Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Weefselkweek(soort stekken)

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 1495 woorden
  • 24 maart 2003
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
30 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Hoe kom ik tot een virusvrije plant?

1. Allereerst wordt gestart met een normale inzetprocedure voor weefselkweek. Plantmateriaal wordt ontsmet, de juiste plantendelen (afhankelijk van soort) worden op voedingsbodem geplaatst en tot scheutvorming aangezet.
2. Is er eenmaal voldoende gezond materiaal dan wordt van enkele scheuten het meristeem weggenomen en op speciale voedingsbodem geplaatst.
3. Uitgelopen meristemen worden tot scheutvorming aangezet en enkele malen vermeerderd. Ieder meristeem krijgt zijn eigen kloonnummer en nakomelingen worden per kloon geadministreerd en opgeslagen.
4. Per kloon worden enkele plantjes bij een gespecialiseerd laboratorium ter toetsing aangeboden.
5. Afgekeurde klonen worden verwijderd. Goedgekeurd gaan het normale vermeerderingsproces in en kunnen worden afgeleverd als "virus-arm".

Snel en ziektenvrij vermeerderen.

Weefselkweek is een vermeerderingsmethode voor planten die ingezet kan worden als zaaien, scheuren, delen, of normale stekmethoden niet het gewenste resultaat geven. In principe is het een vorm van stekken (vegetatieve vermeerdering). Alleen wordt bij weefselkweek niets aan het toeval overgelaten.
Bij weefselkweek wordt alleen dat deel van de plant, waar ook de daadwerkelijke groei plaats vindt (het groeipunt), onder ideale (kunstmatige) omstandigheden geplaatst.
De planten staan in een kweekcel in bakjes met een voedingsbodem: dit is een gelei-achtige substantie die alle benodigde groeistoffen in een makkelijk opneembare vorm bevat. De plant wordt zelfs zover geholpen dat de fotosynthese (omzetting van licht in suikers) uit handen wordt genomen. Daarbij wordt wel kunstlicht gegeven om de plant groen te houden. In feite ligt het plantje "aan de kunstmatige beademing".

Calathea orbifolia: scheutvorming goed zichtbaar

Het minuscule plantje ontvangt de nodige prikkels (veelal uitgekiende hormoonpreparaten) voor snelle groei en vertakking. Sommige planten vertakken zo sterk dat ze hele bosjes vormen. Vakmensen noemen dat 'clumbs'. Andere planten groeien meer in de lengte. Daarvan vormt iedere bladoksel een nieuwe 'stek'.
Om de zes tot acht weken worden de plantendelen gesplitst, en worden de afzonderlijke groeipunten weer op nieuw uitgeplant. De snelheid van vermeerding is in deze fase afhankelijk van de vermeerderingsfactor: het aantal groeipunten wat per keer gesplitst kan worden. In het algemeen ligt deze factor tussen de 2 en 5.
Een rekensommetje: vermeerderingsfactor3 en een teeltcyclus van 6 weken: we starten met 10 planten na zes weken zijn er dat dertig, na 12 weken 90, na 18 weken 270 etc. etc. Zodoende zijn er na een jaar meer dan zestigduizend planten!

De bewortelingsfase.

Tijdens de vermeerderingsfase maken de planten niet of nauwelijks wortels. Natuurlijk moeten de planten uiteindelijk wel met wortels afgeleverd worden. Daarom worden planten in de laatste fase voor uitlevering op een voedingsbodem geplaatst met hormonen en voedingsstoffen die de wortelvorming bevorderen. Doorgaans duurt deze fase nog eens zes tot acht weken.
Op deze foto zijn de gezonde wortels goed zichtbaar
Ook na aflevering op de kwekerij vergen de plantjes nog extra zorg. Zorgvuldig afharden en acclimatiseren zijn belangrijk voor een goede start van de teelt. Een vergelijking met couveusekindjes is hier op zijn plaats.

Meest gebruikte methodes

Meristeemcultuur
Bij meristeemcultuur nemen we het alleruiterste groeipuntje (= meristeem) van de plant weg. In dit stukje weefsel zijn alle processen gericht op groei en vermeerdering. Meestal is het meristeem ook volledig vrij van ziekten zoals virussen.
Om zo'n klein stukje plantmateriaal uit te laten groeien tot volledige plant moeten de omstandigheden perfect zijn. Om die omstandigheden volledig te beheersen worden de meristemen doorgaans individueel in reageerbuizen met voedingsbodem geplaatst. Zelfs dan is de benodigde uitgroeitijd flink langer dan bij een normale weefselkweekstek.
Bij de meeste plantensoorten is het meristeem zo klein dat het alleen onder de microscoop uitgesneden kan worden. Dit is een precisieklusje waar behoorlijk wat ervaring voor nodig is.
De extra aandacht in snijden en opkweek, alsmede de langere uitgroeitijd en het grote uitvalrisico maken meristeemcultuur tot een dure techniek die alleen toegepast wordt als er duidelijk toegevoegde waarde is. Dat is vooral het geval indien de planten gegarandeerd ziektevrij moeten zijn. In 90% van de gevallen betreft het dan virus besmetting.

Auxillaire methode
Bij deze methode vormt een groeipuntje van onder uit nieuwe scheutjes. Deze scheutjes vormen een 'clumb', dat is een 'polletje' blaadjes. Vergelijk het maar met een graskluitje. Door dit kluitje steeds weer in meerdere kleine kluitjes te snijden wordt de plant vermeerderd. Dit proces blijft men herhalen totdat in de laatste fase de kluitjes op een bewortelingsmedium geplaatst worden.
Bij sommige gewassen worden de kluitjes dan gedeeld tot afzonderlijke plantjes, de vakterm daarvoor is 'op één zetten'.
Okselknop methode Bij veel planten zit inde ' oksel' van de bladsteel en de stengel van nature al een groeipunt. Als de tak daarboven breekt (of gesneden wordt) loopt die verder uit (apicale dominantie). Bij veel soorten leent dit groeipunt zich prima voor vermeerdering via weefselkweek. Vanuit dit oog groeit een stengel waarin bij ieder bladbaar ook weer ogen zitten. Na zes tot acht weken worden deze op hun beurt ook weer gesneden en ingezet.
Oogstekmethode
Hierbij is iedere top van een nieuwe stengel het beste groeipunt om te splitsen.
Somatische embryogenese.
Dit is een geheel andere manier van vermeerderen. Hierbij worden de groeipunten teruggebracht tot op celniveau. Deze cellen worden ondergedompeld in vloeibaar medium waarbij ze nieuwe, losse, cellen vormen.
Deze worden vervolgens op vast medium geplaatst waarna de cel uitgroeit tot een nieuw plantje. Niet ieder ras leent zich voor deze techniek. Daarbij zijn de onderzoekskosten en de kans op afwijkingen erg hoog, waardoor deze methode zeer gericht wordt toegepast.
Virusvrij en nauwkeurig werken

Waarom virus arm?
Virussen kunnen ongelijk verspreid in de plant voorkomen. Het is dus mogelijk dat toevallig in de getoetste plantendelen geen virus voorkomt maar in andere delen wel. Dat blijkt pas bij een opplanting op het veld of in de kas. Als ook daarbij blijkt dat de plant geen virus meer vertoont kan gesproken worden van een virusvrij product

Besmetting
Bij weefselkweek moeten alle handelingen steriel worden uitgevoerd en worden allematerialen vooraf nauwkeurig gedesinfecteerd. Dit omdat de voedingsbodem dermate voedingsrijk is dat bacterien en schimmmels zich er graag op nestelen. Deze beroven de plant van zijn voedingsbron, infecteren de uiterst tere plantendelen en veroorzaken op termijn het verloren gaan van het plantmateriaal.
Steriel werken is dus een must. Laboratoriummedewerkers/sters werken in airflowkasten, hierbij wordt continu steriele, sterk gezuiverde lucht over hun werk geblazen. Gezond werk dus! Verdere voorzorgsmaatregelen bestaan uit het dragen van laboratoriumkleding, regelmatig ontsmetten van de handen en het gereedschap: scalpels en pincetten
Door planten afkomstig uit licht besmette potten over te zetten kan besmetting verspreidt worden. Het is dus belangrijk om kort voor het inzetten de bakjes intensief op besmetting te controleren.
Kolven, buizen, glazen potten, plastic kuipjes.

In weefselkweek bedrijven zijn er veel verschillen in de gebruikte verpakkingen. Meest voorkomend zijn plastic kuipjes en glazen potten. Plastic kuipjes zijn qua arbeidskosten goedkoper, maar niet iedere plantensoort leent zich hiervoor. Buizen worden in de regel slechts toepast in de prille opstartfase als het op ieder plantje aankomt. Immers, als een bakje besmet raakt gaan er meerdere planten verloren. Bij gebruik van buizen is de uitvalkans dus lager.

Toepassingen van weefselkweek

Sneller vermeerderen.
Als een gewas heel moeilijk vermeerdert, veel uitval kent of bijvoorbeeld maar in een heel specifieke periode per jaar vermeerdert kan worden, dan biedt weefselkweek een grote versnelling. In het laboratorium zijn de omstandigheden beter beinvloedbaar, en kan het hele jaar door vermeerdert worden.Op deze manier leidt sneller vermeerderen tot een lagere kostprijs. Er zijn echter ook veel gevallen waarin de snelheid zelf belangrijk is. Veel kwekers zoeken noviteiten om beter aan te slutien bij de grillige wensen van de consument. Als een interessant gewas gevonden is dan is er vaak maar zo weinig materiaal voorhanden dat het jaren duurt voordat het product ook daadwerkelijk op de markt gebracht kan worden. Met alle risico van dien dat de wensen van de consument dan al weer verandert zijn!
Door gebruik te maken van weefselkweek kan zeer snel een partij planten van vermarktbare aantallen bereikt worden. In die gevallen waarin de teelt eigenlijk de prijs van weefselkweek niet toelaat wordt dan vaak de (paar) laatste vermeerderingsrondes traditioneel gedaan waardoor de middenprijs snel daalt.
Snelheid is ook essentieel voor selectiebedrijven. Door planten die nog in een kruisingslijn zitten via weefselwkeekte vermeerderen kan een grotere hoeveelheid zaad of krusiingsmogelijkheden bereikt worden. Hierdoor wordt de lange weg naar een nieuwe varieteit niet zelden met vele jaren bekort!

Uniformer plantmateriaal.
Weefselkweek is in principe een vorm van klonen. Vele duizenden nakomelingen van één goed geselecteerde moerplant leveren een veel gelijkere productiepartij op. dat komt niet alleen tot uiting in de plantomvang of -vorm maar ook in de bloeitijd het aantal bloemen etc. Langs deze weg konden produkten die voorheen te ongelijk groeiden om in een moderne strak geplande teelt te passen toch grootschalig geproduceerd worden.

Gezonde Calathea inisgne: via weefselkweek veel snellere vermeerdering!
Verschuiving teeltseizoen.
Veel produkten kennen een zeer specifiek jaargetijde waarin ze vermeerdert moeten worden. Daardoor sluit de produktie niet altijd goed aan op de marktvraag. Door het inzetten van weefselkweek kan men in iedere gewenste periode over uitgangsmateriaal beschikken. Een bekend voorbeeld hiervan is o.a. bloeiende Dahlia's in het voorjaar voor het perkgoed- en moederdag seizoen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.