Wild zwijn

Inleiding.

Ik koos dit onderwerp omdat het over een gewerveld dier moest gaan en mensen vaak niet stilstaan bij het belang van een wild zwijn. Maar wel bij dat van een varken omdat ze daar weer hun maag mee kunnen vullen. Ze zien het wilde zwijn vaak maar als een onbelangrijk plaatsnemend dier. Maar dat is de mens zelf want de mens heeft op het moment de grootste macht in het dierenrijk. Het wilde zwijn is tevens nog elegant en mooi ook dat komt door de strakke lijnen van zijn lichaam. Daarom ga ik jullie eens even op de vragen beantwoorden hoe de dieren leven en voortplanten en wat ze voor de mens ondermeer betekenen.

Taxonomische inleiding.

Rijk: Dieren (Animalia)
Stam: Chordadieren (Chordata)
Klasse: Zoogdieren (Mammalia)
Orde: Evenhoevige (Artiodactyla)
Familie: Varkens (Suidae)
Geslacht ;Wild (Sus)
Soort; Echte zwijnen (Scorfa)

Animalia.

Animalia betekent in het Nederlands dierenrijk. Het dierenrijk kun je onderscheiden van de andere rijken door naar de cellen te kijken; cellen uit het dierenrijk hebben namelijk geen celwanden en dat hebben de andere drie rijken wel. Ook heeft een cel van een dier geen bladgroenkorrels die een cel van een plant wel heeft. Een dier kan sterk in grootte verschillen sommige dieren zoals pantoffeldiertjes bestaan maar uit één cel. Maar sommige dieren zoals een de olifant zijn reusachtig groot.

Chordata.

De dieren uit de Chordata worden in het Nederlands ook wel Chordadieren genoemd. Chordata is de stam van het wilde zwijn. Dat wil zeggen dat hij een wervel kollom heeft. De wervelkolom beschermd de ingewanden zoals de longen en het hart tegen schokken van bijvoorbeeld een ander dier dat tegen je aanstoot met een heel harde vaart zonder die wervelkolom zouden je longen misschien wel inklappen en dat is zeer gevaarlijk

Mammalia.

Zoogdieren zijn warmbloedige dieren dat wil zeggen dat de lichaamstemperatuur van een Zoogdier ook wel Mammalia genoemd constant het zelfde is. Een zoogdier heeft naast de lichaamstemperatuur een groot verschil want de huid is namelijk bijna altijd bedekt met haar. Bij sommige zoogdieren is dat anders zie maar naar de dolfijn die heeft helemaal geen haar maar is wel een zoogdier.

Artiodactyla.

Artiodactyla is een andere naam voor evenhoevige dat wil zeggen dat een dier van deze orde vier tenen heeft aan de twee middelste tenen zitten de hoeven. De hoeven kun je vergelijken met je nagels, als een dier iedere dag op een zachte ondergrond loopt groeien de hoeven sneller dan ze slijten en krijgen ze er last van. Daarom lopen evenhoevige vaak dagelijks even over stenen zodat ze even snel slijten dan ze groeien.

Suidae.

Suidae betekend in het Nederlands ook wel varkens. Tot de familie van de varkens horen ook de zwijnen. De tamme varkens van nu stammen van de zwijnen af door ze te vokken krijg je een zeer nieuwe variant die tevens makkelijk te slachten is.

Sus.

Sus is het geslacht. Dit houdt in dat het wilde zwijn tot 1 van de oorspronkelijke varkenssoorten is waar tot alleen de zwijnen toe behoren.

Scorfa.

Scorfa betekent in het Nederlands echte zwijnen. Dat betekent dat het dier een echt zwijn is dus als enige in Nederland is het wilde zwijn een echt zwijn.

Wild zwijn.

Uiterlijke beschrijving.

Het wilde zwijn is een krachtig zoogdier, zijn uiterlijk lijkt sterk op dat van een varken.
Het wilde zwijn heeft een dikke donkere vacht, `s winters lijkt de vacht een stukje langer, omdat er dan nog een extra vachtje onderzit die hij in de lente weer kwijt raakt. Dat is tegen de kou. Ze zijn ook zeer gek op modder poelen om in te baden.
Een volwassen mannetje wordt ook wel een keiler genoemd als hij nog ietsje jonger is ook wel een beer. Een vrouwtje heet ook wel een zeug, en het jong word net als bij tamme varkens een big genoemd.
Het volwassen mannetje heeft twee grote hoektanden net als bij een olifant worden die hoektanden slagtanden genoemd. Om de borst te beschermen tegen zware of dodelijke verwondingen heeft hij een dikke laag kraakbeen op zijn borstkas. Zijn gewicht is circa 100 kilo. Zijn vacht is bruin zwart gestreept.
Het vrouwtje heeft12 tepels. Rond maart zijn ze makkelijk te herkennen omdat er vaak jongen bij lopen. De vacht is net als bij de keiler en beer bruin zwart gestreept. Ze is circa 70 kilo zwaar.
En dan nu het big. Het gewicht is variabel van 5 á 80 kilo. Bijna altijd kleiner dan de ouders.

Voortplanting.

In de tijd dat de zeugen vruchtbaar zijn de bronstijd genoemd (dat is in de late herfst en winter.), zijn de mannetjes echte macho’s. Dagelijks vechten ze om het beste vrouwtje het maakt ze niet uit of de rivaal nu sterft of het hazenpad kiest voor hen komt op het zelfde neer. Na honderd tien á honderd twintig krijgt de zeug twaalf biggen dat is voor elke tepel. Eén jong dat is handig want als er meer jongen zouden zijn dan zouden die van de honger omkomen. De biggen worden in de maanden februari, maart, april, mei en juni geboren want dan is er het meeste voedsel te vinden. Zodat de jongen die in de winter nog in leven zijn al sterk en groot genoeg zijn om de lange winter van schaarste aan eten te kunnen overleven.

Beschermd.

Het wilde zwijn is volledig beschermd door de flora- en faunawet die in Nederland zeer belangrijk is. Want het wilde zwijn is dan wel niet met heel weinig soortgenoten maar toch vallen er jaarlijks tussen de honderd en tweehonderd doden in het verkeer. Op de Veluwe alleen al moeten er jaarlijks ongeveer duizend stuks geteld worden om te voorkomen dat het er niet te veel en niet te weinig worden. Want de Veluwe is het een dorre plaats waar te weinig voedsel groeit voor massa’s wilde zwijnen en herten.

Jacht.

Sinds de tijd dat mensen zichzelf het jagen aan hadden geleerd heeft men altijd al op het wilde zwijn gejaagd. Rond 1900 werden er zelfs bijna zoveel gedood dat er in Nederland geen enkel wild zwijn meer was te bekennen. Alleen op de Veluwe waren er nog een paar. Gelukkig zijn er nu al weer zo veel dat er soms te weinig voedsel is dan knallen ze eerst de oude of zieke dieren dood, maar soms gebeurd het dat ook jonge en gezonde wilde zwijnen worden gedood. Om het bond en het vlees dat gebeurd in het illegaal en vaak s`avonds door stropers. Een vacht levert namelijk veel geld op en het vlees er van is niet veel te krijgen. In de Middeleeuwen hadden de Duitse ridders en graven honden om mee te jagen. Dat deden ze dan ook maar al te graag om zich te vermaken. Dan lieten ze de honden los op zoek naar een spoor van een zwijn en als ze er eenmaal Eén gevonden hadden dan joegen de honden het wilde zwijn net zo lang op tot het uitgeput was en dan scheurden ze het aan stukken. Dat was een zeer pijnlijke manier van sterven voor het wilde zwijn dan kreeg je toch liever als wild zwijn een pijl door je hoofd en was je op slag dood.

Landbouw.

Lange tijd werd het wilde zwijn als een schadelijk alles vernielend dier voor de landbouw gezien. Daarom werd het dier het hele jaar door, door boeren van hun land gejaagd maar het wilde zwijn is niet schadelijk voor de landbouw want het wroet de grond alleen maarom. En daardoor komt er meer lucht in de grond. Dat levert een goede comfortabele plaats voor wormen op en als er wormen in een stuk akker zitten dan zit er vaak veel Humus in wat de boeren zeer op prijs stellen. Maar de boer moet wel oppassen dat als er net gezaaid is of geoogst kan worden er geen zwijnen op zijn land komen wand dan eet hij graag een hapje kant en klaar zaai- of oogstgoed mee. En dan kunnen ze als nog veel schade aanrichten.

Voedsel.

Het voedsel van het wilde zwijn bestaat gemiddeld voor 95 % uit plantaardig voedsel en maar voor 5% uit vlees. Dat zou je niet zeggen van een dier dat een alles eter is net als de mens die het vlees met de hoeveelheid groente en fruit combineert. Van het plantaardig voedsel bestaat een groot deel uit eikels, beukennootjes en vruchten. Wroetend zoeken ze hun lunch bij elkaar dat is soms erg vervelend voor mensen want zo vernielen ze wel eens een tuin of sportveld.

Mest.

De mest van een wild zwijn ziet er uit als korte, dikke, zwarte, worsten en of brokken de resten die in de poep zijn te vinden bestaan voornamelijk uit halfverteerde groenresten en resten van kleine zoogdieren.

Groepen en foto tips

Sommige groepen bestaan uit maarliefst 50 zwijnen dat zijn alleen de zeugen en de biggen. De mannetjes laten hen alleen maar tijdens de bronstijd zien ze altijd wel een groep lopen. De wilde zwijnen van 1 bepaalde groep zie je nooit in Eén keer want ze leven dan wel in 1 groep maar dat wil nog niet zeggen dat ze ook wel eens alleen willen zijn. De mannetjes biggen verlaten na twee jaar hun moeder omdat ze dan ver genoeg zijn om het alleen af te kunnen. Als je op foto’s van een groep wilde zwijnen ziet lijken die vaak van dichtbij genomen maar dat komt doordat de zoom zeer sterk is want je kunt het beste 100 á 200 meter afstand houden en als ze op een weiland aan de rand van het bos in de beschutting van der bomen blijven want dan val je minder op. En kan je gerust een serie foto`s maken zonder de wilde zwijnen of andere dieren te verjagen. Als je zonder te merken toch heel dicht bij een wild zwijn ben gekomen en hij slaat niet op hol dan kan je gerust ook wel een serie foto’s maken.

Sporen.

Soms als je s `ochtends vroeg in het bos fietst of wandelt dan zie je wel eens een wild zwijn maar wat je vaker ziet zijn de sporen van een wild zwijn. Al heb je het niet in de gaten. Vaak zien mensen de omgewroete grond aan voor sporen van een ruiter te paard in galop. Maar dat is duidelijk niet zo want dan zouden er toch duidelijk hoefsporen moeten zijn te zien.

Strips.

Vaak komt het wilde zwijn voor in strips soms als een klein object maar soms heeft hij ook een belangrijke rol zo kwam er in suske en wiske de vraat van de Veluwe. Daarin speelde een boer die door de vale ouwe een soort dwerg was omgetoverd tot wild zwijn een zeer belangrijke rol. Door een man tegen te houden die de door de elfen gedode vale ouwe tot leven te brengen. Maar ook in astrix speelt het wilde zwijn vaak een belangrijke rol op het laatste plaatje wordt hij kant en klaar als feestmaal voor de dorpsgenoten. Soms wordt er ook wel een door obelix gevangen obelix is namelijk dol op wild zwijn en everzwijn. Geregeld ontsnappen ze dan door vlak langs een stel Romeinen te lopen die door astrix en obelix dan de laan uit worden geschopt soms gaan er zelfs een paar het hoekje om.

Varkens pest.

Het is al weer jaren geleden dat de oude varkenspest voor het laatst werd gesignaleerd maar in de laatst maand van 2005 was het weer raak. In Noord Duitsland was een jong wilde zwijn gevonden met varkenspest. Gelukkig is de varkenspest toen niet uitgelopen op een ware epedimie. Vroeger kon men de varkenspest makkelijk bestrijden door azijn door het drinkwater van een ziek dier te doen.

Bronnen.

Op het internet zijn mij bronnen;

www.tenan.vuurwerk.nl/reports/wadden/zwijn
www.wikipedia.org
www.veluwshert.nl/fauna/zwijn
www.kas-en-roos.nl/wild¬¬_zwijn

En in de boeken waren mijn bronnen;

Geïllustreerde WILDE DIEREN Encyclopedie. Esther Verhoef-verhallen
De kleine zoogdieren- gids. Willem Iven & Annie Meussen

Werkstuk biologie: over een gewerveld dier klas; 1H/A3 Jelte van der Zee.