Zeehond

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • vmbo | 728 woorden
  • 28 september 2002
  • 139 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
139 keer beoordeeld

Omgeving van de zeehond De Gewone zeehond gebruikt een reeks kust habitats: zowel rotskusten als zandige kusten. Rotskusten worden vooral gebruikt in de getijdengebieden die bescherming bieden tegen de open zee. Vooral rotsen in het getijdengebied van afgelegen eilandjes zijn geliefd. Riffen en kiezelsteen stranden worden ook gebruikt om neer te strijken, waar ze vrij zijn verstoring door mensen. In het Baltische gebied gebruiken zij stranden in de buurt van zee-kliffen. Zandstranden langs getijdenkusten en in estuaria worden ook gebruikt, zoals die in de Wash (Engeland) en in de Waddenzee. De dieren foerageren zowel langs kustwateren als verder weg in zee. Foerageergebieden rond de Noordzee zijn vooral ondiepe zandige en soms slikkige zeebodems. Belangrijke eisen die worden gesteld aan gebieden om te rusten, te jongen en te ruien, zijn o.m. de afwezigheid van menselijke verstoring en toegang tot diepere wateren De bouw van de zeehond Zeehonden hebben een dikke vet laag die kan wel 8 cm dik worden, deze beschermd ze tegen de kou. De zeehond heeft een gestroomlijnd lichaam, met weinig uit stekels Daarmee kunnen ze soepel door het water glijden; in tegen stelling tot de mens, want de mens moet allemaal rare bewegingen maken om vooruit te komen. Een zeehond is aangepast aan het leven in zee, maar minder dan walvissen en dolfijnen. Zijn lichaam is aangepast aan het leven in en vooral onder water en is het dus veel werk om op het land zich voort te bewegen. Het water ondersteund zijn lichaam, zodat sommige ledematen kleiner kunnen zijn. Verder zijn er geen bruikbare zuurstof voor zoogdieren. Dat betekent dat ze regelmatig naar de oppervlakte moeten komen om adem te halen. Het water geleid ook warmte aanzienlijk de lucht, dus gaat lichaamswarmte onder water sneller verloren.De zeehond is een echt waterdier dat kun je aan een heleboel dingen zien. Ze hebben geen gewone poten maar vinpoten, hiermee kunnen heel goed zwemmen. De voorpoten zien er als een soort roeispanen. De achterpoten staan niet recht onder het lichaam onder het lichaam, zoals bij een hond of kat. Ze liggen in het verlengde van het dier. De achterpoten zou je kunnen vergelijken met een roer of de schroef van een schip. De voorpoten zijn vooral voor te sturen en de achterpoten zijn vooral om snelheid te maken. Lopen kunnen zeehonden niet - ze slepen zich voort met hun buik over de grond. Dit noemt men bobberen.
Leefwijze van de zeehond In het water gebruiken ze hun achtervinnen om mee te zwemmen. Hun lichaam is gestroomlijnd en aangepast aan het leven in het water. Een vraag die veel gesteld wordt in de onderwaterruimte van De Lagune is waarom de dieren vaak "op hun rug" zwemmen. Dit is echter een menselijke interpretatie. Voor dieren maakt het niet uit in welke richting ze zwemmen en ze kennen deze beperking niet. Het zwemmen op de rug is vaak handig om zo de gehele omgeving in de gaten te kunnen houden. Op land zijn zeehonden slechter aangepast om voort te bewegen. Ze maken geen gebruik van hun vinnen om te lopen, maar hobbelen op hun buik voort. Als ze snel naar het water willen vluchten maken ze ook wel rolbewegingen. Het leven van een zeehond speelt zich het meeste af in het water. Zeehonden slapen op de zandplaat maar ook in het water.Als zeehonden in het water slapen, slapen ze meestal rechtop als een dobber die steeds op en onder duikt. Maar zeehonden liggen ook graag op het land als het niet koud is. Een zeehond probeert zo lang mogelijk droog te blijven als het vloed is. Dat doet hij door zijn kop en staart omhoog te houden. Als er gevaar dreigt vluchten de zeehonden het water in. Als dit te vaak gebeurt krijgen de zeehonden te weinig rust en zeker voor de jonge zeehonden is dat erg slecht. Want de jongen krijgen namelijk allèèn melk op de zandplaat van hun moeder. Een zeehond heeft hele gevoelige snorharen. Als zeehonden onder water zwemmen kunnen ze met hun snorharen zelfs vis opsporen. De oren van een zeehond zijn afsluitbaar. Daardoor komt er geen water in hun oren als ze onder water zwemmen. Je kan de oren herkenen als kleine gaatjes aan de zijkant van de kop. Als dieren met elkaar willen praten maken ze gebruik van geluiden. Dat zijn grommende geluiden. Ook moeder en jong gebruiken deze geluiden voor elkaar.

REACTIES

B.

B.

ik vind het heel slecht

19 jaar geleden

N.

N.

heel leuk

16 jaar geleden

S.

S.

ik vind het heel erg slecht!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
staat veel te weinig informatie in en het zijn ook te weing hoofdstukken.
ik moet van mijn leraar 10 hoofdstukken en 2 blaadjes voor- en achterkant.
dus dit is te weinig!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

13 jaar geleden

A.

A.

Het is echt een slechte werkstuk! doe er wat aan zou ik zeggen je hebt niet eens een inleiding en een inhouds opgaven en er is zooo weinig informatie pfoee veel sterkte

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.