Inhoud
1. De komst van de roggen.
2. Het uiterlijk van roggen.
3. Het leggen van eieren.
4. Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes.
5. De Pijlstaartrog.
6. De Adelaarsrog.
7. De Sidderrog.
8. De Stekelrog.
9. De Vioolrog.
10. De Ruezenmanta
11. Remora’s of zuigvissen.
12. De zaagvis.
13. Bronnen.
1. De komst van roggen
Roggen behoren tot de kraakbeenvissen (chondrichthyes), omdat ze een geraamte van kraakbeen hebben.
De kraakbeenvissen stammen af van het Devaan. In het Perm en Trias stierven ze bijna uit.
De modernere groepen kraakbeenvissen evolueerden in de Juraperiode.
Alle vissen zouden zich hebben ontwikkeld uit een allang uitgestorven, primitief, lancetachtig wezen.
Het huidige lancetvisje is een ongewerveld dier en geen vis, ondanks zijn visachtige uiterlijk. Misschien is het een nauwe verwant van de onbekende, gemeenschappelijke voorouder van alle gewervelde dieren.
Er zijn niet veel fossiele roggen gevonden, omdat kraakbeen (bijna) niet fossiliseert.
2. Het uiterlijk van roggen.
Evenals de verwante haaien hebben roggen een kraakbeenskelet; hun karakteristieke platte vorm is een aanpassing aan het leven op de zeebodem.
De meeste roggen zwemmen met hun borstvinnen. Maar de Sidderroggen, zaagvissen en sommige gitaarvissen (familie van de roggen) zwemmen net als haaien met hun staart. De staart van de meeste roggen is te dun om ermee vooruit te komen en daarom maken ze golfbewegingen die van voor naar achter door hun borstvinnen lopen. Het ziet er uit alsof ze vliegen door het water.
De beweging van de vleugels zijn nog beter te zijn bij grote roggen als de Manta. Die reuzen kunnen zelfs helemaal opspringen uit het water, soms tot wel 1.5 meter hoog.
De kieuwspleten zitten bij roggen aan de onderzijden van het lichaam; boven op de kop, achter de ogen, zitten twee grote gaten, de ademhalingsopeningen. Bij het ademhalen wordt het water aangezogen door de ademhalingsopeningen passeert de kieuwen en wordt weer naar buiten geperst door de kieuwspleten onder het ademhalingsopening
lichaam. Op deze wijze kan een rog die op een modderige zeebodem rust toch schoon water,Zonder zand en modder, naar zijn kieuwen voeren.
Omdat roggen niet zo snel zijn, zijn roggen, zoals zoveel vissen, meesters in de camouflagetechniek en het gevlekte
Kleurenpatroon van verschillende soorten maakt dat zij onzichtbaar is de camouflage-
zijn tegen de zeebodem waarop zij techniek goed te liggen. Hun vermomming wordt volledig als zij, in rust met hun vinnen wat zand over hun lichaam brengen. De onderkant van de meeste roggen is wit tot crème kleurig.
De bek van de roggen ligt aan de onderkant van hun lichaam, alleen de bek van de Manta zit voorop. Het type tanden in de bek
Hangt af van hun hoofdvoedsel. Roggen die van weekdieren leven bijvoorbeeld, hebben vlakke tanden waarmee zij schelpen kunnen open breken en vermalen.
3. Het leggen van eieren.
Roggen leggen leerachtige vierkante eieren met aan elke hoek een draadje, waarmee ze zich aan wier en ander voorwerpen in zee kunnen vasthechten.
Sommige roggen zijn levendbarend (ovovivipaar), dat betekent dat de ontwikkeling van het bevruchte ei in de buik van het moederdier duurt tot het moment van uitkomen.
In het begin leven de jongen van de inhoud van de dooierzak. Naarmate ze zich verder ontwikkelen nemen ze voedsel op uit de baarmoederachtige eileiderwand van de moeder. Hoeveel eieren per keer worden gelegd verschilt per soort.
Over het paringsgedrag van roggen is niet veel bekend.
4. Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes
Mannetjes hebben twee grijporganen, die dienen als voortplantingsorgaan en een opening tussen de grijporganen voor de uitscheiding van afvalstoffen.
Bij vrouwtjes ontbreken de grijporganen; ze hebben een cloaca (een opening) voor voortplanting en voor de afvoer van afvalstoffen.
5. De Pijlstaartrog.
er zijn meer dan 80 verschillende soorten pijlstaartroggen die in lengte variëren van 30 centimeter tot 4.4 meter. Een gemeenschappelijk kenmerk is de stekel of stekels op hun staart, waarmee ze een vijand ernstig kunnen verwonden.
Pijlstaartroggen geven de Voorkeur aan rustig water, waar ze zich kunnen ingraven in de modder. In de Europese wateren treft men De pijlstaartrog gewoonlijk alleen ’s zomers aan.
Sommige wetenschappers denken dat de pijlstaartrog in de winter naar dieper water vertrekt. Andere onderzoekers hebben het idee dat deze vissen gewoon ingraven en de winter doorbrengen in een soort winterslaap.
De pijlstaartrog die het meest voorkomt in de wateren van Europa, maar ook in de Atlantische Oceaan rond Groot-Brittannië, Spanje en in de middellandse Zee, is de Dasyatis pastinaca.
In de zeeën rond Noord- en Zuid-Amerika, van New Jersey tot Brazilië, is de Caribische pijlstaartrog (Dasyatis americana) wijd verbreid.
In het Indische deel van de Stille oceaan leeft de Reuzen pijlstaartrog (Dasyatis brevicaudata), waarvan al enkele exemplaren met een lengte van 4.3 meter gevangen zijn.
Er bestaan soorten, zoals de Zuid-Amerikaanse zoetwaterpijlstaartrog, die in riviermondingen zwemmen.
Pijlstaartroggen voeden zich hoofdzakelijk met zeepieren, weekdieren en kreeftachtige die ze uitgraven. De grotere exemplaren van deze roggen eten ook wel dode vissen of inktvis.
De pijlstaartrog heeft verschillende rijen stompe en brede tanden, die helpen bij het openbreken van schelpen van prooidieren.
Over het paargedrag van de pijlstaartrog is weinig bekend. Wel is bekend dat hij tussen de twee en negen levende jongen ter wereld brengt, pijlstaartroggen zijn dus ovovivipaar. Bij de geboorte hebben pijlstaartroggen een doorsnee van ongeveer 18 centimeter. Het vlees van de pijlstaartrog is van weinig commercieel belang, maar wordt door sommige mensen wel gegeten. Zijn stekel wordt soms als wapen gebruikt en men bereidt olie uit zijn lever.
Pijlstaartroggen kunnen ook heel goed mensen doden, dat gebeurt vooral als nietsvermoedende zwemmers aan het strand per ongeluk op een half ingegraven rog trappen. Door een klap van de zweepstaart of de stekel kunnen mensen ernstig gewond raken. Als ze dan niet snel behandeld worden, ontstaat een gemene ontsteking die lang duurt en soms zelfs dodelijk is.
Pijlstaartroggen zijn een geliefde prooi van de grote hamerhaai, ondanks de giftige stekels op hun staart. Hamerhaaien schijnen geen last te hebben van het gif; een exemplaar werd gevonden met bijna honderd stekels n zijn bek en strot.
In het algemeen zijn pijlstaartroggen geen bedreigde soort, hoewel hun voedsel hoofdzakelijk bestaat uit mosselen die zeer gevoelig zijn voor waterverontreiniging.
6. De Adelaarsrog.
Sommige Adelaarsroggen hebben net zoals pijlstaartroggen een giftige staartstekel. Deze roggen zijn actieve zwemmers van het open water, waarbij ze zich met behulp van hun puntige vinnen voortbewegen; zij komen voor in de Tropen en subtropen. Zij hebben een meer uitgesproken kop, aangezien hun borstvinnen eindigen ter hoogte van hun ogen.
Een van de best bekende soorten, de Gevlekte Adelaarsrog (Aetobatus narinari) kan een lengte van ruim 2,3 meter bereiken en een breedte van bijna 2 meter. De gezaagde stekel bevind zich aan de wortel van de zweepvormige staart. Zij leven net als de pijlstaartroggen van schelpdieren, die zij met hun vlakke tanden openbreken en ook zij kunnen ernstig schade berokken aan commerciële schelpdierkwekerijen.
7. De Sidderrog.
De gevaarlijkste roggen van alle roggen zijn de sidderroggen, die de sterkste elektrische schokken kunnen afgeven van alle van een elektrische orgaan voorziene zeevissen.
Alle soorten sidderroggen hebben een schijfvormig afgeplat lichaam en een staart met één of twee rugvinnetjes aan de basis en een staartvin aan het eind.
Ze zwemmen niet zoals de andere roggen met golfbewegingen van hun afgeplatte lichaam, maar door de staart krachtig heen en weer te bewegen. Dat is niet onlogisch, want een groot deel van de lichaamsschijf wordt bezet door elektrische organen.
Men heeft ontladingen van 220 volt en 2000 watt gemeten. En dat is meer dan voldoende om roofvijanden af te schrikken en prooidieren te verlammen, temeer omdat zeewater nu eenmaal beter geleidt dan zoetwater en sidderroggen leven in zeewater.
Sidderroggen hebben kleine ogen en kleine bekken; zij komen zowel in tropische als subtropische gebieden voor. Meestal leven ze op de bodem in ondiep water, dicht onder de kust. Ze zijn ovovivipaar.
Een van de grootste soorten is de Zwarte sidderrog (Torpedo Nobiliana). Hij heeft een bijna rond, schijfvormig lichaam en kan ongeveer 2 meter lang worden. De door hem geproduceerde elektrische schok kan een mens zeker schaden. Hij leeft van verschillende soorten vis, die hij vangt door er zich op te storten om vervolgens een verlammende of dodelijke ontlading van zijn elektrisch orgaan te produceren. Dit orgaan bestaat uit twee grote en twee kleine organen aan weerzijde van de kop, die gevormd zijn uit gespecialiseerde spieren. De elektrische stroom gaat van de bovenzijde (positief) van de vis naar de onderzijde (negatief) van de vis.
Een ander soort sidderrog leeft in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en komt ook in de Middellandse Zee voor: de Gevlekte of Gewone sidderrog (Torpedo Torpedo). Aan de bovenzijde van zijn lichaam bevinden zich vijf opvallende blauwe vlekken met een zwarte en een witte rand. In tegenstelling tot de gevlekte camouflagekleuren van de meeste andere roggen maken deze opvallende vlekken juist de aanwezigheid van de rog voor zijn omgeving merkbaar, zodat eventuele aanvallers van te voren worden gewaarschuwd. Op deze manier wordt de rog ongemoeid gelaten en zullen de potentiële aanvallers elders naar een prooi gaan zoeken.
8. De Stekelrog.
Stekelroggen danken hun namaan de stekels op de rug en staart, hun buik is ook wat stekelig. Ze moeten een lengte van 3 meter kunnen bereiken. De stekelroggen leven in de kustwateren van Europese Zeeën en voeden zich vooral met kleine krabben en vissen, soms bestaat de maaltijd ook uit garnalen.
Stekelroggen zijn niet levendbarend: ze leggen eieren.
9. De Vioolrog.
Hoewel de Vioolrog tot de rogachtigen behoren, bezitten zij ook kenmerken van haaien. Zij hebben een ronde staart met een goed ontwikkelde staartvin, terwijl het enigszins langgerekte lichaam is afgeplat, aangepast aan het leven op de bodem.
De kieuwspleten liggen eveneens aan de onderzijde van het lichaam.
In zijn bek heeft hij platte maaltanden.
Een ook in de Europese wateren voorkomende soort is de Gewone vioolrog (Rhinobatos rhinobatos). Tot het zelfde geslacht behoort de tot 2 meter lang wordende Gitaarvis (Rhinobatos cemiculus).
10. De Ruezenmanta
De Reuzenmanta of Grote duivelsrog is de grootste rog van alle roggen en zwerft als een gigantische vleermuis door de warmere gebieden van de wereldzeeën.
De Reuzenmanta met zijn duivelachtige uiterlijk en brede, platte “vleugels” heeft zijn naam “grote duivelsrog” mede te danken aan zijn vervaarlijke gewoonte gespannen loerend rond scheepjes te zwemmen.
De Reuzenmanta, die een voorkeur heeft voor warm oceaanwater, is zowel dicht onder de kust als in open zee aan te treffen.
Evenals andere rogachtigen brengt hij een groot deel van zijn tijd doezelend door op de zeebodem, maar toch wordt het machtige dier ook vaak aan de oppervlakte gesignaleerd.
Sommige experts zijn van mening dat de Reuzenmanta, die in de Stille Oceaan voorkomt, tot een apart soort behoort.
Grote exemplaren leven meestal solitair; wel worden ze vaak begeleid door een school loodvissen.
Reuzenmanta’s voeden zich hoofdzakelijk met garnalen en plankton. Ook kleinere vissen en harders versmaden ze zo nu en dan niet. Maar zelden happen zij naar aas van een hengelaar en als ze toch aan de haak worden geslagen, weten ze zich meestal wel weer los te rukken.
In plaats van onder zit de grote bek van een manta voor en wordt geflankeerd door twee op horens gelijkende uitsteeksels die voor de bek kunnen worden geslagen. Men neemt aan dat het dier deze uitsteeksels gebruikt om voedsel samen te drijven en in de bek te vervoeren.
De kieuwbogen van de duivelsroggen vormen een uniek filtersysteem dat dient bij de voedselopname. Bij het ademhalen wordt water door de mond naar binnen gezogen en door de kieuwspleten op natuurlijke wijze weer weggepompt. Het plankton blijft in dit filtersysteem hangen en naar de maag doorgevoerd.
Als de Reuzenmanta op een school kleine vissen stuit, zet hij een bliksemaanval op hen in en verslindt hij zoveel visjes als hij maar pakken kan.
De Reuzenmanta is inderdaad een reusachtig dier. Voor zover bekend, werd het grootste exemplaar bij de Bahama-eilanden gevangen. De breedte, gemeten over de borstvinnen, bedroeg 6.7 meter en de totale lengte 5.2 meter. Aangezien hij echter een deel van zijn staart miste, is dit niet de werkelijke lengte. Zijn gewicht was 136o kg!
De borstvinspanwijdte van een Reuzenmanta kan zeven meter halen.een vliegtuigje met een vleugelbreedte van 7.9 meter reikt maar nauwelijks verder.
Normalerwijze zijn het rustige, misschien wat nieuwsgierige dieren. Maar als zij geharpoeneerd worden ontkent zich hun verschrikkelijke kracht en zijn ze gemakkelijk instaat om boten te laten kapseizen. Ook als zij een sprong boven water maken, wordt hun formidabele kracht gedemonstreerd. Waarom ze deze sprongen boven water uitvoeren is niet bekend, maar men denkt dat het iets met de paring te maken zou kunnen hebben. De geweldige klap waarmee ze in het water terugvallen kan, net als een donderslag, op grote afstand worden gehoord; wellicht zou het een signaal voor een toekomstige partner kunnen zijn.
Reuzenmanta’s zijn levendbarend. De natuur heeft dit vermoedelijk zo doen ontstaan om het nageslacht van de Manta zo meer overlevingskans e kunnen bieden.
Het schijnt dat de Reuzenmanta pas geslachtrijp is op het moment waarop de borstvinspanwijdte tenminste 4.5 meter bedraagt. De paring kan het hele jaar door plaatsvinden.
Van oudsher heeft de mens in zijn kleine scheepjes de Reuzenmanta gevreesd als zeer gevaarlijk dier. Parelduikers geloofden dat Manta’s in staat waren hun enorme vleugels om een man heen te slaan om hem daarna te verslinden; een onderzoek van de tanden van de Manta heeft dit echter ontzenuwd. De bovenkaak is tandenloos, in de onderkaak zitten een groot aantal zeer kleine, afgeplatte tandjes. Wat heb je tenslotte nog meer nodig als je voedsel uit plankton bestaat?
Horrorverhalen over duivelsroggen die duikers hebben doodgedrukt, zijn er in overvloed, maar zijn evenmin waar als de verhalen dat duivelroggen in bootjes springen.
Het is een feit dat Reuzenmanta’s een vrij gevaarlijk uitziend gedrag vertonen als ze hun rondjes rond kleine schepen op zee trekken. Een aanvaring met hen kan gevaarlijk zijn. Met een sprong uit het water hebben Reuzenmanta’s wel dergelijke bootjes schade toegebracht. Hierdoor hebben ze de naam “duivelsrog” gekregen.
Reuzenmanta’s worden meestal met rust gelaten, omdat ze weinig commerciële waarde hebben en ook voor sprotvissers weinig attractief zijn.
11. Remora’s of zuigvissen.
Remora’s of zuigvissen leven in tropische oceanen. De vissen hebben een omrande zuignap boven op hun kop, waarmee ze zich vast zetten op haaien en roggen. Ze profiteren van de roggen door ze als rijder te gebruiken, maar ze kunnen ook uitstekend op eigen kracht zwemmen. Ze maken zich nuttig door huidparasieten van hun gastheer op te eten. Soms stelen ze hapjes als de rog een prooi heeft gevangen en wanneer de rog jongen werpt eten ze van de placenta.
12. De zaagvis.
De meer langgerekte Zaagvissen behoren eveneens tot de rogachtigen; ook zij hebben kieuwspleten aan de onderzijde van het lichaam. Zij hebben een meer haaiachtige vorm met een bladvormige snuit of “zaag” die aan beide zijde voorzien is van sterke tanden, die naar de kop toe geleidelijk kleiner worden. Ze gebruiken de zaag om de zeebodem om te woelen, op zoek naar wervelloze dieren waarvan zij leven. Ze kunnen dat wapen om zich een maaltijd te verschaffen door er in een school vis mee om zich heen te slaan. Er zijn zelfs afgebroken tanden gevonden in de isolatie van onderzeese kabels. De inboorlingen op de eilanden gebruiken de tanden van zaagvissen net als de stekels van pijlstaartroggen, om er wapens van te maken.
De Gewone zaagvis (pristis Pectinata) kan een lengt bereiken van meer dan 7.5 meter en heeft 24 tot 32 paar tanden langs de zaagkanten.
Je moet zaagvissen niet verwarren met zaaghaaien, want die behoren niet tot de rogachtigen, maar tot de haaien, ook hebben zij twee lange baarddraden midden op de “zaag”, die de zaagvissen missen.
Er zijn 6 soorten zaagvissen die leven in warme zeeën, rivieren en meren.
13. Bronnen.
- Oceanen en eilanden
Reader’s digest
- Natuur encyclopedie voor de jeugd
Deltas
- Artis aquarium
- Sesam encyclopedie
-De grote encyclopedie van et dierenrijk
- Het leven in de oceaan
Heater Angel
-Encyclopedie van de natuur
Flora en fauna van Nederland en Europa
-Haaien
-Fossielen
Mark Lambert
-Reuzenmanta
- Pijlstaartrog
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
*ik heb de pijlstaartrog in het echt gezien*
in dit verslag
staat er dat de stekel aan het einde van de staart zit,maar hij zit op 1/3 van de staart
18 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
heej,
echt wel cool dat werkstuk van jou net wat ik nodig heb dankjewel!!!!!!
ik zit in de 1e van vmbo/havo
groetjes lorraine
20 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
heey, echt heel erg bedankt, heb er superveel aan gehad!
berith
14 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
mooie project hoe kom je er aan
14 jaar geleden
Antwoorden