Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Parkinson

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vmbo | 4274 woorden
  • 17 januari 2002
  • 196 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
196 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De ziekte van Parkinson

Inleiding


De ziekte van Parkinson is ongeneeslijk en komt niet alleen, zoals iedereen vaak denkt, bij oude mensen voor. In het begin ontwikkelt de ziekte zich heel langzaam en weet men soms lange tijd niet dat men de ziekte heeft. Ook voor de arts is het dan nog niet altijd duidelijk.
Eén van de kenmerken is dat vrijwel geen enkele beweging vanzelf gaat. Het is net of de patiënt vóór iedere beweging moet nadenken. Het is een beetje te vergelijken met een “black-out”.
Zowel voor de patiënt als de mensen die er mee te maken krijgen, is de ziekte moeilijk te begrij-pen. We kunnen ons bijna niet voorstellen dat we bijvoorbeeld iedere keer zouden moeten naden-ken als we anders willen gaan zitten of een stukje moeten lopen.

De ziekte van Parkinson is ook onbegrijpelijk omdat de verschijnselen heel wisselend kunnen zijn: soms lukt een beweging wel en soms ook weer niet. Het is dan belangrijk dat de patiënt maar ook zijn omgeving weten wat de ziekte precies inhoudt. Dat ze goede informatie hebben. De Parkinson Patiëntenvereniging kan hierbij helpen.
De laatste jaren wordt er veel onderzoek gedaan naar de ziekte van Parkinson om ook de ziekte steeds beter te kunnen behandelen.
In dit werkstuk schrijf ik wat de ziekte van Parkinson is en wie de ziekte ontdekt heeft. Welke verschijnselen erbij horen en andere informatie die bij de ziekte van Parkinson horen.

Keuze onderwerp

Ik heb het onderwerp gekozen omdat het me een heel interessant onderwerp lijkt. Het lijkt me interessant om te weten wat er met het lichaam gebeurt. Je hoort regelmatig iets over Parkinson omdat een aantal bekende mensen het hebben maar je hoort niet wat het betekent.
Er is veel over te vinden en ik had in de klas gehoord dat er niet veel klasgenoten dit onderwerp hadden gekozen.

Wat weet ik ervan?

Wat ik weet van Parkinson is dat prins Claus en de Paus het hebben.
De ziekte heeft met het zenuwstelsel te maken. Mensen kunnen moeilijker bewegen en ze moeten lang denken om een beweging uit te voeren. De boodschappen uit de hersenen om te bewegen gaan langzamer.

Wie heeft de ziekte ontdekt?

James Parkinson heeft de ziekte voor het eerst beschreven. James Parkinson was een engelse arts. In 1817 noemde hij de ziekte de "shaking Palsy", hij beschreef dit als een ziekte waarbij verlammingen voorkwamen, beven in rusttoestand en een voorovergebogen houding. Later werden de door hem beschreven symptomen de ziekte van Parkinson genoemd en kwam men er achter dat er geen sprake was van verlammingen maar van een storing in de manier van bewegen. In 1960 kwamen artsen er pas achter dat er ook allerlei veranderingen in de hersenen van de patiënt waren die zijn invloed hadden op het functioneren van de patiënt. Men deed toen veel onderzoeken bij mensen met Parkinson, die waren overleden. Doordat men beter wist wat in het lichaam een rol speelden, kon men ook beter zoeken naar de goede medicijnen.

Wat is Parkinson?

De ziekte van Parkinson wordt in de volksmond ook wel de beefziekte genoemd. Het is een progressieve (langzaam erger wordende) ziekte. Het is een aandoening van het centrale zenuwstelsel waarbij er een stoornis optreed in de verbinding tussen de hersenen en de spieren.


Ons zenuwstelsel is opgebouwd uit miljarden zenuwcellen (neuronen) die allemaal contact hebben met elkaar. Elke zenuwcel geeft prikkels af en ontvangt deze, via duizenden draadjes die verbonden zijn met andere zenuwcellen uit het zenuwstelsel. Op deze manier worden verschillende functies (onder andere balans, beweging, spierspanning en coördinatie) van ons lichaam bestuurd. Het contact dat de zenuwcellen met elkaar hebben, vindt plaats met behulp van chemische stoffen. Die stoffen worden neurotransmitters genoemd (neuro = zenuw, transmitter = overbrenger). Neurotransmitters worden in de hersenen gemaakt. Eén van die neurotransmitters is dopamine. Dopamine komt vooral voor in de hersengebieden die het gericht bewegen (de motoriek) aansturen.

Mensen met de ziekte van Parkinson hebben steeds minder dopamine in hun hersenen, waardoor zij problemen krijgen met bewegen. Als het tekort aan dopamine groter wordt, kan er ook weefsel afbraak gaan vinden.
Bij de ziekte van Parkinson is niet alleen de zenuwbesturing van de spieren aangedaan, maar ook de zenuwbesturing van de huid en diverse inwendige organen.
De ziekte openbaart zich meestal tussen het 50ste en 65ste levensjaar en komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Ongeveer 1% van de bevolking boven de 60 jaar lijdt aan Parkinson. In sommige gevallen speelt erfelijkheid bij het krijgen van Parkinson een rol. Dit komt echter zo weinig voor dat men niet spreekt van een erfelijke ziekte.

Oorzaken van Parkinson

Over de oorzaken van de ziekte van Parkinson is eigenlijk nog niets definitiefs bekend. De oorzaak is nog steeds een mysterie voor de wetenschap. Veroudering van de hersenen kan meespelen maar is geen afdoende oorzaak alleen want er zijn ouderen die er geen last van krijgen en er zijn steeds jongere mensen die het ook krijgen.
Iets anders wat als mogelijke oorzaak gezien kan worden zijn de gevolgen van vergiftigingen zoals koolmonoxide vergiftiging of een vergiftiging door geneesmiddelen. Deze vergiftigingsverschijnselen zorgen voor een verkalking van bloedvaten in de hersenen.
Omdat men de oorzaak nog steeds niet precies weet vindt er nog veel onderzoek plaats.

De verschijnselen van de ziekte van Parkinson
De eerste uitingen van de ziekte van Parkinson zijn doorgaans zo gering en zo onduidelijk, dat er in die beginfase zelden aan deze ziekte wordt gedacht. Het kan beginnen met een lichte beving van een hand, krachtverlies in een arm of tinteling aan één kant van het lichaam. Het kan dan ook lang duren voor de diagnose wordt gesteld.
Bij de ziekte van Parkinson kunnen diverse verschijnselen optreden.


Beven
Het beven is vaak het eerste en meest opvallende verschijnsel waarvoor men naar de dokter gaat.
Geheel buiten de wil om treden trillingen op van een aantal spieren. Meestal betreft het de spieren van de handen of spieren. De vingers maken kenmerkende beweging, zoals bij geld tellen, waarbij de duim en de wijsvinger regelmatig tegen elkaar worden gewreven. Het beven kan ook optreden in spieren van de kin en de tong, de benen of de voeten. Het beven kan zich aan beide kanten voordoen, maar het kan zich ook beperken tot 1 kant. Dat is de meest dominanten kant. Dat wil zeggen dat bij iemand die rechtshandig is de bevingen ook aan de rechterzijde voorkomen.
In rust is het beven erger, maar zodra men een doelgerichte beweging gaat uitvoeren verdwijnt of verminderd het beven. Tijdens de slaap is het beven niet aanwezig.

Spierstijfheid
Een ander verschijnsel is stijfheid van de spieren, ook wel rigiditeit genoemd.de stijfheid ontstaat doordat de spieren voortdurend een beetje aangespannen zijn.
Aanvankelijk beperkt de stijfheid zich voornamelijk tot de spieren van de ledematen, vooral de armen. De armen zijn stijf en voelen zwaar aan. Later kan de stijfheid zich uitbreiden tot de andere spieren van het lichaam.

Bewegingstraagheid
Het belangrijkste gevolg van de spierstijfheid is de traagheid in het bewegen. Bewegingen komen traag op gang. Voordat een beweging kan plaatsvinden moet de stijfheid worden overwonnen. Dat kost tijd en energie. Allerdaagse handelingen worden daardoor steeds moeilijker. De bewegingen die normaal automatisch worden verricht, moeten bij de ziekte van Parkinson allemaal als doelbewuste en aparte bewegingen worden uitgevoerd. Het uit de stoel opstaan, het willen gaan lopen of het zich om willen draaien in bed geeft startproblemen en kost tijd. Dit geldt ook voor de fijne motoriek.
Ook stopproblemen kunnen zich voordoen. Wanneer een beweging eenmaal in gang is gezet kan het moeilijk zijn om te stoppen. Dit is vooral zichtbaar bij het lopen. Deze stopproblemen kunnen zich met name voordoen op die momenten dat er een verandering in de bewegingen moet optreden (bijvoorbeeld omdraaien of van richting veranderen om een obstakel te omzeilen). Daardoor kan het zo zijn dat mensen vallen of ergens tegen aan botsen.


Strak gezicht
De beweging van de spieren van het gezicht kunnen verdwijnen. Het gezicht wordt strak. Wisselende gezichtsuitdrukking zoals blij en boos verdwijnen. Het gezicht toont door deze starheid weinig emoties. Opvallens hierbij is dat ook de ogen zelfs veel minder bewegen. Het lijkt of men afwezig voor zich uit staart. Vooral de aan de neuskant gelegen spiertjes worden zwakker.

Handschrift
Het handschrift van de patiënt gaat veranderen. De letters worden klein en onleesbaar.
Schrijven is voor een groot deel een automatisch gebeuren, waarbij we een goede coördinatie nodig hebben van de fijne motoriek. Ook dienen de spieren die worden ingezet met het schrijven soepel te zijn. Dit alles raakt bij de ziekte van Parkinson juist gestoord. Men begint meestal nog wel met de juiste grootte van letters maar deze worden steeds kleiner.

Veranderde lichaamshouding
De houding van de patiënt verandert. Hij krijgt een voorovergebogen houding. De armen worden strak langs het lichaam gehouden en de ellebogen zijn licht gebogen en bewegen tijdens het lopen niet soepel mee. Het lopen gebeurt met kleine stapjes. Deze houding die ontstaat wordt typisch gevonden voor alle patiënten met Parkinson. Men ziet steeds deze houding weer terug.

Spraakproblemen
Om goed te kunnen spreken moeten de spieren van de borstkast (in- en uitademing), mond en keel goed kunnen aanspannen en ontspannen. Bij patiënt van Parkinson lukt dit steeds minder. Er kunnen daardoor spraakproblemen ontstaan. Dit uit zich vooral in een zwakke stem, er is weinig stemvolume. De spraak kan ook in dezelfde toon worden.
Doordat de spieren van het gezicht stijf worden zal ook de articulatie minder worden.

Speekselvloed

Er kan sprake zijn van veel speeksel in de mond. Dit ontstaat echter niet doordat er meer speeksel gemaakt wordt, maar door slikproblemen. Het speeksel kan dan niet tijdig weggeslikt worden en loopt soms gewoon de mond uit.

Psychische en sociale gevolgen
Na verloop van tijd kunnen er allerlei psychische klachten optreden. Veel mensen met de ziekte van Parkinson kennen perioden waarin ze voortdurend somber zijn. Ze beleven geen plezier meer aan hun normale bezigheden, zijn doodmoe en kunnen zich slecht concentreren. Deze klachten vat men samen onder Parkinson depressie. Vaak verdwijnt de depressie na verloop van tijd om dan later terug te komen. Ook gevoelens van angst kunnen volgen op een periode van depressie.
Uit onderzoek is gebleken dat deze patiënten eveneens vaker last hebben van problemen als vergeetachtigheid, moeite hebben met ruimtelijk oriëntatie, traagheid van het denkvermogen en moeite hebben met het omschakelen van het ene naar het ander onderwerp.
Een ander probleem is dat door het slikken van medicijnen tegen te ziekte van Parkinson een psychose kan ontstaan. Dit is zeer ernstig. Men kan geen onderscheid meer maken tussen fantasie en werkelijkheid. Daarnaast kunnen waandenkbeelden voorkomen.

Gevolgen voor de omgeving.

Voor de familie van de patiënt en zijn omgeving kan er ook veel veranderen. Soms kan de patiënt zijn beroep niet meer uitoefenen. Hij komt dan thuis te zitten en iedereen moet daar aan wennen. Zeker als de patiënt opeens niet meer weet wat hij de hele dag moet doen. Ook kan het zijn dat de patiënt steeds minder contacten houd met zijn omgeving. Hij gaat zich dan afzonderen.
Van de omgeving wordt verwacht dat ze steeds maar weer begrip blijven opbrengen voor de Parkinson patiënt, dit valt voor de familie niet altijd mee. Het lijkt wel of ze steeds op de 2e plaats komen.
De omgeving moet zich ook aanpassen aan het tempo van de patiënt, alles gaat een stuk langzamer. Ook het huis zal hier en daar aangepast moeten worden, soms moet men zelfs verhuizen omdat traplopen moeilijk is.
Een andere kant is dat de familie er moet verzorgen dat zij de patiënt niet te veel gaan verwennen door alles voor hem te doen. Hij kan best dingen zelf.


Welke vaardigheden moet je hebben om goed om te gaan met de Parkinson patiënt?
Geduld hebben, omdat de patiënt moeite heeft met praten moet je geduld op brengen om goed te luisteren. Je moet de tijd nemen om te luisteren, maar de patiënt ook de tijd geven om te kunnen praten.
Verzorging. Je moet de patiënt kunnen verzorgen omdat hij dingen niet meer zelf kan. Je moet de patiënt kunnen wassen en zijn huid goed verzorgen. Extra verzorging van de kin en de hals kan nodig zijn in verband met speeksel wat uit de mond kan lopen.
Eten geven. Je moet de patiënt rustig eten kunnen geven, omdat hij zich snel kan verslikken. Als de patiënt last heeft van beven kan je de patiënt helpen door zijn hand vast te houden of om hulpmiddelen te gaan gebruiken. Hulpmiddelen kunnen bijvoorbeeld zijn: bestek met een dik handvat, bordrand, ritje of een tuitbeker.
Kunnen doorvragen, omdat je aan het gezicht van de patiënt niet meer goed kunt zien van zijn emoties zijn.
Respect tonen en de patiënt serieus nemen. De patiënt kan zich onzeker voelen over zijn eigen ziekte en alle veranderingen. Hij kan zich ook ervoor schamen en daardoor kan hij verdrietig zijn of boos reageren. Je moet proberen daar begrip voor op te brengen, maar de patiënt kan het ook niet helpen.
Stimuleren. Niet snel iets van de patiënt overnemen, maar hem stimuleren om hem zo veel mogelijk zelf te laten doen. Ook al duurt het lang of gaat het langzaam.
Aandacht voor vallen. Omdat de patiënt niet goed kan lopen moet je aandacht hebben voor dingen waardoor de patiënt kan vallen.
Overleggen. Je moet met iedereen goed kunnen overleggen: met de patiënt, zij familie, op je eigen werk, met de huisarts over bijvoorbeeld medicijnen, bij de logopediste over spraakproblemen enz.

Welke vaardigheden lijken mij moeilijk
Er zijn een aantal vaardigheden die mij moeilijk lijken.

Doorvragen.

Het kunnen doorvragen lijkt me moeilijk omdat ik dan geen vragen meer weet. Ik ben vaak al tevreden met wat ik zie of hoor.
Het omgaan met een patiënt die boos reageert.
Als iemand boos of kwaad reageert dan schrik ik. Ik denk dat ik terug ga schreeuwen of snauwen. Ik denk dat ik niet op de goede manier iets terug kan zeggen. Zeker als de patiënt onverwachts uitvalt.
Overleggen.
Overleggen met anderen lijkt mij moeilijk ook al vind ik dat het nodig is.Ik vind het moeilijk om alles goed onderwoorden te krijgen. Ook voel ik me vaak onzeker, ik denk altijd dat de ander het beter weet en als die dan bazig is dan kan ik daar niet goed tegen in gaan. In een grote groep durf ik niet snel te praten.

Ergotherapie
Ergotherapie helpt mensen zo zelfstandig mogelijk te functioneren wanneer ze problemen ondervinden in het dagelijkse leven. Deze problemen kunnen zich binnenshuis, buitenshuis, tijdens vervoer en op het werk voordoen. De dagelijkse handelingen bijvoorbeeld huishoudelijke taken of wassen en aankleden kunnen moeilijker verlopen. De ergotherapeut bekijkt samen met de patiënt en zijn familie hoe men die handelingen verricht. Vervolgens wordt uitgezocht of deze handelingen gemakkelijker uit te voeren zijn. Hierbij werkt de ergotherapeut nauw samen met andere behandelaars, zoals bijvoorbeeld de fysiotherapeut. Voorop blijft staan dat de patiënt zoveel mogelijk zelf actief blijft.
Een ergotherapeut kan de klachten niet voorkomen of opheffen; wél kan hij samen met de patiënt de gevolgen van deze klachten voor het dagelijks leven aanpakken. Het blijkt vaak dat patiënten pas bij een ergotherapeut terechtkomen, wanneer ze al grote problemen hebben. De ergotherapeut kan echter al geraadpleegd worden wanneer er in lichte mate problemen zijn. Een vroegtijdige aanpak kan veel energie en teleurstellingen besparen.
Parkinson patiënten kunnen problemen ondervinden bij hun dagelijkse activiteiten. bijvoorbeeld op het gebied van wonen, werk, hobby en vrije tijd, zelfverzorging, vervoer, huishouden en communicatie. De ergotherapeut is gespecialiseerd in het oplossen van praktische problemen die zich juist op deze gebieden kunnen voordoen.

De verwijzing naar een ergotherapeut verloopt altijd via een arts, dit kan de huisarts zijn of de specialist. Wanneer men een ergotherapeut wilt inschakelen, kan men zelf het initiatief nemen door de arts te vragen om door verwezen te worden naar een ergotherapeut.
Aan het begin van de behandeling bekijkt de ergotherapeut welke problemen er in het dagelijks leven zijn. Nadat alle problemen zijn geïnventariseerd, wordt een behandelplan opgesteld.
Een aantal belangrijke onderdelen van de ergotherapiebehandeling zijn:

Het verdelen van energie
Vermoeidheid ten gevolge van de ziekte beïnvloedt het leven van parkinsonpatiënten in hoge mate. Activiteiten kosten meer moeite of kunnen door gebrek aan energie niet meer worden uitgevoerd. De ergotherapeut bekijkt samen met de patiënt hoe de activiteiten over de dag het beste te verdelen zijn. Hierbij wordt rekening gehouden met de wisselvalligheid van de ziekte en of er in de dagindeling voldoende rustmomenten zijn ingebouwd. Wanneer sommige activiteiten te zwaar blijken, kan er besloten worden om deze gedeeltelijk of geheel uit handen te geven. Het is duidelijk dat dit voor mensen met Parkinson die werken, flinke consequenties kan hebben. Het kan betekenen dat de patiënt minder gaat werken om meer rustmomenten te hebben of om energie over te houden voor andere activiteiten. De vermoeidheid is niet op te heffen, maar wel beter te hanteren door een juiste energieverdeling.

Hulpmiddelen
Er bestaan veel verschillende hulpmiddelen. Het blijkt vaak moeilijk om zelf te bedenken waar men het meest baat bij heeft en waar die hulpmiddelen te krijgen zijn. De ergotherapeut kan zeggen welke oplossing voor het meest geschikt is. De ergotherapeut adviseert niet alleen bij de keuze van een hulpmiddel, maar gaat ook samen met de patiënt oefenen, zodat het hulpmiddel goed gebruikt kan worden.

Voorzieningen
De ergotherapeut kan ook adviseren over aanpassingen in huis en op het werk. Voorbeelden van dergelijke aanpassingen in huis zijn een verhoogd toilet, een makkelijk te bedienen kraan, beugels in de badkamer en het drempel vrij maken van de woning. Op het werk kan bijvoorbeeld gekeken worden of een speciale bureaustoel nodig is. Ook kan de ergotherapeut adviezen geven met betrekking tot vervoersvoorzieningen zoals het aanpassen van de auto of het aanvragen van een scootmobiel.

Logopedie
Logopedie helpt als er problemen zijn met de taal (formuleren, begrijpen), het spreken, het horen, het eten en drinken. Dit helpen kan bestaan uit het voorkomen of het behandelen van stoornissen. Logopedische problemen kunnen in elk stadium van de ziekte van Parkinson ontstaan. Door middel van onderzoek bepaalt de logopedist wat de mogelijkheden en beperkingen van de patiënt zijn. Op grond van de verzamelde informatie wordt advies gegeven aan de patiënt. De logopedist kan de ziekte van Parkinson niet genezen maar kan wel de geschetste problemen behandelen.

Tijdens het kennismakingsgesprek bekijkt de logopedist samen met de patiënt welke problemen het meest hinderlijk zijn bij de communicatie en het eten en drinken.
De logopedist onderzoekt:
· de mondmotoriek
· de ademhaling
· de stemgeving
· de articulatie
· de mimiek
· de houding
· de intonatie, het tempo en het ritme
· het slikken
Op grond van de verzamelde onderzoeksgegevens geeft de logopedist advies en/of stelt een behandelplan op.
De logopedist leert de patiënt zo goed mogelijk gebruik te maken van de resterende mogelijkheden op het gebied van de communicatie.

Gedachten ordenen
De logopedist leert de patiënt in korte gesprekken en/of telefoongesprekken hoe hij van te voren zijn gedachten moet ordenen en hoe hij in korte zinnen zijn verhaal of mededeling kan overbrengen. Lange zinnen kosten veel energie en men raakt de draad kwijt.

Ademhaling

De patiënt komt tijdens het spreken wel eens adem te kort omdat hij soms niet op het juiste moment bij ademt. Dit probleem kan worden opgelost door tijdens het lezen bewust pauzes in te lassen en dan opnieuw in te ademen. Het lezen van teksten die vooraf in stukjes zijn geknipt, werkt goed om een prettig ademritme te krijgen tijdens het spreken.

Stem geluid
Het volume van de stem wordt bij de Parkinson patiënt vaak minder. De logopedist zal adviezen geven zoals:
· ga dicht bij de gesprekspartner zitten;
· kijk elkaar aan tijdens het spreken;
· zorg ervoor dat er geen storend achtergrondlawaai is, bijvoorbeeld van een televisie;
· gebruik zonodig een communicatiehulpmiddel (spraakversterker).

Articulatie
De logopedist leert de patiënt overdreven duidelijk articuleren. De logopedist geeft hier oefeningen voor. Het gevolg is dat de gesprekspartner van de patiënt hem meestal beter zal verstaan. Ook een kleine aanpassing van een gebitsprothese kan soms wonderen doen wat de spraak verstaanbaarheid betreft.

Mimiek
Bij de communicatie krijgen we heel wat extra informatie door de bewegingen en uitdrukkingen van het gezicht van de spreker. Doordat bij Parkinson patiënten de mimiek minder goed functioneert, worden er binnen de therapie veel oefeningen gedaan voor het soepel houden van de spieren van het gezicht.

Communicatiehulpmiddelen

Wordt de spraak toch minder verstaanbaar dan zal de logopedist in overleg met de patiënt en eventueel zijn omgeving nagaan of een spraak hulpmiddel nodig is zoals bijvoorbeeld een hulpmiddel met spraakuitvoer. Dit is een apparaat met een toetsenbord, zoals bij een typemachine. Afhankelijk van merk en/of uitvoering, wordt de ingetikte tekst zichtbaar op een beeldscherm of wordt de ingetikte tekst afgedrukt op een papieren strookje of weergegeven via een luidspreker.
Een spraakversterker is een apparaat dat bestaat uit een microfoon en een versterker. De versterker wordt afhankelijk van de uitvoering in een tasje om de hals, aan de broekriem of in de borstzak gedragen. Er bestaan uitvoeringen met een microfoon die in de hand wordt genomen of met een microfoon die op het hoofd wordt gedragen, wals telefonistes wel gebruiken.

Eten en drinken
De behandeling van de problemen bij het eten en drinken van de Parkinson patiënt vallen ook onder het vakgebied van de logopedist. Naast specifieke oefeningen voor lippen, wang, onderkaak en tong zal de logopedist nagaan waar hulpmiddelen het proces van eten en drinken kunnen vergemakkelijken. Bestek met een verdikt handvat, een warmwaterbord en aangepaste bekers bieden wel eens uitkomst bij een of ander probleem.
Uiteraard zal aandacht moeten worden besteed aan de samenstelling van het voedsel zelf. Het fijnmalen van voedsel of het indikken van vloeistoffen kan bij slikproblemen een oplossing zijn. In overleg met de diëtist kunnen verantwoorde en smakelijke maaltijden worden samengesteld.

Een goede houding
Rechtop zitten bij het eten maakt het slikken gemakkelijker. Dit is voor veel Parkinson patiënten moeilijk. Binnen de behandeling en de adviezen wordt hier veel aandacht aan besteed. Ook een goede hoofdhouding is belangrijk voor het slikken en om verslikken te voorkomen. Bij een goede houding wordt ook de ademhaling dieper, en dat bevordert weer de algemene gezondheid.

Is de ziekte van Parkinson te genezen?
De ziekte van Parkinson is niet te genezen. Het is een progressief evoluerende ziekte. Dat houdt simpelweg in dat de ziekte wel afgeremd kan worden met medicamenten, maar nooit
gestopt kan worden met de huidige kennis over de ziekte. Meestal kan erdoor langdurige behandeling van medicamenten een grote verbetering ontstaan in het leven van de patiënt.

Operatieve behandeling
Bij patiënten in een vergevorderd stadium van de ziekte van Parkinson die vooral last hebben van overtollige bewegingen wordt soms in speciale centrums door een neurochirurg een operatieve behandeling uitgevoerd. Door een klein gaatje in de schedel wordt met een dunne elektrode een klein gebiedje in de hersenen (dat zorgt voor de vervelendste symptomen) uitgeschakeld. Ook kan een soort pacemaker onder de huid gebracht worden. Men kan dit met speciale apparatuur stimuleren zodat het gebiedje waar de pacemaker zit er voor zorgt dat de klachten verminderen.


Nijmeegse onderzoekers vinden doorbraak in onderzoek
De Nijmeegse wetenschappers dr. G. Andringa en prof. dr. A.R. Cools van het Universitair Medisch Centrum St. Radboud hebben ontdekt dat de stof THC 346 het verder gaan van de ziekte van Parkinson kan stoppen. Het middel remt het afstervingsproces van zenuwcellen dat plaatsvindt in de hersenen van patiënten met de ziekte van Parkinson.
In een persbericht laten zij weten dat zij binnen 3 maanden een medicijnonderzoek bij mensen met Parkinson gaan starten. In het persbericht wordt vermeld dat men verwacht dat het mogelijke medicijn (THC 346) de progressie van Parkinson stopt.

De stof heeft geen invloed op symptomen, die al aanwezig zijn. Het kan alleen het verergeren van deze symptomen voorkómen. Daarom is het van belang zo vroeg mogelijk in het ziekteproces de diagnose te stellen. Op die manier kunnen patiënten, wanneer de stof eenmaal bij patiënten met Parkinson gebruikt wordt, optimaal baat bij de effecten van THC 346. THC 346 is inmiddels in Zwitserland bij gezonde mensen onderzocht en veilig bevonden. Binnen drie maanden gaat het onderzoek bij patiënten met Parkinson van start.

Verzamelde informatie.

Boeken:
- De feiten over de ziekte van Parkinson
Gerald Stern en Andrew Lees, Meulenhoff Informatief Amsterdam 1982.
- De ziekte van Parkinson, een leidraad voor patiënten en hun naaste omgeving.
B Neundörfer, De Tijdstroom BV Lochem 1979.
- Verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden.
J.vd Brand, S. Vogel. T. Leerink, NijghVersluys Baarn 1998.

Tijdschrift:
- Nursing juli 1997:
Artikel: Bewegen, niet meer vanzelfsprekend.

Stencils:

- Ziekte van Parkinson.
- Tips voor verzorgers.

Internet:
- www.spin.nl/park0301.htm
- www.parkinson-vereniging.nl
- www.ziekenhuis.nl/ziektebeelden/194.html
- www.consumed.nl/indicaties/Parkinsonziektevan.htm

Nawoord
Ik vond het erg leuk om met dit werkstuk bezig te zijn. Ik ben ook veel te weten gekomen. Er was genoeg informatie over te vinden behalve over de vaardigheden. De meeste informatie ging over wat Parkinson is en welke verschijnselen er bij kunnen horen maar er was niet zoveel te vinden over hoe je het beste om kunt gaan met patiënten.
Het is goed dat er nu nog veel onderzoek naar de ziekte van Parkinson gedaan wordt want dan is het misschien mogelijk dat er ooit goede medicijnen worden gevonden die alles verbeteren. Bijvoorbeeld een medicijn die er voor zorgt dat het gezicht niet star wordt. Een strak gezicht is toch vervelend omdat mensen die niet weten dat iemand de ziekte van Parkinson heeft misschien denken dat hij altijd zo onverschillig is.

REACTIES

G.

G.

Waarom zijn al die woorden in 2 stukken?

19 jaar geleden

J.

J.

Heejj Maaike,

Ik veel aan het werkstuk over Parkinson gehad. Beadankt voor de informatie!!

KussSs..
Jill

19 jaar geleden

M.

M.

haay
ja ik heb veel aan je werkstuk gehad ;)

13 jaar geleden

I.

I.

bedankt voor alles.

13 jaar geleden

A.

A.

heey
ik heb veel aan je werkstuk bedankt!!

13 jaar geleden

M.

M.

ik heb veeel aan je werkstuk gehad !
dankjewel ;-)

12 jaar geleden

L.

L.

heel erg bedankt ik voor het spreekbeurt een 9,8 :)

9 jaar geleden

I.

I.

er staat nergems dopamine en waarom heb je geen 1 gehaald

6 jaar geleden

I.

I.

dat is zo waar

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.