Shetlandpony

Geschiedenis
De shetlanders komen van de Shetlandeilanden in het noorden van Schotland. Doordat het daar erg koud is en weinig voedsel is zijn de Shetlanderpony’s erg taai en hard. En omdat ze op een eiland leefden kwamen er geen andere pony’s en bleef het ras zuiver. Het zijn sterke pony’s en werden eerst gebruikt als last- en trek dier. Ze kunnen makkelijk volwassenen dragen, maar het werd een echte kinderpony. In de 19e eeuw mochten vrouwen en kinderen niet meer in de mijnen werken, de sterke Shetlandpony nam hun werk over. Hij werkte dan haast z’n hele leven in de mijnen. Tegenwoordig zijn het vooral rijpony’s voor kinderen en wordt er mee gefokt. Hij staat ook vaak op een kinderboerderij of hij werkt bij het circus. In de Verenigde Staten leven ongeveer 50 000 Shetland pony’s.

Uiterlijk
Shetlandpony’s zijn kleine pony’s. Je kan ze indelen in vier groepen:

· kleiner dan 86 cm: Mini-Shetlander
· 86 t/m 92 cm: kleine maat
· 93 t/m 98 cm: midden maat
· 99 t/m 107 cm: grote maat
De Shetlander mag als hij 3 jaar is niet groter zijn dan 102 cm en pony’s van 4 jaar of ouder mogen niet groter zijn dan 107 cm. Het Shetlandpony-ras is een van de kleinste rassen ter wereld. Het kleinste shetje was 65 cm.
Ze zijn stevig en zwaar voor hun grootte en de sterksten in vergelijking met alle andere paarden. Shetlanders hebben een dikke vacht, lange manen die hen beschermen tegen slecht weer en behang (lokken) om hun benen. Kleine oren, donkere ogen. Ze hebben ronde, sterke hoeven en sterke, korte benen. Een breed voorhoofd met een lange, dikke voorpluk.
Ze zijn er in alle kleuren ook in bont en valk (grijs-bruinig). Zwart en vos komen het meeste voor. Shetlanderpony’s met stipjes mogen niet in het stamboek.

Karakter
Shetlanders zijn koppig, maar ook erg lief en geduldig. Ze zijn moedig en kalm. Hij kan zich overal goed aanpassen, dat komt omdat ze zich op de Shetlandeilanden ook vaak moesten aanpassen. Doordat ze heel intelligent zijn kunnen ze je makkelijk voor de gek houden. Toch zijn ze lief en goed geschikt voor kinderen. Ze zijn vaak vrolijk en kunnen goed iets leren.

Drachtig
Een vrouwtjespony heet een merrie en een mannetje een hengst. Wanneer een merrie twee jaar is wordt ze hengstig en kan ze gedekt worden door de hengst. Paarden en pony’s zijn 11 maanden drachtig (zwanger). Het beste voor het veulen is dat hij in het voorjaar geboren wordt, dan is het gras gezond en schijnt de zon. Als een merrie moet veulenen (bevallen) wordt ze meestal erg onrustig en gaat ze steeds liggen. Ze ligt meestal op haar zij als het veulen komt. Eerst komen de voorbenen dan het hoofdje en dan de rest van het veulen. De bevalling bij een pony duurt meestal maar een paar minuten. Het vlies moet er zo snel mogelijk af anders stikt het veulen, meestal gaat dat vanzelf. De moeder begint het veulen te likken en het veulen probeert te gaan staan. Binnen een paar uur moet het veulen gedronken hebben, anders wordt hij erg zwak. Na een paar weken eet het veulen al gras, maar hij blijft ook melk drinken. Wanneer het veulen bijna een jaar is kan het bij de moeder weg. Een pony van een jaar heet een jaarling of enter, bij twee jaar heet het een twenter.

Onderhoud
Doordat ze erg taai zijn hebben shetlandpony’s weinig onderhoud nodig. Ze moeten een wei hebben met voldoende gras en af en toe wat biks (brokjes), vooral in de winter. Ze zijn niet gewend aan veel eten krijgen en ze eten zich dan ook snel te dik. Hierdoor kunnen ze ziek worden. Wanneer shetlanders verkeerd eten of drinken kunnen ze koliek krijgen (darmkrampen). Ze willen dan het liefst liggen, maar dan kunnen ze doodgaan. Het beste is om ze overeind te trekken en met ze te gaan lopen. Shetlanders hebben geen stal nodig, want in de winter krijgen ze een dikke vacht. In het voorjaar valt het winterhaar eruit en krijgen ze weer een gladdere vacht. Die vacht moet wel regelmatig worden schoongemaakt met paardenborstels, en de manen met kammen en de hoeven met een hoevenkrabber. Een paar keer per jaar moeten hun hoeven bekapt (geknipt) worden, anders gaan ze kromgroeien en kunnen ze niet meer lopen. Ook hebben ze een middel nodig tegen wormen; wormpasta. Dit is wit spul wat in de mond moet worden gespoten, zodat ze geen wormpjes krijgen.


Stamboek
Wanneer er een veulentje geboren wordt van een vader en een moeder die in het stamboek staan mag het veulentje ook in het stamboek. Dat is een officieel papier waarop staat waaruit het veulen geboren is en wie de eigenaar is enz. De eigenaar moet dan een formulier invullen met de naam en de geboortedatum en het dekbewijs. Dit is het bewijs dat de moeder van het veulen door die hengst is gedekt. Elk jaar beginnen de namen van de veulens met een andere letter volgens het alfabet. Dit jaar is het de S. Het veulen krijgt dan eerst een veulenpaspoort, wanneer het drie jaar is wordt het bekeken en gemeten en dan krijgt het een stamboek. Als hij bij die keuring erg kreupel is of gevlekt is of groter dan 1.07 m, dan mag hij niet in het stamboek. Pony’s met een stamboek zijn meer geld waard dan pony’s zonder. Er wordt met stamboekpony’s gefokt om zo mooi mogelijke veulens te krijgen. Op de keuring wordt gezegd hoe mooi de pony is.

Keuring
Een Shetlandpony met een stamboek mag naar de keuring. Daar zijn keuringmeesters die kijken hoe mooi de pony eruit ziet en hoe goed hij loopt. De meeste mensen maken hun pony van te voren extra goed schoon en gaan vaak met hem lopen om te oefenen. Op de keuring worden de Shetlanders ingedeeld in groepen op leeftijd en grootte. Elke krijgt een nummer, die moet je aan de rechterkant van het halster vastmaken zodat de jury het kan zien. Als je aan de beurt bent moet je je pony met een zijkant naar de keuringmeesters zetten. Zij moeten dan alle benen goed kunnen zien, die moet dus niet voor elkaar staan. Daarna moet je van ze weg stappen en weer naar ze toe lopen. Dan doe je hetzelfde in draf (rennen). Als je klaar bent moet je aan de kant wachten tot alle pony’s van jouw groep geweest zijn. De keuringmeesters noemen dan alle nummers op in volgorde van mooist naar minst mooi. In die volgorde moet je in een grotere ring rondjes lopen, soms worden er dan nog pony’s verwisseld. De pony’s stellen zich dan in een lijn op en de keuringmeesters delen de rozetten uit. Oranje is het best, daarna rood, dan wit en heel erg slecht is blauw. De pony die vooraan loopt, die het mooist is, wordt samen met de mooisten uit andere groepen weer gekeurd. De mooiste daarvan wordt kampioen en krijgt en rood-wit-blauw lint om z’n hals. De tweede heet reserve kampioen, die krijgt een rood-wit-blauw rozet. Als de kampioen dood gaat wordt de reserve kampioen zelf kampioen. Hoe hoger de prijs van de pony, hoe mooier hij is en hoe duurder.

Weetjes
· Er is een Shetlandpony geweest die opgetild kon worden door een man. Die pony kon diezelfde man 16 kilometer heen en terug dragen!
· De Shetlandpony kan vaak gemakkelijk over zijn eigen omheining springen, maar hij weet dat dat geen zin heeft.
· Er zijn aparte spring- en dressuur wedstrijden voor Shetlandpony’s.
· Veulentjes mogen na een paar dagen al een halster om en met de moeder buiten lopen.
· In Groot-Brittanie is er zelfs een ‘Grand National’ voor Shetlanders. Daar moeten de pony’s zo snel mogelijk enkele lage hindernissen springen.
· Een Shetlander van 91 cm heeft eens een man van 76 kg in een dag 64 kilometer lang gedragen!
· De manen van een Shetlandpony mogen nooit geknipt worden. De staart wel als die zo lang is dat de pony er op gaat staan.

· Shetlandpony’s zijn gek op appels, pepermuntjes, wortels, koekjes en andere lekkere dingen.