De kenmerken van de Siberische tijger
Snorharen
Een tijger heeft lange, witte snorharen. Die helpen om de weg te vinden in het donker. Ook gebruiken ze hun gevoelige haren bij het liefdesspel. Tanden
Een tijger heeft een echt roofdiergebit. de grote hoektanden om een prooi mee vast te houden, puntige knipkiezen om het vlees uiteen te scheuren en snijtanden om een bot goed van al het vlees te ontdoen. Ogen
Een tijger heeft ronde pupillen, net als een mens. Dus geen kattenogen. Om de afstand tot een prooi in te schatten draaien tijgers beide ogen naar voren. Maar om beweging aan de zijkanten op te merken, schuiven ze beide ogen naar achteren. Strepen
In het hoge gras of in het bos werkt de opvallend zwarte gestreepte vacht als een camouflage. elke tijger heeft zijn eigen tekening rond de kop. hierdoor kunnen onderzoeker ze uit elkaar houden.
Staart
De staart van een tijger is bijna een meter lang. Die helpt hem om in evenwicht te blijven bij een sprong. Ook geeft een tijger signalen met zijn staart. Als hij kwaad is slaat hij ermee heen en weer, wat zoiets betekent als: 'Wegwezen, anders krijg je een mep!' Geslachtsdrift
Tijgers staan bekend om hun vrijpartijen. Het grootste deel van het jaar leven ze alleen, maar als ze een partner hebben gevonden kunnen ze het wel honderd keer achter elkaar doen. Waar leeft de Siberische tijger? In het uiterste puntje van Siberie leeft de grootste katachtige ter wereld, de siberische tijger. Hij heeft een minder gele huid dan de andere tijgersoorten, omdat dit de enige tijgersoort is die in de winter in de sneeuw leeft. Door de wat lichtere kleur valt de siberische tijger in de sneeuw minder op. Ook hier zijn beschermingsprojecten opgezet, maar door de crisis in Rusland zijn er veel mensen verleid om deze wonderschone dieren neer te schieten en hun huid voor veel geld te verkopen. Wel verdienen de beschermers een pluim, want de siberische tijger is de enige tijgersoort, die de laatste 30 jaar in aantal is gestegen !! De stijd tegen de stropers is moeilijk, want wanneer het ook maar een stroper lukt de reservaten ongezien binnen te komen, kan hij in een dag het werk van jaren fokken en beschermen ongedaan maken. De stropers zijn vaak professionele bendes, die met hun activiteiten genoeg geld verdienen om zich zwaar te bewapenen met de modernste apperatuur. De beheerders van de parken verdienen dan ook een pluim voor hun doorzettingskracht, omdat ze altijd maar weer doorgaan als het werk weer voor niets lijkt te zijn geweest. Voor niets is het uiteraard nooit, want zonder hen zouden er al lang geen tijgers meer in het wild leven. Twee tot vier jongen In de paartijd komen een mannetje en een vrouwtje samen. Tijdens de paring bijt het mannetje in het nekvel van het vrouwtje. Na 3 ½ maand worden er twee tot vier jongen geboren. Ze zijn blind en wegen ongeveer één kilo. Ze hebben wel al een dikke vacht. Alleen de moeder zorgt voor hen. De jongen liggen in een nestje, goed verstopt in het struikgewas. Pas als ze twee maanden oud zijn, verlaten ze voor het eerst hun schuilplaats. Zes maanden lang drinken de kleintjes melk bij de moeder. Daarna moeten ze leren om zelf een prooi te vangen. Het territorium en de jacht Dankzij het strepenpatroon is de tijger goed gecamoufleerd in het hoge gras. Hij jaagt op herten, antilopen, buffels en zwijnen. Hij besluipt ze vanuit het gras en maakt op het juiste moment een snelle sprint. Hij doodt het slachtoffer met een stevige beet waarbij de prooi de nek breekt. De buit wordt naar een rustig plekje gesleept, en dan pas kan de tijger de maaltijd beginnen. Het liefst jaagt hij tegen de avond als het koeler is geworden. De tijger is heel gespierd en dus erg sterk. Hij kan enorme sprongen maken bij de jacht. Het is geen gemakkelijke klus voor een tijger om een prooi te vangen. Om dichtbij te komen, moet hij voldoende dekking hebben in het gras. Voor de sprint moet hij al zijn krachten verzamelen om de vluchtende prooi te kunnen grijpen. Heel vaak verliest de tijger de strijd. Soms jagen ze daarom met z'n tweeën. De één drijft de prooi in de goede richting, de ander gaat er achter aan. Meestal zijn het de oude dieren, of de hele jonge die het slachtoffer worden. Als er weinig voedsel is, vangt een tijger soms een aapje of een stekelvarken. Hij eet zelfs vissen, en heel af en toe vangt hij een schildpad of een krokodil. De tijger leeft meestal in zijn eentje in een territorium. Een territorium is een begrensd gebied waarin een dier leeft en dat hij tegen soortgenoten verdedigt. Sommige territoria overlappen elkaar; daar vinden zo nu en dan ontmoetingen plaats. Grenzen worden aangegeven met geurtjes en krabsporen. Tijgers sproeien af en toe een mengsel van kliervocht en urine tegen bomen, struiken of rotsblokken. Ze deponeren en begraven hun mest op vaste plaatsen. Geurvlaggen worden niet alleen gebruikt om een gebied af te grenzen, de tijger kan er ook contact mee onderhouden. Soms brullen tijgers om elkaar te begroeten, of om elkaar te laten weten waar ze zijn
Mannetjes verdedigen hun gebied veel feller dan vrouwtjes. Ze ruiken dat er een ongewenste indringer is binnengeslopen. Mannetjes op doorreis worden meestal met rust gelaten, maar een mannetje dat steeds maar weer terugkomt wordt verjaagd. Tegen een vrouwtje binnen het territorium maakt een mannetje veel minder bezwaar.
Een tijger heeft lange, witte snorharen. Die helpen om de weg te vinden in het donker. Ook gebruiken ze hun gevoelige haren bij het liefdesspel. Tanden
Een tijger heeft een echt roofdiergebit. de grote hoektanden om een prooi mee vast te houden, puntige knipkiezen om het vlees uiteen te scheuren en snijtanden om een bot goed van al het vlees te ontdoen. Ogen
Een tijger heeft ronde pupillen, net als een mens. Dus geen kattenogen. Om de afstand tot een prooi in te schatten draaien tijgers beide ogen naar voren. Maar om beweging aan de zijkanten op te merken, schuiven ze beide ogen naar achteren. Strepen
De staart van een tijger is bijna een meter lang. Die helpt hem om in evenwicht te blijven bij een sprong. Ook geeft een tijger signalen met zijn staart. Als hij kwaad is slaat hij ermee heen en weer, wat zoiets betekent als: 'Wegwezen, anders krijg je een mep!' Geslachtsdrift
Tijgers staan bekend om hun vrijpartijen. Het grootste deel van het jaar leven ze alleen, maar als ze een partner hebben gevonden kunnen ze het wel honderd keer achter elkaar doen. Waar leeft de Siberische tijger? In het uiterste puntje van Siberie leeft de grootste katachtige ter wereld, de siberische tijger. Hij heeft een minder gele huid dan de andere tijgersoorten, omdat dit de enige tijgersoort is die in de winter in de sneeuw leeft. Door de wat lichtere kleur valt de siberische tijger in de sneeuw minder op. Ook hier zijn beschermingsprojecten opgezet, maar door de crisis in Rusland zijn er veel mensen verleid om deze wonderschone dieren neer te schieten en hun huid voor veel geld te verkopen. Wel verdienen de beschermers een pluim, want de siberische tijger is de enige tijgersoort, die de laatste 30 jaar in aantal is gestegen !! De stijd tegen de stropers is moeilijk, want wanneer het ook maar een stroper lukt de reservaten ongezien binnen te komen, kan hij in een dag het werk van jaren fokken en beschermen ongedaan maken. De stropers zijn vaak professionele bendes, die met hun activiteiten genoeg geld verdienen om zich zwaar te bewapenen met de modernste apperatuur. De beheerders van de parken verdienen dan ook een pluim voor hun doorzettingskracht, omdat ze altijd maar weer doorgaan als het werk weer voor niets lijkt te zijn geweest. Voor niets is het uiteraard nooit, want zonder hen zouden er al lang geen tijgers meer in het wild leven. Twee tot vier jongen In de paartijd komen een mannetje en een vrouwtje samen. Tijdens de paring bijt het mannetje in het nekvel van het vrouwtje. Na 3 ½ maand worden er twee tot vier jongen geboren. Ze zijn blind en wegen ongeveer één kilo. Ze hebben wel al een dikke vacht. Alleen de moeder zorgt voor hen. De jongen liggen in een nestje, goed verstopt in het struikgewas. Pas als ze twee maanden oud zijn, verlaten ze voor het eerst hun schuilplaats. Zes maanden lang drinken de kleintjes melk bij de moeder. Daarna moeten ze leren om zelf een prooi te vangen. Het territorium en de jacht Dankzij het strepenpatroon is de tijger goed gecamoufleerd in het hoge gras. Hij jaagt op herten, antilopen, buffels en zwijnen. Hij besluipt ze vanuit het gras en maakt op het juiste moment een snelle sprint. Hij doodt het slachtoffer met een stevige beet waarbij de prooi de nek breekt. De buit wordt naar een rustig plekje gesleept, en dan pas kan de tijger de maaltijd beginnen. Het liefst jaagt hij tegen de avond als het koeler is geworden. De tijger is heel gespierd en dus erg sterk. Hij kan enorme sprongen maken bij de jacht. Het is geen gemakkelijke klus voor een tijger om een prooi te vangen. Om dichtbij te komen, moet hij voldoende dekking hebben in het gras. Voor de sprint moet hij al zijn krachten verzamelen om de vluchtende prooi te kunnen grijpen. Heel vaak verliest de tijger de strijd. Soms jagen ze daarom met z'n tweeën. De één drijft de prooi in de goede richting, de ander gaat er achter aan. Meestal zijn het de oude dieren, of de hele jonge die het slachtoffer worden. Als er weinig voedsel is, vangt een tijger soms een aapje of een stekelvarken. Hij eet zelfs vissen, en heel af en toe vangt hij een schildpad of een krokodil. De tijger leeft meestal in zijn eentje in een territorium. Een territorium is een begrensd gebied waarin een dier leeft en dat hij tegen soortgenoten verdedigt. Sommige territoria overlappen elkaar; daar vinden zo nu en dan ontmoetingen plaats. Grenzen worden aangegeven met geurtjes en krabsporen. Tijgers sproeien af en toe een mengsel van kliervocht en urine tegen bomen, struiken of rotsblokken. Ze deponeren en begraven hun mest op vaste plaatsen. Geurvlaggen worden niet alleen gebruikt om een gebied af te grenzen, de tijger kan er ook contact mee onderhouden. Soms brullen tijgers om elkaar te begroeten, of om elkaar te laten weten waar ze zijn
Mannetjes verdedigen hun gebied veel feller dan vrouwtjes. Ze ruiken dat er een ongewenste indringer is binnengeslopen. Mannetjes op doorreis worden meestal met rust gelaten, maar een mannetje dat steeds maar weer terugkomt wordt verjaagd. Tegen een vrouwtje binnen het territorium maakt een mannetje veel minder bezwaar.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden