Madeliefje

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1012 woorden
  • 23 april 2005
  • 341 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
341 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Inleiding

We hebben het madeliefje als onderwerp gekozen omdat het een plant is die veel voorkomt in Nederland.
We wilden meer over dit plantje weten.
Ook hebben we het gekozen omdat er veel over te vertellen valt omdat het een hele geschiedenis heeft.

Dit is wat informatie over het madeliefje:

Nederlandse naam madeliefje
Wetenschappelijke naam Bellis perennis
Nederlandse familienaam samengesteldbloemigen
Wetenschappelijke familienaaam Compositae
bloeitijd februari-maart-april-mei-juni-juli-augustus-september
stuifmeelkleur geel
stuifmeelklasse (1-5) 2
honingklasse (1-5) 0
Licht zon, halve schaduw
Bloeikleur rood, rose, wit/créme
Bloeimaand april, mei
Bladkleur groen
Bladvorm loof
Licht zon
Bloeimaand april, mei, juni
Bladkleur groen
Hoogte in meters 0,1-0,25
Bodemsoort zware klei, geen voorkeur

Het madeliefje
Het madeliefje
Het madeliefje staat ook wel bekend als het Meizoentje en het Meiliefje.
Je vindt het plantje overal en het bloeit zelfs in de winter.
Het witte bloemhoofdje met het gele hartje draait met de zon me en sluit zich bij regen en in de nacht.
leefomgeving

Het madeliefje groeit in grasvelden, bermen en in de weiden.
De lengte van de bloeistengel kan variëren met de groeiplaats: op plekken waar het plantje vaak wordt belopen dus bijv: in een gazon of een bermrand, is die erg kort,
maar een paar centimeter.
In de weiden waar het gras niet veel wordt gemaaid kan de bloeistengel wel tot twintig centimeter lang zijn.
Om het madeliefje groeien allerlei soorten planten bijvoorbeeld de paardebloem.
Meestal vind je het madeliefje in het gras of op weiden.

familie

Het madeliefje behoort net als de zonnebloem en de paardebloem tot de familie der Composieten (Asteraceae).
De bloeiwijze van deze planten bestaat niet uit een enkele bloem maar uit een groot aantal buisbloempjes en lintbloempjes.
Ook het madeliefje heeft beide soorten bloemen want in het midden (het gele hart) bestaat uit buisbloempjes en is omringt met lintbloemen.
De lintbloemen hebben als functie om de insecten te lokken en op te vallen.

Geschiedenis van het madeliefje
Naamgeving

De officiële verklaring voor de botanische naam ‘Bellis Perennis’ (het madeliefje), is voor de hand liggend: ‘Bellis’ betekend in het Latijns; ‘mooi’ en ‘Perennis’betekent ‘doorheen de jaren’ eeuwig.
Bellis Perennis betekent dus: De eeuwig mooie.
Er is ook een andere verklaring voor de Bellis Perennis want omdat Perennis; doorheen de jaren betekend, en dat zou weer kunnen betekenen dat de naam is gekozen omdat het madeliefje vrijwel het hele jaar bloeit.

Geschiedenis

Er zijn opgravingen waar uit is gebleken dat het madeliefje is gebruikt bij kransen met gouden haarspelden.
Het madeliefje werd ook gebruikt bij het decoreren van het haar bij vrouwen.
Maar ook in Egypte en ook verder in het Midden-Oosten is veel keramiek teruggevonden met afbeeldingen van die plantje.
Het madeliefje werd ook gebruikt voor de magische kruidengeneeskunde, bijvoorbeeld bij koorts: De eerste dag at men 3 bloemetjes, de volgende dag 5 en zo verder tot 9, om dan weer te verminderen tot 3.
Als de koorts nog niet over was deden ze het opnieuw.
Vanaf de zestiende eeuw werd het madeliefje ook gebruikt voor wondverzorging en voor longkwalen maar ook voor diverse ontstekingen.

Biotische en abiotische factoren

De invloeden van het milieu op organismen worden onderverdeeld in biotische en abiotische factoren.
Biotische factoren zijn invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur. Bijvoorbeeld een haas is op zoek naar eten (planten), maar moet ondertussen ook uitkijken dat ze niet zelf prooi wordt van een roofdier.
De haas wordt dus beïnvloed door de hoeveelheid planten en roofdieren.
Alle biotische factoren in een ecosysteem samen wordt een levensgemeenschap genoemd.
Abiotische factoren zijn invloeden afkomstig van de levenloze natuur.
Dit zijn: licht, temperatuur, lucht, water en bodemgesteldheid.
Alle abiotische factoren in een ecosysteem wordt biotoop genoemd.
Het madeliefje vind je bijna altijd in het gras en omdat er veel op gras gelopen wordt door mensen maar ook door dieren.
Hier door krijgt het madeliefje veel te verduren maar het hersteld zich snel.
Ook wordt het soms opgegeten door dieren, het plantje wordt dan niet helemaal tot de wortel opgegeten, dus kan het plantje weer uitlopen.
Het madeliefje kan snel groeien en daardoor kan je het madeliefje bijna in elk gras veld vinden.

Voortplanting van het madeliefje

Madeliefjes planten zich ongeslachtelijk voort doordat zich in de oksels van de bladeren zijstengels vormen die kunnen uitgroeien tot een nieuwe rozet.
Die stengeltjes worden niet zo lang, waardoor madeliefjes dichte matten kunnen vormen.
Het madeliefje plant zich ook voort door insecten en laat zich dus bevruchten door insecten waaruit eindelijk zaden uit ontstaan.
Het madeliefje kan worden bevrucht door een insect of door de wind.
Als het plantje bevrucht is zal de eicellen en de stuifmeel korrels samensmelten, nu zal het zaad gaan groeien zodat het zich zo snel mogelijk kan voortplanten.
Het zaad zal verspreid worden door de wind zodat het zich op een andere plek kan ontwikkelen.
Het zaad ziet er zo uit van het madeliefje:

Het zaadje ontkiemt als snel, hierdoor komt het ook dat een grasveld snel vol madeliefjes staat.
Hij komt van oorsprong alleen voor in Europa en Zuidwest-Azië, maar heeft zich ook in andere delen van de wereld verspreid, zoals Noord- en Zuid-Amerika. In heel West-Europa is hij algemeen.

Transport

Het transport in een plant gebeurt via de vaten.
Er zijn hout- en zeefvaten, zeefvaten worden ook bastvaten genoemd.
hebben) liggen vaatbundels keurig in een ring.
Houtige gewassen vormen steeds weer nieuwe vaten, zodat ze verder kunnen groeien.
Het transport van water met voedingszouten vindt plaats via de houtvaten van beneden naar boven.
Via de zeefvaten gaat het transport van suikers die door fotosynthese zijn ontstaan weer naar beneden, ook worden de suikers naar boven getransporteerd zodat de plant verder kan groeien of zaad kan gaan ontwikkelen.

Fotosynthese

Bladgroenkorrels zijn belangrijk voor de fotosynthese in een plant.
In de bladgroenkorrels wordt namelijk het zonlicht opgevangen en grotendeels verwerkt.
Fotosynthese is een biochemisch proces waarbij een deel van het licht als energiebron wordt gebruikt om kooldioxide en water als grondstoffen om te zetten in glucose.
Het groene gedeelte van het licht wordt niet gebruikt en dus teruggekaatst.
Daardoor hebben de bladeren een groene kleur.
Bij dit proces komt zuurstof vrij.
Fotosynthese is de energiebron voor planten, want op deze manier kunnen ze gaan groeien en zaad gaan vormen zodat ze zich kunnen voortplanten.

REACTIES

K.

K.

Ik moest een werkstuk maken over het madeliefje samen met een vriendin, en we hebben een 9+ Zeer tevreden alle info kwam van deze site,super site dus !! (duim)

Xxjes van karinda & vriendin Lisa.

14 jaar geleden

J.

J.

er staan wel een paar fouten in maar voor de rest kon ik hem goed gebruiken voor mijn werkstuk

13 jaar geleden

I.

I.

ik snap dit niet

13 jaar geleden

M.

M.

IK MOEST WEGRENNEN VOOR POPO MAAR EEN MADELIEFJE STOND IN DE WEG

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.