Slangen

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas havo/vwo | 1657 woorden
  • 14 oktober 2003
  • 438 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
438 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studeer met een open blik

Een studie die filosofie, psychologie en sociologie combineert, en waarin je ook nog eens goed leert te reflecteren en gesprekken te voeren – klinkt dat als jouw droomstudie? Dan is de bachelor Humanistiek misschien iets voor jou.
Kom kennismaken op de Open Dag van zaterdag 15 maart.

Meld je aan voor de Open Dag

Een wereld van slangen.

Slangen hebben allerlei vormen, maten en kleuren en komen over de hele wereld voor.

Waarom zijn slangen eng? Bijna iedereen vindt slangen griezelig maar de meeste mensen weten weinig over deze dieren. Misschien zijn we bang omdat ze zich zonder poten voortbewegen. Of omdat hun beet giftig kan zijn. Ik laat in dit werkstuk zien dat je niet van slangen hoeft te griezelen, maar dat hun boeiende wereld juist bewondering verdient.

Waarom heb ik dit werkstuk gemaakt. Omdat het een opdracht was.

Waarom ik voor de slang heb gekozen. Omdat ik hier veel informatie over kon vinden.

Wat ik van werkstukken maken leuk vind. Ik vind het zoeken van plaatjes het leukst.

Wat is een slang?

Slangen zijn reptielen net als hun familie leden de hagedissen, krokodillen en schildpadden. Reptielen leggen eieren, hebben schubben en een ruggengraat.

Ontstaan van de slang.

Slangen stammen af van hagedissen. Bij veel hagedissoorten groeiden in der loop der tijd geen poten meer. Slangen zijn als een hagedis zonder poten begonnen. Zij ontwikkelden zich uit de voorouders van de varanen, die nog steeds voorkomen. Pythons en boa’s zijn het nauwste verwant aan hagedissen. De meeste pootloze hagedissen verloren hun poten omdat zij zich zo gemakkelijker konen ingraven of door het gras schuifelen. Het kan zijn dat daarom ook de poten van slangen verdwenen, maar sommige onderzoekers denken dat ze op deze manier konden zwemmen. Slangen hebben een hard, doorzichtig vlies over hun ogen in plaats van oogleden. Misschien hebben ze deze ‘bril’ontwikkeld toen ze eenmaal onder de grond of in het water doken.

Hals en staart.

Hoewel het lijkt of slangen slechts uit een lang lijf bestaan, hebben ze halzen en staarten. Sommige hebben zelfs nog kleine botjes op de plaats waar hun hagedisvoorouder poten hadden.

Lichaamsdelen.

De hals van de slang begint waar zijn kop eindigt. Dit is meestal goed te zien aan de hoek van de kaken. Waar de hals ophoudt, is aan de buitenkant lastig te zien. Maar van binnen is dat waar het hart en het grootste deel van de longen beginnen. In tegenstelling tot hagedissen hebben slangen een zeer korte staart, die meteen begint achter de cloaca(met de opening voor uitwerpselen en paring). Bij sommige slangen, zoals boa’s en pythons, is de kleine staart goed van bovenaf te zien aan het einde van het forse lijf.

Binnenste van en slang.

De botten en organen van een slang zijn zo gevormd dat ze in zijn lange, dunnen lijf passen.

Een en al ruggengraat en ribben.

Het skelet van een slang bestaat uit een schedel, een lange ruggengraat, ribben en een korte staart. Slangen hebben meer wervels (de botten die de ruggengraat vormen) dan enig ander dier. Dat maakt ze heel buigzaam. Een slang heeft honderden ribben. Die beginnen bij de hals en lopen tot aan het begin van de staart. De ribben vormen met de spieren aan de onderkant een stevige koker die de organen beschermt. De organen zijn lang en passen keurig achter elkaar in het lange slangenlijf.

Slangenhuid.

Hoewel de gladde, glanzende huid van sommige slangen er slijmerig uitziet, hebben alle slangen een droge, schilferige huid.

Het vervangen van de oude huidlaag.

Ieder stukje van het slangenlijf is bedekt met schubben, ook de ogen. Slangenschubben zitten, in tegenstelling tot vissenschubben, stevig vast aan de huid en kunnen er niet afgeschraapt worden. Ze worden gevormd door delen van verharde huid. De buitenlaag van de slangenhuid bestaat, net als bij mensen, uit dode cellen. Deze verliest de slang als hij groter wordt. De hele oude huidlaag gaat er in één keer af. Als de nieuwe huid gevormd is, scheidt de slang een vloeistof af onder de oude huid om zich hier gemakkelijker uit te wurmen. Grote slangen weken zich soms in water waardoor hun huid zachter wordt en het afwerpen van de oude huid gemakkelijker gaat.

Zijn slangen echt koudbloedig?

Men noemt slangen koudbloedig. Dit betekent dat ze niet zelf warmte produceren, zoals zoogdieren en vogels. Daardoor is hun lichaamstemperatuur gelijk aan hun omgeving.

Zomer. Ieder dier moet zijn lichaam op de juiste temperatuur houden om te kunnen bewegen en voedsel t verteren. Slangen zijn het actiefst in de zomer, als ze zich in de zon kunnen opwarmen. Die koudbloedige slang is ’s zomers dus zelden echt koud!

Winter. In een koud klimaat met lange winters moeten slangen, en andere kleine dieren die niet hun eigen lichaamswarmte kunnen produceren, in ondergrondse gangen schuilen tot het weer warmer wordt. De lichaamstemperatuur van slangen kan tot net boven het vriespunt dalen. Ze blijven maandenlang inactief(werkeloos). Omdat ze niet bewegen, hoeven ze ook niet te eten, maar leven ze van hun vetreserves. Dat kan voor een slang beslist geen kwaad zijn.

Wat eten slangen?

Slangen zijn jagers. Hun voedsel bestaat uit andere dieren, grote en kleine, die zij zelf doden. Dat is hun prooi.

Vleeseters.

Alle slangen zijn carnivoren, dat betekent dat ze alleen vlees eten. De meest gegeten dieren zijn zoogdieren zoals ratten, konijnen, eekhoorns en vleermuizen, maar ook andere reptielen, vogels, vissen en allerlei eieren. Sommige grote slangen eten dieren zo groot als een luipaard, kleine slangen eten beestjes zoals slakken en zelfs kleine termieten. Slangen doden hun eigen voedsel en eten niets dat door andere dieren is gedood. Sommige slangen eten diverse diersoorten, andere maar één soort. Er zijn ook slangen die alleen eieren van anderen eten. Omdat hun kaken gebouwd zijn om te slikken, niet om te kauwen of scheuren, eten slangen hun prooi meestal in zijn geheel en beginnen doorgaans bij de kop.

Vechten en paren.

Vrouwtjesslangen lokken partners door geuren te verspreiden. Soms vechten mannetjes voor deze vrouwtjes.

Grote vrouwtjes, kleine mannetjes.

Mannetjes en vrouwtjesslangen lijken meestal op elkaar. Maar vrouwtjes worden doorgaans groter om meer gezondere eieren of jongen te krijgen. Mannetjesslangen herkennen vrouwtjes van verre aan hun geur. Het paren begint als het mannetje zijn staart om het vrouwtje slaat, soms ook een deel van zijn lijf, zodat hun cloaca’s bij elkaar komen.

Voortplanting bij slangen.

De meeste slangen leggen eieren waar de jongen zelf uitkomen. Sommige slangen baren levende jongen in een zak. In beide gevallen komen ze doorgaans drie tot vijf maanden na de paring ter wereld.

Leerachtige eieren. De eieren moeten op de juiste temperatuur blijven om tot succes volle broedsels te komen. Sommige slangen leggen eieren waar de zon ze warm houdt. Andere kiezenhalfvergaan hout of planten waar warmte bij het rottingproces vrijkomt. In tegenstelling tot een kippenei, dat een harde schaal heeft, zijn slangeneieren leerachtig. Sommige babyslangen hebben een eitand op hun neus om de stevige schaal te openen. Deze tand verdwijnt spoedig na het uitkomen.

Levendbarend. Slangen die hun jongen in zich dragen, kunnen zich in de zon koesteren om hun baby’s de noodzakelijke warmte te geven. Dit is belangrijk voor slangen in koude streken waar de eieren dagelijks naar een kleine hoeveelheid zonnewarmte krijgen. Moederslang heeft als voordeel dat zij haar jongen in zich kan beschermen terwijl zij rond schuifelt. Dit is gemakkelijker dan bij een nest te moeten blijven. Een nadeel is hete extra gewicht van de jongen in haar buik, waardoor het moeilijker voor haar is om te jagen en zij meer risico loopt door een vijand te worden gevangen.

Waar leven slangen?

Slangen komen vrijwel elk deel van de wereld voor en in vrijwel ieder klimaat. Sommige leven in bomen in het oerwoud, andere in woestijnen of in water.

Aangepast.

Ongeveer de enige plaatsen waar geen slangen leven, zijn de bevroren gebieden dicht bij Noord en de Zuidpool en veel eilanden. De afgelopen miljoenen jaren pasten slangen geleidelijk hun lichaamsvormen aan hun verschillende leefomgeving aan. Sommige werden lang en slank om over ranke takken te kunnen glijden. Anderen zijn kort en breed m door zand te schuifelen. Slangen die in het water leven, hebben een erg lange long en kunnen wel twee uur onder water blijven.

Slangensoorten.

Er bestaan ongeveer 2700 soorten slangen. Ze worden ingedeeld in families. Onderzoekers zijn het niet altijd eens over wie tot welke familie behoort.

Hoofdgroepen.

Wormslangen: drie families kleine, primitieve, koker vormige slangen die zich in de grond graven. Leven in warmere delen van de wereld. Boa’s en Pythons: leven in warme gebieden, kunnen klein tot heel groot zijn, hebben een zwaar lijf en wurgen hun prooi. Vijlslangen: deze slangen hebben een ruime huid en ruwe schubben om vis mee vast te houden. Ze komen voor in Azië en Noord Australië. Schildstaartslangen en woelslangen: twee families van primitieve, in de grond gravende slangen met korte, stompe staart, leven in tropisch Azië en Zuid Amerika. Aardslangen: bestaan uit slechts een soort en komen in Zuidoost Azië voor. Aardslangen hebben zeer glanzende schubben en graven in de grond. Colubriden: de grootste slangenfamilie, komen op de meeste plaatsen ter wereld voor. Er is een enorme variatie vormen en afmetingen. De meeste zijn ongevaarlijk, maar er zijn ook giftige soorten. Elapiden(o.a. cobra’s): deze giftige land en zeeslangen komen in warmere delen van de wereld voor. Adder en groefkopadders: korte, zwaarlijvige slangen met lange giftanden die terugvouwen in de bek.

Wie lust er slangen.

In de natuur lopen de meeste dieren in risico door een ander dier opgegeten te worden. Slangen vormen geen uitzondering.

Een gevaarlijke wereld. De meeste carnivoren zullen een slang eten als ze de kans krijgen. Een mangoeste doodt en eet slangen, evenals katachtigen, vossen, wasberen, en zelfs wilde zwijnen.Grote kikkers, maar ook krokodillen en grote hagedissen schijnen eveneens wel eens kleine slangen te eten. Ook kunnen andere slangen een bedreiging vormen. Slangen met koning in hun naam, zoals de koningsslang en de koningscobra, zijn doorgaans slangeneters. Maar voor slangen zijn vogels, zoals arenden, de gevaarlijkste vijanden. Ze cirkelen hoog rond, duiken naar beneden als ze een slang beneden zich zien en grijpen hem met hun scherpe klauwen. Met hun sterke vleugels kunnen arenden er zelfs met een zware prooi vandoor. De scherpe, gebogen snavel snijdt dwars door de schubberige huid van de slang.

REACTIES

P.

P.

mooi werkstuk zeg thanks

20 jaar geleden

M.

M.

hey je hebt een goede werkstuk gemaakt ik heb een 9.5 gekregen ik wou je daarvoor even bedanken ik hoop dat jij ook een hele goede cijfer had hopelijk kunnen we blijven mailen en penvrienden worden want ik ben je heel erg dankbaar voor

XXXX mellie

19 jaar geleden

P.

P.

ik wil ook penvriend worden, maare dit heeft een 5.8 gekregen XXXXXXXX

6 jaar geleden

M.

M.

een hele leuke werkstuk ik zit een half ur er naar te staren

19 jaar geleden

W.

W.

ik oukk ik zit er al een week naar te staren lol

6 jaar geleden

K.

K.

bedankt voor het werkstuk

got a10 for it

12 jaar geleden

L.

L.

haha lol, er staat hier een waarschuwing tegen plagiaat en jullie schrijven er onder dat je het gekopieerd hebt

11 jaar geleden

P.

P.

): echt plagiaad

6 jaar geleden

P.

P.

Ik vind het een best goed werkstuk hier en daar kan je het wel wat verbeteren maar voor de rest is het echt oprecht een goed werkstuk

8 jaar geleden

L.

L.

zijn slangen gevaarlijk?

8 jaar geleden

L.

L.

nee slangen zijn niet zo gevaarlijk ook als je gebeten wordt door een giftige poep lalaslang

6 jaar geleden

S.

S.

echt slecht

7 jaar geleden

R.

R.

jonge.. dit is perfect niet slecht maar perfect dit is hellemaal top, ejjjjjjjjjjjoooooooo

alsof jij beter kunt

niet dus poteto

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.