannenheid, burn-out?
Verschijnselen van stress en overbelasting
- Stress uit zich vaak eerst in onopvallende, ‘gewone’ klachten. Die kunnen per persoon verschillen. De één krijgt last van maagpijn, de ander van eczeem, de derde slaapt slecht. Als de stress lang aanhoudt of er geen tijd is om te herstellen, worden de gevolgen op steeds meer gebieden merkbaar. De belangrijkste verschijnselen zijn:
Lichamelijk:
 aanhoudende moeheid
 slapeloosheid
 spierpijn, hoofdpijn, rugpijn
 maagpijn, darmstoornissen, slechte eetlust
 verminderde weerstand (met meer kans op verkoudheid en griep)
 hartkloppingen, verhoogde bloeddruk, verhoogd cholesterol.
Psychisch:
 niet meer tot rust kunnen komen, gejaagdheid
 prikkelbaarheid, irritatie
 sombere buien, huilbuien, piekeren, angst
 niet meer kunnen genieten, lusteloos en futloos zijn
 besluiteloos concentratieverlies, vergeetachtig
 onzeker, verminderd zelfvertrouwen.

Gedragsveranderingen:
 minder presteren en meer fouten maken
 steeds meer roken en veel alcohol en drugs gebruiken
 steeds meer slaap- of kalmeringsmiddelen gebruiken
 sociale contacten steeds meer uit de weg gaan.
Van kwaad tot erger
- Stress is gezond zolang de eisen die aan iemand worden gesteld niet hoger zijn dan wat die persoon aankan. De draaglast (de belasting) en de draagkracht (de belastbaarheid) zijn dan met elkaar in evenwicht.
- De problemen ontstaan wanneer de draaglast groter wordt dan de draagkracht en deze overbelasting lange tijd aanhoudt. Mensen in deze situatie putten zichzelf almaar verder uit, in een poging aan de gestelde eisen te voldoen.
- Hoe groter de uitputting, hoe erger de klachten worden. Mensen die lang overbelast zijn, worden ook steeds emotioneler. Uitbarstingen van woede, agressie, paniekaanvallen, wantrouwen en depressieve gevoelens komen in de plaats van irritatie, piekeren en bezorgdheid.
- Zelfs gewone dagelijkse dingen doen wordt steeds moeilijker. Een telefoontje plegen, stofzuigen, wassen: alles kost veel energie. Nadenken lukt niet meer goed en het wordt steeds moeilijker hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Gedachten als ‘waar doe ik het allemaal voor?’ en ‘ik sta overal alleen voor’ dringen zich op. Op een bepaald moment is de koek helemaal op. Een klein voorval is dan vaak de druppel die de emmer doet overlopen, waardoor iemand instort.

Artikel:
Psychiatrische stoornissen bij zwangere en kraamvrouwen

Samenvatting van het artikel:
 De meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden pre en post partum zijn vooral depressie en, in mindere mate, paniekstoornis en psychose.
 Deze ziektebeelden hebben niet alleen negatieve gevolgen voor het welbevinden van de moeder, maar kunnen ook leiden tot obstetrische complicaties en een gestoorde moeder-kindrelatie.
 Daarom is het belangrijk vrouwen met een verhoogd risico op een psychiatrische stoornis te identificeren, bij voorkeur voor of tijdens de zwangerschap.
 De belangrijkste risicofactor is een psychiatrische stoornis in de anamnese. Obstetrische risicofactoren voor een depressie zijn: ongeplande of ongewenste zwangerschap, zwangerschapshypertensie, een spoedsectio-caesarea, en een vroeg ontslag uit het ziekenhuis. Overige factoren zijn: lage sociaaleconomische status, recent ‘life event’, negatief zelfbeeld, weinig sociale ondersteuning, immigratie in de laatste 5 jaar, een gevoel van controleverlies tijdens de bevalling, en voedingsproblemen met het kind.
 Voor de behandeling van een zwangere of kraamvrouw met mogelijk een psychiatrische stoornis wordt zij verwezen naar, bij voorkeur, een gecombineerde polikliniek voor psychiatrie en obstetrie dan wel naar een psychiater in een algemeen ziekenhuis, in geval van een zwaarwegende risicofactor zoals een eerder doorgemaakte psychiatrische stoornis (al dan niet in het kraambed), ernstige, actuele psychiatrische symptomen of langdurig gebruik van psychofarmaca.

Extra informatie:
Wat is epilepsie?

 De meeste mensen kennen 'epilepsie' als een ziekte waarbij iemand " aanvallen " heeft waarbij hij of zij op de grond ligt en schokkende bewegingen maakt, schuim rond de mond krijgt en urine verliest. De oude Grieken dachten dat zo iemand 'bezeten' was. Daar komt het woord epilepsie ook vandaan: het is Grieks voor 'gegrepen worden'. Men sprak vroeger van 'vallende ziekte'.
 Een onjuiste benaming, omdat lang niet iedereen valt tijdens een aanval. En ook het schokken en schuimbekken komt lang niet altijd voor. Gelukkig zijn de symptomen lang niet altijd zo ernstig.
Wel verliest iemand met epilepsie tijdens een aanval (ook wel toeval of insult genoemd) de controle over bepaalde lichaamsfuncties: de ene over zijn spieren, de ander over zijn denken, ... De oorzaak is een stoornis in de hersenen.

Wat is een epilepsie- aanval?
 Een epilepsie-aanval kun je het beste vergelijken met een kortsluiting in de hersenen. Er is tijdelijk iets mis in het netwerk van verbindingen tussen de miljoenen cellen die onze hersenen bevatten. Die hersencellen wisselen continu informatie uit. Normaal gesproken gebeurt dat op een wonderbaarlijk gestructureerde manier. Bij iemand met epilepsie gaan grote groepen hersencellen ineens allemaal tegelijk informatie uitwisselen. Die kortsluiting leidt tot een epilepsie-aanval. Gelukkig zijn onze hersenen in staat om zelf orde op zaken te stellen. Een aanval gaat dus meestal altijd weer over. Bij de ene persoon duurt het alleen wat langer dan bij de andere.
 Je zou kunnen zeggen dat de hersenen van iemand met epilepsie iets gevoeliger zijn dan de hersenen van anderen. Tussen de aanvallen in functioneren de hersenen van een epilepsiepatiënt meestal net zo normaal als de hersenen van ieder ander. Zelfs tijdens een zogenaamd EEG-onderzoek - dat de elektrische activiteit van de hersenen meet - is meestal niets bijzonders te bespeuren. Dat neemt niet weg dat het EEG een waardevol hulpmiddel is om de diagnose te stellen.
Iemand is in feite dus alleen maar ziek op het moment dat er een aanval optreedt. Het doel van elke behandeling is dan ook om de kans op aanvallen zo klein mogelijk te maken. Medicijnen kunnen de kans op een aanval bij de meeste patiënten sterk verminderen.
Iemand heeft pas epilepsie als hij of zij regelmatig - ook al is het maar eenmaal per jaar - een aanval heeft. Bij één aanval spreken artsen dus nog niet van epilepsie. Meestal wordt dan ook niet meteen met een behandeling begonnen. Het is immers helemaal niet zeker dat er nog een aanval volgt.
Epilepsie in soorten en maten
 Epilepsie is niet één bepaalde ziekte met één bepaalde oorzaak. Het is eigenlijk een verzameling van verschijnselen. Er zijn aanvallen in alle soorten en maten. Hieronder passeren ze kort de revue.
 Er zijn grofweg twee soorten aanvallen:
 aanvallen die steeds op één welbepaalde plaats in de hersenen beginnen; artsen noemen dit een partiële of een partieel beginnende aanval;
 aanvallen die in alle hersencellen tegelijk beginnen; dit noemt men gegeneraliseerde aanvallen. Een belangrijk kenmerk van dit type epilepsie is het verlies van bewustzijn. Dat wil trouwens niet zeggen dat iemand altijd flauwvalt. Het kunnen ook heel korte momenten van afwezigheid zijn, die anderen nauwelijks zullen opvallen. Dit noemt men absences.
Bij kinderen kan epilepsie weer helemaal overgaan. Bij volwassenen gebeurt dit soms ook wel, maar als ze last blijven hebben van hun epilepsie kunnen ze hun ziekte met medicijnen meestal op een aanvaardbare manier onder controle houden.
Hoe vaak en bij wie komt epilepsie voor?
 In Nederland zijn ca. 120.000. De meesten kregen hun eerste epileptische aanval toen ze tussen de tien en de twintig jaar oud waren. Epilepsie kan iedereen treffen en komt even vaak bij mannen voor dan bij vrouwen. Voor velen is het een aandoening die ingrijpende gevolgen heeft voor het dagelijkse leven.
De invloed op het dagelijks leven
 Het is niet niks om epilepsie te hebben. Sommige dingen worden dan tijdelijk of levenslang onmogelijk: autorijden, bergbeklimmen, hoogtewerk verrichten. Andere activiteiten kunnen onder begeleiding wel: fietsen, zwemmen, in bad gaan, sporten. Een gezonde levenshouding is essentieel omdat er heel wat uitlokkende factoren zijn: te weinig slaap, flitsend licht, overmatig alcohol gebruik, .... Epilepsie beïnvloedt ook de 'grote zaken des levens', zoals relaties, werk en vrijetijdsbesteding.
Sommige patiënten voelen een aanval duidelijk aankomen. Ze zijn dan bijvoorbeeld wat prikkelbaar, hebben hoofdpijn, zijn duizelig of krijgen een raar gevoel in hun maag. Men noemt dit een aura. Voor velen komt een aanval echter volkomen onverwacht.
Epilepsie en medicijnen
 Vandaag de dag zijn er tal van geneesmiddelen tegen epilepsie (anti-epileptica) beschikbaar. Ze gaan de overmatige en ongecontroleerde elektrische activiteit van de hersencellen tegen.
Desondanks is het helaas niet mogelijk dat alle epilepsiepatiënten aanvalsvrij door het leven gaan. Bij sommige mensen werken de medicijnen niet, anderen hebben last van bijwerkingen, zoals sufheid. Daarom moet altijd worden gezocht naar het middel waar die patiënt het meeste baat bij heeft. Soms is dat een combinatie van verschillende middelen. Als geen enkel middel blijkt te werken, kan een operatie soms de oplossing bieden.

Literatuurlijst.

 Open mind
 Voorkomen van psychische problematiek... schrijver: Stel J. van der
 Beknopte psychiatrie…. Schrijver: Griez E., m.m.v. Loof C. de

Internet
 www. Google.nl
http://psychischegezondheid.nl/publieksdag-openmind

Dit heb ik voor een vrijestudiepunt gedaan op MBO, niv 4. Ik liep toen stage op een Psychiatrisch ziekenhuis. Behandeling volgt!!

REACTIES

L.

L.

wauw goed gedaan ! ik ben zelf ook met een verslag bezig

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.